TOELICHTING
Algemeen
1. Inleiding
Met de Subsidieregeling emissiearme taxi’s en bestelauto’s wordt verdere uitvoering
gegeven aan het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (hierna: NSL). Met
de onderhavige wijzigingsregeling wordt een extra impuls gegeven aan de aanschaf van
volelektrische taxi’s, bestelauto’s en bijzondere voertuigen in de zin van de artikelen
15 en 15a van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992, in
de gemeenten, waarvoor blijkens de NSL Monitoring 2012 nog NO2-overschrijdingen zijn berekend voor 2015 van minimaal 0,5 kilometer rijbaan gemeentelijke
weg (hierna: de NSL-knelpuntgemeenten). Het gaat om de gemeenten Amsterdam, Arnhem,
Den Haag, Rotterdam en Utrecht. Een dergelijke aanvullende maatregel is aangekondigd
in de toelichting bij de bovengenoemde subsidieregeling (Stcrt. 2012, 19414).
De NSL Monitoring 2012 is te vinden op de website van het RIVM: www.rivm.nl/bibliotheek/wetenschappelijk/rapporten en is toegezonden aan de Eerste en Tweede Kamer.
De NSL-knelpuntgemeenten hebben een aantal maatregelen genomen om ervoor te zorgen
dat daar een zo groot mogelijk effect van deze regeling wordt bereikt.
Zo zijn en worden er (snel)laadpunten geplaatst in de openbare ruimte, en worden laadpalen
geplaatst of gesubsidieerd op semi-openbare of besloten plaatsen. Er wordt samengewerkt
met bedrijven (al dan niet in de vorm van Green Deals) en bedrijfsinitiatieven worden
ondersteund. Daarnaast wordt veel voorlichting gegeven over duurzame mobiliteit. In
enkele gemeenten wordt gewerkt aan de instelling van milieuzones voor personen- en
bestelauto’s. Verder worden maatregelen genomen dan wel overwogen om de keuze voor
duurzame mobiliteit te belonen, zoals het toestaan van busbaangebruik door emissiearme
taxi’s. Niet onvermeld mag blijven dat de betreffende gemeenten ook veelal hun eigen
voertuigenpark verduurzamen.
Over deze regeling heeft overleg plaatsgevonden met de betrokken gemeenten en de Taskforce
Elektrisch Vervoer.
2. Te verwachten milieueffect van deze regeling
Het doel van deze regeling is dat in de NSL-knelpuntgemeenten meer volelektrische
voertuigen worden aangeschaft, zodat de luchtkwaliteit op de knelpunten verbetert.
Door de verhoging van het subsidiebedrag voor deze voertuigen met € 2.000,- zullen
ten minste 2000 taxi’s, bestelauto’s en bijzondere voertuigen in de knelpuntgemeenten
en de gemeenten eromheen worden gesubsidieerd met dit hogere bedrag. Naar verwachting
zullen door deze verhoging meer bedrijven over de streep worden getrokken, zodat 1000-1500
meer volelektrische taxi’s, bestelauto’s en bijzondere voertuigen worden aangeschaft
- in plaats van voertuigen met een verbrandingsmotor - dan zonder deze regeling het
geval zou zijn.
Met deze regeling wordt een afname van de concentraties NO2 verwacht van maximaal enkele tienden microgram per kubieke meter langs wegen waar
relatief veel taxi’s e.d. rijden.
3. Administratieve lasten van het subsidieprogramma
Voor het doen van een aanvraag hoeft de aanvrager, de koper van het voertuig, slechts
een extra hokje aan te kruisen op het formulier dat gebruikt wordt voor de subsidieaanvraag
van emissiearme taxi’s, bestelauto’s en bijzondere voertuigen. De extra administratieve
lasten zijn daarmee nihil.
4. Uitvoering van de regeling
Voorwaarden die voor subsidiëring worden gesteld aan het voertuig
Om in aanmerking te komen voor het hogere subsidiebedrag moeten de betreffende voertuigen
volelektrisch zijn, dus niet tevens voorzien van een verbrandingsmotor voor de aandrijving.
Een elektrisch voertuig met ‘range extender’, die uitsluitend dient voor het opladen
van de accu, is wél subsidiabel.
Het definitieve kentekenbewijs van het voertuig dient conform artikel 3, eerste lid,
van de subsidieregeling na 30 september 2012 en uiterlijk 31 december 2014 tenaamgesteld
te zijn, aangezien op die datum het NSL wordt afgesloten.
Degenen die onder de onderhavige regeling vallen en voor de inwerkingtreding ervan
reeds op grond van de Subsidieregeling emissiearme taxi’s en bestelauto’s subsidie
hadden aangevraagd voor een volelektrisch voertuig, zullen zonder dat zij daarvoor
verdere stappen hoeven te nemen alsnog het (restant van het) hogere subsidiebedrag
uitgekeerd krijgen.
De aanvraag
De aanvraag van de subsidie kan digitaal geschieden (www.agentschapnl.nl/sbt) of door inzending van een formulier dat telefonisch kan worden opgevraagd bij Agentschap
NL.
De subsidieaanvraag dient uiterlijk drie maanden na de datum van de tenaamstelling
van het voertuig bij Agentschap NL ingediend te zijn.
Subsidie wordt verleend en tegelijk vastgesteld en uitbetaald, zolang het budget toereikend
is.
Om oneigenlijke subsidiëring te voorkomen, zal de ontvangen subsidie teruggevorderd
kunnen worden, als het voertuig binnen zes maanden na de datum van de definitieve
tenaamstelling wordt doorverkocht of de tenaamstelling van het voertuig om andere
reden wijzigt.
5. Kennisgeving aan de Europese Commissie
Het ontwerp van deze regeling is op 17 december 2012 gemeld bij de Europese Commissie
(notificatienummer: 2012/0706/NL) ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van richtlijn
nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni
1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften
en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204), zoals
gewijzigd bij richtlijn nr. 98/48/ EG van 20 juli 1998 (PbEG L 217).
Zoals aangegeven dient deze stimuleringsregeling eveneens ter uitvoering van het NSL.
De regeling is erop gericht om, samen met de andere lokaal genomen en te nemen maatregelen,
de resterende knelpunten langs wegen in Nederland aan te pakken. Volgens de berekeningen
van het RIVM, zoals vastgelegd in de Monitoring NSL, kunnen deze knelpunten niet worden
opgelost zonder deze extra maatregel, waardoor in 2015 mogelijk niet zou worden voldaan
aan de Europese luchtkwaliteitsnormen. De regeling geldt derhalve voor Nederland,
zij het dat deze uitsluitend van toepassing is op de omgeving van bovenbedoelde knelpunten.
Vaste verandermomenten
De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2013. Dit is een van de vaste
verandermomenten. Om kopers van de subsidiabele voertuigen zo spoedig mogelijk zekerheid
te bieden is besloten dat de regeling zo spoedig mogelijk in werking moet treden en
wordt afgeweken van de minimale invoeringstermijn van twee maanden.
Artikelsgewijs
Artikel 1, onderdeel A
Artikel 6, derde lid, onder a
De Europese norm voor de jaargemiddelde NO2-concentratie is 40 microgram per kubieke meter. In de Regeling beoordeling luchtkwaliteit
(2007) is een afrondingsregel opgenomen op één getal achter de komma van 40,5. Bij
de berekening van overschrijdingen voor 2015 wordt dit getal als toetswaarde gehanteerd.
Een rijbaan is het geheel van rijstroken in een rijrichting van een weg.
Artikel 6, derde lid, onder b
Omdat een aantal van de in omliggende gemeenten gevestigde (taxi)bedrijven hun activiteiten
geheel of grotendeels in de knelpuntgemeenten uitoefenen, is besloten de extra subsidie
voor volelektrische voertuigen ook te verstrekken aan die bedrijven.
Uitsluiten van deze doelgroep zou leiden tot minder positief effect voor de luchtkwaliteit
op de knelpuntlocaties. Beperken van de doelgroep tot de voertuigen die (naar verwachting
of zelfs aantoonbaar) voor een groot deel in de NSL-knelpuntgemeenten zullen worden
gebruikt, zou leiden tot veel papierwerk en controle, derhalve gepaard gaande met
hoge administratieve lasten.
Naar verwachting zal hier niet veel gebruik van gemaakt worden door bedrijven die
hun activiteiten tot hun eigen vestigingsplaats beperken, zeker niet waar de NSL-knelpuntgemeenten
zorgen voor aanvullende maatregelen, waaronder een goede (snel)laadpunteninfrastructuur.
Het gaat om de volgende gemeenten:
NSL-knelpuntgemeente
|
Grensgemeenten
|
AMSTERDAM
|
Amstelveen
|
|
Diemen
|
|
Haarlemmerliede en Spaarnwoude
|
|
Haarlemmermeer
|
|
Landsmeer
|
|
Muiden
|
|
Oostzaan
|
|
Ouder-Amstel
|
|
De Ronde Venen
|
|
Waterland
|
|
Weesp
|
|
Zaanstad
|
ARNHEM
|
Apeldoorn
|
|
Ede
|
|
Lingewaard
|
|
Overbetuwe
|
|
Renkum
|
|
Rheden
|
|
Rozendaal
|
|
Westervoort
|
DEN HAAG
|
Delft
|
|
Leidschendam-Voorburg
|
|
Pijnacker-Nootdorp
|
|
Rijswijk
|
|
Wassenaar
|
|
Westland
|
|
Zoetermeer
|
ROTTERDAM
|
Albrandswaard
|
|
Barendrecht
|
|
Bernisse
|
|
Brielle
|
|
Capelle a/d IJssel
|
|
Delft
|
|
Krimpen a/d IJssel
|
|
Lansingerland
|
|
Maassluis
|
|
Midden-Delfland
|
|
Pijnacker-Nootdorp
|
|
Ridderkerk
|
|
Schiedam
|
|
Spijkenisse
|
|
Vlaardingen
|
|
Westland
|
|
Westvoorne
|
|
Zuidplas
|
UTRECHT
|
De Bilt
|
|
Bunnik
|
|
Houten
|
|
IJsselstein
|
|
Montfoort
|
|
Nieuwegein
|
|
Stichtse Vecht
|
|
Woerden
|
|
Zeist
|
De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W. J. Mansveld