Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 13 december 2012, nr. 331102, houdende voorschriften omtrent het dragen, het onderhoud en het in inbraakvrije ruimten bewaren van wapens en munitie door ambtenaren van politie (Regeling beheer wapens en munitie politie)

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 21, eerste lid, van het Besluit bewapening en uitrusting politie;

Besluit:

Artikel 1

Het in de in de linkerkolom vermelde voorschrift omtrent het dragen, het onderhoud en het in inbraakvrije ruimten bewaren van wapens en munitie, opgenomen in bijlage 1 tot en met 26 van dit besluit, is van toepassing op de krachtens het Besluit bewapening en uitrusting politie bewapende ambtenaren van politie als bedoeld in artikel 2, onderdelen a, b en c, van de Politiewet 2012 die werkzaam zijn in het gebied van een in de rechterkolom genoemd politiekorps als bedoeld in artikel 4 van de Politiewet 1993, zoals deze wet luidde voor 1 januari 2013.

regeling

politiekorps

1.

Beheersregeling Geweldsmiddelen Politie Drenthe, Fryslân, Groningen van 16 december 2011.

Groningen

2.

Beheersregeling Geweldsmiddelen Politie Drenthe, Fryslân, Groningen van 16 december 2011.

Fryslân

3.

Beheersregeling Geweldsmiddelen Politie Drenthe, Fryslân, Groningen van 16 december 2011.

Drenthe

4.

Regeling tot het dragen, onderhouden en bewaren van wapens en munitievan 31 januari 2006

IJsselland

5.

Besluit procedure vuurwapenbeheervan 5 juli 2001; Besluit wapen- en uitrustingsbeheervan november 2007

Twente

6.

Instructie dragen en bewaren van dienstwapenen 2007 Regio Noord en Oost Gelderland van 1 maart 2007

Noord- en Oost-Gelderland

7.

Regeling tot het dragen, onderhouden en bewaren van wapens en munitie van 13 april 2006

Gelderland-Midden

8.

Regeling dragen, onderhouden en bewaren van wapens en munitievan 1 mei 2004

Gelderland-Zuid

9.

Beheersregeling dienstvuurwapens en overige dienstwapens politie Utrecht van 20 mei 2009

Utrecht

10.

Procesbeschrijving Beheer Dienstvuurwapens Politie Noord-Holland Noord van 6 maart 2003

Noord-Holland-Noord

11.

Procedure omgang wapens en vuurwapens van 7 oktober 2004

Zaanstreek-Waterland

12.

Dienstvoorschrift Geweldsbeheersing, Profcheck en Vuurwapenbeheer Kennemerlandvan 1 januari 2007

Kennemerland

13.

Dienstvoorschrift Geweldsmiddelenvan 15 oktober 2007, aangepast op 30 november 2011

Amsterdam-Amstelland

14.

Korpsrichtlijn Vuurwapenbeheer van 16 december 2008

Gooi en Vechtstreek

15.

Regeling berging dienstwapens van 30 juni 1997

Haaglanden

16.

Regeling tot het dragen, onderhouden en bewaren van (vuur-)wapens, pepperspray en munitievan 18 oktober 2005

Hollands Midden

17.

Regeling Geweldsmiddelen Politie Rotterdam-Rijnmond van 1 november 2006

Rotterdam-Rijnmond

18.

Regeling met betrekking tot het bewaren van de wapens en de munitie van 13 juni 2005

Zuid-Holland-Zuid

19.

Regeling Opslag dienst(vuur)wapens Politieregio Zeeland van 22 september 2004

Zeeland

20.

Regionale regeling vuurwapen- en pepperspraybeheer Politie regio Midden en West Brabant van 1 mei 2005

Midden- en West-Brabant

21.

Regeling dragen, onderhouden, bewaren en innemen van wapens en munitie van 29 januari 2009

Brabant-Noord

22.

Besluit korpsleiding inzake thuis opbergen van vuurwapens van 13 maart 2006

Brabant-Zuid-Oost

23.

Uitvoeringsregeling dragen, onderhoud en bewaren van dienstwapens en handboeien 2009

Limburg-Noord

24.

Beleidsvoorstel omgaan met vuurwapens van 12 juni 2001

Limburg-Zuid

25.

Regeling dragen, onderhouden, bewaren en innemen van wapens en munitie 27 augustus 2007

Flevoland

26.

Regeling bewaren wapens en munitie KLPD 2010 van 25 mei 2010

Korps landelijke politiediensten

Artikel 2

Bijlage 27 bij dit besluit, houdende het Dienstvoorschrift Geweldsbeheersing, Profcheck en Vuurwapenbeheer Rijksrecherche 2008, is van toepassing op de krachtens het Besluit bewapening en uitrusting politie bewapende ambtenaren van politie als bedoeld in artikel 2, onderdeel d, van de Politiewet 2012.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van bijlage, die ter inzage wordt gelegd bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

TOELICHTING

Op grond van artikel 21, eerste lid, van het Besluit bewapening en uitrusting politie zijn alle ambtenaren van politie, ongeacht of zij werkzaam zijn bij de politie dan wel de rijksrecherche, gehouden tot inachtneming van de bij ministeriële regeling vast te stellen voorschriften omtrent het dragen, het onderhoud en het in een inbraakvrije ruimte bewaren van dienstwapens en -munitie.

Onder de Politiewet 1993, zoals die luidde voor 1 januari 2013, zijn dergelijke voorschriften voor ieder korps vastgesteld door de desbetreffende beheerder. Deze regelingen worden echter gekenmerkt door onderlinge verscheidenheid. Deze diversiteit van regimes verdraagt zich niet met de uitgangspunten van de Politiewet 2012. Met deze wet wordt immers waar mogelijk een landelijke uniformiteit nagestreefd.

Ook als het gaat om dragen, vervoer, onderhoud en bewaring van wapens en munitie zal een eenvormige regeling worden ontworpen waaraan in principe alle ambtenaren van politie onderworpen zijn. Het streven is erop gericht die nieuwe uniforme regeling zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 1 juni 2013 te laten ingaan. Dit houdt verband met het feit dat, afhankelijk van het onder de Politiewet 1993 gehanteerde regime, een nieuwe regeling voor sommige eenheden grotere uitvoeringstechnische implicaties zal hebben dan voor andere. Ter overbrugging van de tussenliggende periode voorziet de voorliggende regeling in een tijdelijke voortzetting van de regimes zoals die op 31 december 2012 van kracht waren.

Concreet betekent dit dat een ambtenaar van politie, werkzaam op het grondgebied dat overeenkomt met het territorium van een toenmalige politieregio, vooralsnog gehouden is tot naleving van de voorschriften op het terrein van de bovenbedoelde voorschriften die eertijds in die toenmalige politieregio van kracht waren. De destijds binnen het Klpd geldende regels voor het dragen, het vervoer en het bewaren van dienstwapens en munitie blijven vooralsnog van kracht voor ambtenaren van politie, werkzaam bij de Landelijke eenheid.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven