Besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van 13 december 2012, nr. 330727, houdende de aanwijzing van merk en type van wapens, munitie, draagmiddelen en uitrusting van de politie (Aanwijzingsbesluit bewapening en uitrusting politie)

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op de artikelen 15, eerste en tweede lid, en 16, eerste lid, van het Besluit bewapening en uitrusting politie;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder Besluit: het Besluit bewapening en uitrusting politie.

Artikel 2

  • 1. Als pistool, bedoeld in artikel 1, onder b, van het Besluit wordt aangewezen:

    • a. het semi-automatisch pistool van het merk Walther, type P5, kaliber 9 millimeter maal 19 millimeter;

    • b. het semi-automatisch pistool van het merk Walther, type P99Q, kaliber 9 millimeter maal 19 millimeter;

    • c. het semi-automatisch pistool, merk Glock, type 17, kaliber 9 millimeter maal 19 millimeter;

  • 2. Uitsluitend de ambtenaar die behoort tot een aanhoudings- en ondersteuningseenheid is bewapend met het pistool, bedoeld in het eerste lid, onder c.

  • 3. Als semi-automatisch schoudervuurwapen, bedoeld in artikel 1, onder c, van het Besluit, wordt aangewezen het semi-automatisch vuurwapen, merk Heckler & Koch, type MP5, kaliber 9 millimeter maal 19 millimeter.

  • 4. Als automatisch schoudervuurwapen, bedoeld in artikel 1, onder d, van het Besluit wordt aangewezen:

    • a. het automatisch vuurwapen, merk Heckler & Koch, type MP5, kaliber 9 millimeter maal 19 millimeter;

    • b. het automatisch vuurwapen, merk Heckler & Koch, type MP5K, kaliber 9 millimeter maal 19 millimeter.

Artikel 3

Het pistool, het semi-automatisch vuurwapen en het automatisch vuurwapen, bedoeld in artikel 1, worden geladen met:

  • a. munitie van het merk RUAG Ammotec GmbH, type Action, model NP, kaliber 9 millimeter maal 19 millimeter, of

  • b. munitie van het merk RUAG Ammotec GmbH, type Action, model Effect, kaliber 9 millimeter maal 19 millimeter.

Artikel 4

  • 1. Als granaatwerper, bedoeld in artikel 1, onder e, van het Besluit wordt aangewezen de traangasgranaatwerper, merk Heckler & Koch, type MZP-1 A1, kaliber 40mm.

  • 2. Als CS-traangasgranaten, bedoeld in de artikelen 11, 12 en 13 van het Besluit wordt aangewezen de CS traangasgranaten van het merk:

    • a. Pyrotechnik Silberhütte (Rheinmetall), type Traangasgranaat Buiten (40 mm)RP 743-15 CS;

    • b. Nico Pyrotechnik (Rheinmetall), type Traangasgranaat Barricadebrekend LE(40 mm binnen);

    • c. Pyrotechnik Silberhütte (Rheinmetall), type Traangashandgranaat Groot 15 CS;

    • d. Nico Pyrotechnik (Rheinmetall), type Traangashandgranaat Klein 2.4 CS.

Artikel 5

  • 1. Als repeteervuurwapen, bedoeld in artikel 1, onder f, van het Besluit, wordt aangewezen het repeteervuurwapen, merk Mossberg, type 590 A1, kaliber 12.

  • 2. Het repeteervuurwapen, bedoeld in het eerste lid, wordt geladen met:

    • a. munitie van het merk Defence Technology, type 23 DS, kaliber 12, of

    • b. munitie van het merk ALS Technologies, type Triton 1212T.

Artikel 6

Als pepperspray, bedoeld in artikel 1, onder g, van het Besluit wordt aangewezen:

  • a. de spuitbus met Oleoresin Capsicum (OC) van het merk Defense Technology, type MK-3 of van het merk Sabre, type MK-3;

  • b. de spuitbus met Oleoresin Capsicum (OC), van het merk Sabre, type MK-6, bedoeld om niet zichtbaar te worden gedragen.

Artikel 7

  • 1. Als draagmiddel, bedoeld in artikel 15, tweede lid, van het Besluit, voor het zichtbaar dragen van het pistool merk Walther, type P5 wordt aangewezen de holster van het merk Safariland, type 6280-87-61-2 voor rechtshandigen en type 6280-87-62-2 voor linkshandigen.

  • 2. Als draagmiddel, bedoeld in artikel 15, tweede lid, van het Besluit, voor het verdekt dragen van het pistool merk Walther, type P5, worden aangewezen voor gebruik door politieambtenaren die optreden in burgerkleding:

    • a. de holster van het merk 5.11 Tactical, ten behoeve van het pistool van het merk Walther, type P5, in combinatie met het modulair draagsysteem van het merk 5.11 Tactical;

    • b. de holster van het merk Blade Tech, type belt holster (molded loop) voor het pistool merk Walther, type P5;

    • c. de holster van het merk De Buffel, type Yaqui.

Artikel 8

  • 1. Als stroomstootwapen, bedoeld in artikel 13, onder g, van het Besluit bewapening en uitrusting politie wordt goedgekeurd:

    • a. het stroomstootwapen van het merk Taser, type X26;

    • b. het stroomstootwapen van het merk Taser, type X2.

  • 2. Het stroomstootwapen, bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt geladen met:

    • a. cartridges van het merk Taser, type 21’, of

    • b. cartridges van het merk Taser, type 25’ XP.

  • 3. Het stroomstootwapen, bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt geladen met cartridges van het merk Taser, type 25’ smart cartridge.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

TOELICHTING

Het voorliggend besluit geeft uitvoering aan artikel 15, eerste en tweede lid, en artikel 16, eerste lid, van het Besluit bewapening en uitrusting politie. Dit artikel bepaalt dat merk en type van wapens, munitie en draagmiddelen door de Minister van Veiligheid en Justitie worden goedgekeurd.

Artikel 1

Bij de Nederlandse politie zijn op dit moment twee typen pistolen in gebruik, de Walther P5 en de Glock 17 beiden in het kaliber 9x19. De Glock 17 mag uitsluitend worden gebruikt door de ambtenaren van politie die behoren tot een aanhoudings- en ondersteuningseenheid en zal, net als de Walther P5 de komende jaren geleidelijk worden vervangen door het nieuwe dienstpistool de Walther P99Q.

De Heckler & Koch MP5 is al geruime tijd het standaard schoudervuurwapen van de Nederlandse politie. In de semi-automatische uitvoering mag het worden gebruikt door de ambtenaar die belast is met de bewakings- en beveiligingstaak. De automatische MP5 en de extra korte variant van dit wapen, de MP5K zijn alleen toegestaan voor ambtenaren die belast zijn met persoonsbeveiliging of die behoren tot een aanhoudings- en ondersteuningseenheid.

Er is bewust voor gekozen om slechts onderscheid te maken tussen de vele verschillende varianten van dit wapen op basis van het feit of er sprake is van een semi-automatisch, automatisch of extra korte variant van dit schoudervuurwapen. De vermelding van de type aanduiding, onder meer bepaald door het type kolf waarmee het wapen is uitgerust, is daarmee komen te vervallen.

Artikel 2

In het pistool, het semi-automatisch vuurwapen en het automatisch vuurwapen bedoeld in artikel één mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van voor de politie goedgekeurde munitie. Naar aanleiding van ervaringen in het binnen- en buitenland alsmede van recente wondballistische, munitietechnische en forensische inzichten zijn de criteria die ten grondslag liggen aan de keuze voor de politiemunitie in Nederland in 2008 geactualiseerd. De Tweede Kamer is hierover in juni 2008 geïnformeerd (Kamerstukken II 2007/08, 29 628, nr. 93).

Op basis van de geactualiseerde criteria heeft een Europese aanbesteding plaatsgehad. Deze heeft medio 2009 geleid tot de keuze voor munitie van het merk RUAG Ammotec, type Action, model NP. Deze munitie vervangt de munitie van het type Action, model Effect.

Hoewel de Action Effect inmiddels niet meer wordt uitgeleverd bestaat er geen bezwaar tegen om bestaande voorraden van deze patroon op te gebruiken. Het is de politie niet toegestaan om ander soorten munitie voorhanden te hebben dan de voornoemde patronen.

Artikel 3

De traangasgranaatwerper, merk Heckler & Koch, type MZP-1 A1, kaliber 40mm, is sinds eind 1998 in gebruik bij de Nederlandse politie voor het verschieten van traangasgranaatpatronen. De formele goedkeuring en toekenning van deze traangasgranaatwerper heeft plaatsgevonden op 22 december 1998 door middel van een Circulaire (kenmerk: EA98/U59344) van de directeur Politie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 4

De ambtenaar die behoort tot een aanhoudings- en ondersteuningseenheid beschikt over het repeteervuurwapen, merk Mossberg, type 590 A1, kaliber 12. Dit wapen mag uitsluitend worden geladen met munitie van het merk Defence Technology, type 23 DS, kaliber 12 of munitie van het merk ALS Technologies, type Triton 1212T, kaliber 12. Deze munitie betreft de zogenoemde stunbag. De stunbag wordt internationaal gezien steeds vaker voor politiedoeleinden ingezet.

De stunbag valt onder de zogenoemde ‘niet-penetrerende munitie’ en deze munitie is een onderdeel van de zogenoemde ‘less lethal’ bewapening. De niet-penetrerende munitie is ontworpen om bij het treffen van een persoon niet het lichaam binnen te dringen en om bij het treffen zoveel mogelijk energie aan die persoon af te geven. De effecten hiervan zijn goed te vergelijken met een harde klap van een wapenstok. Doordat de munitie over een afstand wordt verschoten, kan men in overdrachtelijke zin spreken van een ‘klap op afstand’. De munitie heeft dus de potentie om letsel te veroorzaken maar de kans op blijvend letsel is uitermate gering.

Bij Besluit van 25 augustus 2006 tot wijziging van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar in verband met de invoering van alternatieve munitie (Stb. 2006, 407) zijn in de Ambtsinstructie regels met betrekking tot het gebruik van niet-penetrerende munitie (zoals de stunbag) neergelegd. In de Ambtsinstructie zijn immers de bepalingen omtrent het gebruik van geweld neergelegd.

Artikel 5

Zowel de pepperspray als de verdekte pepperspray zijn een spuitbus gevuld met de vloeistof Oleoresin Capsicum (OC). De aanduiding van de vloeistof is noodzakelijk, omdat genoemd merk en type spuitbussen door de genoemde fabrikanten ook met kunstmatige pepper (PAVA) en traangas geleverd wordt. Het gebruik van de kunstmatige pepper is niet toegestaan. De ‘reguliere’ pepperspray is onderscheiden van de verdekte pepperspray door de wijze waarop deze wordt gedragen. De pepperspray wordt in een draagmiddel zichtbaar aan de koppel gedragen. De verdekte pepperspray wordt niet zichtbaar gedragen. Uit praktijkervaringen met de pepperspray in de afgelopen jaren is gebleken dat de reguliere spuitbus, zeker in combinatie met het bijbehorende draagmiddel, ongeschikt is om onopvallend te dragen. Het onopvallend dragen van de geweldmiddelen, waaronder de pepperspray is van belang voor het personeel dat in burgerkleding dienst doet, zoals rechercheurs. Daarom is gezocht naar een model spuitbus dat beter geschikt is voor het verdekt dragen. Op basis van positieve ervaringen bij een gehouden praktijkproef met dit soort busjes is besloten om naast de gewone pepperspray een kleiner model spuitbus pepperspray dan het type MK-3 in te voeren, de zogenoemde ‘verdekte pepperspray’. Voor de keuze van het merk en type verdekte pepperspray heeft een Europese aanbesteding plaatsgevonden, waarbij de gehanteerde criteria zoveel mogelijk gelijk waren aan die van de reguliere pepperspray. Alleen daar waar het de afmetingen en daaraan gerelateerde onderdelen betrof, zijn andere criteria gesteld. Voorop staat dat de criteria die zijn gesteld aan het middel dat daadwerkelijk wordt verspoten, (OC met oplosmiddel en drijfmiddel), geheel gelijk zijn aan die van de reguliere pepperspray.

Artikel 6

De holster van het merk 5.11 Tactical is een modulair draagmiddel waarvoor ook een module voor de Walther P5 beschikbaar is. Het modulair draagsysteem leent zich echter niet voor alle situaties waarbij het pistool Walther P5 verdekt gedragen moet worden. Draagproeven met de heupholster van het merk Blade Tech wijzen uit dat deze holster in de praktijk goed voldoet. Ook het gebruik van deze holster voor de Walther P5 bij het verdekt dragen is daarom toegestaan.

Reeds vanaf de invoering van de Walther P5 als dienstpistool zijn er verschillende holsters voor het verdekt dragen van dit pistool in omloop. Slechts de holster van het merk Yaqui voldeed aan de veiligheidsvereisten die aan een dergelijk holster gesteld worden. Daarom wordt ook deze holster bij dit besluit aangewezen. Het is niet toegestaan andere holsters voor het verdekt dragen te gebruiken dan de bij voorliggend besluit aangewezen holsters.

Opgemerkt zij dat op korte termijn het Walther P5 dienstpistool bij de Nederlandse politie vervangen zal worden door een nieuw dienstpistool. Het traject van selectie van een nieuw dienstpistool is reeds in 2007 gestart. Met het invoeren van een nieuw dienstpistool in 2013 en 2014 zullen alle Walther P5 dienstpistolen en de bijbehorende holsters - die specifiek voor de Walther P5 zijn gevormd en derhalve niet bruikbaar zijn voor het nieuwe pistool - worden afgevoerd.

Artikel 7

Van 1 mei 2009 tot 1 mei 2011 heeft er bij de aanhoudings- en ondersteuningseenheden van de politie en de Koninklijke marechaussee een proef plaatsgevonden met een stroomstootwapen van het merk Taser, type X26. Zie het Voorschriften pilot verdekte pepperspray (Stcrt. 2003, 221) en de Wijziging Voorschriften pilot verdekte pepperspray (Stcrt. 2005, 55). Dit geweldsmiddel is in gebruik bij veel (speciale) politiediensten binnen en buiten Europa. De ervaringen met de Taser tijdens de proefperiode zijn zeer positief. Met een minimum aan geweld en gering letsel is men in staat om gevaarlijke (suïcidale) personen te overmeesteren. Ook het risico op letsel bij de leden van de aanhoudings- en ondersteuningseenheden wordt hierdoor verminderd. Naar aanleiding van de positieve evaluatie is besloten om het stroomstootwapen toe te voegen aan de standaardbewapening van de aanhoudings- en ondersteuningseenheden van de politie.

De Taser X2 is de verbeterde opvolger van het model X26. De X2 is een tweeschots Taser waardoor het mogelijk is om snel een tweede schot af te vuren zonder dat eerst moet worden herladen. Indien bij het eerste schot één of beide pijltjes het doel missen kan door middel van het tweede schot alsnog snel het gewenste resultaat worden bereikt. Daarnaast beschikt de Taser over twee lasers waardoor het richten wordt vereenvoudigd, hetgeen de effectiviteit van het middel ten goede komt.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven