De Minister van Economische Zaken;
Handelende na overleg met de Minister van Financiën;
Gelet op artikel 3.52a, vierde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001;
Besluit:
's-Gravenhage, 7 december 2012
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp.
TOELICHTING
1. Algemeen
De Research & Development Aftrek (RDA) is op 1 januari 2012 in werking getreden. Sinds
1994 kent Nederland al de WBSO, een fiscale regeling gericht op het verlagen van de
loonkosten voor speur- en ontwikkelingswerk (S&O). De RDA voorziet, in aanvulling
op de WBSO, in een extra fiscale aftrek in de VPB of IB voor overige kosten (S&O-exploitatiekosten)
en uitgaven (S&O-investeringen). De hoogte van de RDA-aftrek van de ondernemer wordt
bepaald door de grondslag - de som van diens kosten en uitgaven voor S&O - te vermenigvuldigen
met het RDA-percentage. Dit percentage is voor 2012 op grond van het beschikbare budget
en de verwachte grondslag vastgesteld op 40 % (artikel 7, eerste lid, van het Besluit
RDA). Het percentage kan echter, na overleg met de Minister van Financiën, met ingang
van 1 januari van enig jaar worden gewijzigd op grond van artikel 3.52a, vierde lid,
van de Wet inkomstenbelasting 2001.
De RDA is een gebudgetteerde regeling. Hieruit volgt dat jaarlijks het verwachte beslag
op de middelen bezien moet worden in relatie tot het gebruik en de budgettaire ruimte.
Naar aanleiding daarvan wordt jaarlijks het percentage vastgesteld. In verband met
het ontbreken van dergelijke informatie tijdens het opstellen van het Besluit RDA
is het percentage voor 2012 vastgesteld op grond van prognoses van het gebruik. In
de toelichting op het Besluit RDA is voorts aangegeven dat het percentage in 2013
verhoogd wordt naar 54% als er in 2012 nog geen betrouwbare uitvoeringsinformatie
beschikbaar is die aanleiding geeft tot een ander percentage.
Medio 2013 zal de volledige uitvoeringsinformatie over het gebruik van de RDA in 2012
beschikbaar zijn. De uitvoeringsinformatie die op dit moment beschikbaar is geeft
geen aanleiding om van de eerdere prognoses af te wijken. Voor 2013 wordt het RDA-percentage
daarom vastgesteld op 54%. Dit komt overeen met een netto-voordeel van 13,5% bij een
Vpb-tarief van 25%.
Afhankelijk van de budgettaire ruimte en de uitputting kan voor 2014 opnieuw een van
artikel 7, eerste lid, van het Besluit RDA afwijkend percentage worden vastgesteld.
2. Regeldruk
Er wijzigen geen informatieverplichtingen. Medio 2013 zal de volledige uitvoeringsinformatie
over het gebruik in van de RDA in 2012 beschikbaar zijn. Op basis daarvan zal de berekening
van de administratieve lasten van de regeling indien nodig worden aangepast. De in
het RDA-besluit gecommuniceerde schatting (administratieve lasten in de structurele
situatie tussen de € 4,5 mln. en € 9 mln) blijft tot die tijd staan.
3. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2013. Hiermee wordt gedeeltelijk recht
gedaan aan het kabinetsbeleid inzake de vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10,
29 515, nr. 309). De minimale invoeringstermijn van twee maanden wordt niet gehaald omdat pas in
november 2012 een inschatting van het gebruik van de RDA in 2012 kon worden gemaakt.
Omdat artikel 3.52a, vierde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 enkel aanpassing
van het percentage toelaat per 1 januari en de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding
is deze afwijking gerechtvaardigd.
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp.