Regeling van de Minister van Financiën van 12 december 2012, kenmerk: FM 2012/1883 M, tot wijziging van de Uitvoeringsregeling Wft in verband met het stellen van regels met betrekking tot de aanduiding van componenten van de variabele debetrentevoet

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 59aa, tweede lid, van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft;

Besluit:

ARTIKEL I

De Uitvoeringsregeling Wft wordt als volgt gewijzigd:

A

Het opschrift van hoofdstuk 2 komt te luiden:

Hoofdstuk 2. Hypothecair krediet

Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 1 en 59aa van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft

B

Na artikel 4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5

In de informatie die een aanbieder op grond van artikel 59aa, eerste lid, onderdelen a en b, van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft aan een consument verstrekt, worden de componenten waaruit de variabele debetrentevoet is opgebouwd, met gebruikmaking van de volgende aanduidingen benoemd:

  • a. basistarief;

  • b. opslagen in verband met ontwikkelingen op de kapitaalmarkten en kapitaalkosten;

  • c. individuele risico-opslagen;

  • d. doorlopende kosten;

  • e. winst.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem.

TOELICHTING

De wijziging van de Uitvoeringsregeling Wft houdt verband met het nieuwe artikel 59aa van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (Bgfo) dat op 1 januari 2013 in werking treedt. In de Uitvoeringsregeling Wft wordt in hoofdstuk 2 een artikel ingevoegd ter uitvoering van artikel 59aa, eerste lid, van het Bgfo.

Op grond van artikel 59aa, eerste lid, van het Bgfo dient een aanbieder een consument voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst inzake een hypothecair krediet met een variabele debetrentevoet informatie te verstrekken over de componenten waaruit de variabele debetrentevoet is opgebouwd. De variabele debetrentevoet is veelal opgebouwd uit een basistarief (bijvoorbeeld Euribor, Libor of een zelfstandig ontwikkelde grondslag). De opslag op het basistarief bestaat vaak uit een algemene opslag die aan alle consumenten in rekening wordt gebracht en een individuele opslag die is gerelateerd aan de specifieke klantsituatie. De aanbieder dient op grond van artikel 59aa van het besluit de componenten te specificeren waaruit de variabele debetrentevoet is opgebouwd. De te noemen componenten dienen te corresponderen met hun bedrijfseconomische oorsprong. Om te bewerkstelligen dat eenduidigheid bestaat over de benaming van de componenten worden in artikel 5 de componenten aangeduid die de aanbieder in zijn communicatie richting de consument uitsluitend kan gebruiken om aan te geven met welke componenten rekening wordt gehouden bij het bepalen van de variabele debetrentevoet en welke componenten vast en variabel zijn. Naast het basistarief gaat het om opslagen in verband met ontwikkelingen op de kapitaalmarkten en kapitaalkosten. Verder gaat het om een individuele risico-opslag die is gerelateerd aan de specifieke klantsituatie (bijvoorbeeld de hoogte van de kredietsom in verhouding tot de waarde van de woning). Ten slotte kan bij de opbouw van de variabele debetrentevoet rekening zijn gehouden met de doorlopende kosten zoals de administratiekosten en beheerkosten. Ook de winstopslag kan deel uitmaken van de opbouw van het tarief. De aanbieder kan zelf beoordelen welke van deze componenten voor zijn variabele debetrentevoet van toepassing zijn en welke componenten vast of variabel zijn. Echter alleen de in artikel 5 aangeduide componenten kunnen door de aanbieder worden gebruikt in de communicatie richting de consument.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem.

Naar boven