TOELICHTING
Algemeen
Jaarlijks sluiten gemeenten en regionale opleidingscentra (roc’s) overeenkomsten zoals
bedoeld in artikel 2.3.4 van de WEB over de inkoop van educatieopleidingen. Met de
wet van 13 september 2012 tot wijziging van onder meer de WEB inzake vavo en overige
educatie (Stb. 2012, 450) is bepaald dat in die overeenkomsten onder meer dient te worden vastgelegd hoeveel
contacturen worden ingekocht voor opleidingen uit het aanbod (artikel 2.3.4, tweede
lid, onderdeel b). Het opleidingenaanbod is gedefinieerd in artikel 7.3.1, onderdelen
b tot en met f, van de WEB. Met het nieuwe artikel 3.1.1. in het Uitvoeringsbesluit
WEB dat vanaf 1 januari 2013 in werking treedt (Stb. 2012, 524) wordt bepaald wat een contactuur omvat, te weten een klokuur waarin educatie wordt
gegeven aan een groep deelnemers, onder verantwoordelijkheid en met actieve betrokkenheid
van onderwijspersoneel als bedoeld in de artikelen 4.2.1 en 4.2.2 van de wet. Voorts
worden er maximale groepgroottes genoemd. In het vierde lid van voornoemd artikel
is bepaald dat er nadere voorschriften bij ministeriële regeling kunnen worden vastgesteld.
Om de transparantie te verhogen wordt daarom in deze ministeriële regeling het begrip
‘contactuur’ nader gedefinieerd en wordt aangegeven wat wel en wat niet onder de prijs
van een contactuur valt. De nadere voorschriften, als bedoeld in artikel 2, worden
vier jaar na inwerkingtreding op nader te bepalen wijze geëvalueerd. Daarnaast zullen
de prijzen van een contactuur worden gemonitoord, zodat een beter zicht op prijsstelling
en -ontwikkeling kan worden verkregen. Het definiëren van het begrip ‘contactuur’
in combinatie met de bepalingen inzake groepsgrootte zijn gericht op kwaliteitsborging
van educatieopleidingen. Dat is in de eerste plaats van belang voor deelnemers zelf
en in de tweede plaats is dat voor gemeenten. Zij zijn immers verantwoordelijk voor
(de inkoop van) de educatievoorzieningen voor hun volwassen inwoners. Ongeacht de
onderwijsinstelling waarbij gemeenten de educatie inkopen, hebben de gemeenten voortaan
duidelijkheid over kwaliteitsaspecten van de ingekochte educatievoorzieningen.
Gemeenten ontvangen jaarlijks een educatiebijdrage als onderdeel van het participatiebudget.
Het landelijk beschikbare educatiebudget wordt verdeeld onder gemeenten. Het budget
voor 2015 en de daaropvolgende kalenderjaren zal worden verdeeld op basis van het
aantal contacturen dat gemeenten hebben ingekocht. Het gaat dan om het aantal contacturen
dat blijkens een overeenkomst uitkering educatie (artikel 2.3.4 van de WEB) door een
gemeente is ingekocht in het tweede jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de uitkering
wordt vastgesteld (artikel 5 van het Besluit participatiebudget).
Gemeenten bepalen zelf de inzet van de educatiebijdrage binnen het participatiebudget.
Daarbij mag van gemeenten worden verwacht dat zij de beschikbare middelen zullen inzetten
voor de groepen die kwetsbaar zijn en scholing van de basisvaardigheden Nederlandse
taal en rekenen het hardste nodig hebben. Het gaat dan om groepen die niet via eigen
middelen of andere middelen van de gemeente of een werkgever een scholingsaanbod kunnen
krijgen.
Het gebruik van het begrip ‘contacturen’ bij het afsluiten van de overeenkomst uitkering
educatie heeft geen gevolgen voor de eigen beleidsruimte en de besluitvorming over
de inzet van de educatiemiddelen van een gemeente.
Het is bedoeld om:
-
• de totstandkoming van de overeenkomst voor gemeenten en roc’s te vereenvoudigen en
de bijbehorende lasten te verlagen,
-
• gemeenten vooraf helderheid te verschaffen over de voorwaarden die gelden bij de inkoop
van contacturen voor een educatievoorziening, ongeacht bij welke roc dat gebeurt en
-
• hieraan ook direct afspraken te koppelen over de groepsgrootte als belangrijk aspect
van kwaliteit en als bepalende factor in de kosten van het verzorgen van onderwijs.
Het laatste punt is niet alleen in het belang van gemeenten en roc’s, maar ook in
die van potentiële deelnemers.
Contactuur
Een contactuur is een klokuur waarin educatieonderwijs wordt gegeven aan een groep
deelnemers, onder verantwoordelijkheid en met actieve betrokkenheid van onderwijspersoneel
als bedoeld in de artikelen 4.2.1 en 4.2.2 van de WEB. Er zijn maxima vastgelegd voor
het aantal deelnemers in een groep. Deze maximale groepsgrootte, die is vastgelegd
is als volgt (artikel 3.1.1 van het Uitvoeringsbesluit WEB):
-
• 12 deelnemers indien het een opleiding Nederlandse taal, Rekenen, of Nederlands als
tweede taal (NT2) gericht op alfabetisering betreft;
-
• 16 deelnemers indien het een opleiding Nederlandse taal of Rekenen gericht op het
ingangsniveau van het beroepsniveau, of een opleiding NT2 gericht op een basisniveau
Nederlands betreft;
-
• 20 deelnemers indien het een opleiding NT2 betreft die opleidt voor een diploma NT2
(programma I en II).
In de overeenkomst uitkering educatie (zoals bedoeld in artikel 2.3.4 van de WEB)
kunnen roc’s en gemeenten gemotiveerd afwijken van de hierboven genoemde aantallen
deelnemers, bijvoorbeeld als er één inschrijving teveel is en deze deelnemer hierdoor
niet aan een cursus zou kunnen deelnemen
Prijs van een contactuur
De prijs voor een contactuur die gemeenten overeenkomen met de educatieaanbieder is
afhankelijk van specifieke afspraken tussen gemeenten en aanbieder en dient evenals
het aantal ingekochte contacturen in de inkoopovereenkomst te worden vastgelegd (zie
artikel 2.3.4 WEB). Er wordt in deze ministeriële regeling geen wettelijke prijs vastgelegd
voor de inkoop van een contactuur door gemeenten. Als richtbedrag voor 2013 wordt
uitgegaan van 160 euro per ingekocht contactuur. De grootste kostenpost voor een uur
onderwijs zijn de docentkosten. Als het daadwerkelijke aantal deelnemers lager ligt
dan de maximale groepsgrootte, zal de prijs per ingekocht contactuur gelijk blijven.
Aangezien er geen rechtstreeks verband is tussen deze kosten en de doelgroep die de
docent bedient, wordt voor alle onderwijsniveaus gewerkt met dezelfde richtprijs.
Het staat gemeenten vrij om met de aanbieder nadere afspraken te maken. Die zijn (mogelijk)
van invloed op de prijs per contactuur. Voorbeelden zijn: het verzorgen van onderwijs
op een andere locatie, op een buitengewoon tijdstip, aanleveren van aanvullende beleidsinformatie
die geen directe betrekking heeft op de verzorgde opleidingen overige educatie.
Bij de richtprijs zijn de kosten die direct gerelateerd zijn aan het aanbieden van
educatieonderwijs inbegrepen, maar die niet het daadwerkelijke onderwijs aan een groep
deelnemers zelf omvatten.
Voorbeelden zijn:
-
– kosten voor het ontwikkelen van een curriculum, het voorbereiden van lessen en het
opstellen van leerplannen;
-
– kosten voor huisvesting en inrichting, afschrijvingen en overige materiële kosten;
-
– kosten die betrekking hebben op het beschikbaar stellen en toegankelijk maken van
ict-voorzieningen voor deelnemers, zodat zij kunnen voldoen aan de eisen op het gebied
van digitale vaardigheden zoals genoemd in de eindtermen taal en rekenen en om digitaal
lesmateriaal te kunnen gebruiken en
-
– kosten voor jaarlijkse verantwoording en kwartaalrapportages over de voortgang van
uitvoering van de overeenkomst, en het leveren van geaggregeerde beleidsinformatie
die betrekking heeft op de desbetreffende opleiding educatie (bijvoorbeeld het aantal
deelnemers, de uitval, bereikte resultaten in relatie tot de vastgestelde eindtermen
van de opleidingen).
Roc’s en gemeenten mogen daarnaast afspraken maken over activiteiten die niet aan
educatieopleidingen gerelateerd zijn en die niet onder het begrip ‘contactuur’ vallen.
De kosten die hieruit voortvloeien, mogen niet worden doorberekend in de prijs van
een contactuur en kunnen dan ook niet betaald worden uit het educatiedeel van het
participatiebudget. De gemeente zal deze kosten op een andere manier moeten financieren.
Reden hiervoor is dat:
-
– deze zaken niet vallen onder het begrip ‘opleidingen educatie’ als bedoeld in artikel
7.3.1 WEB en
-
– artikel 14, eerste lid, van de Wet participatiebudget bepaalt dat het educatiebudget
wordt besteed bij roc’s aan opleidingen educatie en niet aan andere zaken.
Voorbeelden van dergelijke activiteiten zijn:
-
– werving van de deelnemers door het roc (intake valt wel onder het begrip contactuur,
zie artikel 2 van deze regeling);
-
– (aanvullende) rapportage en informatieverstrekking over onderwerpen die geen relatie
hebben met de opleidingen educatie, zoals het aanleveren van vervoersgegevens of uitleengegevens
van de schoolbibliotheek van de deelnemer;
-
– extra, niet aan de educatieopleiding gerelateerde begeleiding, zoals arbeidsmarktgerelateerde
begeleiding of beroepskeuzetoets.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 2
In onderdeel a wordt onder intake van de deelnemer verstaan de informatieverstrekking
en gesprekken voorafgaand aan de inschrijving van de deelnemer waarin doelen, wensen,
mogelijkheden en het ingangsniveau van de deelnemer worden bepaald.
In onderdeel b wordt onder inschrijving van de deelnemer verstaan het schriftelijk
aangaan van de onderwijsovereenkomst tussen roc en deelnemer. Een dergelijke onderwijsovereenkomst
ligt ingevolge artikel 8.1.3 van de WEB aan de inschrijving ten grondslag en is dus
voor de inschrijving noodzakelijk.
In onderdeel c omvat een contactuur tevens het evalueren en beoordelen van de voortgang
van deelnemers. Hieronder wordt verstaan het door de docent schriftelijk vastleggen
van het verloop van de leerresultaten van de deelnemer en het bereiken van de beoogde
doelstellingen zoals bepaald tijdens de intake van de deelnemer en vastgelegd in de
onderwijsovereenkomst.
Met de toetsing en/of examinering in onderdeel d wordt verstaan het door het roc afnemen
van een schoolgebonden (eind)toets of examen ter bepaling van het niveau van de deelnemer.
Administratieve lasten
Het gebruik van het begrip ‘contacturen’ bij het afsluiten van de inkoopovereenkomst
uitkering educatie tussen gemeenten en roc’s heeft geen gevolgen voor de eigen beleidsruimte
en de besluitvorming over de inzet van de educatiemiddelen van gemeenten. Het gebruik
van het begrip ‘contacturen’ zal niet leiden tot een verandering in de administratieve
lasten voor gemeenten en roc’s. De verwachting is wel dat het gebruik zal leiden tot
vereenvoudiging van de totstandkoming van de inkoopovereenkomst en tot transparantie
over prijs en kwaliteit. Ook is het aantal ingekochte contacturen een eenduidig en
eenvoudig te hanteren begrip bij de verdeling van de educatiemiddelen onder gemeenten.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. Bussemaker.