Deelregeling werkbeurzen compositie Fonds Podiumkunsten

Het bestuur van het Fonds Podiumkunsten,

Gelet op artikel 10 lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid en artikel 2 van het Algemeen Reglement Fonds Podiumkunsten

Besluit:

Paragraaf 1: algemene bepalingen

Artikel 1.1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

bestuur:

de raad van bestuur van de stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+;

Fonds Podiumkunsten:

de stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+;

Nederland:

Het Koninkrijk der Nederlanden, bestaande uit Nederland inclusief Bonaire, Sint-Eustatius en Saba en Aruba, Curaçao en Sint Maarten;

podiumkunstenaar:

iemand die artistiek-inhoudelijk actief is in de podiumkunsten en in die hoedanigheid aantoonbaar geïntegreerd is in de professionele podiumkunstpraktijk in Nederland.

Artikel 1.2. Subsidievormen

Het bestuur kan subsidie verstrekken aan individuen in de vorm een werkbeurs.

Artikel 1.3. Uitsluitendheid

Een aanvrager kan in een kalenderjaar voor maximaal 6 maanden een werkbeurs ontvangen.

Artikel 1.4. De aanvraag

  • 1. Een aanvraag wordt ingediend met behulp van een door het bestuur opgesteld aanvraagformulier.

  • 2. Een aanvraag wordt alleen in behandeling genomen als het volledig ingevulde aanvraagformulier tijdig is ontvangen door het fonds en vergezeld gaat van de op het formulier vermelde bijlagen.

  • 3. Een aanvraag die niet voldoet aan het bepaalde in deze regeling wordt afgewezen.

  • 4. Het bestuur kan digitale indiening mogelijk maken. Het bepaalde in lid een tot en met drie is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 1.5. Beoordeling

  • 1. Het bestuur kan een of meer aanvraagrondes per jaar per subsidievorm vaststellen. De bijbehorende indieningsdata worden bekendgemaakt via de website van het Fonds Podiumkunsten.

  • 2. Het bestuur kan advies vragen over ingediende aanvragen. Adviseurs beoordelen de aan hen voorgelegde aanvragen met inachtneming van het bepaalde in deze regeling.

  • 3. Het bestuur informeert de aanvrager binnen 13 weken na de uiterlijke indieningsdatum schriftelijk over zijn besluit. Als voor de motivering van het besluit wordt verwezen naar een over de aanvraag uitgebracht advies, wordt de tekst van het advies aan de aanvrager toegezonden, tenzij deze heeft aangegeven daar geen prijs op te stellen.

Artikel 1.6. Subsidieplafond

  • 1. Het bestuur kan per subsidieronde een of meer subsidieplafonds vaststellen.

  • 2. Het bestuur kan eerder vastgestelde subsidieplafonds verhogen of verlagen.

  • 3. Besluiten als bedoeld in het eerste en tweede lid worden bekendgemaakt via de website van het Fonds Podiumkunsten.

Artikel 1.7. Verdeling budget

  • 1. Als een subsidieplafond ontoereikend is om alle aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen te honoreren, worden de aanvragen die het betreft onderverdeeld in drie categorieën:

    • a. honoreren;

    • b. honoreren voor zover het budget dat toelaat; en niet honoreren.

  • 2. De aanvragen die in de categorie ‘honoreren voor zover het budget dat toelaat’ worden geplaatst worden in een rangorde gezet op basis van de criteria die gelden voor de betreffende aanvragen.

  • 3. Het bestuur honoreert eerst de aanvragen in categorie a voor het geadviseerde subsidiebedrag en vervolgens de aanvragen in categorie b voor het geadviseerde subsidiebedrag in volgorde van de rangorde totdat het subsidieplafond is bereikt. De resterende aanvragen worden afgewezen.4. Indien het bestuur een subsidieplafond verhoogt, wordt eerst het subsidiebedrag van een aanvraag die wegens ontoereikendheid van het budget gedeeltelijk was gehonoreerd alsnog verhoogd tot het geadviseerde subsidiebedrag. Vervolgens wordt steeds de eerstvolgende aanvraag gehonoreerd voor het geadviseerde subsidiebedrag totdat het subsidieplafond is bereikt.

Artikel 1.8. Algemene weigeringsgronden

Het bestuur kan subsidie weigeren:

  • a) als de aanvraag onvoldoende concreet is met betrekking tot de uit te voeren activiteiten;

  • b) als reeds tweemaal eerder voor dezelfde activiteit subsidie is aangevraagd;

  • c) als de aanvrager in de voorgaande twee jaar niet heeft voldaan aan een of meer aan een subsidie verbonden voorwaarden of verplichtingen, waaronder in elk geval ook vallen het juist en tijdig afronden van de gesubsidieerde activiteiten, het tijdig melden van relevante veranderingen in de uitvoering en het juist en tijdig verantwoorden van de activiteiten;

  • d) als de aanvraag betrekking heeft op een reeds geheel of gedeeltelijk voltooide activiteit.

Paragraaf 2. Werkbeurzen compositie

Artikel 2.1. Doel

Het bestuur verstrekt werkbeurzen compositie om bij te dragen aan de artistieke ontplooiing van podiumkunstenaars die composities voortbrengen en zo de kwaliteit en verscheidenheid binnen de podiumkunsten te stimuleren.

Artikel 2.2. Aanvrager

  • 1. Een werkbeurs compositie kan worden aangevraagd door een podiumkunstenaar die minimaal vier composities heeft voortgebracht, waarvan minimaal twee composities in het openbaar zijn uitgevoerd.

  • 2. Een aanvrager mag op het moment van indiening van de aanvraag geen opleiding volgen op het terrein van compositie.

  • 3. Als meerdere podiumkunstenaars collectief verantwoordelijk zijn voor het totstandkomen van een compositie kan een van de leden van het collectief aanvragen voor de gezamenlijke compositieactiviteiten. De voorwaarde uit het eerste lid geldt voor elk van de leden van het collectief.

  • 4. Een aanvrager kan per ronde maximaal een aanvraag indienen.

Artikel 2.3. Beoordeling

Aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

  • a) kwaliteit van eerdere composities van de aanvrager;

  • b) bijdrage aan de concrete verdieping of verbreding in het werk van de aanvrager;

  • c) speelpotentie van de composities waarvoor de werkbeurs wordt aangevraagd;

  • d) pluriformiteit in het eigentijdse muziekrepertoire in Nederland.

Artikel 2.4. Hoogte werkbeurs

Een werkbeurs wordt verstrekt voor een periode van 3 of 6 maanden. De hoogte van de werkbeurs wordt berekend op basis van een door het bestuur vast te stellen subsidiebedrag per maand.

Paragraaf 3: Overige bepalingen

Artikel 3.1. Aan het subsidie verbonden verplichtingen

De ontvanger van het subsidie meldt onverwijld aan het bestuur als:

  • a) de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt niet of niet geheel zullen doorgaan;

  • b) niet of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan; of

  • c) er aanzienlijke wijzigingen zijn ten opzichte van het plan op basis waarvan subsidie is verstrekt.

Artikel 3.2. Verantwoording van het subsidie

  • 1. Het bestuur kan na het verstrijken van de in de aanvraag opgenomen einddatum de ontvanger van het subsidie verzoeken bewijsstukken te overleggen waarmee kan worden aangetoond dat de gesubsidieerde activiteiten volgens plan hebben plaatsgevonden.

  • 2. Als de ontvanger van het subsidie niet kan aantonen dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt volgens plan hebben plaatsgevonden, kan het bestuur het subsidie lager vaststellen of intrekken.

  • 3. Als op enig moment blijkt dat niet is voldaan aan enige verplichting, kan het bestuur het subsidie lager vaststellen of intrekken. 4. Binnen 22 weken na het verstrijken van de in de beschikking opgenomen afrondingsdatum stelt het bestuur het subsidie ambtshalve vast.

Artikel 3.3. Begrotingsvoorbehoud

Subsidie wordt verstrekt onder voorbehoud van verstrekking van de bijbehorende middelen door de minister van Onderwijs, Cultuur, Wetenschap.

Artikel 3.4. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Artikel 3.5. Intrekking

  • 1. De Deelregeling beurzen en stipendia Fonds Podiumkunsten wordt ingetrokken.

  • 2. Subsidies die zijn verleend op basis van de in het eerste lid genoemde deelregeling worden afgehandeld conform het bepaalde in die regeling.

Artikel 3.6. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Deelregeling werkbeurzen compositie Fonds Podiumkunsten.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Het bestuur van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+, namens deze: George Lawson, directeur / voorzitter Raad van Bestuur.

Vastgesteld in de vergadering van de Raad van Bestuur d.d. 11 december 2012

TOELICHTING

1. Inleiding

Met de Deelregeling werkbeurzen compositie beoogt het Fonds Podiumkunsten podiumkunstenaars die (ook) componeren in de gelegenheid te stellen hun vakmatige of artistiek-inhoudelijke kennis of vaardigheden te verdiepen of een concreet werk te scheppen zonder dat direct sprake is van een opdrachtgever. Zo wordt de kwaliteit en verscheidenheid in de podiumkunsten in Nederland gestimuleerd.

2. Werkbeurzen compositie

algemeen

Het Fonds Podiumkunsten kan werkbeurzen verstrekken aan podiumkunstenaars die compositorisch onderzoek willen verrichten of een compositie willen vervaardigen. Het eigen initiatief van de componist staat centraal. Dit tegenover de situatie waarin een zaal, festival, gezelschap, ensemble of orkest als opdrachtgever optreedt, hiervoor is de mogelijkheid van een subsidie compositieopdracht beter geschikt. Uiteindelijk is het doel om verdieping en verbreding op individueel niveau mogelijk te maken en langs die weg een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het componeren in Nederland.

wie kan aanvragen

Deze subsidievorm richt zich op aanvragers die al enige ervaring hebben met het componeren. Daarom is aanvragen alleen mogelijk als de aanvrager in totaal minimaal vier composities op zijn naam heeft staan, waarvan er minimaal twee ook daadwerkelijk dienen te zijn uitgevoerd.

Een aanvrager kan per ronde niet meer dan één aanvraag indienen. Een uitzondering geldt voor een aanvraag waarin de betrokkene als medeaanvrager kan worden gezien. Deze mogelijkheid is met name opgenomen zodat een individu naast een zelfstandige aanvraag ook betrokken kan zijn bij een gezamenlijke aanvraag.

Verder kan niet worden aangevraagd als de aanvrager al een stipendium ontvangt of de activiteiten in het kader van een eerdere verstrekte werkbeurs nog niet zijn afgerond. Aanvragen is ook niet mogelijk als de aanvrager nog een muziekvakopleiding volgt, zowel op bachelor- als op masterniveau. Het volgen van een postdoctoraal traject valt hier niet onder.

waarvoor kan worden aangevraagd

Een werkbeurs compositie kan worden aangevraagd voor het verrichten van compositorisch onderzoek of het maken van een nieuw werk. De aanvraag moet duidelijk zicht geven op de activiteiten die de aanvrager wil gaan verrichten. Deze activiteiten moeten voldoende bijdragen aan zijn ontwikkeling en voldoende substantie hebben om een werkbeurs te rechtvaardigen. Het maken van een arrangement is onvoldoende om voor een werkbeurs in aanmerking te komen.

hoe wordt de aanvraag beoordeeld

De subsidieaanvragen voor een werkbeurs compositie worden in beginsel in twee subsidierondes per jaar behandeld. De bijbehorende indiendata worden bekend gemaakt via de website van het Fonds Podiumkunsten.

Alle aanvragen die aan de eisen voldoen, worden getoetst aan de volgende criteria:

  • a. kwaliteit van eerdere composities van de aanvrager;

  • b. mate waarin het plan bijdraagt aan concrete verdieping of verbreding in het werk van de aanvrager;

  • c. verwachtingen ten aanzien van de speelpotentie van de composities waarvoor de werkbeurs wordt aangevraagd;

  • d. mate waarin het te verwachten resultaat bijdraagt aan de pluriformiteit in het eigentijdse muziekrepertoire in Nederland.

Voor de toets van criterium a wordt gekeken naar de kwaliteit van het recente werk van de aanvrager. Vakmanschap, oorspronkelijkheid en zeggingskracht zijn de drie onderdelen die daarbij worden getoetst. Daarbij heeft vakmanschap betrekking op de ambachtelijke vaardigheid van de aanvrager. Vakmanschap valt niet één-op-één samen met het gevolgd hebben van een vakopleiding. Oorspronkelijkheid gaat over de eigenheid en de herkenbare artistieke signatuur van het werk van de aanvrager. Zeggingskracht ten slotte hangt af van de wijze waarop een aanvrager met zijn werk het publiek aanspreekt. Weet hij zijn publiek te beroeren, te prikkelen of te verrassen?

Criterium b zet de compositie zoals die is beschreven in de aanvraag af tegen het eerdere werk van de aanvrager. Het moet niet gaan om een herhalingsoefening, maar er moet daadwerkelijk sprake zijn van inhoudelijke verbreding of verdieping.

Criterium c beoogt vast te leggen dat, hoewel de autonome ontwikkeling van de aanvrager centraal staat, dat niet betekent dat er ‘voor de plank‘ wordt geschreven. Dit vanuit de gedachte: wel speelpotentie, geen speelplicht. Uiteindelijk is het streven dat alle geschreven composities ook daadwerkelijk uitgevoerd zullen worden.

Criterium d zet de resultaten af tegen dat wat er verder in Nederland gebeurt. In hoeverre levert dat een interessante bijdrage aan dat wat er al is of dat wat al wordt gemaakt. Daarbij wordt ook over de grenzen van het gesubsidieerde muziekleven gekeken.

Voor een beoordeling van de kwaliteit van eerdere composities is het referentiepunt de kwaliteit van de composities die de aanvrager (direct) voorafgaand aan de aanvraag heeft geschreven. Daarbij is in elk geval het resultaat van het meest recent toegekende subsidie van belang, mits dat relevant is. Als de aanvrager meent dat dat geen goed beeld geeft van zijn werk, dan kan hij bij de aanvraag ander referentiemateriaal voegen met een toelichting waarom hij dit wenselijk vindt. Uitgangspunt is de wens een zo reëel mogelijk beeld te krijgen van de kwaliteit van het werk in het recente verleden.

hoogte subsidie

Een werkbeurs wordt voor drie of zes maanden verstrekt. Bij het bepalen van de omvang wordt gekeken naar de aard en omvang van het plan. Werkbeurzen zijn niet bedoeld als structurele bron van inkomsten, maar hebben een incidenteel karakter, naast andere inkomsten uit bijvoorbeeld optredens of opdrachten. Uitgangspunt is dat per jaar voor nooit meer dan in totaal zes maanden een werkbeurs wordt verstrekt. Verder is een werkbeurs altijd lager dan een subsidie compositieopdracht voor een vergelijkbaar werk.

3. Indiening en behandeling

wijze van indiening

Aanvragen moeten worden ingediend met behulp van een aanvraagformulier. Aanvraagformulieren zijn te vinden op de website van het Fonds Podiumkunsten. De activiteiten moeten worden beschreven aan de hand van een aantal door het Fonds Podiumkunsten geformuleerde vragen. De aanvraag en de daarbij behorende informatie is leidend voor toetsing of de aanvrager in aanmerking komt voor subsidie. Het is dus van belang dat de aanvraag helder is en een goed beeld geeft.

Alleen als de aanvraag op tijd is ingediend, het aanvraagformulier juist is ingevuld en alle gevraagde informatie is bijgesloten, kan de aanvraag in behandeling worden genomen. Het Fonds Podiumkunsten vraagt geen nadere informatie op als de aanvraag onvoldoende helder is. Informatie en bijlagen die te laat worden ingediend, worden niet meegenomen in de beoordeling van de aanvraag.

aanvraagrondes

Aanvragen worden in rondes behandeld. Het aantal rondes per jaar is afhankelijk van het beschikbare budget en het soort subsidie. De aanvraagrondes worden per jaar vastgesteld, de bijbehorende indiendata worden bekendgemaakt via de website van het Fonds Podiumkunsten. Een aanvraag moet op de uiterlijke indiendatum om 17.00 uur door het Fonds Podiumkunsten zijn ontvangen. Dit is de verantwoordelijkheid van de aanvrager.

geen subsidie

Voor een bepaalde activiteit kan niet meer dan twee keer subsidie worden aangevraagd. Dat betekent dus dat als een aanvraag niet wordt gehonoreerd, deze maar maximaal 1 keer opnieuw kan worden ingediend. De aard van het advies maakt daarbij niet uit. Ook als het advies in principe positief was, maar de aanvraag niet is gehonoreerd omdat de aanvraag een lage prioriteit heeft gekregen, mag maar eenmaal opnieuw worden ingediend. De activiteiten staan bij deze toets centraal. Het maakt niet uit of de aanvraag is aangepast. Deze beperking geldt ook als voor een bepaalde activiteit een andersoortige subsidie bij het Fonds Podiumkunsten is aangevraagd.

Verder kan een aanvraag worden afgewezen als die te vaag of onduidelijk is over de activiteiten, en daardoor niet goed kan worden beoordeeld.

Een aanvrager die eerder subsidie van het Fonds Podiumkunsten heeft ontvangen, maar zich niet aan de aan dat subsidie verbonden voorwaarden en verplichtingen heeft gehouden kan in beginsel 2 jaar lang niet opnieuw aanvragen. De achtergrond van deze regeling is dat het Fonds Podiumkunsten aanvragers in principe het vertrouwen geeft dat zij het subsidie juist gebruiken. Als dat vertrouwen wordt beschaamd, geldt in beginsel voor een periode van 2 jaar een aanvraagblokkade. In beginsel, omdat wel gekeken wordt naar de aard en ernst van de overtreding.

4. Budgetten en verdeling

Omdat het aantal aanvragen in de regel het beschikbare budget ver overstijgt, werkt het Fonds Podiumkunsten met financiële plafonds. Plafonds kunnen worden vastgesteld per subsidievorm en waar nodig daarbinnen per discipline. Als er meerdere rondes per jaar zijn, kunnen ook plafonds per ronde worden vastgesteld. Alle plafonds worden op de website van het Fonds Podiumkunsten gepubliceerd.

Aanvragen worden na de beoordeling aan de hand van de criteria verdeeld in drie categorieën:

  • A: honoreren;

  • B: honoreren indien budget toereikend is; en

  • C: afwijzen.

Een aanvraag moet op elk van de criteria in enige mate positief scoren om voor honorering (indeling in categorie A of B) in aanmerking te komen. Het totaalbeeld bepaalt uiteindelijk of een aanvraag wel of niet voor subsidie in aanmerking komt.

Er kunnen nooit meer aanvragen in categorie A worden ingedeeld dan het budget toelaat. Alle aanvragen in categorie A worden dan ook gehonoreerd. Dit geldt niet voor de aanvragen die in categorie B worden geplaatst. Deze aanvragen worden eerst op volgorde van prioriteit gezet. Vervolgens wordt het budget op volgorde van prioriteit verdeeld. De mate waarin een aanvraag aan de criteria voldoet, bepaalt uiteindelijk of deze in categorie A of B wordt geplaatst.

5. Verplichtingen en verantwoording

Veranderingen die wezenlijk zijn voor de subsidiëring moeten worden gemeld. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als de activiteiten niet of anders worden uitgevoerd. Ook kan in het subsidiebesluit een verplichting zijn opgenomen op grond waarvan specifieke zaken gemeld moeten worden.

Als achteraf blijkt dat er sprake is van een wezenlijke verandering die niet is gemeld, kan het Fonds Podiumkunsten het subsidie lager vaststellen of zelfs helemaal intrekken. Dit is geheel voor risico van de aanvrager. In geval van twijfel kan een aanvrager contact opnemen met het Fonds Podiumkunsten om te bepalen of sprake is van een wezenlijke wijziging.

Er hoeft niet standaard verantwoord te worden. Het Fonds Podiumkunsten controleert door middel van steekproeven of de activiteiten volgens plan zijn uitgevoerd. De aanvrager moet dus kunnen aantonen dat dit het geval is. Dat kan bijvoorbeeld door het op verzoek insturen van het geproduceerd resultaat.

Als niet in het kader van de steekproef gevraagd wordt nadere informatie in te sturen, wordt het subsidie ambtshalve door het Fonds Podiumkunsten vastgesteld. De aanvrager wordt hierover schriftelijk geïnformeerd.

6. Tot slot

Deze toelichting moet worden gelezen in combinatie met de Deelregeling werkbeurzen compositie Fonds Podiumkunsten. Als u vragen hebt of meer informatie wilt, kunt u contact met ons opnemen.

Naar boven