Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 4 december 2012, nummer 324911, houdende wijziging van de Regeling kennisgeving ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders, de Regeling Commissie evaluatie Gerechtsdeurwaarderswet, de Regeling aanwijzing bewerker en mandaat register beëdigde tolken en vertalers, de Regeling Dienst speciale interventies, en diverse andere regelingen in verband met de vermindering van het aantal arrondissementen en ressorten (Regeling aanpassing terminologie herziening gerechtelijke kaart)

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op onder meer de artikelen 3a, eerste lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet, de artikelen 1 en 11 van de Wet op de rechterlijke indeling, de artikelen 10:3, 10:4, eerste lid, 10:5, tweede lid,10:9 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 2, tweede en derde lid, van de Wet beëdigde tolken en vertalers, de artikelen 48a, eerste lid, 49, 59, tweede lid, en 60 van de Politiewet 1993, en artikel 3a van de Wet wapens en munitie;

Besluit:

ARTIKEL I

In de artikelen 1 en 2, tweede lid, van de Regeling kennisgeving ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders wordt ‘het Ministerie van Justitie’ telkens vervangen door: het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

ARTIKEL II

In artikel 1, onderdeel a, van de Regeling aanwijzing bewerker en mandaat register beëdigde tolken en vertalers wordt ‘de Minister van Justitie’ vervangen door: de Minister van Veiligheid en Justitie.

ARTIKEL III

De Regeling Dienst speciale interventies wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 2, eerste lid, onderdeel c, 4, eerste lid, en 8, eerste lid, wordt ‘van Justitie’ telkens vervangen door: van Veiligheid en Justitie.

B

In de artikelen 5, eerste en tweede lid, 6, tweede tot en met vierde lid, 7, derde lid, en 8, derde lid, wordt ‘de Minister van Justitie’ telkens vervangen door: de Minister van Veiligheid en Justitie.

ARTIKEL IV

In de artikelen 7, onderdeel b, en 14, eerste lid, onderdeel b, van de Regeling mandaat, volmacht en machtiging Jeugd en Gezin wordt ‘van Justitie’ telkens vervangen door: van Veiligheid en Justitie.

ARTIKEL V

De Regeling mandaat, volmacht en machtiging Raad voor de rechtspraak (verzoeken tot schadevergoeding i.v.m. rechtspraak waarvoor de Staat aansprakelijk kan worden gehouden) wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 5 wordt ‘van Justitie’ vervangen door: van Veiligheid en Justitie.

ARTIKEL VI

De Regeling melding ongeoorloofde afwezigheid wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 1.1, onderdeel b, en 1.3 wordt ‘Minister van Justitie’ telkens vervangen door: Minister van Veiligheid en Justitie.

B

In artikel 1.1 wordt ‘onderdeel h. het CJIB: het Centraal Justitieel Incassobureau van het Ministerie van Justitie’ vervangen door: onderdeel

  • k. het CJIB: het Centraal Justitieel Incassobureau van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

ARTIKEL VII

In artikel 1 van de Regeling aanwijzing bewerker en mandaat register beëdigde tolken en vertalers wordt ‘Minister van Justitie’ vervangen door: Minister van Veiligheid en Justitie.

ARTIKEL VIII

In artikel 1 van de Regeling legitimatiebewijs beëdigde tolken en vertalers wordt ‘Minister van Justitie’ vervangen door: Minister van Veiligheid en Justitie.

ARTIKEL IX

In artikel 2 van de Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties advocatuur wordt ‘Minister van Justitie’ vervangen door: Minister van Veiligheid en Justitie.

ARTIKEL X

In artikel 2 van de Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties kandidaat-notaris wordt ‘de Minister van Justitie’ vervangen door: de Minister van Veiligheid en Justitie.

ARTIKEL XI

In artikel 1, onderdeel a, van de Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties rechterlijke beroepen wordt ‘de Minister van Justitie’ vervangen door: de Minister van Veiligheid en Justitie.

ARTIKEL XII

In de artikelen 34, vierde lid, 52, eerste lid, en 56, eerste lid, van het Reglement justitiële jeugdinrichtingen wordt ‘het Ministerie van Justitie’ telkens vervangen door: het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

ARTIKEL XIII

Het Reglement verpleging ter beschikking gestelden wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 37, eerste lid, wordt ‘het Ministerie van Justitie’ vervangen door: het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

B

In artikel 51, eerste lid, onderdeel c, wordt ‘het gerechtshof te Arnhem’ vervangen door: het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

ARTIKEL XIV

De Regeling financieel beheer van met infiltratie en store-fronts gegenereerde ontvangsten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘de justitiebegroting’ vervangen door: de begroting Veiligheid en Justitie.

2. In het derde lid wordt ‘De directeur-generaal Rechtshandhaving’ vervangen door: De directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving.

B

In artikel 5, eerste lid, wordt ‘het Ministerie van Justitie’ vervangen door: het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

ARTIKEL XV

In artikel 1, onderdeel a, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting wordt ‘de Minister van Justitie’ vervangen door: de Minister van Veiligheid en Justitie.

ARTIKEL XVI

In artikel 2, eerste en tweede lid, van de Regeling melding bijzondere voorvallen verpleegden wordt ‘de Minister van Justitie’ telkens vervangen door: de Minister van Veiligheid en Justitie.

ARTIKEL XVII

In artikel 2 van de Tijdelijke regeling verlof met elektronisch volgsysteem wordt ‘de Minister van Justitie’ vervangen door: de Minister van Veiligheid en Justitie.

ARTIKEL XVIII

In artikel 1, onderdelen 2 en 3b, van de Regeling procedure reorganisatie sector Rechterlijke Macht wordt ‘de Minister van Justitie’ telkens vervangen door: de Minister van Veiligheid en Justitie.

ARTIKEL XIX

In artikel 1, onderdeel b, van de Regeling werkgeversbijdrage kinderopvang sector Rechterlijke Macht wordt ‘de Minister van Justitie’ vervangen door: de Minister van Veiligheid en Justitie.

ARTIKEL XX

In bijlage 10 van de Regeling indexering onkostenvergoeding leden gerechtsbesturen en Raad voor de rechtspraak wordt ‘sector voorzitter gerechtshof’ vervangen door: ‘voorzitter of het andere rechterlijk lid van het bestuur’ en ‘sector voorzitter rechtbank’ door: voorzitter of het andere rechterlijk lid van het bestuur.

ARTIKEL XXI

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanpassing terminologie herziening gerechtelijke kaart.

ARTIKEL XXII

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten.

TOELICHTING

Deze regeling behelst een aantal wijzigingen in ministeriële regelingen die voortvloeien uit de wijziging van verschillende wetten en besluiten vanwege de Wet herziening gerechtelijke kaart. Met deze wet is het aantal rechtbanken van negentien naar tien en het aantal gerechtshoven van vijf naar vier teruggebracht. De vermindering van het aantal rechtbanken en gerechtshoven heeft in de Wet herziening gerechtelijke kaart vorm gekregen door een vermindering van het aantal arrondissementen en ressorten in de Wet op de rechterlijke indeling. De meeste rechtbanken hebben hierdoor een groter werkgebied gekregen. Deze vermindering heeft onder andere als gevolg dat de huidige gerechtshoven te Leeuwarden en Arnhem opgaan in een nieuw gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

De Wet herziening gerechtelijke kaart beoogt de kwaliteit van de rechtspraak te waarborgen en draagt bij aan de verbetering van kwaliteit op drie hoofdonderdelen; de kwaliteit en toegankelijkheid van het primaire proces (de rechtspraak), de kwaliteit van bestuur en de kwaliteit van bedrijfsvoering. Voorts verstevigt deze wet de bestuurlijke inrichting van de rechtbanken en gerechtshoven omdat de weg vrij is gemaakt voor krachtigere en kleinere gerechtsbesturen. In het verlengde daarvan is het verplichte ‘sectormodel’ voor rechtbanken en gerechtshoven, dat er onder andere toe strekt dat de sectorvoorzitters van rechtswege lid zijn van het gerechtsbestuur, afgeschaft.

Als gevolg van de Wet herziening gerechtelijke kaart worden de benamingen van de gerechten gewijzigd en zijn voorts andere terminologische aanpassingen in regelgeving noodzakelijk. Met de onderhavige regeling worden de noodzakelijke aanpassingen ook doorgevoerd op het niveau van ministeriële regeling. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om ook andere actualiseringen door te voeren, waaronder de aanduiding Minister van Veiligheid en Justitie.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten.

Naar boven