Besluit van de Minister van Economische Zaken van 12 december 2012, nr. WJZ / 12379505, houdende instelling van de Regiekamer van het Programma ‘Naar een rijke Waddenzee’

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de minister:

de Minister van Economische Zaken;

b. regiekamer:

de Regiekamer van het Programma ‘Naar een rijke Waddenzee’.

Artikel 2

  • 1. Er is een Regiekamer van het Programma ‘Naar een rijke Waddenzee’.

  • 2. De regiekamer ziet toe op de uitvoering van het Programma ‘Naar een rijke Waddenzee’ (Kamerstukken II 2009/2010, 29 675, nr. 92) en geeft sturing aan de uitvoering, zoals in het programma omschreven.

Artikel 3

  • 1. De regiekamer bestaat uit een onafhankelijke voorzitter en ten hoogste elf andere leden.

  • 2. De regiekamer bestaat uit:

    • a. een vertegenwoordiger van het Ministerie van Economische Zaken;

    • b. een vertegenwoordiger van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu;

    • c. drie regionale vertegenwoordigers, zijnde een vertegenwoordiger van de Waddenprovincies, een vertegenwoordiger van het Eilander College en een vertegenwoordiger van de Vereniging van Waddengemeenten;

    • d. drie vertegenwoordigers van de natuurorganisaties, verenigd in de Coalitie Wadden Natuurlijk;

    • e. drie vertegenwoordigers van de gebruikers van het Wad, te weten de sector recreatie, de sector visserij en de sector economie;

  • 3. De voorzitter en de andere leden worden door de minister benoemd. De voorzitter en de andere leden kunnen door de minister worden geschorst en ontslagen.

Artikel 4

  • 1. De regiekamer stelt haar eigen werkwijze schriftelijk vast, binnen de richtlijnen van het ‘Afsprakenkader Programma naar een rijke Waddenzee’.

  • 2. De minister voorziet in het secretariaat van de regiekamer.

  • 3. Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de regiekamer geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Economische Zaken. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de regiekamer bewaard in het archief van dat ministerie.

  • 4. De regiekamer verstrekt desgevraagd aan de minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 5

Met ingang van 1 januari 2013 worden voor een periode van vier jaar tot lid van de regiekamer benoemd:

  • a. mevrouw drs. J. Stam, te Leens, tevens voorzitter;

  • b. de heer drs. W. Alblas, te Rolde;

  • c. mevrouw M. van Beek, te Uithuizen;

  • d. de heer drs. A. Berkhuijsen, te Midsland;

  • e. mevrouw F. Giskes, te De Koog;

  • f. mevrouw B. Holierhoek, te Makkum;

  • g. de heer drs. E. Neef, te Groningen;

  • h. de heer W. van der Ploeg, te Groningen;

  • i. de heer D. Van Tuinen, te Workum;

  • j. de heer J. Verhulst, te Utrecht;

  • k. de heer F. Wouters, te Austerlitz.

Artikel 6

Aan de voorzitter van de regiekamer wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1984 en de arbeidsduurfactor op 0,114.

Artikel 7

Paragraaf 5h van het Instellingsbesluit kennisgroepen en commissies LNV vervalt.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Regiekamer van het Programma ‘Naar een rijke Waddenzee’.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

’s- Gravenhage, 12 december 2012

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp.

TOELICHTING

De Regiekamer van het Programma ‘Naar een Rijke Waddenzee’ is ingesteld bij het besluit van de toenmalige Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 23 juni 2010, nr. 121922 tot wijziging van het Instellingsbesluit kennisgroepen LNV (instellen regiekamer).

Met onderhavig besluit wordt deze regiekamer opnieuw ingesteld op grond van een apart instellingsbesluit. Het Instellingsbesluit kennisgroepen en commissies LNV wordt ingetrokken. Een aantal commissies uit dit besluit zijn inmiddels vervallen. Voor de commissies die blijven bestaan, zoals onderhavige regiekamer, worden aparte instellingsbesluiten gemaakt. Dit sluit aan bij de wijze waarop andere adviescommissies door de Minister van Economische Zaken ingesteld worden.

De benoemingen van de leden de heren H. van Kersen, D. Hollenga, D. van Doorn en S. Engelsman worden niet verlengd. Als nieuwe leden worden in onderhavig besluit benoemd: mevrouw M. van Beek, mevrouw B. Holierhoek, de heren E. Neef, W. van der Ploeg en J. Verhulst.

De leden van de regiekamer, met uitzondering van de voorzitter, ontvangen conform het ‘Afsprakenkader Programma naar een rijke Waddenzee’ geen vergoeding.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp.

Naar boven