De Minister van Veiligheid en Justitie,
Gelet op artikel 21, eerste lid, van de Politiewet 2012, artikel 3, derde lid, van
de Wet op het LSOP en het politieonderwijs, artikel 3a Wet wapens en munitie, de artikelen
7, eerste lid, onderdelen b, c en d, 10, derde lid, 12, tiende lid, 12a, derde lid,
58, vierde lid, 62, eerste lid, onder c, 67, vijfde lid, 88, achtste lid, 88a, vijfde
lid, en artikel 88b, tweede lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie, artikel
3 van het Besluit beschikbaarstelling politieambtenaren ten behoeve van vredesmissies
en de artikelen 7, tweede lid, 21 en 48 van het Besluit bezoldiging politie en artikel
4, onder b, c en d van het Besluit rechtspositie vrijwillige politie;
Besluit:
ARTIKEL I
De AFUP-garantieregeling wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 vervalt, onder vervanging van de puntkomma door een punt aan het slot
van onderdeel ee, onderdeel ff.
B
Artikel 4 komt te luiden:
Artikel 4
Werkgevers in de sector politie zijn:
-
a. de Minister van Veiligheid en Justitie, voor zover het betreft de korpschef;
-
b. de korpschef, voor zover het betreft de aspirant, de ambtenaar, aangesteld voor de
uitvoering van de politietaak en de ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van technische,
administratieve en andere taken ten dienste van de politie, die werkzaam is bij de
politie, bedoeld in artikel 1, onderdeel b van de Politiewet 2012;
-
c. de raad van toezicht van het LSOP, voor zover het betreft de ambtenaren, bedoeld in
artikel 10, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op het LSOP en het politieonderwijs;
-
d. het college van bestuur van het LSOP, voor zover het betreft de ambtenaren, bedoeld
in artikel 10, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op het LSOP en het politieonderwijs;
-
e. het College van procureurs-generaal, voor zover het betreft de ambtenaar van de rijksrecherche.
C
In artikel 14 wordt ‘de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties’ vervangen
door: de Minister van Veiligheid en Justitie.
ARTIKEL II
Het Besluit Landelijk Expertisecentrum Diversiteit 2010–2014 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel b vervalt, onder verlettering van onderdelen c en d tot onderdelen b en
c.
2. In onderdeel b (nieuw) wordt ‘de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties’
vervangen door: de Minister van Veiligheid en Justitie.
3. Onderdeel c komt te luiden:
- c) VenJ:
-
het Ministerie van Veiligheid en Justitie.
B
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘de regiokorpsen, het Korps landelijke politiediensten,
de Politieacademie, de voorziening tot samenwerking Politie Nederland en BZK’ vervangen
door: de politie, bedoeld in artikel 1, onder b, van de Politiewet 2012, de Politieacademie
en VenJ.
2. In het derde lid wordt ‘door BZK’ vervangen door: door VenJ.
C
In artikel 6, eerste lid, wordt ‘de regiokorpsen, het Korps landelijke politiediensten,
de Politieacademie, de voorziening tot samenwerking Politie Nederland en BZK’ vervangen
door: de politie, bedoeld in artikel 1, onder b, van de Politiewet 2012, de Politieacademie
en VenJ.
D
Artikel 7, eerste lid, komt als volgt te luiden:
E
In artikel 9, eerste lid, wordt ‘met uitzondering van de korpschefs en de directeur
Politie en Veiligheidsrisico’s van BZK’ vervangen door: met uitzondering van de vertegenwoordigers,
aangewezen door de korpschef en de directeur Bedrijfsvoering Politie van VenJ.
ARTIKEL III
Artikel 1 van het Instellingsbesluit commissie werktijdenmodaliteiten sector Politie
wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt ‘de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties’
vervangen door: de Minister van Veiligheid en Justitie.
2. In onderdeel b wordt ‘het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties’
vervangen door het Ministerie van Veiligheid en Justitie.
ARTIKEL IV
Artikel 1 van de Regeling aanstellingseisen politie 2002 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt ‘de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties’
vervangen door: de Minister van Veiligheid en Justitie
2. In onderdeel b wordt ‘de korpsbeheerder’ vervangen door ‘de korpschef’ en wordt ‘een
regionaal politiekorps’ vervangen door: de politie, bedoeld in artikel 1, eerste lid,
onderdeel b, van de Politiewet 2012.
ARTIKEL V
In artikel 2 van de Regeling aanwijzing administratief-technische functies wordt ‘het
regionale politiekorps’ vervangen door: het desbetreffende onderdeel van de politie,
bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Politiewet 2012.
ARTIKEL VI
De Regeling bezwarenprocedure functiewaardering politie wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel a komt te luiden:
- a. ambtenaar:
-
de ambtenaar, bedoeld in artikel 1, onderdeel i, van het Besluit bezoldiging politie;
2. Onderdeel c komt te luiden:
- c. functie:
-
de functie, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel r, van het besluit, met dien
verstande dat deze regeling niet van toepassing is op het samenstel van door de ambtenaar
te verrichten opgedragen werkzaamheden, zoals vastgelegd in het LFNP;
3. Onderdeel d komt te luiden:
- d. bevoegd gezag:
-
het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van het besluit;
B
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid, onderdeel a, komt te luiden:
-
a. een voorzitter, tevens lid, dan wel een plaatsvervangend voorzitter, tevens lid, die
worden benoemd door het bevoegd gezag na overleg met de Commissie voor georganiseerd
overleg in politie-ambtenarenzaken, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Besluit
overleg en medezeggenschap politie 1994;
2. Het tweede lid, onderdeel c, komt te luiden:
-
c. een lid dat wordt aangewezen door een groep van ten minste zes personen die worden
benoemd door het bevoegd gezag op voordracht van de Commissie voor georganiseerd overleg
in politie-ambtenarenzaken, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Besluit overleg
en medezeggenschap politie 1994.
3. Het vierde lid komt te luiden:
-
4. Het bevoegd gezag is bevoegd een benoeming in te trekken. Behoudens in het geval
dat plaatsvindt op verzoek van de betrokkene, vindt een intrekking van de benoeming
van de in het tweede lid, onderdeel a, bedoelde personen plaats na overleg met de
Commissie voor georganiseerd overleg in politie-ambtenarenzaken, bedoeld in artikel
2, eerste lid, van het Besluit overleg en medezeggenschap politie 1994.
C
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, onderdelen a en b, wordt ‘op voordracht van de gezamenlijke korpsbeheerders’
telkens vervangen door: op voordracht van de korpschef.
2. In het tweede lid, onderdelen a, b en c, het derde en het vierde lid wordt ‘de Minister
van Binnenlandse Zaken’ telkens vervangen door: de Minister van Veiligheid en Justitie.
D
In artikel 12 wordt ‘het politiekorps’ vervangen door: het onderdeel van de politie,
bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Politiewet 2012.
ARTIKEL VII
In artikel 1, onderdeel a, van de Regeling bijzondere ontslaguitkering politie wordt
‘de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties’ vervangen door: de Minister
van Veiligheid en Justitie.
ARTIKEL VIII
De Regeling detachering politie wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt ‘artikel 1, eerste lid, onder k’ vervangen door: artikel 1,
eerste lid, onder l.
2. In onderdeel b wordt ‘artikel 1, eerste lid, onder h’ vervangen door: artikel 1,
eerste lid, onder i.
B
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt ‘artikel 62, onderdelen a tot en met e’ vervangen door: artikel
62, onderdelen a tot en met c.
2. In onderdeel d wordt ‘een regionaal politiekorps, het korps landelijke politiediensten
dan wel het LSOP’ vervangen door: een onderdeel van de politie, bedoeld in artikel
25, eerste lid, van de Politiewet 2012, dan wel het LSOP.
C
Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4
Deze regeling berust op artikel 62, eerste lid, onder c, van het Besluit algemene
rechtspositie politie.
ARTIKEL IX
In artikel 4, onderdeel c, van de Regeling herbeoordelingsoperatie WAO sector Politie
wordt ‘het regionaal politiekorps’ vervangen door: de regionale eenheid, de landelijke
eenheid of de ondersteunende dienst.
ARTIKEL X
De Regeling ontslaguitkering vliegers KLPD wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onderdeel a, wordt ‘de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties’
vervangen door: de korpschef.
B
In artikel 15 wordt ‘Regeling ontslaguitkering vliegers KLPD’ vervangen door: Regeling
ontslaguitkering vliegers landelijke eenheid.
ARTIKEL XI
De Regeling studiefaciliteiten politie wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onderdeel, e wordt ‘het politiekorps’ vervangen door: de politie, bedoeld
in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Politiewet 2012.
B
In artikel 6, vierde lid, wordt ‘het eigen politiekorps’ vervangen door: de eigen
regionale eenheid, landelijke eenheid, of ondersteunende dienst.
C
In artikel 8, onderdeel b, en 9, onderdeel b, wordt ‘het politiekorps’ vervangen door:
de desbetreffende regionale eenheid, landelijke eenheid of ondersteunende dienst.
D
In artikel 11, tweede lid, wordt ‘De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties’
vervangen door: De Minister van Veiligheid en Justitie.
E
De bijlage bij artikel 10, eerste lid, onder a, van de Regeling studiefaciliteiten
politie wordt vervangen door de bijlage, zoals opgenomen in bijlage A bij deze regeling.
ARTIKEL XII
De Regeling toetsing geweldsbeheersing politie wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel a komt te luiden:
- a. ambtenaar:
-
de ambtenaar van politie, bedoeld in artikel 2, onderdelen a, c, en d, van de Politiewet
2012, die rechtens is uitgerust met een of meer geweldsmiddelen;
2. Onderdeel h komt te luiden:
- h. bevoegd gezag:
-
bevoegd gezag, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel l, van het Besluit
algemene rechtspositie politie.
B
In de artikelen 2, vijfde lid, 3, eerste en derde lid, en 4 wordt ‘De korpsbeheerder’
onderscheidenlijk ‘de korpsbeheerder’ telkens vervangen door: ‘Het bevoegd gezag’
onderscheidenlijk ‘het bevoegd gezag’.
C
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘De korpsbeheerder’ vervangen door: Het bevoegd gezag.
2. In het tweede en derde lid wordt ‘Het regionale college’ telkens vervangen door ‘De
korpschef’ en wordt ‘artikel 31 van de Politiewet 1993’ telkens vervangen door: artikel
36 van de Politiewet 2012.
D
Na artikel 7 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 7a
Deze regeling berust op artikel 3a van de Wet wapens en munitie en artikel 21 van
de Politiewet 2012.
ARTIKEL XIII
In artikel 12 van de Regeling voorzieningen hondengeleiders politie wordt ‘het betreffende
politiekorps’ vervangen door: de politie, bedoeld in artikel 1, onder b, van de Politiewet
2012.
ARTIKEL XIV
In artikel 3 van de Regeling vredesmissies politie wordt ‘de desbetreffende politieregio’
vervangen door: de politie, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de
Politiewet 2012, en wordt ‘de politieregio’ vervangen door: de politie.
ARTIKEL XV
De Uitvoeringsregeling plaatsgebonden consignatie KLPD wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt:’Uitvoeringsregeling plaatsgebonden consignatie KLPD’ vervangen
door: Uitvoeringsregeling plaatsgebonden consignatie landelijke eenheid.
2. Het derde lid komt te luiden:
B
In artikel 4, eerste lid, wordt: ‘Uitvoeringsregeling plaatsgebonden consignatie KLPD’,
vervangen door: Uitvoeringsregeling plaatsgebonden consignatie landelijke eenheid.
ARTIKEL XVI
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.
TOELICHTING
De Regeling voorziet in een aantal wijzigingen van rechtspositieregelingen in verband
met de invoering van de Politiewet 2012 per 1 januari 2013.
De wijzigingen zijn van technische aard. Voor de terminologie is aangesloten bij de
Politiewet 2012. Het gaat – op hoofdlijnen – om de volgende wijzigingen:
De Minister van BZK is afhankelijk van de regeling vervangen door: Minister van VenJ
of door de korpschef (regelingen in verband met voormalig KLPD).
De term ‘korpsbeheerder’ is steeds vervangen door: korpschef. Daarmee is steeds bedoeld:
de korpschef, bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Politiewet 2012. In dat artikel
wordt verwezen naar artikel 27 van de Politiewet 2012, waaruit volgt dat de korpschef
in de nieuwe constellatie is belast met de leiding en het beheer van de politie en
hij de politie in en buiten rechte vertegenwoordigt.
Met ‘de politie, bedoeld in artikel 1, onder b, Politiewet 2012’ is bedoeld: het landelijk
politiekorps, bedoeld in artikel 25 van de Politiewet 2012. Dit korps bestaat volgens
dat laatste artikel uit de volgende onderdelen:
De aanduiding ‘regionaal korps’ is veelal vervangen door een verwijzing naar artikel
1, onderdeel b, of artikel 25 van de Politiewet 2012. Steeds is bedoeld dat het gaat
om een onderdeel van het landelijke politiekorps.
Een aantal regelingen zal op korte termijn vervallen of worden ingetrokken. Omdat
deze regelingen nog enige geldigheidsduur hebben, zijn zij wel meegenomen in deze
wijzigingsregeling. Het gaat om de volgende regelingen:
Tot slot is de grondslag van een aantal regelingen aangepast.
De Minister van Veiligheid en Justitie,
I.W. Opstelten