Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 december 2012, 2012-0000050710, tot wijziging van de Regeling WWB met betrekking tot de aanspraak op vakantietoeslag met ingang van 1 januari 2013 en enige andere wijzigingen

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 31, vierde lid, en 75 van de Wet werk en bijstand en 10a, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit WWB 2007;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling WWB wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel f, wordt ‘de toetsingscommissie, bedoeld in artikel 73 van de wet’ vervangen door: de toetsingscommissie Wet werk en bijstand, bedoeld in artikel 73 van de wet.

B

In artikel 5a, eerste en tweede lid, wordt ‘artikel 72, derde lid, van de wet’ vervangen door: artikel 76, derde lid, van de wet.

C

In artikel 9 wordt ‘in het kalenderjaar 2012’ vervangen door: in het kalenderjaar 2013.

D

De tabel die is opgenomen in artikel 11 wordt vervangen door:

bij een netto inkomen per maand

bedraagt de aanspraak op vakantietoeslag

gelijk aan of meer dan

en minder dan

0,00

437,81

8,00%

x ink

   

437,81

474,71

5,04%

x ink

   

474,71

632,59

7,77%

x ink

– €

12,96

632,59

1242,41

6,61%

x ink

– €

5,60

1242,41

 

6,08%

x ink

– €

5,15

E

De tabel die is opgenomen in artikel 12 wordt vervangen door:

bij een netto inkomen per maand

bedraagt de aanspraak op vakantietoeslag

gelijk aan of meer dan

en minder dan

0,00

417,38

8,00%

x ink

   

417,38

450,68

5,04%

x ink

   

450,68

1.123,24

8,00%

x ink

– €

13,34

1.123,24

   

7,37%

x ink

– €

12,28

F

De tabel die is opgenomen in artikel 13 wordt vervangen door:

bij een netto inkomen per maand

bedraagt de aanspraak op vakantietoeslag

gelijk aan of meer dan

en minder dan

0,00

956,49

8,00%

x ink

956,49

   

7,37%

x ink

G

Artikel 14, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘de daarbij behorende de aanspraak op vakantietoeslag’ vervangen door: de daarbij behorende aanspraak op vakantietoeslag.

2. De onderdelen a tot en met d worden vervangen door:

a. alleenstaande

     

6,54%

x ink

 

b. alleenstaande ouder, indien

       

– het inkomen € 797,44 of meer bedraagt

6,66%

x ink

– € 13,81

– het inkomen lager is dan € 797,44

 

5,31%

x ink

 

c. gehuwden, waarvan beide echtgenoten 65 jaar of ouder zijn

6,84%

x ink

 

d. gehuwden, waarvan een echtgenoot 65 jaar of ouder is en de andere echtgenoot jonger dan 65 jaar, indien

   

– het inkomen € 802,81 of meer bedraagt

6,84%

x ink

– € 11,77

– het inkomen lager is dan € 802,81

 

6,84%

x ink

 

H

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het zesde lid wordt ‘sub 2’ vervangen door: onder 2°.

2. Het zevende lid komt te luiden:

  • 7. Het vierde lid, onderdeel b, onder 1°, is niet van toepassing, indien de onrechtmatige uitvoering in 2012 geheel of grotendeels verband houdt met de uitvoering van de op 1 januari 2012 in werking getreden en bij de Wet afschaffing huishoudinkomenstoets met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2012 weer aangepaste bepalingen van de wet, die betrekking hebben op het inkomen van een gezin.

I

Artikel 15a, zesde lid, komt te luiden:

  • 6. Het percentage, bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit WWB 2007, bedraagt 4,2% voor de kalenderjaren 2010 en 2011 en 0% voor het kalenderjaar 2012.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 7 december 2012

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma.

TOELICHTING

Deze regeling bevat de aanpassing met ingang van 1 januari 2013 van de bedragen en percentages van de bij de vaststelling van de hoogte van de algemene bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) in aanmerking te nemen aanspraak op vakantietoeslag en enkele wijzigingen in de Regeling WWB in verband met de inwerkingtreding met ingang van 1 januari 2013 van de Wet interbestuurlijk toezicht gemeentelijke inkomens- en werkvoorzieningen.

De onderdelen A en B hangen samen met de Wet interbestuurlijk toezicht gemeentelijke inkomens- en werkvoorzieningen. Deze wet voorziet in wijziging van de WWB. Zo wordt de naam van de toetsingscommissie, bedoeld in artikel 73 van de WWB, gewijzigd. Verder vervalt artikel 72 van de WWB over de gevolgen voor de betaling bij het vaststellen van een ernstige tekortkoming en een aanwijzing. Dit wordt met ingang van 1 januari 2013 in artikel 76 geregeld. In verband daarmee wordt de verwijzing in artikel 5a naar artikel 72, derde lid, aangepast.

Op grond van artikel 31, vierde lid, van de WWB wordt de aanspraak op vakantietoeslag die over een inkomen bestaat, niet vastgesteld op het te zijner tijd feitelijk uit te betalen bedrag, maar wordt deze, uitgaande van het maandinkomen, forfaitair vastgesteld, rekening houdend met de bepalingen van paragraaf 6 (Vakantietoeslag) van de Regeling WWB. Uitgangspunt bij de opstelling van de in die paragraaf opgenomen rekenregels is dat de vastgestelde vakantietoeslag slechts binnen beperkte marge mag afwijken van het feitelijk door betrokkene te ontvangen bedrag. In deze regeling zijn daartoe de belastingtarieven en premies verwerkt die van toepassing zijn in het jaar waarop de verrekening van het inkomen plaatsvindt. Met ingang van 1 januari 2013 wijzigen de belastingtarieven. In verband hiermee dienen de desbetreffende bedragen en percentages van de Regeling WWB daaraan te worden aangepast (onderdelen C tot en met G).

In artikel 15, zevende lid, is de zogenaamde coulanceregeling opgenomen in verband met de invoering van de toets op het inkomen van het huishouden (gezin) met ingang van 1 januari 2012. Met de invoeging van dit lid (Stcrt. 2912, 32340) is geregeld dat wanneer een onrechtmatige wetsuitvoering in 2012 geheel of grotendeels betrekking heeft op de uitvoering van de huishoudinkomenstoets, dit de toekenning van een incidentele aanvullende uitkering over 2012 niet in de weg staat. Immers in een dergelijke situatie is artikel 15, vierde lid, onderdeel b, niet van toepassing. Met de Wet afschaffing huishoudinkomenstoets is genoemde inkomenstoets met terugwerkende kracht naar 1 januari 2012 komen te vervallen. Hiermee is er reden te meer om de uitvoering op dit onderdeel niet in de beoordeling van de rechtmatigheid van de uitvoering van de verzoeken om aanvullende uitkering mee te nemen. De wijziging van het zevende lid zorgt ervoor dat artikel 15, vierde lid, onderdeel b, niet van toepassing is, indien de onrechtmatige uitvoering in 2012 geheel of grotendeels verband houdt met de in- en uitvoering alsmede de afschaffing van de huishoudinkomenstoets (onderdeel H).

Om voor een meerjarige aanvullende uitkering in aanmerking te komen, dient in elk van de drie kalenderjaren voorafgaande aan het kalenderjaar waarin het verzoek om uitkering wordt ingediend sprake te zijn van een overstijging van de netto lasten aan bijstand en uitkeringen van 2.5% van de over de betrokken kalenderjaren verstrekte uitkering aan de desbetreffende gemeente, verhoogd met een bij ministeriële regeling vast te stellen percentage voor elk van de drie kalenderjaren (artikel 10a, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit WWB 2007). Dit percentage wordt vastgesteld in artikel 15a, zesde lid, van de Regeling WWB. Met de wijziging in onderdeel I worden met ingang van 1 januari 2013 de percentages voor de aan 2013 voorafgaande drie kalenderjaren vastgesteld.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma.

Naar boven