Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ | Staatscourant 2012, 26480 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ | Staatscourant 2012, 26480 | Besluiten van algemene strekking |
Het bestuur van het Fonds Podiumkunsten,
Gelet op artikel 10 lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid en artikel 2 van het Algemeen Reglement Fonds Podiumkunsten
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
de raad van bestuur van de stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+;
de stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+;
Het Koninkrijk der Nederlanden, bestaande uit Nederland inclusief Bonaire, Sint-Eustatius en Saba en Aruba, Curaçao en Sint Maarten;
Het bestuur kan subsidie verstrekken voor het organiseren van activiteiten die zijn gericht op de promotie van Nederlandse voorstellingen of concerten in het buitenland om bij te dragen aan de afzetmogelijkheden voor voorstellingen en concerten van Nederlandse podiumkunstinstellingen buiten Nederland.
Een aanvrager kan nooit tegelijkertijd voor een activiteit subsidie ontvangen op basis van deze regeling en de Deelregeling internationaliseringssubsidies Fonds Podiumkunsten.
1. Een aanvraag wordt ingediend met behulp van een door het bestuur opgesteld formulier.
2. Aanvragen kunnen jaarlijks worden ingediend op een door het bestuur vast te stellen datum. Het bestuur kan daarnaast een extra aanvraagronde vaststellen als de financiële middelen daartoe toereikend zijn. De bijbehorende indiendata worden bekendgemaakt via de website van het Fonds Podiumkunsten.
3. Een aanvraag wordt alleen in behandeling genomen als het volledig ingevulde aanvraagformulier tijdig is ontvangen door het Fonds Podiumkunsten en vergezeld gaat van de op het formulier vermelde bijlagen.
4. Het bestuur kan digitale indiening mogelijk maken. Het bepaalde in lid een tot en met drie is van overeenkomstige toepassing.
1. Het bestuur kan advies vragen over ingediende aanvragen om subsidie. Adviseurs beoordelen de aan hen voorgelegde aanvragen en verzoeken met inachtneming van het bepaalde in deze regeling.
2. Het bestuur informeert de aanvrager binnen 13 weken na de uiterlijke indiendatum schriftelijk over zijn besluit. Als voor de motivering van het besluit wordt verwezen naar een over de aanvraag uitgebracht advies van een door het bestuur ingestelde adviescommissie wordt de tekst van het advies aan de aanvrager toegezonden.
1. Het bestuur kan een of meer subsidieplafonds vaststellen.
2. Het bestuur kan eerder vastgestelde subsidieplafonds verhogen of verlagen.
3. Besluiten als bedoeld in het eerste en tweede lid worden bekendgemaakt via de website van het Fonds Podiumkunsten.
1. Aanvragen die aan de voorwaarden voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen worden onderverdeeld in drie categorieën:
A: honoreren;
B: honoreren voor zover het budget dat toelaat; en
C: niet honoreren.
2. Als een subsidieplafond ontoereikend is om alle aanvragen in de categorieën a en b te honoreren, plaatst het bestuur de aanvragen in categorie b in een rangorde op basis van de criteria voor de betreffende aanvragen.
3. Het bestuur honoreert eerst de aanvragen in categorie a voor het geadviseerde subsidiebedrag en vervolgens de aanvragen in categorie b voor het geadviseerde subsidiebedrag in volgorde van de rangorde totdat het subsidieplafond is bereikt. De resterende aanvragen worden afgewezen.
4. Indien het bestuur een subsidieplafond verhoogt, wordt eerst het subsidiebedrag van een aanvraag die wegens ontoereikendheid van het budget gedeeltelijk was gehonoreerd alsnog verhoogd tot het geadviseerde subsidiebedrag.
Het bestuur kan, onverminderd het bepaalde in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, subsidie weigeren:
a. als de aanvraag onvoldoende concreet is met betrekking tot de uit te voeren activiteiten;
b. als de aanvrager geen rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid is;
c. als de aanvrager in de voorgaande twee jaar niet heeft voldaan aan een of meer aan een subsidie verbonden voorwaarden of verplichtingen, waaronder in elk geval ook vallen het juist en tijdig afronden van de gesubsidieerde activiteiten, het tijdig melden van relevante veranderingen in de uitvoering en het juist en tijdig verantwoorden van de activiteiten;
d. als de aanvraag betrekking heeft op een reeds geheel of gedeeltelijk voltooide activiteit;
e. als de aanvrager reeds een instellingssubsidie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of een meerjarige activiteitensubsidie van het Fonds Podiumkunsten ontvangt;
f. als de aanvrager niet voldoet aan de voor de betreffende instelling gebruikelijke normen met betrekking tot good governance op het terrein van goed bestuur, adequaat toezicht en transparante verantwoording.
1. Een aanvraag kan uitsluitend worden gedaan door een instelling die blijkens zijn statutaire doelstelling of feitelijke werkzaamheden primair gericht is op het behartigen van belangen van alle organisaties of individuen die actief zijn binnen een of meer podiumkunstdisciplines dan wel een onderdeel daarvan.
2. Instellingen die zich richten op het behartigen van de belangen van specifieke door de organisatie te selecteren organisaties of individuen komen niet voor subsidie in aanmerking.
1. Een aanvraag kan worden gedaan voor een programma met een looptijd van minimaal een en maximaal twee jaar dat is gericht op de promotie van Nederlandse podiumkunstuitingen uit een bepaalde discipline of een helder afgebakend onderdeel daarvan.
2. De activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd moeten zich richten op een of meer landen die in het kader van het Internationaal Cultuurbeleid als prioriteit zijn aangemerkt.
1. Subsidie wordt niet verstrekt als de eerste openbare activiteit waarvoor het subsidie (mede) is bestemd plaatsvindt binnen 3 maanden na de uiterste indiendatum.
2. Subsidie wordt niet verstrekt als het gevraagde subsidie niet in een redelijke verhouding staat tot het aantal te realiseren activiteiten of de te behalen eigen inkomsten. Hiervan is in elk geval sprake als niet minimaal 20% van de totale kosten worden gedekt door eigen inkomsten.
3. Het bestuur kan subsidie weigeren als er onvoldoende ontwikkeling is ten opzichte van een eerder in dit kader door het Fonds Podiumkunsten ondersteunde aanvraag.
1. De ontvanger van het subsidie meldt onverwijld aan het bestuur als:
a. de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt niet of niet geheel zullen doorgaan;
b. niet of niet geheel aan de aan het subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan; of
c. er aanzienlijke wijzigingen zijn ten opzichte van het plan op basis waarvan subsidie is verstrekt.
2. De ontvanger van het subsidie plaatst het logo of de naam van het Fonds Podiumkunsten op alle publiciteitsuitingen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteiten en stuurt exemplaren van drukwerk dat betrekking heeft op de officiële programmagegevens aan het Fonds Podiumkunsten.
3. Het bestuur kan bij beschikking andere dan de in het eerste en tweede lid opgenomen verplichtingen aan het subsidie verbinden.
1. Als het verstrekte subsidie kleiner is dan € 25.000, kan het bestuur na het verstrijken van de in de beschikking opgenomen einddatum de ontvanger van het subsidie verzoeken bewijsstukken te overleggen waarmee kan worden aangetoond dat de gesubsidieerde activiteiten volgens plan hebben plaatsgevonden.
2. Als de ontvanger van het subsidie niet kan aantonen dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt volgens plan hebben plaatsgevonden, kan het bestuur het subsidie lager vaststellen of intrekken.
3. Als op enig moment blijkt dat niet is voldaan aan enige verplichting, kan het bestuur het subsidie lager vaststellen of intrekken.
4. Binnen 22 weken na het verstrijken van de in de verlening opgenomen afrondingsdatum stelt het bestuur het subsidie ambtshalve vast, tenzij dit niet mogelijk is omdat het bestuur de ontvanger van het subsidie heeft verzocht bewijsstukken als bedoeld in het eerste lid in te sturen.
1. Als het verstrekte subsidie € 25.000 of meer bedraagt, stuurt de ontvanger van het subsidie binnen 13 weken na het verstrijken van de in de beschikking opgenomen einddatum een korte verantwoording in over de verrichte activiteiten waarmee kan worden aangetoond dat de gesubsidieerde activiteiten volgens plan hebben plaatsgevonden.
2. Als het verstrekte subsidie € 125.000 of meer bedraagt, stuurt de ontvanger van het subsidie binnen 13 weken na het verstrijken van de in de beschikking opgenomen einddatum tevens een financiële verantwoording met daarbij een verklaring omtrent de getrouwheid en de rechtmatigheid afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.
Het bestuur van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+, namens deze: G. Lawson, directeur / voorzitter Raad van Bestuur.
Vastgesteld in de vergadering van de Raad van Bestuur d.d. 11 december 2012
De Deelregeling pilot internationale promotie Fonds Podiumkunsten beoogt de afzetmogelijkheden voor voorstellingen en concerten van Nederlandse podiumkunstinstellingen buiten Nederland te vergroten. Om die reden biedt de deelregeling organisaties de gelegenheid om subsidie aan te vragen voor het organiseren van programma's die zijn gericht op de promotie van Nederlandse voorstellingen of concerten in het buitenland.
Het subsidiëren van programma’s die gericht zijn op promotie is nieuw binnen het takenpakket van het Fonds. Om die reden is ervoor gekozen om de regeling voorlopig als pilot aan te merken. Mede aan de hand van de resultaten zal in de eerste jaren nader bekeken worden of de regeling op deze voet kan worden voortgezet of dat bijstelling noodzakelijk is. Deze regeling sluit aan bij de hoofdlijnen van het Internationaal Cultuurbeleid van de Rijksoverheid. In dat kader is subsidie alleen mogelijk voor activiteiten die betrekking hebben op landen die binnen het Internationaal Cultuurbeleid als prioritair zijn aangemerkt.
Voor de periode 2013–2016 zijn de prioriteitslanden van het international cultuurbeleid: Duitsland, België, (Vlaanderen), Groot-Brittannië, de Verenigde Staten, Italië, Spanje, Frankrijk, Brazilië, Turkije, Rusland, China, India, Zuid-Afrika, Indonesië en Japan.
Het Fonds Podiumkunsten kan een subsidie verstrekken voor het organiseren van activiteiten die gericht zijn op de promotie van voorstellingen of concerten van Nederlandse groepen of performers in het buitenland. Met deze subsidies wordt beoogd een bijdrage te verlenen aan het vergroten van de afzetmogelijkheden in het buitenland voor Nederlandse podiumkunstuitingen.
Subsidie kan worden aangevraagd door een instelling die primair gericht is op het behartigen van belangen van organisaties of individuen die actief zijn in (een onderdeel van) het theater-, dans-, muziektheater- of muziekveld. Daarbij kan worden gedacht aan bijvoorbeeld brancheverenigingen of stichtingen met een algemene promotionele doelstelling. Van belang is dat een aanvrager in beginsel de belangen vertegenwoordigt van eenieder die op het betreffende terrein actief is. Een instelling die zich beperkt tot het behartigen van de belangen van de eigen leden of die anderszins doet aan belangenbehartiging van een specifieke groep komt niet voor subsidie in aanmerking. Het gaat dan bijvoorbeeld om impresariaten die de bij hen aangesloten groepen of performers vertegenwoordigen.
Een aanvraag kan worden gedaan voor een programma met activiteiten gericht op de promotie van Nederlandse podiumkunstuitingen. Een aanvrager kan zelf de reikwijdte van het programma bepalen. Veelal zal het voor de hand liggen in een programma activiteiten voor een discipline te bundelen (theater, dans, muziektheater of muziek), maar een aanvrager kan ook voor een onderdeel van een discipline kiezen of juist voor een combinatie van disciplines. Bij de toets aan de criteria speelt de invulling die de aanvrager heeft gekozen een rol.
Het programma kan een mix van activiteiten omvatten, zoals bijvoorbeeld showcaseprogramma’s, promotietours, presentaties op internationale beurzen, maar ook andere, minder gebruikelijke vormen van promotionele activiteiten. De activiteiten kunnen zowel in als buiten Nederland plaatsvinden.
Het programma moet een minimale looptijd hebben van één jaar, en een maximum van twee jaar. De promotionele activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd moeten zich richten op een of meer landen die in het kader van het Internationaal Cultuurbeleid als prioriteit zijn aangemerkt.
Het subsidiebedrag is nooit hoger dan 80% van de activiteitenkosten. Daaronder worden verstaan de direct met de activiteiten samenhangende kosten, zoals bijv. standhuur, reis- en verblijfkosten, deelnamekosten beurzen en netwerken, kosten organisatie showcases. Ook kosten die worden gemaakt voor organisatie en coördinatie komen in aanmerking voor subsidie, mits de daarvoor opgenomen kosten redelijk zijn in relatie tot de activiteiten. Niet voor subsidie in aanmerking komen uitkoopsommen van deelnemende gezelschappen.
Alle aanvragen die aan de eisen voldoen, worden getoetst aan de volgende criteria:
a. kwaliteit van het plan;
b. verwachte bijdrage aan de verruiming van de marktmogelijkheden;
c. duurzaamheid van de investeringen;
d. ondernemerschap.
Voor de toets van criterium a wordt gekeken welke combinatie van activiteiten de aanvrager wil ondernemen. Wat is de visie van waaruit de activiteiten worden ontwikkeld en hoe worden de activiteiten vanuit die visie ingevuld. Ook wordt getoetst of de activiteiten een logische samenhang vertonen. Tot slot wordt in dit kader beoordeeld of het redelijk is te verwachten dat het plan in deze vorm ook kan worden uitgevoerd (de haalbaarheid van de plannen).
Criterium b kijkt naar de effecten die de activiteiten naar verwachting zullen hebben. In dat kader wordt getoetst in welke mate het plan zal bijdragen aan de afzetmogelijkheden voor Nederlandse podiumkunstuitingen buiten Nederland. Daarbij wordt gekeken welke markten worden bereikt en welke potentiële vraag daar aanwezig is. Het gaat primair om de directe resultaten van de promotionele activiteiten, maar ook een inschatting van de verdere spin-off speelt een rol.
Bij criterium c wordt gekeken of de investeringen ook duurzaam zijn. Daarbij gaat het onder meer om de vraag of er een langetermijnvisie is, of het plan erin voorziet dat de juiste relevante professionals worden bereikt, of voorzien is in follow-up en of de behaalde resultaten ook breder beschikbaar worden gemaakt.
Criterium d betreft het ondernemerschap. Dit uit zich onder andere in een deugdelijke bedrijfsvoering, een overtuigende visie op de eigen taakuitoefening en aandacht voor andere inkomstenbronnen. Van belang is dat de aanvraag blijk geeft van een visie of strategie op het behalen van inkomsten. Het gaat daarbij zowel om inkomsten uit het buitenland, zoals inkomsten vanuit buitenlandse partnerschappen, als om inkomstenbronnen uit Nederland.
De subsidieaanvragen worden in principe een keer per jaar in een gezamenlijke aanvraagronde behandeld. Omdat het hier een nieuwe subsidiemogelijkheid betreft, is het niet bij voorbaat zeker of voldoende geschikte aanvragen zullen worden ontvangen. Als er onvoldoende goede aanvragen worden ingediend, kan het bestuur van het Fonds Podiumkunsten besluiten een extra ronde in te lassen, mist het budget dat toelaat. De bijbehorende indiendatum wordt bekendgemaakt via de website van het Fonds Podiumkunsten. Het Fonds Podiumkunsten vraagt over aanvragen advies aan een adviescommissie met expertise op dit specifieke terrein. De commissie toetst aanvragen aan de criteria.
Aanvragen is alleen mogelijk als de instelling rechtspersoonlijkheid bezit. Voor zover hier relevant gaat het om stichtingen en verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid.
Een aanvrager die eerder subsidie van het Fonds Podiumkunsten heeft ontvangen, maar zich niet aan de aan dat subsidie verbonden voorwaarden en verplichtingen heeft gehouden kan in beginsel twee jaar lang niet opnieuw aanvragen. De achtergrond van deze regeling is dat het Fonds Podiumkunsten aanvragers in principe het vertrouwen geeft dat zij het subsidie juist gebruiken. Als dat vertrouwen wordt beschaamd, geldt in beginsel voor een periode van twee jaar een aanvraagblokkade. In beginsel, omdat wel gekeken wordt naar de aard en ernst van de overtreding.
Subsidie kan niet worden aangevraagd als binnen 13 weken na de indiendatum een activiteit plaatsvindt waarvoor is aangevraagd (zoals een beurspresentatie, een manifestatie et cetera). Dit om te voorkomen dat lopende de behandeltijd van 13 weken wijzigingen in de activiteiten optreden.
Verder kan een aanvraag worden afgewezen als die te vaag of onduidelijk is over de activiteiten, en daardoor niet goed kan worden beoordeeld. Ook kan een aanvraag worden afgewezen als subsidie niet noodzakelijk is, omdat de activiteiten sowieso doorgaan, of als de aanvraag betrekking heeft op reeds afgeronde activiteiten.
Omdat het beschikbare budget mogelijk niet voldoende is om alle aanvragen te honoreren, geldt een financieel plafond. Dit plafond wordt op de website van het Fonds Podiumkunsten gepubliceerd.
Aanvragen worden na de beoordeling aan de hand van de criteria verdeeld in drie categorieën:
A: honoreren;
B: honoreren indien budget toereikend is; en
C: afwijzen.
Een aanvraag moet op elk van de criteria in enige mate positief scoren om voor honorering (indeling in categorie A of B) in aanmerking te komen. Het totaalbeeld bepaalt uiteindelijk of een aanvraag wel of niet voor subsidie in aanmerking komt. Daarbij kunnen ook aanvragen die op alle criteria positief scoren in categorie C worden geplaatst als het totaalbeeld dusdanig gematigd is dat honorering om beleidsmatige redenen niet wenselijk is.
Veranderingen die wezenlijk zijn voor de subsidiëring moeten worden gemeld. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als de activiteiten niet of anders worden uitgevoerd. Ook kan in het subsidiebesluit een verplichting zijn opgenomen op grond waarvan specifieke zaken gemeld moeten worden.
Als achteraf blijkt dat er sprake is van een wezenlijke verandering die niet is gemeld, kan het Fonds Podiumkunsten het subsidie lager vaststellen of zelfs helemaal intrekken. Dit is geheel voor risico van de aanvrager. In geval van twijfel kan een aanvrager contact opnemen met het Fonds Podiumkunsten om te bepalen of sprake is van een wezenlijke wijziging.
Subsidies kleiner dan € 25.000 hoeven niet standaard verantwoord te worden. Het Fonds Podiumkunsten controleert door middel van steekproeven of de activiteiten volgens plan zijn uitgevoerd. De aanvrager moet dus kunnen aantonen dat dit het geval is. Als niet in het kader van de steekproef gevraagd wordt nadere informatie in te sturen, wordt het subsidie ambtshalve door het Fonds Podiumkunsten vastgesteld. De aanvrager wordt hierover schriftelijk geïnformeerd.
Subsidies van € 25.000 of meer dienen inhoudelijk verantwoord te worden. De verantwoording bestaat uit een beschrijving van de gerealiseerde activiteiten. Bedraagt de subsidie meer dan € 125.000, dan moet ook een accountantsverklaring worden ingestuurd.
Deze toelichting moet worden gelezen in combinatie met de Deelregeling pilot internationale promotie Fonds Podiumkunsten. Als u vragen hebt of meer informatie wilt, kunt u contact met ons opnemen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2012-26480.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.