Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 14 december 2012, nr. IENM/BSK-2012/244864, tot wijziging van de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009 (vervanging van de lijst met bedrijfsmiddelen)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën en na overleg met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op de artikelen 3.31, tweede lid, en 3.42a, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001;

Besluit:

ARTIKEL I

De bijlage behorende bij de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009 wordt vervangen door de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

BIJLAGE BIJ DE REGELING VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, VAN 14 DECEMBER 2012, NR. IENM/BSK-2012/244864, TOT WIJZIGING VAN DE AANWIJZINGSREGELING WILLEKEURIGE AFSCHRIJVING EN INVESTERINGSAFTREK MILIEU-INVESTERINGEN 2009

Bijlage bij de artikelen 1 en 2

Paragraaf 1 Algemeen

  • 1. Deze bijlage wordt aangehaald als: Milieulijst milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen 2013.

  • 2. Investeringen waarvan de code begint met:

    • een F of G, behorende tot categorie I van de milieu-investeringsaftrek, komen voor 36% van het investeringsbedrag in aanmerking voor een investeringsaftrek;

    • een A of D, behorende tot categorie II van de milieu-investeringsaftrek, komen voor 27% van het investeringsbedrag in aanmerking voor investeringsaftrek;

    • een B of E, behorende tot categorie III van de milieu-investeringsaftrek, komen voor 13,5% van het investeringsbedrag in aanmerking voor investeringsaftrek;

    • een A, B, C of F komen in aanmerking voor 75% willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

  • 3. Tot de in paragraaf 2 genoemde bedrijfsmiddelen worden tevens gerekend:

    • voorzieningen, zoals leidingen, appendages en meet- en regelapparatuur, die technisch noodzakelijk zijn voor en uitsluitend dienstbaar zijn aan deze bedrijfsmiddelen en geen zelfstandige betekenis hebben;

    • de certificaten die in deze bijlage worden vereist.

  • 4. Het geluidniveau van de mobiele machines, bedoeld in bedrijfsmiddel E 5002, is gelijk aan of lager dan het geluidniveau in de hierna volgende tabel. Indien voor een mobiele machine in de tabel geen geluidniveau is opgenomen, wordt niet voldaan aan onderdeel a, onder 1, van bedrijfsmiddel E 5002. Dat het geluidniveau gelijk is aan of lager is dan het geluidniveau in de hierna volgende tabel wordt aangetoond met een EG-typegoedkeuringsverklaring en een verklaring van gelijkvormigheid. In de EG-typegoedkeuringsverklaring wordt het gewaarborgde en gemeten geluidniveau aangegeven conform de Regeling geluidemissie buitenmaterieel. Met een verklaring van gelijkvormigheid verklaart de leverancier of importeur dat het geleverde bedrijfsmiddel overeenkomt met een gemeten exemplaar, waarvan met de EG-typegoedkeuringsverklaring is aangetoond dat deze aan de gestelde emissie-eisen voldoet. Voor de technische beoordeling van het bedrijfsmiddel kan de Minister van Infrastructuur en Milieu de EG-typegoedkeuringsverklaring en de verklaring van gelijkvormigheid opvragen. De verklaring van gelijkvormigheid door de leverancier wordt opgesteld met gebruikmaking van een door de Minister van Infrastructuur en Milieu vastgesteld model dat verkrijgbaar is bij NL Milieu & Leefomgeving. Een geluidmeting geschiedt door een daartoe bevoegde, door de Minister op grond van artikel 5 van de Regeling geluidemissie buitenmaterieel aangewezen, keuringsinstantie, een zogeheten ‘notified body’. Bij een puinbreker geschiedt deze geluidmeting volgens de meetmethoden die zijn opgenomen in de door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu uitgegeven VAMIL-publicatiereeks 11 en 13. Het geluiddrukniveau als omschreven voor een landbouw- of bosbouwtrekker wordt gemeten volgens richtlijn 2009/63/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende bepaalde onderdelen en eigenschappen van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PbEU 2009 L 214).

    In de tabel staat L voor maaibreedte in centimeters (cm), P voor vermogen in kiloWatt (kW) en dB (A) voor decibel.

    Mobiele machine

    Geluidniveau in dB (A)

    Gazonmaaier met L ≤ 120 cm

    71+15logL

    Gazonmaaier met L > 120 cm

    73+15logL

    Graafmachine met P ≤ 15 kW

    82+9logP

    Graafmachine met P > 15 kW

    82+9logP

    Houtversnipperaar met een invoerdiameter

    > 50 mm en ≤ 200 mm

    109

    Houtversnipperaar met een invoerdiameter

    > 200 mm

    86+11logP

    Huisvuil- of vuilniswagen

    104

    (Knik)dumper met P ≤ 55 kW

    100

    (Knik)dumper met P > 55 kW

    80+11logP

    Laadschop met P ≤ 66 kW

    100

    Laadschop met P > 66 kW

    80+11logP

    Mobiele kraan (onder andere telescoopkraan) met P ≤ 55 kW

    99

    Mobiele kraan (onder andere telescoopkraan) met P > 55 kW

    80+10logP

    Motorpomp met P ≤ 35 kW

    92

    Motorpomp met P > 35 kW

    75+11logP

    Puinbreker

    84+11logP

    Stroomaggregaat met P<2

    90

    Stroomaggregaat met 2 ≤ P ≤ 10 kW

    93

    Stroomaggregaat met P > 10 kW

    93+ 2logP

    Landbouw- of bosbouwtrekker

    57+11logP *

    Veeg(zuig)machine met P ≤ 10 kW

    100

    Veeg(zuig)machine met P > 10 kW

    90+11logP

    Verreiker of vorkheftruck met P ≤ 55 kW

    99

    Verreiker of vorkheftruck met P > 55kW

    80+11logP

    * geluiddrukniveau

  • 5. De bedrijfsmiddelen, bedoeld in de codes

    B 5001

    Emissiearme milieuvriendelijke mobiele machine

    B 5090

    Mobiele machine voor heiwerkzaamheden

    voldoen aan de in paragraaf 2, bij het betreffende bedrijfsmiddel, vermelde eisen aan de luchtzijdige emissies door de verbrandingsmotor van het bedrijfsmiddel. Dit wordt aangetoond met een EG-typegoedkeuringsverklaring en een verklaring van gelijkvormigheid. In de EG-typegoedkeuringsverklaring worden de emissiewaarden van het bedrijfsmiddel op basis van het Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines aangegeven. Met een verklaring van gelijkvormigheid verklaart de leverancier of importeur dat het geleverde bedrijfsmiddel overeenkomt met een gemeten exemplaar, waarvan met een EG-typegoedkeuringsverklaring is aangetoond dat deze aan de gestelde emissie-eisen voldoet. Voor de technische beoordeling van het bedrijfsmiddel kan de Minister van Infrastructuur en Milieu de EG-typegoedkeuringsverklaring en de verklaring van gelijkvormigheid opvragen. De verklaring van gelijkvormigheid wordt opgesteld door de leverancier of importeur met gebruikmaking van een door de Minister van Infrastructuur en Milieu vastgesteld model dat verkrijgbaar is bij NL Milieu & Leefomgeving.

    Onder de grenswaarden van fase IV voor dieselmotoren als omschreven in richtlijn 2004/26 EG1) worden de grenswaarden verstaan zoals bedoeld in het Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines.

    Onder de grenswaarden van Tier 4 (final) voor dieselmotoren worden de grenswaarden verstaan conform de US-EPA-emissienorm.

    Voor fase IV voor dieselmotoren gelden de grenswaarden in onderstaande tabel:

    Netto vermogen (P) in kW

    Koolmonoxide in g/kWh

    Koolwaterstof in g/kWh

    Stikstofoxiden in g/kWh

    Deeltjes in g/kWh

    130 ≤ P ≤ 560

    3,5

    0,19

    0,4

    0,025

    56 ≤ P < 130

    5,0

    0,19

    0,4

    0,025

    Voor Tier 4 (final) voor dieselmotoren gelden de grenswaarden in onderstaande tabel:

    Netto vermogen (P) in kW

    Koolmonoxide in g/kWh

    Som van koolwaterstof en stikstofoxiden in g/kWh

    Deeltjes in g/kWh

    19 ≤ kW < 37

    5,5

    4,7

    0,03

    8 ≤ kW < 19

    6,6

    7,5

    0,4

    kW < 8

    8,0

    7,5

    0,4

    De milieuvriendelijke landbouw- of bosbouwtrekker, bedoeld in bedrijfsmiddel B 5001, voldoet aan het Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines, daaruit vloeit voort dat een dergelijke trekker eveneens aan de grenswaarden in bovenstaande twee tabellen voldoet.

  • 6. De bedrijfsmiddelen, bedoeld onder de codes

    F 1030

    Duurzaam vaartuig

    B 1031

    Duurzame energieopwekking en aandrijving voor een binnenvaartschip

    A 1160

    Waterhydraulisch systeem

    B 4151

    Geluidreducerend smeersysteem voor tram- en treinstellen of rangeerterreinen

    E 5002

    Milieuvriendelijke mobiele machine

    B 5090

    Mobiele machine voor heiwerkzaamheden

    E 5120

    Mobiele schonings- of tarrareinigingsinstallatie

    A 8101

    Automatisch smeersysteem

    voldoen aan de in paragraaf 2, bij het betreffende bedrijfsmiddel, vermelde eisen aan het gebruik van water, bio-olie of biovet in een hydraulisch systeem of een smeersysteem. Dit wordt aangetoond met een verklaring van de producent. Uit die verklaring van de producent blijkt dat het hydraulische systeem of het smeersysteem van het betreffende bedrijfsmiddel is voorzien van water, een bio-olie of een biovet dat eenvoudig biologisch afbreekbaar en niet-toxisch is. Uit die verklaring blijkt verder dat bij het gebruik van een dergelijke olie, een dergelijk vet of water de garantiebepalingen voor het bedrijfsmiddel onverkort van toepassing zijn. Niet-toxische olie of vet is eenvoudig biologisch afbreekbaar als daarvoor, door een daartoe geaccrediteerde organisatie, een certificaat is afgegeven op basis van het Europees Ecolabel, dan wel, voor zover het betreft hydrauliekolie voor mobiele schonings- of tarrascheidingsinstallaties als bedoeld in code E 5120 of land- en bosbouwmachines als bedoeld in bedrijfsmiddel E 5002, een Blauer Engel-certificaat.

    Indien het hydraulische systeem of smeersysteem gevuld is met water en er kans op bevriezing bestaat, worden aan het systeem slechts stoffen toegevoegd die nodig zijn om het vriespunt te verlagen. Waterhydrauliek of -smering wordt in ieder geval vereist bij het bedrijfsmiddel, bedoeld onder code A 1160 (Waterhydraulisch systeem).

  • 7. Ten aanzien van de volgende zogenoemde ‘generieke’ bedrijfsmiddelen, bedoeld onder de codes

    F 1003

    Productieapparatuur voor (half)producten op basis van grondstoffen van biologische oorsprong

    F 1004

    Apparatuur voor het vervaardigen van vleesvervangers

    A 1005

    Milieuvriendelijke techniek die voor het eerst wordt toegepast in Nederland

    A 1140

    Milieuvriendelijk product met certificaat

    A 1141

    Duurzaam hout in (onderdelen van) een werk of een product

    F 1147

    Apparatuur of civieltechnische werken voor zeer duurzame dienstverlening of productie

    A 1148

    Apparatuur of civieltechnische werken voor verregaande duurzame dienstverlening of productie

    B 1149

    Apparatuur of civieltechnische werken voor verdergaande duurzame dienstverlening of productie

    E 1150

    Apparatuur of civieltechnische werken voor duurzame dienstverlening of productie

    F 3000

    VOS-emissiereducerende technieken binnen de metaalindustrie

    F 4000

    Apparatuur voor procesgeïntegreerde vermindering van stofontwikkeling (aanpassen bestaande situatie)

    F 4001

    Apparatuur voor vermindering van stofemissie tijdens niet-reguliere bedrijfsvoering

    C 4003

    Apparatuur voor procesgeïntegreerde vermindering van geurstoffen (aanpassen bestaande situatie)

    F 7000

    Biodiversiteitversterkende apparatuur of werken

    F 7010

    Natuurvriendelijke voorzieningen in de bebouwde omgeving

    A 8000

    Apparatuur voor vermindering van het gebruik van grondstoffen (aanpassen bestaande situatie)

    A 8001

    Terugwinningsinstallatie voor grondstoffen

    A 8002

    Waterbesparende installatie voor grote ondernemingen (ten minste 250 liter per jaar per geïnvesteerde euro; aanpassen bestaande situatie)

    A 8003

    Waterbesparende installatie voor kleine en middelgrote ondernemingen (ten minste 50 liter per jaar per geïnvesteerde euro; aanpassen bestaande situatie)

    A 8004

    Installatie voor het tegengaan van kalkaanslag of bio-fouling (aanpassen bestaande situatie)

    F 8005

    Mestverwerkingsinstallatie met terugwinning van fosfaat of stikstof

    F 8006

    Terugwinningsinstallatie voor fosfaten uit afval

    B 8008

    Terugwinningsinstallatie voor grondstoffen uit afvalwater (aanpassen bestaande situatie)

    F 8010

    Water- en grondstofbesparende installatie (aanpassen bestaande situatie)

    B 8011

    Verwerkingsinstallatie voor zuiveringsslib bij afvalverwerkende bedrijven (aanpassen bestaande situatie)

    A 8012

    Verwerkingsinstallatie voor industrieel zuiveringsslib op de eigen inrichting (aanpassen bestaande situatie)

    B 8014

    Apparatuur voor recycling (geen downcycling, eventueel upcycling) van grondstoffen binnen de ketenprojecten van LAP2 of de grondstoffenrotonde

    E 8015

    Apparatuur voor recycling (downcycling) van grondstoffen binnen de ketenprojecten van LAP2 of de grondstoffenrotonde

    wordt, op een daartoe strekkend verzoek van de Minister van Infrastructuur en Milieu, een meerkostenberekening overgelegd volgens de definities van Verordening (EG) nr. 1147/20082 en wordt aangetoond dat:

    • met het betreffende bedrijfsmiddel ten opzichte van het gangbare alternatief milieuvoordelen worden behaald, en

    • een groter milieurendement wordt gehaald dan wettelijk verplicht is.

  • 8. Indien in deze bijlage bepaalde meetvoorschriften, testmethoden, verklaringen of certificaten worden gesteld of voorgeschreven, worden daarmee gelijkgesteld gelijkwaardige meetvoorschriften, testmethoden of gelijkwaardige verklaringen of certificaten, die worden gebruikt om bedrijfsmiddelen te toetsen of die zijn afgegeven met betrekking tot een bedrijfsmiddel.

Paragraaf 2 Bedrijfsmiddelen

F 1000

Productieapparatuur voor bioplastics of voor het maken van producten van bioplastics

  • a. bestemd voor: het uitsluitend produceren van plastics of plastic producten die gemaakt zijn van grondstoffen van biologische oorsprong, waarbij de grondstoffen van het bioplastic biologisch afbreekbaar of composteerbaar zijn volgens NEN-EN 13432:2000,

  • b. bestaande uit: (aanpassing van) productieapparatuur die noodzakelijk is voor het produceren van (producten van) bioplastics.

Toelichting: Structuurverbetering van de (producten van) bioplastics met natuurlijke vezels is toegestaan. De biologische afbreekbaarheid of composteerbaarheid van die vezels hoeft niet te worden aangetoond. Als de plastic grondstoffen niet biologisch afbreekbaar of composteerbaar zijn volgens NEN-EN 13432:2000, maar wel van biologische oorsprong, kan de investering worden gemeld onder F 1003.

F 1003

Productieapparatuur voor (half)producten op basis van grondstoffen van biologische oorsprong

  • a. bestemd voor: de verwerking van biomassa tot een (half)product,

    • voor zover dat (half)product nog niet gangbaar is of als voor dat (half)product een niet hernieuwbare grondstof gangbaar is,

    • waarbij het (half)product geen voedingsmiddel of energiedrager zoals brandstof, warmte of elektriciteit, is,

    • waarbij de eventuele negatieve milieu-effecten beperkt zijn, en

    • waarbij het restproduct eventueel wel een energie- of voedingsmiddeltoepassing krijgt,

  • b. bestaande uit: (aanpassing van) productieapparatuur die noodzakelijk is voor het verwerken van bovengenoemde grondstoffen, inclusief voorbewerkingsapparatuur.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 5.000.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Voor informatie over generieke bedrijfsmiddelen zie onder 7 van paragraaf 1 van deze bijlage. Gezien de eisen die aan generieke bedrijfsmiddelen worden gesteld, luidt het advies voorafgaand aan een melding de MIA/Vamil-helpdesk te bellen voor overleg. De voorwaarden waaronder een investering kan voldoen, worden desgewenst schriftelijk bevestigd.

U kunt bij dit bedrijfsmiddel denken aan raffinage van biomassastromen (zoals gras), biochemie, toepassing van natuurlijke vezels of verwerking van mest tot bijvoorbeeld kunstmest, zolang het geen gangbare toepassing is of een niet hernieuwbare toepassing vervangt. Grondstoffen van biologische oorsprong zijn ook bekend onder de naam biobased grondstoffen.

F 1004

Apparatuur voor het vervaardigen van vleesvervangers

  • a. bestemd voor: het vervaardigen van vleesvervangers op basis van plantaardige grondstoffen of (grondstoffen uit) schimmels,

  • b. bestaande uit: productieapparatuur voor vleesvervangers.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Voor informatie over generieke bedrijfsmiddelen zie onder 7 van paragraaf 1 van deze bijlage. Gezien de eisen die aan generieke bedrijfsmiddelen worden gesteld, luidt het advies voorafgaand aan een melding de MIA/Vamil-helpdesk te bellen voor overleg. De voorwaarden waaronder een investering kan voldoen, worden desgewenst schriftelijk bevestigd.

A 1005

Milieuvriendelijke techniek die voor het eerst wordt toegepast in Nederland

  • a. bestemd voor: het toepassen van een voor Nederland nieuwe milieuvriendelijke techniek,

    • die kan worden aangemerkt als de beste oplossing voor een bepaald milieuprobleem,

    • die geen (of zeer beperkte) negatieve effecten heeft op andere milieuaspecten,

    • die niet tot verhoging van grondstofinzet leidt,

    • die eventueel in het buitenland reeds wordt toegepast,

    • waarvoor de belastingplichtige kan aantonen dat deze specifieke techniek voor het eerst in Nederland wordt toegepast (bijvoorbeeld door contractuele vastlegging of een verklaring van de leverancier),

    • die niet primair is gericht op energiebesparing of -opwekking, en

    • waarbij het gaat om een nieuw werkingsprincipe in een bestaand toepassingsgebied, een bestaand werkingsprincipe in een nieuw toepassingsgebied, toepassing van nieuwe materialen of nieuwe combinaties van bestaande technieken,

  • b. bestaande uit: apparatuur die noodzakelijk is voor het behalen van de milieuvoordelen.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Voor informatie over generieke bedrijfsmiddelen zie onder 7 van paragraaf 1 van deze bijlage. Gezien de eisen die aan generieke bedrijfsmiddelen worden gesteld, luidt het advies voorafgaand aan een melding de MIA/Vamil-helpdesk te bellen voor overleg. De voorwaarden waaronder een investering kan voldoen, worden desgewenst schriftelijk bevestigd.

A 1009

Milieuvriendelijke mobiele machine, zelfrijder, aggregaat, compressor of pomp voor biologische productie of verwerking

  • a. bestemd voor: de productie of verwerking van primaire biologische landbouwproducten volgens het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007, wat blijkt uit een certificaat Biologische Productie Nederland van Skal voor de betreffende productie of verwerking, met een mobiele machine, een zelfrijder, aggregaat, compressor of pomp die voldoet aan de eisen van bedrijfsmiddel B 5001, E 5002 of E 5120,

  • b. bestaande uit: een milieuvriendelijke mobiele machine, zelfrijder, aggregaat, compressor of pomp.

Toelichting: Met landbouwproducten worden alle dierlijke en plantaardige producten bedoeld, dus ook het kweken van bomen, struiken en niet-eetbare gewassen. Informatie over het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 is te vinden op www.skal.nl.

A 1010

Productieapparatuur of -voorzieningen voor biologische landbouwproducten of fruit

  • a. bestemd voor: het produceren van primaire biologische landbouwproducten of fruit volgens het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007, wat blijkt uit een certificaat Biologische Productie Nederland van Skal voor de betreffende productie, waardoor het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen, synthetische (mest)stoffen of ontsmettingsmiddelen wordt beperkt of vermeden,

  • b. bestaande uit: (aanpassen van) productieapparatuur of -voorzieningen, die bijdragen aan het beperken of vermijden van het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen, synthetische (mest)stoffen of ontsmettingsmiddelen, exclusief gebouwen voor milieuvriendelijke dienstverlening of productie, biologische kassen en stallen en zelfrijdende land- en tuinbouwmachines, trekkers, vorkheftrucks, pompen, aggregaten, compressoren, mobiele schonings- of tarrascheidingsinstallaties of overige mobiele machines.

Toelichting: Onder productieapparatuur en -voorzieningen wordt verstaan apparatuur voor het bewerken van het land, het verzorgen en oogsten van de gewassen, het verkoopklaar maken en het opslaan van de geoogste producten op locatie, maar ook het verkrijgen, inpakken en opslaan van primaire dierlijke producten, zoals melk en eieren. Met landbouwproducten worden alle dierlijke en plantaardige producten bedoeld, dus ook het kweken van bomen, struiken en niet-eetbare gewassen. Informatie over het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 is te vinden op www.skal.nl.

Investeringen in gebouwen voor milieuvriendelijke dienstverlening of productie kunnen worden gemeld onder B 1026. Investeringen in biologische kassen en stallen kunnen worden gemeld onder B 1088, F 1089 en A 1101.

Zelfrijdende land- en tuinbouwmachines, trekkers, vorkheftrucks, pompen, aggregaten, compressoren als benoemd in bedrijfsmiddel F 5000, B 5001 of E 5002 en mobiele schonings- of tarrascheidingsinstallaties als benoemd in bedrijfsmiddel E 5120, kunnen onder code A 1009 gemeld worden. Overige mobiele machines kunnen onder A 1010 worden gemeld indien het hydraulische systeem is gevuld met bio-olie voor duurzaam gebruik of is voorzien van een tweezijdig elektronisch slangbreukbeveiligingssysteem. Voor meer informatie over bio-olie voor duurzaam gebruik zie onder 6 van paragraaf 1 van deze bijlage. Meer informatie over bio-olie is ook te vinden op www.biosmeermiddelen.nl.

A 1011

Verwerkingsapparatuur voor lokale verwerking van biologische landbouwproducten, fruit, gekweekte vis, schaal- of schelpdieren

  • a. bestemd voor: het verwerken van zelf gekweekte primaire biologische landbouwproducten, fruit, vis, schaal- of schelpdieren, of reststromen daarvan, tot een (half)product volgens het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007, wat blijkt uit een certificaat Biologische Productie Nederland van Skal voor de betreffende verwerking, waarbij:

    • de verwerking plaatsvindt op het eigen bedrijf, en

    • de verwerkingsapparatuur voor ten minste 80% wordt gebruikt voor de productie van een (half)product volgens het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007,

  • b. bestaande uit: (aanpassen van) verwerkingsapparatuur en -voorzieningen, exclusief gebouwen en mobiele machines.

Toelichting: Met landbouwproducten worden alle dierlijke en plantaardige producten bedoeld, dus ook het kweken van bomen, struiken en niet-eetbare gewassen. Informatie over het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 is te vinden op www.skal.nl. Op basis van de verwerkingscijfers van het eerste halfjaar wordt vastgesteld of aan de gestelde norm wordt voldaan.

Investeringen in gebouwen voor milieuvriendelijke dienstverlening of productie kunnen worden gemeld onder B 1026. Mobiele machines voor de verwerking van Skal-producten kunnen onder A 1009 worden gemeld.

B 1012

Verwerkingsapparatuur voor biologische landbouwproducten, fruit, gekweekte vis, schaal- of schelpdieren

  • a. bestemd voor: het verwerken van primaire biologische landbouwproducten, fruit, gekweekte vis, schaal- of schelpdieren, of reststromen daarvan, tot een (half)product volgens het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007, wat blijkt uit een certificaat Biologische Productie Nederland van Skal voor de betreffende verwerking, waarbij de verwerkingsapparatuur voor ten minste 20% wordt gebruikt voor de productie van een (half)product volgens het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007,

  • b. bestaande uit: (aanpassen van) verwerkingsapparatuur en -voorzieningen, exclusief gebouwen en mobiele machines.

Toelichting: Met landbouwproducten worden alle dierlijke en plantaardige producten bedoeld, dus ook het kweken van bomen, struiken en niet-eetbare gewassen. Informatie over het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 is te vinden op www.skal.nl. Op basis van de verwerkingscijfers van het eerste halfjaar wordt vastgesteld of aan de gestelde norm wordt voldaan.

Investeringen in gebouwen voor milieuvriendelijke dienstverlening of productie kunnen worden gemeld onder B 1026. Mobiele machines voor de verwerking van Skal-producten kunnen onder A 1009 worden gemeld.

E 1020

Zeer duurzaam utiliteitsgebouw volgens de maatlat Groen Financiering

  • a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van utiliteitsfuncties met een gebouw dat gerealiseerd is volgens de eisen van de vigerende maatlat Groen Financiering wat blijkt uit de Groen Verklaring voor het betreffende gebouw,

  • b. bestaande uit: een utiliteitsgebouw.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 10.000.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek.

B 1021

Duurzame renovatie bestaand utiliteitsgebouw volgens de maatlat van Groen Financiering

  • a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van utiliteitsfuncties met een gebouw dat gerenoveerd is volgens de eisen van de vigerende maatlat Groen Financiering wat blijkt uit de Groen Verklaring voor het betreffende gebouw,

  • b. bestaande uit: een utiliteitsgebouw.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 10.000.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

F 1022

Zeer duurzaam nieuw of gerenoveerd gebouw volgens de Dutch Green Building Council

  • a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12 (bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw waarvan is vastgesteld dat het voldoet aan de eisen van:

    • 1. het niveau ‘excellent’ (4 sterren) van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten (BREEAM-NL Nieuwbouw) van de Dutch Green Building Council, wat blijkt uit een (ontwerp)certificaat van de Dutch Green Building Council en waarbij er sprake is van ten minste 9 punten bij het onderdeel Ene 1 (CO2 emissiereductie), of

    • 2. het niveau ‘excellent’ (4 sterren) op het aspect ‘Asset’ van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten (BREEAM-NL-In-Use) van de Dutch Green Building Council, wat blijkt uit een (ontwerp)certificaat van de Dutch Green Building Council,

    waarbij met betrekking tot de eisen onder 1 en onder 2 geldt dat,

    • binnen drie jaar na afgifte van het ontwerpcertificaat een oplevercertificaat wordt overgelegd dan wel binnen vier jaar een oplevercertificaat wordt overgelegd volgens het dan vigerende niveau ‘excellent’ van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten van de Dutch Green Building Council (BREEAM-NL Nieuwbouw of BREEAM-NL-In-Use), en

    • het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw gecertificeerd is middels een certificatiesysteem dat is goedgekeurd door het Timber Procurement Assessment Committee en waarvoor de aannemer(s) in het bezit is (zijn) van een ‘Chain of Custody’-certificaat van een certificatiesysteem dat door het Timber Procurement Assessment Committee is goedgekeurd,

  • b. bestaande uit: een utiliteitsgebouw en (eventueel) voor renovatie noodzakelijke apparatuur of bouwkundige werken, die noodzakelijk zijn om te voldoen aan bovengenoemde eisen.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 10.000.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

Toelichting: Informatie over de Dutch Green Building Council kan worden gevonden op www.dgbc.nl. Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is te vinden op www.tpac.smk.nl of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is te vinden op www.keurhout.nl. Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.

A 1023

Zeer duurzaam nieuw of gerenoveerd gebouw volgens GPR Gebouw 4

  • a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12 (bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw, niet zijnde een stal, een kas of een datacenter, waarvan is vastgesteld dat:

    • het voldoet aan de eisen van de maatlat van GPR Gebouw 4 met een score van ten minste 8,0 voor de thema’s Energie, Gezondheid, Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde en ten minste 7,5 voor Milieu, wat blijkt uit een uitdraai van de GPR Gebouw berekening, welke is opgesteld of gevalideerd door een GPR Gebouw Expert volgens de Procedure Kwaliteitsborging GPR Gebouw berekening en welke na oplevering van het gebouw gevalideerd is door een GPR Gebouw Expert, en

    • het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw gecertificeerd is middels een certificatiesysteem dat is goedgekeurd door het Timber Procurement Assessment Committee en waarvoor de aannemer(s) in het bezit is (zijn) van een ‘Chain of Custody’-certificaat van een certificatiesysteem dat door het Timber Procurement Assessment Committee is goedgekeurd,

  • b. bestaande uit: een utiliteitsgebouw en (eventueel) voor renovatie noodzakelijke apparatuur of bouwkundige werken, die noodzakelijk zijn om te voldoen aan bovengenoemde eisen.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 5.000.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

Toelichting: Informatie over GPR Gebouw 4 kan worden gevonden op www.gprgebouw.nl. Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is te vinden op www.tpac.smk.nl of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is te vinden op www.keurhout.nl. Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.

A 1024

Duurzaam nieuw of gerenoveerd gebouw volgens de Dutch Green Building Council

  • a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12 (bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw waarvan is vastgesteld dat het voldoet aan de eisen van:

    • 1. het niveau ‘very good’ (3 sterren) van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten (BREEAM-NL Nieuwbouw) van de Dutch Green Building Council, wat blijkt uit een (ontwerp)certificaat van de Dutch Green Building Council en waarbij er sprake is van ten minste 6 punten bij het onderdeel Ene 1 (CO2 emissiereductie), of

    • 2. het niveau ‘very good’ (3 sterren) op het aspect ‘Asset’ van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten (BREEAM-NL-In-Use) van de Dutch Green Building Council, wat blijkt uit een (ontwerp)certificaat van de Dutch Green Building Council, en

    waarbij met betrekking tot de eisen onder 1 en onder 2 geldt dat,

    • binnen drie jaar na afgifte van het ontwerpcertificaat een oplevercertificaat wordt overgelegd dan wel binnen vier jaar een oplevercertificaat wordt overgelegd volgens het dan vigerende niveau ‘very good’ van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten van de Dutch Green Building Council (BREEAM-NL Nieuwbouw of BREEAM-NL-In-Use), en

    • het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw gecertificeerd is middels een certificatiesysteem dat is goedgekeurd door het Timber Procurement Assessment Committee en waarvoor de aannemer(s) in het bezit is (zijn) van een ‘Chain of Custody’-certificaat van een certificatiesysteem dat door het Timber Procurement Assessment Committee is goedgekeurd,

  • b. bestaande uit: een utiliteitsgebouw en (eventueel) voor renovatie noodzakelijke apparatuur of bouwkundige werken, die noodzakelijk zijn om te voldoen aan bovengenoemde eisen.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 10.000.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

Toelichting: Informatie over de Dutch Green Building Council kan worden gevonden op www.dgbc.nl. Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is te vinden op www.tpac.smk.nl of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is te vinden op www.keurhout.nl. Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.

B 1025

Duurzaam nieuw of gerenoveerd gebouw volgens GPR Gebouw 4

  • a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12 (bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw, niet zijnde een stal, een kas of een datacenter, waarvan is vastgesteld dat:

    • het voldoet aan de eisen van de maatlat van GPR Gebouw 4 met een score van ten minste 7,5 voor de thema’s Energie, Gezondheid, Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde en ten minste 7,0 voor Milieu, wat blijkt uit een uitdraai van de GPR Gebouw berekening, welke is opgesteld of gevalideerd door een GPR Gebouw Expert volgens de Procedure Kwaliteitsborging GPR Gebouw berekening en welke na oplevering van het gebouw gevalideerd is door een GPR Gebouw Expert, en

    • het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw, gecertificeerd is middels een certificatiesysteem dat door het Timber Procurement Assessment Committee is goedgekeurd en waarvoor de aannemer(s) in het bezit is (zijn) van een ‘Chain of Custody’-certificaat van een certificatiesysteem dat door het Timber Procurement Assessment Committee is goedgekeurd,

  • b. bestaande uit: een utiliteitsgebouw en (eventueel) voor renovatie noodzakelijke apparatuur of bouwkundige werken, die noodzakelijk zijn om te voldoen aan bovengenoemde eisen.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 5.000.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

Toelichting: Informatie over GPR Gebouw 4 kan worden gevonden op www.gprgebouw.nl. Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is te vinden op www.tpac.smk.nl of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is te vinden op www.keurhout.nl. Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.

B 1026

Nieuw gebouw of (mobiel) verblijf voor gecertificeerde dienstverlening of productie

  • a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie) of 12 (bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw, niet zijnde een stal, een kas of een datacenter,

    • door het verlenen van milieuvriendelijke diensten of het produceren van milieuvriendelijke producten met of in het nieuwe gebouw of mobiel verblijf,

    • voor bedrijven waarbij de door de gebouweigenaar verrichte dienstverlening of productie voldoet aan de eisen van bedrijfsmiddel A 1010, A 1011, B 1012, B 1087, B 1088, F 1089, B 1098, A 1101, F 1147, A 1148 of B 1149, wat blijkt uit een certificaat voor de betreffende dienstverlening of productie,

    • waarbij het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw gecertificeerd is middels een certificatiesysteem dat is goedgekeurd door het Timber Procurement Assessment Committee en waarvoor de aannemer(s) in het bezit is (zijn) van een ‘Chain of Custody’-certificaat van een certificatiesysteem dat door het Timber Procurement Assessment Committee is goedgekeurd, en

    • dat een Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) van ten hoogste 0,85 (Ep;tot /Ep;admin ≤ 0,85) heeft en waarbij de uitwendige scheidingsconstructie een warmteweerstand over de constructie (Rc) heeft die groter is dan 3,5 m2K/W en de ramen, deuren en kozijnen een warmtedoorlatingscoëffficiënt (U) hebben die kleiner is dan 2,2 W/m2K. Als er geen sprake is van een wettelijke verplichting ten aanzien van de EPC dient het gebouw ten minste aan de bovengenoemde Rc- en U-waarden te voldoen,

  • b. bestaande uit: een nieuw gebouw of (mobiel) verblijf, inclusief apparatuur.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 2.000.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

Toelichting: Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is te vinden op www.tpac.smk.nl of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is te vinden op www.keurhout.nl. Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.

De aftopping van € 2.000.000 geldt per bedrijfsmiddel. In dit geval geldt de aftopping daarom per gebouw of (mobiel) verblijf.

F 1030

Duurzaam vaartuig

  • a. bestemd voor: het vervoer van goederen of personen over binnenwateren of voor het bestrijden van calamiteiten op binnenwateren met een vaartuig, dat voldoet aan de volgende criteria:

    • 1. de romp voldoet aan de eisen van bedrijfsmiddel B 1032,

    • 2. als het vaartuig een eigen energieopwekking of aandrijving heeft, is dit een duurzame energieopwekking respectievelijk aandrijving als bedoeld in bedrijfsmiddel B 1031, en

    • 3. als op het vaartuig huishoudelijk afvalwater vrijkomt wordt dit opgevangen volgens de eisen van bedrijfsmiddel B 7094 of behandeld in een installatie die voldoet aan de eisen van bedrijfsmiddel B 7091,

  • b. bestaande uit: een vaartuig.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 900.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

Toelichting: Zowel binnenvaartschepen, duwbakken, schepen zonder eigen voortstuwing als rondvaartboten kunnen onder deze omschrijving vallen.

B 1031

Duurzame energieopwekking en aandrijving voor een binnenvaartschip

  • a. bestemd voor: de energievoorziening of aandrijving van een binnenvaartschip voor het vervoer van personen of goederen over binnenwateren of voor het bestrijden van calamiteiten op binnenwateren met een installatie, die voldoet aan de volgende criteria, waarbij de eigenaar van het schip met meetrapporten of certificaten aantoont dat aan de vereiste specificaties wordt voldaan. Voor de energieopwekking en aandrijving van het schip geldt dat:

    • 1. de hoofdmotor bestaat uit één van de volgende alternatieven:

      • a. een elektromotor of vloeibaar aardgasmotor (LNG) of samengeperst aardgasmotor (CNG),

      • b. een dual fuel motor: een motor die werkt op basis van een mengsel van diesel en aardgas als brandstof,

      • c. een motor die voldoet aan de eisen van CCR fase 2 en voorzien is van een nageschakeld systeem voor deeltjesverwijdering (gecertificeerd roetfilter) als bedoeld in bedrijfsmiddel A 4086 en een NOx-reductiesysteem als bedoeld in bedrijfsmiddel F 2133,

      • d. een motor die voldoet aan de eisen gesteld aan de motoren van fase IIIa als bedoeld in Richtlijn nr. 2004/26/EG van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 tot wijziging van richtlijn 97/68/EG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (PbEU 2004, L 225), of

      • e. een diesel-geïntegreerd elektrisch systeem voor voorstuwing en de overige vermogensbehoefte, waarbij de dieselmotor ten minste voldoet aan de eisen gesteld onder c of d,

    • 2. het hulpvermogen uit de volgende voorzieningen bestaat:

      • a. als het hulpvermogen niet gegenereerd wordt door een diesel-geïntegreerd elektrisch systeem, een systeem als bedoeld in onderdeel a, onder 1, onderdeel a, b, c of d, en

      • b. een aansluitvoorziening voor het betrekken van walstroom, als bedoeld in bedrijfsmiddel G 2211,

    • 3. de aandrijving/voortstuwing:

      • a. asloos is of de afdichting van de schroefaskoker zo plaatsvindt, dat geen olie of vet in het water terechtkomt, bijvoorbeeld met een retourvetsysteem of een systeem gesmeerd met water, bio-olie of biovet, en

      • b. wordt gerealiseerd door één van de volgende technieken:

        • een (roer)propeller: een constructie, waarbij de schroef is bevestigd aan een verticale as, die 360 graden gedraaid kan worden,

        • een contraroterende propeller,

        • een straalbuis: een schroef die aangebracht is in een koker,

        • een vector oppervlakteschroef, of

        • een aangepaste keerkoppeling bij dubbele scheepsschroef die het mogelijk maakt dat bij het varen met één aangedreven schroef de niet aangedreven schroef vrij kan meedraaien,

    • 4. het stuurwerk aan de volgende eisen voldoet:

      • a. de afdichting van de hennegatkoker vindt zo plaats, dat geen olie of vet in het water terecht komt, bijvoorbeeld met een retourvetsysteem of een systeem gesmeerd met water, bio-olie of biovet, en

      • b. er is een energiebesparend roersysteem bestaande uit: een spoilersysteem (per schroef tweeroerensysteem met vaste spoiler, of een drieroerensysteem, waarbij de spoiler of het kleine middenroer is geplaatst op de hartlijn van de schroefas) of een dolfijnroer-, of roerpropeller-, of contraroterend roerpropellersysteem,

  • b. bestaande uit: een motor, een aandrijving, een stuurinstallatie, (eventueel) een generator en (eventueel) nageschakelde technieken.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 1.000.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

Toelichting: Elektrische, hybride of gasmotoren voor een binnenvaartschip kunnen worden gemeld onder F 5060. Onder aardgas wordt ook verstaan biogas dat tot aardgaskwaliteit of beter is opgewerkt.

Voor informatie over bio-olie en biovet zie onder 6 van paragraaf 1 van deze bijlage. Meer informatie over bio-olie en biovet is ook te vinden op www.biosmeermiddelen.nl.

Dit bedrijfsmiddel kan bijdragen aan het behalen van een Green Award-certificaat. Zie www.greenaward.org voor de voorwaarden.

B 1032

Duurzame romp van een binnenvaartschip

  • a. bestemd voor: het vervoer van goederen of personen over binnenwateren, of voor het bestrijden van calamiteiten op binnenwateren, met een schip waarvan de romp voldoet aan onderstaande criteria, waarbij de eigenaar van het schip met meetrapporten of certificaten aantoont dat aan de vereiste specificaties wordt voldaan. De romp van het schip:

    • 1. bestaat uit kunststof of is voorzien van een milieuvriendelijke antifouling, als bedoeld in bedrijfsmiddel F 7080,

    • 2. heeft glad afgewerkte ankers en kluizen als het schip is voorzien van kluisankers,

    • 3. heeft een beschermingssysteem tegen corrosie dat geen offeranodes bevat, zoals opgedrukte stroom, als een beschermingssysteem tegen corrosie wordt gebruikt, en

    • 4. heeft een kunststof of stalen buikdenning, als een buikdenning wordt toegepast,

  • b. bestaande uit: een metalen of kunststof romp van het binnenvaartschip, (eventueel) een milieuvriendelijke antifouling, (eventueel) een beschermingssysteem tegen corrosie en (eventueel) een buikdenning.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 500.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

Toelichting: Een kunststof of stalen buikdenning voor een bestaand binnenvaartschip kan afzonderlijk worden gemeld onder E 7103.

F 1040

Productiesysteem voor algen

  • a. bestemd voor: het produceren van algen, waarbij de geproduceerde algen worden ingezet als grondstof voor het kweken van vis, schaal- of schelpdieren of het produceren van hoogwaardige grondstoffen voor onder meer bestrijdingsmiddelen, voedingsmiddelen, cosmetica of farmaceutica, waarbij het restproduct eventueel een energietoepassing krijgt,

  • b. bestaande uit: (eventueel) een bioreactor, (eventueel) een open zee-systeem, (eventueel) een doseersysteem, (eventueel) een behandelingseenheid voor recirculatie of hergebruik van de voedingsoplossing, (eventueel) een oogstsysteem en (eventueel) apparatuur voor verwerking tot grondstof.

F 1041

Vergistingsinstallatie met algenreactor

  • a. bestemd voor: het vergisten van organische reststromen en/of mest, waarbij:

    • het digestaat als voeding dient voor de algenreactor,

    • de geproduceerde algen worden ingezet als (grondstof voor) veevoer, biobrandstof of voor hoogwaardigere toepassingen, en

    • het restproduct eventueel een energietoepassing krijgt,

  • b. bestaande uit: een vergister, een productiesysteem voor algen, (eventueel) mestvoorbewerkingsapparatuur, (eventueel) een doseersysteem, (eventueel) een behandelingseenheid voor recirculatie of hergebruik van de voedingsoplossing, (eventueel) een oogstsysteem, (eventueel) apparatuur voor verwerking tot grondstof, (eventueel) een gasmotor, (eventueel) een generator en (eventueel) biogasopwerkingsapparatuur.

A 1042

Algen-, wieren- of eendenkroossysteem

  • a. bestemd voor: het verwerken van afvalwater of dierlijke mest door biologische afbraak door algen, wieren of eendenkroos, waarbij de algen, wieren of het eendenkroos geoogst worden,

  • b. bestaande uit: (eventueel) voorscheidingsapparatuur, een vloeistofdicht bassin, een schoepenrad of een pomp, een continu meetsysteem en oogstapparatuur.

F 1043

Kroosverwijderinstallatie

  • a. bestemd voor: het verwijderen van kroos uit watergangen door een automatisch werkend en drijvend apparaat, waarbij het verwijderde kroos wordt verwerkt tot veevoer of een ander hoogwaardig product en waarbij het restproduct eventueel een energietoepassing krijgt,

  • b. bestaande uit: een schoepenwiel, drijvers, een motor, (eventueel) zonnepanelen, (eventueel) een accu en een transportband.

B 1044

Productieapparatuur voor zilte teelt

  • a. bestemd voor: het telen van zilte gewassen zonder dat gebruik gemaakt wordt van bestrijdingsmiddelen en andere chemische toevoegingen, en waarbij de zilte teelt is toegestaan volgens de vigerende milieuvergunning of omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht,

  • b. bestaande uit: (aanpassing van) productieapparatuur die noodzakelijk is voor de teelt van zilte gewassen.

B 1050

Werf voor het uitsluitend milieuvriendelijk demonteren van zeeschepen, -platforms of binnenvaartschepen

  • a. bestemd voor: het selectief en milieuvriendelijk demonteren van zeeschepen, zeeplatforms en eventueel binnenvaartschepen door een werf die gecertificeerd is volgens ISO 14001:2004 en waarbij alle milieubelastende verontreinigingen conform ISO- en/of NEN-normen worden verwijderd,

  • b. bestaande uit: demontage-apparatuur, straalapparatuur, een hydraulische staalpers, apparatuur voor brandpreventie, stoomheaters voor zware olie, een ballastwaterbehandelingsinstallatie, opslagtanks voor vrijkomende vloeistoffen, een reinigingsinstallatie voor vloeistoftanks, een asbestverwijderingsinstallatie, een asbestdecontaminatie-eenheid met stoffilterinstallatie, een verschrottingsinstallatie, een rookgasbehandelingssysteem en vloeistofdichte vloeren.

F 1060

Gewichtsbesparende funderingspaal

  • a. bestemd voor: het funderen van gebouwen of kunstwerken met een betonnen heipaal die:

    • voldoet aan BRL 2352 van 1 december 2008, en

    • is voorzien van een gewichtsbesparend element waardoor de heipaal ten minste 20% lichter is dan een conventionele betonpaal,

  • b. bestaande uit: een betonnen heipaal met een gewichtsbesparend element, (eventueel) een warmtewisselend element en (eventueel) een aansluiting op betonkernactiverend systeem.

F 1070

Houtmodificatie-installatie

  • a. bestemd voor: het chemisch of thermisch modificeren van hout waardoor de duurzaamheid van het hout wordt verhoogd zonder toepassing van houtverduurzamingsmiddelen door een installatie die voldoet aan de eisen van de BRL 0605 van 31 maart 2003 "Gemodificeerd Hout",

  • b. bestaande uit: een houtmodificatie-installatie.

D 1080

Rijsimulator

  • a. bestemd voor: het lesgeven in rijvaardigheid door autorijscholen met een rijsimulator,

  • b. bestaande uit: een rijsimulator, bedieningsmiddelen, LCD-projectoren en een computer.

B 1087

Kas voor milieuvriendelijke productie met Milieukeur

  • a. bestemd voor: het milieuvriendelijk produceren van gewassen of producten in een kas volgens de eisen van Milieukeur Plantaardige producten uit de bedekte teelt, en,

    • waarvan is vastgesteld dat de productie in de kas voldoet aan de eisen van die Milieukeur, wat blijkt uit een certificaat Milieukeur dat is afgegeven door de daartoe bevoegde instantie, en

    • waarvoor in geval van een nieuw op te richten opstand van een glastuinbouwbedrijf als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer door het bevoegde gezag voor de opstand een (ontwerp) omgevingsvergunning voor bouwen is afgegeven die rechtsgeldig is ten tijde van de melding,

  • b. bestaande uit: een kas (kasdek en gevels), teelttechnische en klimaattechnische voorzieningen, exclusief assimilatiebelichting, cyclische belichting, bedrijfsruimte(n) en voorzieningen voor het opslaan of produceren van CO2, elektriciteit of warmte.

Toelichting: Informatie over de genoemde Milieukeur kan worden gevonden op www.smk.nl.

De (ontwerp) omgevingsvergunning voor bouwen die voor nieuw op te richten glasopstanden is vereist, moet door het bevoegd gezag zijn afgegeven voordat de melding wordt gedaan. De afgegeven vergunning hoeft dus niet onherroepelijk te zijn. Een eventuele bezwaar- en beroepsprocedure hoeft niet te worden afgewacht.

Een gebouw (niet zijnde een kas) waarin bedekte teelt plaatsvindt, kan worden gemeld onder B 1026. Apparatuur of civieltechnische werken die bijdragen aan de duurzaamheidseisen van de genoemde Milieukeur en die geen onderdeel zijn van de kas, kunnen worden gemeld onder A 1148.

B 1088

Kas voor biologische teelt

  • a. bestemd voor: het bedrijfsmatig telen van gewassen in een kas volgens de voorschriften van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007, wat blijkt uit een door Skal afgegeven certificaat Biologische Productie Nederland, en waarvoor in geval van een nieuw op te richten opstand van een glastuinbouwbedrijf als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer door het bevoegde gezag voor de opstand een (ontwerp) omgevingsvergunning voor bouwen is afgegeven die rechtsgeldig is ten tijde van de melding,

  • b. bestaande uit: een kas (kasdek en gevels), teelttechnische of klimaattechnische voorzieningen, exclusief assimilatiebelichting, cyclische belichting, bedrijfsruimte(n), scherminstallaties en voorzieningen voor het opslaan en produceren van CO2, elektriciteit of warmte.

Toelichting: Informatie over het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 kan worden gevonden op www.skal.nl.

De (ontwerp) omgevingsvergunning voor bouwen die voor nieuw op te richten glasopstanden is vereist, moet door het bevoegd gezag zijn afgegeven voordat de melding wordt gedaan. De afgegeven vergunning hoeft niet onherroepelijk te zijn. Een eventuele bezwaar- en beroepsprocedure hoeft dus niet te worden afgewacht.

F 1089

Groen Label Kas voor biologische teelt of milieuvriendelijke productie met Milieukeur

  • a. bestemd voor: het bedrijfsmatig telen van gewassen in een kas waarvan is vastgesteld dat deze voldoet aan de eisen van bedrijfsmiddel A 1090, indien het bedrijfsmatig telen van gewassen plaatsvindt volgens:

    • 1. de voorschriften van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007, wat blijkt uit een door Skal afgegeven certificaat Biologische Productie Nederland, of

    • 2. volgens de eisen van Milieukeur Plantaardige producten uit de bedekte teelt, wat blijkt uit een certificaat Milieukeur dat afgegeven is door een daartoe bevoegde instantie,

  • b. bestaande uit: een kas (kasdek en gevels), teelttechnische of klimaattechnische voorzieningen, exclusief assimilatiebelichting, cyclische belichting, bedrijfsruimte(n), scherminstallaties en voorzieningen voor het opslaan en produceren van CO2, elektriciteit of warmte.

Toelichting: Informatie over het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 kan worden gevonden op www.skal.nl. Informatie over de genoemde Milieukeur kan worden gevonden op www.smk.nl.

Apparatuur of civieltechnische werken die bijdragen aan de duurzaamheidseisen van de genoemde Milieukeur en die geen onderdeel zijn van de kas, kunnen worden gemeld onder A 1148.

A 1090

Groen Label Kas

  • a. bestemd voor: het bedrijfsmatig telen van gewassen in een Groen Label Kas waarbij wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • er is vastgesteld dat de kas voldoet aan de eisen van het Certificatieschema Groen Label Kas 10 (GLK10), met een minimumniveau van 85 punten voor extensieve teelt en 115 punten voor intensieve teelt. Dat voldaan wordt aan de eisen van het Certificatieschema Groen Label Kas 10 (GLK10) blijkt uit een te overleggen voorlopig certificaat GLK10 dat voor de meldingsdatum is afgegeven door een door de Raad van Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie,

    • voor alle kassen die onder de criteria voor extensieve teelt worden gecertificeerd bij definitieve oplevering moet worden aangetoond dat het totale energieverbruik op basis van ten minste 1 jaar teelt minder is geweest dan 25 kubieke meter aardgasequivalenten per vierkante meter per jaar. De tuinder toont dit aan door na 1 jaar teelt het werkelijke energiegebruik van het voorgaande jaar te laten controleren op basis van facturen en meetgegevens en de gegevens in het energiecertificaat,

    • voor een nieuw op te richten opstand van een glastuinbouwbedrijf als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer is door het bevoegde gezag voor de opstand een (ontwerp) omgevingsvergunning voor bouwen afgegeven die rechtsgeldig is ten tijde van de melding,

    • binnen drie jaar na afgifte van het voorlopig certificaat GLK10 wordt een definitief certificaat GLK10 overgelegd, dan wel binnen vier jaar wordt een definitief certificaat overgelegd volgens de dan vigerende maatlat Groen Label Kas en de bijbehorende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,

  • b. bestaande uit: een kas (kasdek en gevels) en teelttechnische en klimaattechnische voorzieningen.

De investering in de Groen Label Kas komt ten hoogste voor het volgende bedrag per vierkante meter gecertificeerd teeltoppervlak in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen:

Gewasgroep

€/m2 intensieve teelt

€/m2 extensieve teelt

Groenten

110

120

Bloemen

170

145

Potplanten

190

160

Uitgangsmateriaal

230

160

Toelichting: De (ontwerp) omgevingsvergunning voor bouwen die voor nieuw op te richten glasopstanden is vereist, moet door het bevoegd gezag zijn afgegeven voordat de melding wordt gedaan. De afgegeven vergunning hoeft dus niet onherroepelijk te zijn. Een eventuele bezwaar- en beroepsprocedure hoeft niet te worden afgewacht.

Het Certificatieschema Groen Label Kas 10 (GLK10) ligt ter inzage in de bibliotheek van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Het certificatieschema is ook te downloaden via www.groenlabelkas.nl.

F 1091

Groen Label Kas met duurzame viskwekerij

  • a. bestemd voor: het gecombineerd bedrijfsmatig telen van gewassen en kweken van vis, waarbij uitwisseling van water, warmte en CO2 plaatsvindt en waarvan is vastgesteld dat,

    • de kas voldoet aan de eisen van bedrijfsmiddel A 1090, en

    • de viskwekerij voldoet aan de eisen van bedrijfsmiddel F 7048,

  • b. bestaande uit: een kas (kasdek en gevels), een viskwekerij, teelttechnische en klimaattechnische voorzieningen, exclusief assimilatiebelichting, cyclische belichting, een bedrijfsruimte, de ruimten bedoeld voor het personeel, scherminstallaties en voorzieningen voor het opslaan of produceren van CO2, elektriciteit of warmte.

B 1098

Stal voor milieuvriendelijke productie met Milieukeur

  • a. bestemd voor: het milieuvriendelijk houden van dieren in een stal volgens de eisen van Milieukeur en waarvan is vastgesteld dat de bedrijfsvoering in de stal voldoet aan de eisen van Milieukeur, wat blijkt uit een certificaat Milieukeur dat is afgegeven door de daartoe bevoegde instantie,

  • b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting, klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen, mestafvoer en -opslag en een hygiënesluis, exclusief ruimten en onderdelen bedoeld voor het personeel, het verzamelen, verwerken en het opslaan van de (eind)producten, waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een binnenruimte of een gedeeltelijk omsloten overdekte buitenruimte als bedoeld in hoofdstuk 2 van NEN 2580:2007.

Toelichting: Informatie over Milieukeur kan worden gevonden op www.smk.nl.

Apparatuur of civieltechnische werken die bijdragen aan de duurzaamheidseisen van Milieukeur en geen onderdeel zijn van de stal, kunnen worden gemeld onder A 1148.

A 1099

Proefstal

  • a. bestemd voor: het houden van dieren in een stalsysteem waarvoor een bijzondere emissiefactor is vastgesteld als bedoeld in artikel 3 van de Regeling ammoniak en veehouderij en waarbij wordt voldaan aan de meetverplichtingen bedoeld in die regeling,

  • b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting, klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen, mestafvoer en -opslag en een hygiënesluis, exclusief ruimten en onderdelen bedoeld voor personeel, het verzamelen, verwerken en het opslaan van de (eind)producten, waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een binnenruimte of een gedeeltelijk omsloten overdekte buitenruimte als bedoeld in hoofdstuk 2 van NEN 2580:2007.

Toelichting: Meer informatie over de proefstalregeling kan worden gevonden op www.agentschapnl.nl/rav.

A 1101

Stal voor biologische veehouderij met vermindering van de ammoniakemissie

  • a. bestemd voor: het houden van vee in een bedrijf dat dierlijke landbouwproducten produceert volgens de voorschriften van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007, wat blijkt uit een door Skal afgegeven certificaat Biologische Productie Nederland, en waarbij in de stal eenzelfde ammoniakemissiearme staltechniek wordt toegepast als in een huisvestingssysteem,

    • 1. dat is opgenomen in bijlage 1 bij de Regeling ammoniak en veehouderij en niet is aangemerkt als een overig huisvestingssysteem, of

    • 2. waarvoor een bijzondere emissiefactor is vastgesteld als bedoeld in artikel 3 van de Regeling ammoniak en veehouderij,

  • b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting, klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen, mestafvoer- en opslag en een hygiënesluis, exclusief ruimten en onderdelen bedoeld voor het personeel, het verzamelen, verwerken en het opslaan van de (eind)producten, waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een binnenruimte of een gedeeltelijk omsloten overdekte buitenruimte als bedoeld in hoofdstuk 2 van NEN 2580:2007.

Toelichting: Informatie over het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 kan worden gevonden op www.skal.nl.

A 1103

Duurzame melkveestal

  • a. bestemd voor: het houden van melkvee in een stal waarvan is vastgesteld dat de stal voldoet aan de eisen van de Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 4, onderdeel MDV 7 – melkveestallen, wat blijkt uit een stal(ontwerp)certificaat MDV 7 dat voor de meldingsdatum is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij binnen twee jaar na afgifte van het stalontwerpcertificaat een stalcertificaat wordt overgelegd, dan wel binnen drie jaar een stalcertificaat wordt overgelegd volgens de dan vigerende Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur en de bijbehorende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,

  • b. bestaande uit: besloten ruimten waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting, klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen en een mestafvoer en -opslag, waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een binnenruimte of een gedeeltelijk omsloten overdekte buitenruimte als bedoeld in hoofdstuk 2 van NEN 2580:2007.

De investering in een duurzame melkveestal komt ten hoogste voor het volgende bedrag per gecertificeerde dierplaats in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen:

0–3 punten extra:

€ 4.400 per dierplaats

4–10 punten extra:

€ 4.800 per dierplaats

> 10 punten extra:

€ 5.200 per dierplaats.

Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur ligt ter inzage in de bibliotheek van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Het certificatieschema is ook te downloaden via www.smk.nl. Op deze site zijn tevens de vigerende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.

De investeringen in jongvee-ruimten mogen worden gebruikt ter onderbouwing van het maximum bedrag tot een maximum van eenzelfde aantal jongveeplaatsen als het aantal melkveeplaatsen waarvoor is gecertificeerd.

A 1104

Duurzame vleeskalverenstal

  • a. bestemd voor: het houden van vleeskalveren in een stal waarvan is vastgesteld dat de stal voldoet aan de eisen van de Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 4, onderdeel MDV 7 – vleeskalverstallen, wat blijkt uit een stal(ontwerp)certificaat MDV 7 dat voor de meldingsdatum is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij binnen twee jaar na afgifte van het stalontwerpcertificaat een stalcertificaat wordt overgelegd dan wel binnen drie jaar een stalcertificaat wordt overgelegd volgens de dan vigerende Maatlat Duurzame Veehouderij en de bijbehorende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,

  • b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting, klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen, mestafvoer en -opslag en een hygiënesluis, exclusief ruimten en onderdelen bedoeld voor het personeel, het verzamelen, verwerken en het opslaan van de (eind)producten, waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een binnenruimte of een gedeeltelijk omsloten overdekte buitenruimte als bedoeld in hoofdstuk 2 van NEN 2580:2007.

Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij ligt ter inzage in de bibliotheek van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Het certificatieschema is ook te downloaden via www.smk.nl. Op deze site zijn tevens de vigerende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.

A 1113

Duurzame varkensstal

  • a. bestemd voor: het houden van varkens in een stal waarvan is vastgesteld dat de stal voldoet aan de eisen van de Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 4, onderdeel MDV 7 – varkensstallen, wat blijkt uit een stal(ontwerp)certificaat MDV 7 dat voor de meldingsdatum is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij binnen twee jaar na afgifte van het stalontwerpcertificaat een stalcertificaat wordt overgelegd, dan wel binnen drie jaar een stalcertificaat wordt overgelegd volgens de dan vigerende Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur en de bijbehorende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,

  • b. bestaande uit: besloten ruimten waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting, klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen en een mestafvoer en -opslag, waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een binnenruimte of een gedeeltelijk omsloten overdekte buitenruimte als bedoeld in hoofdstuk 2 van NEN 2580:2007.

De investering in een duurzame varkensstal komt ten hoogste voor het volgende bedrag per gecertificeerde dierplaats in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen:

Vleesvarkens

0–5 punten extra:

€ 400 per dierplaats

6–10 punten extra:

€ 450 per dierplaats

>10 punten extra:

€ 500 per dierplaats

Gespeende biggen

0–1 punten extra:

€ 200 per dierplaats

2–5 punten extra:

€ 215 per dierplaats

> 5 punten extra:

€ 225 per dierplaats

Guste en dragende zeugen

0–1 punten extra:

€ 1.000 per dierplaats

2–3 punten extra:

€ 1.200 per dierplaats

> 3 punten extra:

€ 1.400 per dierplaats

Kraamzeugen

0–3 punten extra:

€ 2.500 per dierplaats

4–6 punten extra:

€ 3.000 per dierplaats

> 6 punten extra:

€ 3.500 per dierplaats

Dekberen

≥ 0 punten extra:

€ 3.400 per dierplaats.

Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur ligt ter inzage in de bibliotheek van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Het certificatieschema is ook te downloaden via www.smk.nl. Op deze site zijn tevens de vigerende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.

A 1122

Duurzame konijnen-, eenden- of kalkoenenstal

  • a. bestemd voor: het houden van konijnen, eenden of kalkoenen in een stal waarvan is vastgesteld dat de stal voldoet aan de eisen van de Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 4, onderdeel MDV 7 – konijnenstallen of pluimveestallen, onderdeel eenden- of kalkoenenstal, wat blijkt uit een stal(ontwerp)certificaat MDV 7 dat voor de meldingsdatum is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij binnen twee jaar na afgifte van het stalontwerpcertificaat een stalcertificaat wordt overgelegd dan wel binnen drie jaar een stalcertificaat wordt overgelegd volgens de dan vigerende Maatlat Duurzame Veehouderij en de bijbehorende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,

  • b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting, klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen, mestafvoer en -opslag en een hygiënesluis, exclusief ruimten en onderdelen bedoeld voor het personeel, het verzamelen, verwerken en het opslaan van de (eind)producten, waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een binnenruimte of een gedeeltelijk omsloten overdekte buitenruimte als bedoeld in hoofdstuk 2 van NEN 2580:2007.

Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij ligt ter inzage in de bibliotheek van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Het certificatieschema is ook te downloaden via www.smk.nl. Op deze site zijn tevens de vigerende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.

A 1123

Duurzame pluimveestal

  • a. bestemd voor: het houden van pluimvee, niet zijnde eenden of kalkoenen, in een stal waarvan is vastgesteld dat de stal voldoet aan de eisen van de Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 4, onderdeel MDV 7 – pluimveestallen, wat blijkt uit een stal(ontwerp)certificaat MDV 7 dat voor de meldingsdatum is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij binnen twee jaar na afgifte van het stalontwerpcertificaat een stalcertificaat wordt overgelegd, dan wel binnen drie jaar een stalcertificaat wordt overgelegd volgens de dan vigerende Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur en de bijbehorende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,

  • b. bestaande uit: besloten ruimten waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting, klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen en een mestafvoer en -opslag, waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een binnenruimte of een gedeeltelijk omsloten overdekte buitenruimte als bedoeld in hoofdstuk 2 van NEN 2580:2007.

De investering in een duurzame pluimveestal komt ten hoogste voor het volgende bedrag per gecertificeerde dierplaats in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen:

Opfok legouderdieren en leghennen

0–4 punten extra:

€ 18,50 per dierplaats

5–10 punten extra:

€ 21,50 per dierplaats

>10 punten extra:

€ 22,50 per dierplaats

Productie legouderdieren en leghennen

0–8 punten extra:

€ 25,00 per dierplaats

9–12 punten extra:

€ 28,00 per dierplaats

> 12 punten extra:

€ 31,50 per dierplaats

Opfok vleeskuikenouderdieren

0–4 punten extra:

€ 23,25 per dierplaats

5–10 punten extra:

€ 27,00 per dierplaats

> 10 punten extra:

€ 29,00 per dierplaats

Productie vleeskuikenouderdieren

0–4 punten extra:

€ 45,50 per dierplaats

5–10 punten extra:

€ 51,50 per dierplaats

> 10 punten extra:

€ 54,00 per dierplaats

Vleeskuikens

0–3 punten extra:

€ 14,00 per dierplaats

4–6 punten extra:

€ 15,50 per dierplaats

> 6 punten extra:

€ 17,50 per dierplaats.

Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur ligt ter inzage in de bibliotheek van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Het certificatieschema is ook te downloaden via www.smk.nl. Op deze site zijn tevens de vigerende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.

A 1140

Milieuvriendelijk product met certificaat

  • a. zijnde: een product dat voldoet aan de eisen van één van de onderstaande keurmerken, wat wordt aangetoond door een certificaat, met het juiste niveau, afgegeven door de daartoe bevoegde instantie:

  • b. bestaande uit: een product dat voldoet aan de duurzaamheidseisen van het betreffende keurmerk. Indien sprake is van gecertificeerde producten toegepast in de bouwfase van een gebouw komen per gebouw ten hoogste vier verschillende producten compleet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Voor informatie over generieke bedrijfsmiddelen zie onder 7 van paragraaf 1 van deze bijlage. Gezien de eisen die aan generieke bedrijfsmiddelen worden gesteld, luidt het advies voorafgaand aan een melding de MIA/Vamil-helpdesk te bellen voor overleg.

Producten zijn niet altijd bedrijfsmiddelen in fiscale zin. Alleen bedrijfsmiddelen die worden geactiveerd komen in aanmerking. Bijvoorbeeld gebruiksgoederen vallen hier niet onder. Vraag in geval van twijfel de Belastingtelefoon (0800-0543).

Dit bedrijfsmiddel betreft producten. De productieapparatuur hiervoor kan worden gemeld onder F 1147 of A 1148.

Investeringen in gebouwen voor milieuvriendelijke dienstverlening of productie kunnen worden gemeld onder B 1026.

A 1141

Duurzaam hout in (onderdelen van) een werk of een product

  • a. bestemd voor: het gebruik van duurzaam hout in een werk, een product of onderdelen hiervan, en het gebruikte hout:

    • 1. gecertificeerd is door middel van een certificatiesysteem dat door het Timber Procurement Assessment Committee is goedgekeurd en waarvoor de fabrikant en de eventuele aannemer(s) in het bezit is (zijn) van een ‘Chain of Custody’-certificaat van een certificatiesysteem dat door het Timber Procurement Assessment Committee is goedgekeurd, of

    • 2. niet-geïmpregneerd sloophout is waarvan bekend is van welke bron deze afkomstig is en waarbij dit geverifieerd kan worden met onder andere afvoerbonnen,

  • b. bestaande uit: (onderdelen van) een werk of (onderdelen van) een product van duurzaam hout conform het Timber Procurement Assessment Committee.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Voor informatie over generieke bedrijfsmiddelen zie onder 7 van paragraaf 1 van deze bijlage. Gezien de eisen die aan generieke bedrijfsmiddelen worden gesteld, luidt het advies voorafgaand aan een melding de MIA/Vamil-helpdesk te bellen voor overleg.

Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is te vinden op www.tpac.smk.nl of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is te vinden op www.keurhout.nl.

F 1147

Apparatuur of civieltechnische werken voor zeer duurzame dienstverlening of productie

  • a. bestemd voor: het verlenen van duurzame diensten of het uitsluitend produceren van duurzame producten volgens de eisen van één van de onderstaande keurmerken, wat wordt aangetoond door een certificaat met het juiste niveau, afgegeven in het jaar van investeren of uiterlijk 2 jaar daarna door de daartoe bevoegde instantie:

    • Cradle-to-Cradle, niveau Silver (zie www.cradletocradle.nl),

    • CO2-prestatieladder, niveau 5 voor een kleine onderneming in de zin van de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor milieubescherming (PbEU 2008, C 82), waarbij in geval van energiebesparing ook een ander milieuvoordeel wordt behaald (zie www.skao.nl),

    • Green Globe (zie www.greenglobe.nl),

    • Green Key, niveau goud (zie www.greenkey.nl), of

    • MVO-prestatieladder, niveau 5 (zie www.mvoprestatieladder.nl),

  • b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur of civieltechnische werken, die bijdragen aan de duurzaamheidseisen van het betreffende keurmerk en milieuvriendelijker zijn dan gangbaar in de branche, exclusief gebouwen en, in geval van nieuwbouw of grootschalige renovatie, gebouwgebonden apparatuur en appendages.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Voor informatie over generieke bedrijfsmiddelen zie onder 7 van paragraaf 1 van deze bijlage. Gezien de eisen die aan generieke bedrijfsmiddelen worden gesteld, luidt het advies voorafgaand aan een melding de MIA/Vamil-helpdesk te bellen voor overleg.

Zonder certificaat wordt ten tijde van de beoordeling door Agentschap NL ten minste een aanmeldbewijs van de certificerende instantie met het beoogde certificeringsniveau overlegd. Certificeringskosten melden kan alleen in combinatie met een investering.

De gehele investering die nodig is om bij te dragen aan de duurzaamheidseisen en daarmee een certificaat (op het juiste niveau) te verkrijgen en te behouden kan worden gemeld. Zie voor voorbeelden van investeringen en wat daarvan in aanmerking komt: www.agentschapnl.nl/miavamil onder ‘Onderwerpen toegelicht’ en vervolgens ‘Certificaten / Keurmerken’.

Investeringen in grootschalige renovatie van een gebouw of een nieuw gebouw voor milieuvriendelijke dienstverlening of productie kunnen worden gemeld onder B 1026. Milieuvriendelijke producten met een certificaat kunnen in aanmerking komen onder A 1140.

A 1148

Apparatuur of civieltechnische werken voor verregaande duurzame dienstverlening of productie

  • a. bestemd voor: het verlenen van duurzame diensten of het uitsluitend produceren van duurzame producten volgens de eisen van één van de onderstaande keurmerken, wat wordt aangetoond door een certificaat met het juiste niveau, afgegeven in het jaar van investeren of uiterlijk 2 jaar daarna door de daartoe bevoegde instantie:

    • Barometer in beheer bij SMK, niveau goud (zie www.smk.nl),

    • Blauwe Vlag (optionele maatregelen) (zie www.blauwevlag.nl),

    • CO2-prestatieladder, niveau 4 voor een kleine onderneming en niveau 5 voor een onderneming die niet een kleine onderneming is in de zin van de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor milieubescherming (PbEU 2008, C 82), waarbij in geval van energiebesparing ook een ander milieuvoordeel wordt behaald (zie www.skao.nl),

    • DUBOkeur (zie www.dubokeur.nl),

    • Europees Ecolabel (zie www.smk.nl),

    • Green Key, niveau zilver (zie www.greenkey.nl),

    • Keur Duurzame Bedrijfsvoering (zie www.bmwt.nl),

    • Milieukeur, niet zijnde (onderdelen van) een kas of een stal (zie www.smk.nl),

    • Metaalunie MVO-monitor, niveau koploper (zie mvo-monitor.metaalunie.nl), of

    • MVO-prestatieladder, niveau 4 (zie www.mvoprestatieladder.nl),

  • b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur of civieltechnische werken, die bijdragen aan de duurzaamheidseisen van het betreffende keurmerk en milieuvriendelijker zijn dan gangbaar in de branche, exclusief gebouwen en, in geval van nieuwbouw of grootschalige renovatie, gebouwgebonden apparatuur en appendages.

Toelichting: Een kas of een stal met Milieukeur kan gemeld worden onder respectievelijk B 1087 of B 1098. Voor een verdere toelichting zie onder F 1147.

B 1149

Apparatuur of civieltechnische werken voor verdergaande duurzame dienstverlening of productie

  • a. bestemd voor: het verlenen van duurzame diensten of het uitsluitend produceren van duurzame producten volgens de eisen van één van de onderstaande keurmerken, wat wordt aangetoond door een certificaat met het juiste niveau, afgegeven in het jaar van investeren of uiterlijk 2 jaar daarna door de daartoe bevoegde instantie:

    • Blauwe Vlag (verplichte maatregelen) (zie www.blauwevlag.nl),

    • Barometer in beheer bij SMK, niveau zilver (zie www.smk.nl),

    • CO2-prestatieladder, niveau 3 voor een kleine onderneming en niveau 4 voor een onderneming die niet een kleine onderneming is in de zin van de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor milieubescherming (PbEU 2008, C 82), waarbij in geval van energiebesparing ook een ander milieuvoordeel wordt behaald (zie www.skao.nl),

    • Green Key, niveau brons (zie www.greenkey.nl),

    • Milieubarometer (zie www.milieubarometer.nl),

    • Metaalunie MVO-monitor, niveau certificaat (zie mvo-monitor.metaalunie.nl),

    • MVO-prestatieladder, niveau 3 (zie www.mvoprestatieladder.nl), of

    • Super Supermarkt Keurmerk (zie www.supersupermarkt.nl),

  • b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur of civieltechnische werken, die bijdragen aan de duurzaamheidseisen van het betreffende keurmerk en milieuvriendelijker zijn dan gangbaar in de branche, exclusief gebouwen en, in geval van nieuwbouw of grootschalige renovatie, gebouwgebonden apparatuur en appendages.

Toelichting: zie onder F 1147.

E 1150

Apparatuur of civieltechnische werken voor duurzame dienstverlening of productie

  • a. bestemd voor: het verlenen van duurzame diensten of het uitsluitend produceren van duurzame producten volgens de eisen van één van de onderstaande keurmerken, wat wordt aangetoond door een certificaat met het juiste niveau, afgegeven in het jaar van investeren of uiterlijk 2 jaar daarna door de daartoe bevoegde instantie:

    • Barometer in beheer bij SMK, niveau brons (zie www.smk.nl),

    • CO2-prestatieladder, niveau 2 voor een kleine onderneming en niveau 3 voor een onderneming die niet een kleine onderneming is in de zin van de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor milieubescherming (PbEU 2008, C 82), waarbij in geval van energiebesparing ook een ander milieuvoordeel wordt behaald (zie www.skao.nl),

    • ‘Erkend Duurzaam Plus’ van Bovag (zie www.bovag.nl), of

    • MVO-prestatieladder, niveau 2 voor een klein bedrijf in de zin van de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor milieubescherming (PbEU 2008, C 82) (zie www.mvoprestatieladder.nl) of MVO-certificaat (zie www.de-mvowijzer.nl),

  • b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur of civieltechnische werken, die bijdragen aan de duurzaamheidseisen van het betreffende keurmerk en milieuvriendelijker zijn dan gangbaar in de branche, exclusief gebouwen en, in geval van nieuwbouw of grootschalige renovatie, gebouwgebonden apparatuur en appendages.

Toelichting: zie onder F 1147.

A 1160

Waterhydraulisch systeem

  • a. bestemd voor: het overbrengen van kracht met een hydraulisch systeem, waarbij water als hydrauliekvloeistof wordt toegepast. Aan het water mogen geen stoffen worden toegevoegd, anders dan vriespuntverlagende middelen bij systemen die beneden het vriespunt opereren,

  • b. bestaande uit: een hydrauliekpomp, besturings- en regelkleppen, een waterhydraulische hydromotor en een cilinder.

C 1170

Visvriendelijk en geluidarm waterkrachtsysteem

  • a. bestemd voor: het opwekken van energie door een niet-axiale rotor met watergesmeerde magnetische of kunststof lagers,

  • b. bestaande uit: een waterkrachtsysteem.

A 1190

Windgekoelde condensor

  • a. bestemd voor: het condenseren van koudemiddel in een koelinstallatie door buitenlucht zonder gebruik te maken van ventilatoren of spuiwater,

  • b. bestaande uit: een windgekoelde condensor.

A 1210

Gesloten beitsinstallatie voor roestvrijstalen producten

  • a. bestemd voor: het beitsen van roestvrijstalen producten voor herstel van de passieve chroomoxidehuid door in een afgesloten ruimte het product te besproeien met een beitsvloeistof zonder oxiderend zuur, waarbij de gebruikte beitsvloeistof en het spoelwater worden opgevangen en gerecirculeerd,

  • b. bestaande uit: een gesloten beitsinstallatie, een laadsysteem en een recirculatiesysteem.

F 1220

Driedimensionaal lasergraveerapparaat voor stempels

  • a. bestemd voor: het vervaardigen van stempels door de stempels driedimensionaal te graveren met een laser, voor:

    • het slaan van metalen voorwerpen zoals munten en penningen, waarbij de stempels niet gehard of verchroomd worden, of

    • het drukken van waardepapieren,

  • b. bestaande uit: laserapparatuur, een optiek en opto-mechanica.

F 1230

Textielverfmachine op basis van CO2

  • a. bestemd voor: het waterloos verven van textiel met superkritisch CO2, waarbij de gebruikte kleurstoffen hergebruikt kunnen worden,

  • b. bestaande uit: een droogverfinstallatie en een doseringseenheid voor superkritische CO2.

F 1240

Software voor duurzame productontwikkeling

  • a. bestemd voor: het, door een kleine of middelgrote onderneming (KMO) in de zin van de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor milieubescherming (PbEU 2008, C 82), verduurzamen van producten op basis van ontwerpsoftware, die ten minste 4 van de volgende milieuparameters inzichtelijk maakt:

    • fosfaatemissie,

    • SOx-emissie,

    • NOx-emissie,

    • CO2-emissie,

    • watergebruik,

    • energieverbruik, of

    • hergebruik van materialen of componenten,

  • b. bestaande uit: ontwerpsoftware.

F 2020

Kleinschalige stoomreformer voor waterstofproductie

  • a. bestemd voor: de lokale productie van industrieel waterstof of waterstof voor vervoerstoepassingen, waarbij:

    • 1. de waterstof gemaakt wordt uit biogas of biobrandstof, of

    • 2. de vrijkomende CO2 nuttig wordt toegepast of wordt opgeslagen,

  • b. bestaande uit: een reformer-reactor en een waterstofzuiveringseenheid.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 500.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

F 2030

CO2- of N2-vulstation voor transportkoeling

  • a. bestemd voor: het afleveren van vloeibare CO2 of stikstof als koelmiddel van cryogene koelinstallaties van vrachtwagens of vaartuigen voor transport van goederen,

  • b. bestaande uit: afleverkast of -zuil, pomp, bufferopslag en card reader.

Toelichting: Installaties voor het vullen van stationaire installaties met CO2 of stikstof komen niet in aanmerking.

F 2040

Waterstofafleverstation

  • a. bestemd voor: het afleveren van gasvormige waterstof als motorbrandstof voor voertuigen, waarbij de waterstof in gasvorm wordt geleverd aan het afleverstation,

  • b. bestaande uit: een afleverzuil, compressoren, een bufferopslag en (eventueel) een lokale waterstofzuiveringseenheid.

F 2041

Oplaadpunt voor elektrische voer- of vaartuigen

  • a. bestemd voor: het laden van accu’s van voer- of vaartuigen, die zijn voorzien van een geheel of gedeeltelijke elektrische hoofdaandrijving, aan het elektriciteitsnet, met zonnepanelen of met een brandstofcel,

  • b. bestaande uit: een oplaadsysteem, (eventueel) een meetsysteem, (eventueel) een betaalsysteem, (eventueel) een lockerkast met een stroomafnamepunt per locker, (eventueel) in de paal geïntegreerd zonnepaneel en (eventueel) een stekkerherkenningssysteem.

Toelichting: Onder voertuig wordt hier ook verstaan fiets of bromfiets.

F 2043

Accuwisselstation

  • a. bestemd voor: het volautomatisch verwisselen van accu’s van elektrische auto’s,

  • b. bestaande uit: een accuwisselstation en (eventueel) accu's.

B 2045

Afleverstation voor hoge blend biobrandstoffen

  • a. bestemd voor: het afleveren van de biobrandstoffen B30, B100, E85, E95, biomethanol of PPO als motorbrandstof voor voertuigen,

  • b. bestaande uit: een afleverzuil en een bufferopslag voor biobrandstof.

G 2050

Aardgasaflever- of aardgasvulpunt

  • a. bestemd voor: het afleveren van aardgas als motorbrandstof voor voer- of vaartuigen, door een installatie die, voor zover van toepassing, voldoet aan de eisen gesteld in de PGS 25: 2009, en waarbij ten minste de helft van de afleverpunten van de afleverkast- of zuil wordt gebruikt voor het afleveren van aardgas, waarbij onder aardgas ook wordt verstaan CNG, LNG en biogas dat tot aardgaskwaliteit of beter is opgewerkt,

  • b. bestaande uit: een afleverkast of -zuil, een compressor, een bufferopslag, (eventueel) een droger en (eventueel) een betaalsysteem, waarbij de compressor, (eventueel) een bufferopslag, droger en betaalsysteem alleen in aanmerking komen voor de milieu-investeringsaftrek voor zover deze worden gebruikt voor het opslaan, afleveren en betalen van aardgas.

Toelichting: PGS staat voor Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen.

F 2052

Bandenpomp

  • a. bestemd voor: het oppompen van banden van motorvoertuigen bij tankstations of parkeerplaatsen, waarbij de band via sensorgestuurde elektronica altijd op de juiste spanning wordt gebracht, waarbij rekening wordt gehouden met de temperatuur van de banden, het soort banden (zomer- of winterbanden) en de buitentemperatuur, en bovendien de gebruiker inzicht krijgt in de vermoedelijke brandstofbesparing,

  • b. bestaande uit: een bandenpomp en (eventueel) een zonnepaneel.

A 2055

Brandstofreinigingssysteem

  • a. bestemd voor: het reinigen van in een tank opslagen brandstof, waarbij water en bezinksel wordt verwijderd, bij:

    • 1. een tankstation voor de verkoop van brandstoffen;

    • 2. een thuistankinstallatie, waar per jaar vanuit de tank minder dan 100.000 liter wordt afgeleverd,

  • b. bestaande uit: een ontwateringseenheid, een pomp, een grof- en een fijnfilter.

F 2061

Onbemand, geautomatiseerd systeem voor het stallen en verhuren van fietsen

  • a. bestemd voor: het onbemand, automatisch uitgeven en innemen van verhuurfietsen of betaald stallen van fietsen, ten behoeve van voor- en natransport van reizigers,

  • b. bestaande uit: een inname- en uitgiftesysteem, een elektronisch pasleessysteem, een registratiesysteem, (eventueel) een accu-oplaadpunt, (eventueel) een transportmechanisme en (eventueel) een locatiezuil.

Toelichting: Computergestuurde kluizen, boxen en standaarden met slotsysteem voor fietsen komen ook in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

F 2069

Koolwaterstofemissiereducerende techniek (ten minste 75% vermindering)

  • a. bestemd voor: het verminderen van de emissie van koolwaterstoffen uit de rookgassen van stationaire gas- of dieselmotoren, waarbij de koolwaterstofemissie met ten minste 75% wordt gereduceerd, en waarbij de emissie van koolwaterstoffen ten hoogste 1.200 milligram per normaal kubieke meter (bij 3% O2) bedraagt,

  • b. bestaande uit: koolwaterstofemissiereducerende apparatuur of aanpassing van een bestaande motor en (eventueel) een roetfilter.

A 2070

Koolwaterstofemissiereducerende techniek (ten minste 50% vermindering)

  • a. bestemd voor: het verminderen van de emissie van koolwaterstoffen uit de rookgassen van stationaire gas- of dieselmotoren, waarbij de koolwaterstofemissie met ten minste 50% wordt gereduceerd, en waarbij de emissie van koolwaterstoffen ten hoogste 1.200 milligram per normaal kubieke meter (bij 3% O2) bedraagt,

  • b. bestaande uit: koolwaterstofemissiereducerende apparatuur of aanpassing van een bestaande motor en (eventueel) een roetfilter.

F 2101

Ontgassingsinstallatie voor transportcontainers

  • a. bestemd voor: het ontgassen van transportcontainers door afzuiging van lucht gevolgd door behandeling van de afgezogen lucht, ter voorkoming van emissie van ontsmettingsgassen of andere luchtverontreinigende stoffen naar de buitenlucht,

  • b. bestaande uit: een afzuiginstallatie, een filterinstallatie, gasdetectieapparatuur en (eventueel) gasnabehandelingsapparatuur.

B 2120

Luchtemissiebeperkende voorziening voor een bestaande stookinstallatie

  • a. bestemd voor: het verminderen van luchtzijdige emissies van een stookinstallatie die vóór 1 april 2010 in gebruik is genomen door toepassing van een nageschakelde techniek, waardoor de emissie van NOx, SO2, totaal stof of CxHy voldoet aan de emissiegrenswaarden gesteld in paragraaf 3.2.1 van het Activiteitenbesluit milieubeheer,

  • b. bestaande uit: emissiebeperkende nageschakelde techniek en (eventueel) aanpassing van een bestaande stookinstallatie.

Toelichting: Informatie over het Activiteitenbesluit milieubeheer is te vinden op www.infomil.nl. Technieken die emissies verder verminderen dan vereist is volgens het Activiteitenbesluit milieubeheer zijn te vinden in hoofdstuk 2, 3 en 4 van de Milieulijst, waarbij veelal een hoger financieel voordeel verkregen kan worden.

F 2130

Oxyfuel-verbrandingsinstallatie

  • a. bestemd voor: het verbranden van brandstoffen met zuivere zuurstof, met uitzondering van toepassingen in de be- en verwerking van metalen, metaalverbindingen en glas,

  • b. bestaande uit: een gasscheidingsinstallatie en (aanpassingen aan) een verbrandingsinstallatie.

A 2131

Selectieve katalytische reductie-installatie (SCR)

  • a. bestemd voor: het door chemische reductie omzetten van stikstofoxiden in afgassen van de onderstaande installaties:

    • een industriële proces- of verbrandingsinstallatie, waardoor de NOx-emissie lager is dan 50 milligram per normaal kubieke meter (bij 3% O2), gemeten volgens de Regeling meetmethoden emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A,

    • motoren van een zeeschip waarbij een NOx-verwijderingsrendement van ten minste 85% wordt bereikt, of

    • een industriële proces- of verbrandingsinstallatie op de BES-eilanden, Curaçao, Sint Maarten of Aruba, waarbij een NOx-verwijderingsrendement van ten minste 85% wordt bereikt,

  • b. bestaande uit: een katalysator en een ammoniak- of ureuminjectiesysteem.

Toelichting: Een Stoom- en Gasturbine (STEG) wordt gezien als een verbrandingsinstallatie en kan onder dit bedrijfsmiddel worden gemeld. Een SCR-installatie op een binnenvaartschip kan worden gemeld onder F 2133.

A 2132

Selectieve non-katalytische reductie-installatie (SNCR)

  • a. bestemd voor: het omzetten van NOx in afgassen van installaties met injectie van ureum of ammoniak door een reductie-installatie met een NOx-verwijderingsrendement van ten minste 85%, waardoor de NOx-emissie lager is dan 50 milligram per normaal kubieke meter (bij 3% O2), gemeten volgens de Regeling meetmethoden emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A,

  • b. bestaande uit: een ammoniak- of ureuminjectiesysteem.

F 2133

NOx-reductiesysteem voor een binnenvaartschip

  • a. bestemd voor: het verwijderen van NOx uit de afgassen van binnenvaartschepen door het uitrusten van de dieselmotoren met een NOx-reductiesysteem (retrofit) zoals een SCR-katalysator en waarbij,

    • de NOx-uitstoot niet meer bedraagt dan 2 gram per kilowattuur voor nieuwe motoren en 3 gram per kilowattuur voor bestaande motoren, en

    • de NOx-uitstoot kan worden aangetoond met een NOx-meetrapport waarbij de NOx-metingen uitgevoerd zijn conform het VERS-protocol of ISO 8178:1994,

  • b. bestaande uit: een NOx-reductiesysteem en (eventueel) NOx meetrapport.

Toelichting: Dieselmotoren op een binnenvaartschip die in aanmerking kunnen komen zijn voortstuwingsmotoren, boegschroeven, aggregaten en (beladings-)pompen. SCR-installaties voor motoren van een zeeschip kunnen worden gemeld onder A 2131.

Roetfilters kunnen geplaatst worden in combinatie met SCR-katalysatoren (retrofitinstallaties) zoals genoemd in F 2133. Roetfilters voor een binnenvaartschip kunnen worden gemeld onder A 4086.

Dit bedrijfsmiddel kan bijdragen aan het behalen van een Green Award-certificaat.

Zie www.greenaward.org voor de voorwaarden.

A 2138

Verwarmingsketel met geïntegreerde low-NOx-brander < 30 milligram per normaal kubieke meter

  • a. bestemd voor: het verwarmen van water met een ketel met een geïntegreerde brander, waarbij de rookgassen niet meer dan 30 milligram NOx per normaal kubieke meter (bij 3% O2) bevatten, gemeten volgens Scope 6 van de SCIOS-certificatieregeling, uitgave oktober 2009, waarbij géén correctie van de meetwaarden voor de meetonzekerheid wordt toegepast,

  • b. bestaande uit: een ketel met een geïntegreerde brander.

A 2139

Verwarmingsketel met low-NOx-voorzetbrander < 40 milligram per normaal kubieke meter

  • a. bestemd voor: het verwarmen van water of het produceren van lagedrukstoom (ten hoogste 5 bar en ten hoogste 110 °C) met een combinatie van een ketel en een voorzetbrander, waarbij de rookgassen niet meer dan 40 milligram NOx per normaal kubieke meter (bij 3% O2) bevatten, gemeten volgens Scope 6 van de SCIOS-certificatieregeling, uitgave oktober 2009, waarbij géén correctie van de meetwaarden voor de meetonzekerheid wordt toegepast,

  • b. bestaande uit: een voorzetbrander en een ketel.

B 2140

Verwarmingsketel met low-NOx-brander voor stoom of thermische olie < 60 milligram per normaal kubieke meter

  • a. bestemd voor: het produceren van hogedrukstoom (ten minste 5 bar) of het verwarmen van thermische olie met een combinatie van een ketel en een brander, waarbij de rookgassen niet meer dan 60 milligram NOx per normaal kubieke meter (bij 3% O2) bevatten, gemeten volgens Scope 6 van de SCIOS-certificatieregeling, uitgave oktober 2009, waarbij géén correctie van de meetwaarden voor de meetonzekerheid wordt toegepast,

  • b. bestaande uit: een brander en een ketel.

F 2152

Gekoelde dubbeldek–trailer

  • a. bestemd voor: het gekoeld transport van goederen, met uitzondering van het vervoer van levende dieren, met een trailer voorzien van een dubbele laadvloer ter vergroting van het te beladen oppervlak in de trailer, waarbij de koelinstallatie een cryogene koelinstallatie is of door de vrachtwagenmotor is aangedreven,

  • b. bestaande uit: een dubbeldek–trailer en een koelinstallatie.

F 2154

Vouwkisten voor bulktransport van bloembollen

  • a. bestemd voor: het in bulk vervoeren van bloembollen in kisten die invouwbaar zijn, zodat deze ten minste 75% minder ruimte innemen als de kisten leeg getransporteerd worden,

  • b. bestaande uit: een transportbesparende vouwkist.

F 2160

Noodstroomvoorziening met brandstofcelsysteem

  • a. bestemd voor: het, bij uitval van de primaire stroomvoorziening, garanderen van de stroomvoorziening met een brandstofcelsysteem, waarbij de ingezette brandstof direct wordt omgezet in elektrische energie,

  • b. bestaande uit: een (systeem van) brandstofcel(len) en (eventueel) een elektriciteitsomzetter.

F 2180

Gesloten plasmareinigingssysteem op basis van NF3 (vervanging)

  • a. bestemd voor: het intern reinigen van procesapparatuur voor het produceren van halfgeleiders of zonnecellen met NF3 in een gesloten systeem, ter vervanging van een bestaand reinigingsproces op basis van C2F6,

  • b. bestaande uit: een gesloten plasmareinigingssysteem.

F 2181

SF6-vrij hoog- of middenspanningsschakelsysteem (vervanging)

  • a. bestemd voor: het doorschakelen van hoog- en middenspanning in een transformatorstation, waarbij bestaande SF6-bevattende schakelsystemen worden vervangen door gevacumeerde of gekoelde schakelsystemen die geen SF6 bevatten,

  • b. bestaande uit: een vacuüm last- of vermogensschakelaar of een gekoelde last- of vermogensschakelaar.

B 2182

Transformator met plantaardige olie

  • a. bestemd voor: het omzetten van hoogspanning naar laagspanning door een transformator die is geïsoleerd met uitsluitend plantaardige olie,

  • b. bestaande uit: een transformator.

G 2210

Walstroominstallatie op de kade

  • a. bestemd voor: het leveren van walstroom aan schepen, niet zijnde pleziervaartuigen, zodat de eigen generatoren niet gebruikt worden als de schepen aan de kade liggen,

  • b. bestaande uit: een walstroomkast met één of meerdere aansluitpunten, (eventueel) een aan de walstroomkast gekoppeld betalingssysteem, (eventueel) een omvormer naar 60 Hertz en transformatorstation(s).

G 2211

Walstroomaansluiting aan boord van het schip

  • a. bestemd voor: het gebruik maken van aangeboden walstroom aan boord van een schip, niet zijnde een pleziervaartuig, dat is voorzien van een eigen aandrijving en bestemd is voor het vervoer van personen of goederen,

  • b. bestaande uit: aansluitpunt(en), aanpassing van het elektrische systeem aan boord en een verlengkabel om een verbinding tussen het schip en de walstroomkast te kunnen maken.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 7.500 van het investeringsbedrag in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek. Deze aftopping geldt niet voor walstroomaansluitingen aan boord van zeegaande schepen.

Toelichting: Dit bedrijfsmiddel kan bijdragen aan het behalen van een Green Award-certificaat. Zie www.greenaward.org voor de voorwaarden.

F 3000

VOS-emissiereducerende technieken binnen de metaalindustrie

  • a. bestemd voor: het voorkomen, terugwinnen of beperken van de emissie van vluchtige organische stoffen (VOS) bij het reinigen, lijmen of coaten van metalen waarbij:

    • 1. voor een type B bedrijf als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer, dat minder oplosmiddelen verbruikt dan de drempelwaarden van afdeling 2.11 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en dat voldoet aan de eisen van paragraaf 4.5.5 van het Activiteitenbesluit milieubeheer, een vermindering van het VOS-verbruik (in kilogram per jaar) wordt behaald van ten minste 30% ten opzichte van de bestaande situatie, berekend op basis van de oplosmiddelenboekhouding conform paragraaf 4.5.5 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en ten minste twee van de in onderdeel a, onder 1, onderdelen a tot en met h, genoemde technieken worden toegepast of één of meer andere technieken met een vergelijkbare milieuwinst:

      • a. een reinigings- of ontvettingsinstallatie als bedoeld in bedrijfsmiddel D 3080,

      • b. een microgolfdroger of infrarood- of UV-belichtings- of elektronenstraaleenheid als bedoeld in bedrijfsmiddel G 3161,

      • c. een opbrenginstallatie voor oplosmiddelvrije lak als bedoeld in bedrijfsmiddel G 3162,

      • d. een dubbele mechanische asafdichting als bedoeld in bedrijfsmiddel F 6140,

      • e. een terugwininstallatie voor waterverdunbare verf, lak, inkt of lijm als bedoeld in bedrijfsmiddel F 8300,

      • f. een aftapinstallatie als bedoeld in bedrijfsmiddel F 8301,

      • g. een gesloten wasautomaat voor verfgereedschap als bedoeld in bedrijfsmiddel A 9341, of

      • h. een gesloten reinigingsinstallatie zonder vluchtige organische stoffen (VOS) als bedoeld in bedrijfsmiddel A 9342,

    • 2. voor een type B of C bedrijf als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer dat boven de drempelwaarden van afdeling 2.11 van het Activiteitenbesluit milieubeheer komt,

      • een totale VOS emissie (in kilogram per jaar) wordt behaald die ten minste 30% lager is dan de beoogde emissie, bepaald volgens toetsing aan regime 1, door toepassing van ten minste twee technieken genoemd in onderdeel a, onder 1, onderdelen a tot en met h, of één of meer andere technieken met een vergelijkbare milieuwinst, of

      • de concentratie VOS in het afgas (in milligram C of VOS per normaal kubieke meter) ten minste 30% lager is dan de emissiegrenswaarde in afdeling 2.11 van het Activiteitenbesluit milieubeheer of ten minste 30% lager is dan de eis voor diffuse emissie in afdeling 2.11 van het Activiteitenbesluit milieubeheer, bepaald volgens toetsing aan regime 2, waarbij ten minste 2 van de in onderdeel a, onder 2, tweede gedachtestreepje, onderdelen a tot en met d, genoemde technieken worden toegepast of één of meer andere technieken met een vergelijkbare milieuwinst:

        • a. de technieken zoals genoemd in onderdeel a, onder 1, onderdelen a tot en met h,

        • b. een biologisch luchtfilter voor vluchtige organische stoffen als bedoeld in bedrijfsmiddel B 3051,

        • c. een gas- en dampadsorber met regeneratie als bedoeld in bedrijfsmiddel B 3054, of

        • d. een (katalytische) oxidatie-installatie voor luchtreiniging als bedoeld in bedrijfsmiddel B 4052,

  • b. bestaande uit: VOS-emissiereducerende apparatuur.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Voor informatie over generieke bedrijfsmiddelen zie onder 7 van paragraaf 1 van deze bijlage. Gezien de eisen die aan generieke bedrijfsmiddelen worden gesteld, luidt het advies voorafgaand aan een melding de MIA/Vamil-helpdesk te bellen voor overleg.

Met een bedrijf dat onder het Activiteitenbesluit milieubeheer valt, zoals genoemd bij punt 2, wordt bedoeld een bedrijf dat bijvoorbeeld bij activiteit 8, overige coatingsprocessen een verbruiksdrempel van meer 5 ton VOS per jaar overschrijdt.

Bij punt 2, het tweede gedachtestreepje wordt gesproken over ten minste 30% lager dan de eis voor diffuse emissie. Voor bijvoorbeeld activiteit 8, overige coatingsprocessen zoals genoemd in het Activiteitenbesluit milieubeheer, wordt hiermee ten minste 30% van 20% bedoeld. Dit komt overeen met een vermindering van de diffuse emissie met ten minste 14%.

A 3040

Emissiearme houtgestookte ketel met een vermogen < 1 megaWatt

  • a. bestemd voor: het verwarmen van water met een houtgestookte ketel met een vermogen van minder dan 1 megaWatt, waarbij de emissie van onderscheidenlijk NOx, SO2 en stof ten hoogste gelijk is aan de volgende emissiegrenswaarden (bij 6% O2):

    • 300 milligram NOx per normaal kubieke meter,

    • 200 milligram SO2 per normaal kubieke meter, en

    • 40 milligram stof per normaal kubieke meter,

  • b. bestaande uit: een houtgestookte ketel, (eventueel) een automatisch brandstofinvoersysteem en (eventueel) een nageschakelde luchtemissiebeperkende techniek.

B 3051

Biologisch luchtfilter voor vluchtige organische stoffen

  • a. bestemd voor: de microbiologische afbraak van vluchtige organische stoffen uit afgassen,

  • b. bestaande uit: een bak of vat met biomassa op dragermateriaal, een ventilator, (eventueel) een filterbevochtigingsinstallatie, (eventueel) een afgasbevochtigingsinstallatie, (eventueel) een demister en (eventueel) een afgassenkoelinstallatie.

B 3054

Gas- en dampadsorber met regeneratie

  • a. bestemd voor:

    • het verwijderen van vluchtige organische stoffen, geurstoffen en dampen uit afgassen door adsorptie, gevolgd door regeneratie van het adsorptiemiddel en terugwinning of vernietiging van de vluchtige organische stoffen, of

    • het verwijderen van zware metalen uit afgassen door adsorptie, gevolgd door regeneratie van het adsorptiemiddel en terugwinning van de metalen,

  • b. bestaande uit: een adsorber en een regeneratie-eenheid.

F 3056

Ontgassingsinstallatie voor scheepstanks

  • a. bestemd voor: het ontgassen van scheepstanks die gebruikt zijn voor het vervoer van vluchtige koolwaterstoffen, waarbij de afgevangen gassen worden gereinigd en de koolwaterstoffen worden teruggewonnen of vernietigd,

  • b. bestaande uit: een ontgassingsinstallatie en een luchtreinigingsinstallatie.

Toelichting: Onder dit bedrijfsmiddel valt ook een ontgassingsinstallatie aan boord van een schip of op een ponton.

A 3057

Reinigingsinstallatie voor scheepstanks

  • a. bestemd voor: het na het lossen, verwijderen van benzeen, tolueen, styreen, gechloreerde koolwaterstoffen en/of brandstoffen uit scheepstanks door lucht in de scheepstank af te zuigen en te wassen, waarbij het wasmedium de achtergebleven damp opneemt en binnen de reguliere afvalkanalen wordt verwerkt,

  • b. bestaande uit: een afzuiginstallatie, een gaswasser, en (eventueel) een buffertank.

B 3060

Biogaswasser

  • a. bestemd voor: het verwijderen van gasvormige verontreinigingen uit afgassen die niet afkomstig zijn van afval- of slibverbrandingsinstallaties of stallen, door een biologische gaswasinstallatie, waarbij er geen sprake is van het opwaarderen van gas, zoals biogas of stortgas, tot een hoogwaardiger brandstof,

  • b. bestaande uit: biomassa op dragermateriaal, een tank, (eventueel) een ventilator, (eventueel) een druppelvanger, (eventueel) een chemicaliëndoseerinstallatie en (eventueel) een wasvloeistofbehandelingssysteem.

F 3061

Gaswasser voor een aluminiumsmelterij

  • a. bestemd voor: het ontzwavelen van afgassen van een aluminiumsmelterij door het oplossen van de verontreinigende stoffen in een vloeistof,

  • b. bestaande uit: een gaswasser.

A 3063

Plasma-omzetter voor gasvormige verontreinigingen

  • a. bestemd voor: het in een niet-thermisch plasmaveld ontleden van gasvormige verontreinigingen in ruimtelucht, niet bestemd voor productie, of afgassen of andere naar buiten af te voeren lucht, waarbij de verontreinigingen worden omgezet in onschadelijke stoffen of uiteenvallen in hun elementaire componenten,

  • b. bestaande uit: een hoogspanningsbron, een reactiekamer, een besturingssysteem en (eventueel) een katalysator.

Toelichting: Apparatuur voor de reiniging van lucht door oxidatie kan gemeld worden onder B 4052.

B 3070

Oxidatiebed voor zuivering van lucht

  • a. bestemd voor: het biologisch reinigen van lucht of het gelijktijdig in één reactor biologisch reinigen van lucht en afvalwater, niet afkomstig van afval- of slibverwerkingsinstallaties, waarbij het verwijderingsrendement voor geurstoffen in de lucht ten minste 90% bedraagt,

  • b. bestaande uit: een oxidatiebed.

D 3080

Reinigings- of ontvettingsinstallatie

  • a. bestemd voor: het ontvetten en reinigen van metalen (half-)producten door een installatie waarin uitsluitend reinigingsmiddelen zonder vluchtige organische oplosmiddelen worden gebruikt, en waarbij het gebruikte reinigingsmiddel wordt gerecirculeerd,

  • b. bestaande uit: een ontvettings- en reinigingsinstallatie, pompen, (eventueel) een verwarmingssysteem, (eventueel) een drooginstallatie en (eventueel) een water- of badreinigingsinstallatie.

Toelichting: Ook poederontvetting of reiniging met superkritisch CO2 komen in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek.

F 3131

Ontzwavelingsinstallatie

  • a. bestemd voor: het ontzwavelen van afgassen die niet afkomstig zijn van afval- of slibverbrandingsinstallaties, raffinaderijen of petrochemische installaties, door een installatie met een zwavelverwijderingsrendement van ten minste 95%, waarbij elementair zwavel of zwavelverbindingen als zwavelzuur of zwaveligzuur worden gevormd en nuttig worden toegepast,

  • b. bestaande uit: (eventueel) wastorens, (eventueel) een concentratieverhogingsstap of indikker, (eventueel) reactoren, (eventueel) een membraaninstallatie, (eventueel) een neutralisatie-installatie, (eventueel) een oxidatiereactor, (eventueel) een chemicaliëndosering en (eventueel) een condensatie-eenheid, waarbij de apparatuur voor de productie of nuttige toepassing van zwavel of zwavelverbindingen niet in aanmerking komt voor de milieu-investeringsaftrek en de willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

F 3150

Textielreinigingssysteem met CO2

  • a. bestemd voor: het reinigen van textiel met CO2,

  • b. bestaande uit: een reinigingsinstallatie, een toevoereenheid, een mengsysteem, een pomp en een opslagsysteem voor CO2.

G 3151

Natreinigingssysteem

  • a. bestemd voor: het reinigen van bovenkleding door een nat proces op basis van water in plaats van perchloorethyleen, waarbij de gereinigde bovenkleding met een gasgestookte roterende droger wordt gedroogd,

  • b. bestaande uit: een reinigingsmachine, een droger en (eventueel) een vormdroger.

E 3153

Gesloten textielreinigingsmachine met halogeenvrije oplosmiddelen

  • a. bestemd voor: het reinigen van niet-natwasbaar textiel in een gesloten textielreinigingsmachine ter vervanging van een bestaande PER-reinigingsmachine,

    • die in één cyclus textiel reinigt en droogt,

    • die reinigt met niet-toxische, halogeenvrije oplosmiddelen van klasse A III met een vlampunt boven 55°C en die lichter zijn dan water,

    • die voorzien is van een droogsysteem op basis van een warmtepomp,

    • waarin het oplosmiddel wordt teruggewonnen in een emissievrij destillatiesysteem, en

    • waarbij de bestaande PER-reinigingsmachine wordt verwijderd,

  • b. bestaande uit: een computergestuurde textielreinigingsmachine, een warmtepomp, elektronische droogcontrole, een koelcompressor, een waterafscheider, een overvulbeveiliging van het destillatie- en residuvat en een emissievrij vul- en uitruimsysteem.

G 3161

Microgolfdroger of infrarood- of UV-belichtings- of elektronenstraaleenheid

  • a. bestemd voor: het doen uitharden van lakken, verven of lijmen door microgolven of infrarood- of UV-belichting of versnelde elektronen,

  • b. bestaande uit: een microgolfdroger of infrarood- of UV-lampen of elektronenstraaleenheid en (eventueel) een afzuiging, exclusief het doorvoersysteem.

G 3162

Opbrenginstallatie voor oplosmiddelvrije lak

  • a. bestemd voor: het opbrengen van lakken die uitharden onder invloed van microgolven of infrarood- of UV-licht of versnelde elektronen,

  • b. bestaande uit: een lakopbrenginstallatie, (eventueel) een lakterugwinningsinstallatie, een microgolfdroger of infrarood- of UV-lampen of een elektronenstraaleenheid en (eventueel) een in de laklijn opgenomen schuurmachine, exclusief de spuitcabine en het transportsysteem.

A 3180

Vlamloze thermische naverbrander voor afgassen

  • a. bestemd voor: het naverbranden van vluchtige organische stoffen of aromatische koolwaterstoffen in afgassen met behulp van een keramisch bed dat wordt verhit, waarbij:

    • het afgas niet direct in contact staat met de open vlam van de brander(s),

    • de NOx-emissie niet meer bedraagt dan 10 milligram per nominaal kubieke meter (bij 11% O2), en

    • het netto energieverbruik niet meer bedraagt dan 75 kilojoule per nominaal kubieke meter afgas,

  • b. bestaande uit: een vlamloze thermische naverbrander.

A 3211

Druktorens voor waterloze offset

  • a. bestemd voor: het bedrukken van materiaal zoals papier, karton, textiel of kunststof door een offsetdrukmachine die waterloze inkten verbruikt,

  • b. bestaande uit: druktorens en (eventueel) een droogeenheid.

F 4000

Apparatuur voor procesgeïntegreerde vermindering van stofontwikkeling (aanpassen bestaande situatie)

  • a. bestemd voor: het met ten minste 80% verminderen van het ontstaan van stof, al dan niet in combinatie met het verwijderen van andere milieuschadelijke componenten, tijdens een productieproces in de industrie door aanpassing of vervanging van het betreffende productieproces, waarbij:

    • sprake is van de aanpak van de stofbron(nen), waarbij het ontstaan van vaste deeltjes in de lucht wordt voorkomen,

    • de reststofemissie naar de buitenlucht niet meer bedraagt dan 5 milligram stof per normaal kubieke meter,

    • de vermindering van stofemissie niet wordt gerealiseerd ten gevolge van het isoleren, afzuigen of afvangen van reeds gevormd stof,

    • er geen (of zeer beperkte) negatieve effecten zijn op andere milieuaspecten,

    • de aard en de functie van het product nagenoeg dezelfde blijven,

    • de vermindering van de stofontwikkeling gerealiseerd wordt ten opzichte van de bestaande situatie,

    • eventuele wijzigingen van de productiecapaciteit in de berekening van besparing worden verrekend, en

    • eventuele end-of-pipe-toepassingen en investeringen in uitbreiding van de productiecapaciteit niet in aanmerking komen,

  • b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur die noodzakelijk is om het ontstaan van stof te beperken of te voorkomen.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Voor informatie over generieke bedrijfsmiddelen zie onder 7 van paragraaf 1 van deze bijlage. Gezien de eisen die aan generieke bedrijfsmiddelen worden gesteld, luidt het advies voorafgaand aan een melding de MIA/Vamil-helpdesk te bellen voor overleg.

De aanpassing of vervanging van het productieproces voorkomt dat stof of een groot deel daarvan ontstaat tijdens tussenstappen of aan het eind van het proces.

F 4001

Apparatuur voor vermindering van stofemissie tijdens niet-reguliere bedrijfsvoering

  • a. bestemd voor: het afscheiden van stof uit afgas of luchtstroom tijdens niet-reguliere bedrijfsvoering (bijvoorbeeld tijdens een storing) door een vast opgestelde ontstoffingsinstallatie, waarbij de stofemissie naar de buitenlucht niet meer dan 20 milligram stof per normaal kubieke meter bevat,

  • b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur die noodzakelijk is om de emissie van stof te verminderen tijdens niet-reguliere bedrijfsvoering.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Voor informatie over generieke bedrijfsmiddelen zie onder 7 van paragraaf 1 van deze bijlage. Gezien de eisen die aan generieke bedrijfsmiddelen worden gesteld, luidt het advies voorafgaand aan een melding de MIA/Vamil-helpdesk te bellen voor overleg.

Met niet-reguliere bedrijfsvoering wordt bedoeld: storingen, onderhoud aan de (reinigings)technieken en opstarten en stoppen van installaties of processen. Bedrijfsmiddelen die de stofemissie tijdens niet-reguliere bedrijfsvoering kunnen beperken zijn bijvoorbeeld twee parallel geschakelde stoffilters waarbij in geval van uitval van één van de twee filters toch sprake is van ontstoffing.

C 4003

Apparatuur voor procesgeïntegreerde vermindering van geurstoffen (aanpassen bestaande situatie)

  • a. bestemd voor: het met ten minste 90% verminderen van de uitstoot van stoom en daarmee samenhangende geurstoffen, al dan niet in combinatie met andere milieuschadelijke componenten, door aanpassing of vervanging van een productieproces middels een gesloten systeem waarbij:

    • in de berekening van de vermindering van geuremissie het effect van eventueel nageschakelde techniek buiten beschouwing wordt gelaten,

    • er geen (of zeer beperkte) negatieve effecten zijn op andere milieuaspecten,

    • de aard en de functie van het product nagenoeg dezelfde blijven,

    • de vermindering van de geurstoffen gerealiseerd wordt ten opzichte van de bestaande situatie,

    • eventuele wijzigingen van de productiecapaciteit in de berekening van besparing worden verrekend,

    • eventuele end-of-pipe-toepassingen en investeringen in uitbreiding van de productiecapaciteit niet in aanmerking komen, en

    • de besparing wordt berekend ten opzichte van het gehele investeringsbedrag dat met de aanpassing of vervanging is gemoeid,

  • b. bestaande uit: apparatuur die noodzakelijk is om de vermindering van de geurstoffen te bereiken en (eventueel) een condensorvat.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Voor informatie over generieke bedrijfsmiddelen zie onder 7 van paragraaf 1 van deze bijlage. Gezien de eisen die aan generieke bedrijfsmiddelen worden gesteld, luidt het advies voorafgaand aan een melding de MIA/Vamil-helpdesk te bellen voor overleg.

E 4051

Luchtreinigingsinstallatie op basis van elektrostatische en centrifugale krachten

  • a. bestemd voor: het door elektrostatische en centrifugale krachten verwijderen van pathogenen, geur en stof in afgassen afkomstig van de industrie, waarbij in geval van ontstoffing de reststofemissie niet meer dan 1 milligram stof per normaal kubieke meter bedraagt,

  • b. bestaande uit: een luchtzuiveringsinstallatie, (eventueel) een (katalytische) oxidatie-eenheid, (eventueel) een UV-lamp en (eventueel) een ozon- of zuurstofradicaalgenerator.

B 4052

(Katalytische) Oxidatie-installatie voor luchtreiniging

  • a. bestemd voor: het (al dan niet katalytisch) oxideren met waterstofperoxide, zuurstofradicalen, ozon of UV-bestraling,

    • van pathogenen, geur- of koolwaterstoffen in naar buiten te blazen luchtstromen, of

    • voor desinfectie van ruimtelucht bij toepassing in de industrie, waardoor het gebruik van chemicaliën aantoonbaar wordt verminderd,

  • b. bestaande uit: een oxidatie-installatie, (eventueel) doseer- of injectieapparatuur, (eventueel) een waterstofperoxidewasser, (eventueel) een wastoren, (eventueel) een katalysator, (eventueel) een ozongenerator, (eventueel) een restozonabsorber of -vernietiger en (eventueel) een zuurstofradicaalgenerator.

Toelichting: Apparatuur voor de reiniging van lucht met niet-thermische plasma kan gemeld worden onder A 3063.

A 4070

Filtrerende stofafscheider voorafgegaan door puntgerichte afzuiging

  • a. bestemd voor: het verwijderen van stofdeeltjes uit een afgas of luchtstroom waarbij:

    • puntgericht afgezogen lucht van stof wordt ontdaan met een vast opgestelde filtrerende stofafscheider, waardoor de lucht die naar buiten wordt afgevoerd niet meer dan 1 milligram stof per normaal kubieke meter bevat, voor zover deze restemissie niet verplicht is volgens de Arbeidsomstandighedenwet, en

    • de aanschaf van de ontstoffingsinstallatie ten minste € 10.000 bedraagt,

  • b. bestaande uit: een filtrerende stofafscheider, een ventilator en (eventueel) apparatuur benodigd om de condities van de te reinigen gassen aan te passen voor stofafscheiding op basis van filtratie.

Toelichting: Arboverplichtingen zoals genoemd in dit bedrijfsmiddel kunnen bijvoorbeeld gelden als gefilterde lucht gedeeltelijk of geheel wordt gerecirculeerd in de bedrijfsruimte waar personeel werkt.

B 4071

Filtrerende stofafscheider voorafgegaan door ruimtelijke afzuiging

  • a. bestemd voor: het verwijderen van stofdeeltjes uit een afgas of luchtstroom waarbij:

    • ruimtelijk afgezogen lucht van stof wordt ontdaan met een filtrerende stofafscheider, waardoor de lucht die naar buiten wordt afgevoerd niet meer dan 1 milligram stof per normaal kubieke meter bevat, voor zover deze restemissie niet verplicht is volgens de Arbeidsomstandighedenwet, en

    • de aanschaf van de ontstoffingsinstallatie ten minste € 10.000 bedraagt,

  • b. bestaande uit: een filtrerende stofafscheider, een ventilator en (eventueel) apparatuur benodigd om de condities van de te reinigen gassen aan te passen voor stofafscheiding op basis van filtratie.

Toelichting: Arboverplichtingen zoals genoemd in dit bedrijfsmiddel kunnen bijvoorbeeld gelden als gefilterde lucht gedeeltelijk of geheel wordt gerecirculeerd in de bedrijfsruimte waar personeel werkt.

A 4072

Niet-filtrerende ontstoffingsinstallatie

  • a. bestemd voor: het verwijderen van stofdeeltjes uit een afgas- of luchtstroom, al dan niet in combinatie met andere milieuschadelijke of hinderlijke componenten, met een niet-filtrerende stofafscheider, waardoor de lucht die naar buiten wordt afgevoerd ten hoogste 4 milligram stof per normaal kubieke meter bevat en waarbij aangetoond wordt dat scheidingsrendementen worden behaald van ten minste 99% voor PM10 en ten minste 70% voor PM2,5,

  • b. bestaande uit: een niet-filtrerende stofafscheider, (eventueel) een ventilator en (eventueel) een systeem voor het terugvoeren van de grondstof.

G 4073

Stofemissiereducerende technieken voor pluimveestallen

  • a. bestemd voor: het verminderen van de emissie van stof van een pluimveestal zonder stal(ontwerp)certificaat MDV 5 of 6, door toepassing van één of meer technieken die zijn vermeld in de op grond van artikel 66, aanhef en onder c, van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 gepubliceerde lijst van emissiefactoren fijnstof voor veehouderij, voor zover deze voorziening niet wettelijk verplicht is,

  • b. bestaande uit: stofemissiereducerende technieken.

Toelichting: De lijst van emissiefactoren is te vinden op http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/verslagen/2012/03/15/emissiefactoren-fijn-stof-voor-dieren.html.

D 4074

Meertraps-ontstoffingsinstallatie voor sinterfabriek

  • a. bestemd voor: het verwijderen van stofdeeltjes en schadelijke gassen uit de afgassen van een sinterfabriek, waarbij gebruik wordt gemaakt van ten minste twee afzonderlijke scheidingssystemen, waaronder een filtrerende afscheider, waardoor de stofemissie naar de buitenlucht ten hoogste 10 milligram stof per normaal kubieke meter bedraagt,

  • b. bestaande uit: een meertraps-ontstoffingsinstallatie, (eventueel) een doseerinstallatie, (eventueel) een reactor en (eventueel) een wastoren.

E 4075

Stofvrij doseersysteem voor poeders of granulaten

  • a. bestemd voor: het stofvrij doseren van poeders of stofvormende vrijstromende vaste stoffen in continu- of batchprocessen binnen de chemische of levensmiddelenindustrie, voor zover de maatregel niet verplicht is volgens de Arbeidsomstandighedenwet, en waarbij:

    • de dosering onder het vloeistofniveau plaatsvindt waarbij door een optimale vermenging geen stof vrijkomt, of

    • het doseersysteem gesloten is en voorzien van een zelfreinigend luchtfilter waardoor de lucht die ontsnapt niet meer dan 2 milligram per normaal kubieke meter bevat,

  • b. bestaande uit: een gesloten doseersysteem, (eventueel) een (geïntegreerd) luchtfilter, (eventueel) een doseerschroef, (eventueel) een weeginrichting, (eventueel) een voorafgaand gesloten transportsysteem op basis van onderdruk, (eventueel) een vacuümpomp en (eventueel) een ontvangsthopper (al dan niet met procesconditionerende technieken).

A 4085

Gesloten roetfilter voor een niet-gekentekend voer- of werktuig

  • a. bestemd voor: het verwijderen van roetdeeltjes uit de uitlaatgassen van vast opgestelde dieselmotoren en mobiele werktuigen voor grondverzet, landbouw en wegenbouw met een roetfilter:

    • met een verwijderingsrendement van ten minste 90%,

    • dat voldoet aan de eisen van TRGS 554 of dat staat op de roetfilterlijst van VERT (Verminderung der Emissionen von Real-Dieselmotoren im Tunnelbau) of BAFU (Bundesambt für Umwelt) of op de typegoedkeuringslijst van de RDW (de Dienst Wegverkeer),

    • waarvoor geen verplichting geldt volgens of krachtens de Arbeidsomstandighedenwet, en

    • waarbij het filter niet is voorzien van een bypass-voorziening voor als het filter vol is,

  • b. bestaande uit: een gesloten roetfilter.

Toelichting: De roetfilterlijsten van VERT en BAFU zijn te vinden op www.vert-certification.eu en www.bafu.admin.ch.

A 4086

Gesloten roetfilter voor een binnenvaartschip

  • a. bestemd voor: het verwijderen van roetdeeltjes, eventueel in combinatie met andere schadelijke luchtverontreinigingen, uit de rookgassen van binnenvaartschepen, met een gesloten roetfilter dat voldoet aan de eisen van TRGS 554 of dat staat op de roetfilterlijst van VERT (Verminderung der Emissionen von Real-Dieselmotoren im Tunnelbau) of BAFU (Bundesambt für Umwelt), en dat voorzien is van een:

    • actief regeneratiesysteem, of

    • passief regeneratiesysteem in combinatie met een SCR-katalysator,

  • b. bestaande uit: een gesloten roetfilter en een actief of passief regeneratiesysteem.

Toelichting: Roetfilters kunnen geplaatst worden in combinatie met SCR-katalysatoren (retrofitinstallaties) zoals genoemd in F 2133. De roetfilterlijsten van VERT en BAFU zijn te vinden op www.vert-certification.eu en www.bafu.admin.ch.

Dit bedrijfsmiddel kan bijdragen aan het behalen van een Green Award-certificaat.

Zie www.greenaward.org voor de voorwaarden.

F 4089

Snuffelpalen voor stofdetectie en -registratie

  • a. bestemd voor: het continu optisch online detecteren, registreren en terugrekenen van stofemissies tot bedrijfsemissies rondom op- en overslagen met een verwachte emissie van fijn stof van ten minste 25 ton per jaar, om de stofemissie te beheren en te minimaliseren,

  • b. bestaande uit: stofdetectieapparatuur op basis van een optische techniek en registratieapparatuur.

A 4092

Gesloten beladingssysteem

  • a. bestemd voor: het met een sluitkegel, een opblaasbare band of een stofrok verminderen van stofemissies bij het laden of lossen van vrachtwagens of schepen, waarbij de verbinding op onderdruk wordt gehouden en de uittredende lucht wordt gefilterd,

  • b. bestaande uit: een beladingsbalg met een sluitkegel, een opblaasbare band of een stofrok, een filteraansluiting of een geïntegreerd stoffilter en (eventueel) een ventilator.

A 4093

Mobiele lostrechter

  • a. bestemd voor: het lossen van stofvormende bulkgoederen in een mobiele lostrechter die de grijper van de loskraan geheel kan omvatten en die is voorzien van onderafzuiging en een filter, zodanig dat wordt voorkomen dat stofverspreiding optreedt die op een afstand van ten hoogste 2 meter van de bron met het blote oog waarneembaar is,

  • b. bestaande uit: een lostrechter, een filter en afzuigventilatoren.

A 4094

Flexibel klepsysteem voor overslag van bulkgoederen

  • a. bestemd voor: het verminderen van stofemissies bij overslag van bulkgoederen door afdekking van de stortbunker of -trechter met een flexibel klepsysteem, waardoor het af te zuigen luchtvolume met ten minste 70% wordt verminderd en waarbij onder de flexibele kleppen onderdruk wordt gehandhaafd,

  • b. bestaande uit: flexibele kleppen en vacuümpompen.

F 4095

Gesloten transportband

  • a. bestemd voor: het stofvrij transporteren van stofvormende bulkgoederen door een transportsysteem waarbij het bulkgoed volledig wordt omsloten door een transportband van flexibel materiaal, die in een pijpvorm wordt dichtgevouwen,

  • b. bestaande uit: een flexibele transportband, (eventueel) een ophanging, (eventueel) bandondersteuning, aandrijving en een los- en laadsysteem, exclusief het opslagsysteem.

B 4096

Wrijvingsarme en stofemissiebeperkende transportband

  • a. bestemd voor: het verminderen van stofemissies bij het transporteren van bulkgoederen door een transportband die in een trog in een gesloten omkasting loopt, waarbij door het in stand houden van een luchtfilm tussen de trog en de transportband de wrijving wordt geminimaliseerd,

  • b. bestaande uit: gesloten trogsecties, een aandrijving, een transportband, een spaninrichting en een luchtvoorziening, exclusief het opslagsysteem.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste 20% van het investeringsbedrag in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek.

F 4098

Gesloten op- of overslag van kolen of andere niet-agrarische droge bulkgoederen

  • a. bestemd voor: het ter beperking van de verspreiding van stofdeeltjes naar de buitenlucht op- of overslaan van kolen, erts, mineralen, stofvormend afval of biomassa niet voor dierlijke consumptie, in een gesloten opslagruimte voorzien van ontstoffingsinstallatie, waarbij:

    • de capaciteit bulkgoederenopslag ten minste 10 ton bedraagt,

    • de bulkgoederen vallen onder de stuifklasse S4 en S5 zoals genoemd in de Nederlandse emissierichtlijn lucht (NeR),

    • in geval van een opslagruimte of loods sprake is van bronafzuigpunten,

    • de luchtstroom die eventueel naar buiten wordt afgevoerd van stof wordt ontdaan waardoor de luchtstroom minder dan 5 milligram stof per normaal kubieke meter bevat, en

    • het laden, lossen of transport van de bulkgoederen volledig gesloten plaatsvindt,

  • b. bestaande uit: een gesloten opslag, loods of silo, een ontstoffingsinstallatie, (eventueel) een mechanisch en afgesloten systeem voor het vullen en legen van de gesloten opslag, en (eventueel) een brandveiligheidssysteem ter beperking van het broeirisico.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

F 4099

Gesloten overkapping van een puinbreker

  • a. bestemd voor: het beperken van verspreiding van geluid alsmede stofdeeltjes naar de buitenlucht door het breken van puin met een vast opgestelde puinbreker en het aanverwante puintransport onder een gesloten overkapping te laten plaatsvinden, waarbij de luchtstroom die naar buiten wordt afgevoerd van stof wordt ontdaan waardoor de luchtstroom minder dan 5 milligram stof per normaal kubieke meter bevat,

  • b. bestaande uit: een gesloten overkapping of loods met geluidwerende voorzieningen en een ontstoffingsinstallatie.

A 4102

Lasergraveersysteem voor natuursteen

  • a. bestemd voor: het stofvrij aanbrengen van afbeeldingen en tekst op natuursteen met een CO2-laserstraal,

  • b. bestaande uit: een lasergraveerinstallatie, een besturingssysteem en een afzuiginstallatie.

B 4110

Platenkoeler, -droger of -warmtewisselaar voor indirect halogeenvrij koelen, drogen of verwarmen in de kunstmest- en voedingsmiddelenindustrie

  • a. bestemd voor: het indirect koelen, drogen of verwarmen van vrijstromende vaste stoffen in de kunstmest- en voedingsmiddelenindustrie, waardoor het ontstaan van stof, al dan niet in combinatie met andere gasvormige verontreinigingen, wordt voorkomen of geminimaliseerd, en waarbij het energieverbruik niet groter is dan bij toepassing van een directe koel-, droog- of verwarmingstechniek en in geval van koeling uitsluitend halogeenvrije koelmiddelen worden gebruikt,

  • b. bestaande uit: een platenkoeler, -droger of -warmtewisselaar.

Toelichting: Bij een indirect systeem komen het medium en het te koelen, te drogen of te verwarmen product niet met elkaar in contact. Het indirect koelen, drogen of verwarmen van vloeistoffen komt niet in aanmerking.

A 4130

Roestvrijstalen dipkoeltank voor schaaldieren op een vissersschip

  • a. bestemd voor: het aan boord van een vissersschip conserveren van schaaldieren door een vast opgesteld, luchtdicht afsluitbaar roestvrijstalen vat, waarin SC-20 als conserveringsmiddel wordt gebruikt, ter vervanging van dipkoeling met natriumbisulfiet of een derivaat daarvan,

  • b. bestaande uit: luchtdicht afsluitbaar roestvrijstalen vat.

F 4140

Alkalizoutvrije vulcanisatie-installatie (ombouw of vervanging)

  • a. bestemd voor: het vulcaniseren van rubber met waterstofperoxide, waardoor het vulcaniseren met alkalizouten wordt vermeden, door aanpassing of vervanging van een bestaande installatie,

  • b. bestaande uit: (aanpassing van) een vulcanisatie-installatie.

B 4141

Gesloten malsysteem voor kunstharsverwerking

  • a. bestemd voor: het verwerken van kunstharsen in een gesloten mal voorzien van een vacuüminjectie- of overdruksysteem ter vermijding van styreenemissies,

  • b. bestaande uit: een vacuüm- of persinstallatie, een gesloten malsysteem, injectie-apparatuur en (eventueel) een oven.

B 4150

Regeleenheid elektrodynamisch remmen

  • a. bestemd voor: het geluidarm remmen van een diesellocomotief in het snelheidsgebied tot 30 kilometer per uur,

  • b. bestaande uit: een elektronische regeleenheid voor dynamisch remmen.

B 4151

Geluidreducerend smeersysteem voor tram- en treinstellen of rangeerterreinen

  • a. bestemd voor: het verminderen van rem- of frictiegeluid van tram- of treinstellen of afremsystemen op rangeerterreinen door het op de wielen of rails aanbrengen van een microfilm van water of biologisch afbreekbaar, niet-toxisch smeervet,

  • b. bestaande uit: een smeersysteem.

C 4155

Geluidreducerende voorzieningen voor lichte propellervliegtuigen

  • a. bestemd voor: het terugbrengen van het brongeluidniveau van een licht propellervliegtuig door aanpassing van het vliegtuig of vervanging door een nieuw vliegtuig, waarbij:

    • 1. voor vliegtuigen met een ten hoogste toegelaten startmassa M van 5.700 kilogram of minder het ten hoogste toegelaten geluidniveau gemeten volgens Annex 16, hoofdstuk 6, van het ICAO–verdrag niet meer mag bedragen dan:

      M (in kilogram)

      Geluidniveau (in dB (A))

      5.700 tot 1500

      76

      1.500 tot 600

      64 + (M-600)/75

      600 of minder

      64

    • 2. voor vliegtuigen met een maximaal toegelaten startmassa M van 8.618 kilogram of minder het maximaal toegelaten geluidniveau gemeten volgens ICAO, annex 16 van 7 oktober 2004, hoofdstuk 10 niet meer mag bedragen dan:

      M (in kilogram)

      Geluidniveau (in dB (A))

      8.618 tot 1.325

      80

      1.325 tot 618

      68 + (M-618)*12/707

      618 of minder

      68

  • b. bestaande uit: (eventueel) een geluiddemper op de uitlaat, (eventueel) een drie-of meerbladige propeller en (eventueel) aandrijfeenheden waarbij het maximum (start-) vermogen wordt bereikt bij een propellertoerental kleiner dan of gelijk aan 2.200 rpm.

Het bedrijfsmiddel, ingeval van een nieuw vliegtuig, komt voor ten hoogste € 37.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

Toelichting: ICAO staat voor International Civil Aviation Organization, het ICAO-verdrag is het op 7 december 1944 te Chicago tot stand gekomen Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Trb. 1973, 109).

A 4161

Geluidarme opbouw voor een gekoelde aanhanger, bakwagen, bestelwagen of oplegger

  • a. bestemd voor: het verminderen van piekniveau's tijdens het laden en lossen in de bebouwde omgeving door een gekoelde aanhanger, bakwagen, bestelwagen of oplegger, waarbij het geluiddrukniveau LPA(7,5m) van de volgende onderdelen, indien toegepast, ten hoogste 60 dB(A) bedraagt, gemeten volgens de Meetmethode voor piekgeluiden bij laden en lossen, rapport DGT-RPT-020131 van 11 november 2002 opgesteld door TNO:

    • 1. vloer en wanden,

    • 2. laadklep,

    • 3. topklep,

    • 4. roldeur,

    • 5. zijdeur,

    • 6. een cryogene koelinstallatie of door de vrachtwagenmotor aangedreven koelinstallatie op basis van natuurlijke, halogeenvrije koudemiddelen, en

    • 7. een achteruitrijdpiepje,

  • b. bestaande uit: een oplegger, een bestelwagen, een aanhanger of een opbouw voor een bakwagen.

A 4162

Geluidreducerende voorzieningen voor een bakwagen of trekker

  • a. zijnde: een bakwagen of een trekker met:

    • een ledig gewicht van ten minste 7.500 kilogram,

    • een aandrijfgeluid van ten hoogste 72 dB(A), en

    • een motor die voldoet aan de Euro V-eisen, maar niet voldoet aan de Euro VI-eisen, als bedoeld in Verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen en motoren met betrekking tot emissies van zware bedrijfsvoertuigen (Euro VI) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 715/2007 en Richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 80/1269/EEG, 2005/55/EG en 2005/78/EG (PbEU 2009, L 188) en Verordening (EU) nr. 582/2011 van de Europese Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering en wijziging van Verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot emissies van zware bedrijfsvoertuigen (Euro VI) en tot wijziging van de bijlagen I en III bij Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 167),

    en waarvoor een QuietTRUCK-certificaat van Piek-Keur is afgegeven,

  • b. bestaande uit: een bakwagen of trekker.

Toelichting: Trekkers of bakwagens met een hybride aandrijving kunnen worden gemeld onder B 5075.

Elektrisch aangedreven bakwagens of trekkers kunnen worden gemeld onder F 5070.

F 4163

Bestelauto met koeling op zonnecellen

  • a. bestemd voor: het gekoeld vervoeren van goederen in een bestelauto, die is voorzien van een koeling die van energie wordt voorzien door zonnecellen en werkt op basis van natuurlijke, halogeenvrije koudemiddelen,

  • b. bestaande uit: een bestelauto, een koelinstallatie en zonnecellen.

B 4170

Geluidarm bedrijfsterrein

  • a. bestemd voor: het verlagen van het geluid(druk)niveau van een bedrijfsterrein met 3 dB(A) ten opzichte van de wettelijke verplichting, door een bedrijf dat reeds voldoet aan de vigerende geluideisen,

  • b. bestaande uit: geluidarme technieken en isolatiemateriaal, exclusief (aanpassingen aan) mobiele machines en transportmiddelen.

Toelichting: Voorbeelden van geluidarme technieken zijn het aanpassen van rijroutes op het bedrijfsterrein, het treffen van voorzieningen aan bedrijfsgebouwen die de weerkaatsing van het geluid verminderen, dempen van puntbronnen en toepassing van geluidarme, vast opgestelde ventilatoren en aggregaten.

F 4180

Afvoersysteem voor vocht uit de kas tijdens lichtscherming in de nanacht

  • a. bestemd voor: het afvoeren van vocht uit de kas tijdens de lichtscherming in de nanacht, zodanig dat de lichtschermen ook in de nanacht geheel gesloten blijven en warmte in de kas wordt opgeslagen,

  • b. bestaande uit: een systeem voor het afvoeren van vocht uit de kas in de nanacht en (eventueel) apparatuur voor het geschikt maken van teruggewonnen condenswater als gietwater, exclusief natte koeltorens.

F 4181

Lichtvervuilingbeperkende buitenverlichting

  • a. bestemd voor:

    • 1. het ’s avonds en ’s nachts verminderen van lichtvervuiling door aanpassing of vervanging van bestaande verstorende lichtbronnen in de open lucht door energiezuinige lichtbronnen (bij voorkeur Led-lampen) met dezelfde of lagere lichtintensiteit als de vervangen lichtbronnen met een installatielabel van ten minste niveau B conform de aanbeveling "handleiding energielabeling openbare verlichting 2010" van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV), in lichtverstrooiingsbeperkende armaturen, waarbij indien mogelijk gebruik gemaakt wordt van windenergie, zonne-energie of aanwezigheidssensoren, of

    • 2. het 's avonds verlichten van sport- of recreatieterreinen door Led-verlichting in lichtverstrooiingsbeperkende armaturen met een specifieke lichtstroom van ten minste 84 lumen per Watt gemeten conform LM-79-08,

  • b. bestaande uit:

    • 1. met betrekking tot onderdeel a, onder 1, buitenverlichting in lichtverstrooiingsbeperkende armaturen, (eventueel) Led-markeringen, (eventueel) een windturbine of zonnepaneel, (eventueel) een regelunit en aanwezigheidssensoren,

    • 2. met betrekking tot onderdeel a, onder 2, Ledlampen in lichtverstrooiingsbeperkende armaturen.

Toelichting: Voor meer informatie over milieuvriendelijke verlichting, waaronder de Richtlijn Openbare Verlichting 2011 en het Handboek Licht-Donker, zie www.nsvv.nl en www.agentschapnl.nl/openbareverlichting.

F 5000

Elektrische of hybride aangedreven mobiele machine

  • a. bestemd voor: het verrichten van werkzaamheden door een mobiele machine met een vaste bestuurderszitplaats of een niet vast opgestelde pomp of aggregaat die voor de aandrijving is voorzien van een elektromotor, eventueel in combinatie met een verbrandingsmotor (hybride), en

    • 1. de elektromotor wordt gevoed vanuit de verbrandingsmotor (hybride), een brandstofcelsysteem of het elektriciteitsnet, en

    • 2. indien accu’s worden toegepast voor de opslag van aandrijvingsenergie, dit lithiumhoudende accu's zijn,

  • b. bestaande uit: een mobiele machine, (eventueel) bijbehorende werktuigen of gereedschappen die nodig zijn om met de mobiele machine te kunnen werken, (eventueel) een oplaadstation, (eventueel) een wisselaccu en (eventueel) een vast aan het voertuig verbonden zonnepaneel.

Toelichting: Een mobiele machine met een vaste bestuurdersplaats is bijvoorbeeld een dozer, dumper, graafmachine, hoogwerker, laadschop, landbouwmachine, kraan, puinbreker, trekker of vorkheftruck. Elektrische machines zoals vorkheftrucks voldoen alleen als deze zijn voorzien van lithiumhoudende accu’s.

B 5001

Emissiearme milieuvriendelijke mobiele machine

  • a. bestemd voor: het verrichten van werkzaamheden met een houtversnipperaar, een aggregaat, een compressor, een motorpomp of een mobiele machine met een vaste bestuurderszitplaats die voor de aandrijving is voorzien van een:

    • 1. dieselmotor, waarbij de emissies de grenswaarden van fase IV, dan wel bij vermogens tot en met 36 kiloWatt US-EPA-emissienorm Tier 4 final niet overschrijden, of

    • 2. aardgasmotor, waarbij onder aardgas ook wordt verstaan biogas dat tot aardgaskwaliteit (groen gas) of beter is opgewerkt en die voldoet aan één van de eisen zoals opgenomen in onderdeel a van bedrijfsmiddel E 5002,

  • b. bestaande uit: een mobiele machine en (eventueel) aan de machine te monteren werktuigen of gereedschappen die noodzakelijk zijn om met de mobiele machine te kunnen werken.

Toelichting: Mobiele machines met een vaste bestuurdersplaats zijn bijvoorbeeld dozers, dumpers, graafmachines, hoogwerkers, laadschoppen, landbouwmachines, kolkenzuigers, kranen, puinbrekers, trekkers en vorkheftrucks. Machines met een fase III-B-motor of een Tier IV interim- motor voldoen niet aan de onder 1 gestelde eis.

E 5002

Milieuvriendelijke mobiele machine

  • a. bestemd voor: het verrichten van werkzaamheden met een houtversnipperaar, een aggregaat, een motorpomp of een mobiele machine met een vaste bestuurderszitplaats, die voldoet aan ten minste één van de volgende eisen

    • 1. het geluidniveau is gelijk aan of lager dan het geluidniveau zoals opgenomen onder punt 4 van paragraaf 1 van deze bijlage,

    • 2. in geval van een trekker, is deze voorzien van een stroomaansluiting voor de elektrische aandrijving van werktuigen,

    • 3. het hydraulisch systeem is af-fabriek gevuld met bio-olie, waarbij voor bio-olie voor land- en bosbouwmachines naast Europees Ecolabel ook een Blauer Engel-certificaat voldoet, of

    • 4. het hydraulisch systeem is voorzien van een tweezijdig elektronisch slangbreukbeveiligingssysteem,

  • b. bestaande uit: een mobiele machine en (eventueel) aan de machine te monteren werktuigen of gereedschappen die noodzakelijk zijn om met de mobiele machine te kunnen werken.

Het bedrijfsmiddel komt voor 50% van het investeringsbedrag in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek.

Toelichting: Een mobiele machine met een vaste bestuurdersplaats is bijvoorbeeld een dozer, dumper, graafmachine, hoogwerker, laadschop, landbouwmachine, kolkenzuiger, kraan, puinbreker, trekker of vorkheftruck. Met een tweezijdig elektronisch slangbreukbeveiligingssysteem wordt een systeem bedoeld dat de olie-uitstroom stopt naar beide zijden van de breuk: de cilinderzijde en bedieningsklepzijde. Machines met een fase IV-motor of een Tier 4-motor, niet zijnde een Tier 4A- of Tier 4-interim-motor kunnen worden gemeld onder B 5001.

Indien in de tabel onder 4 van paragraaf 1 van deze bijlage geen geluideis is opgenomen, dan wordt niet aan die eis in de omschrijving van het bedrijfsmiddel voldaan.

C 5040

Luchtmatras of zeil voor voorstuwing van een zeeschip

  • a. bestemd voor: het voortbewegen van een zeeschip door met een luchtmatras of zeil gebruik te maken van windenergie, voor zover het zeeschip niet wordt ingezet voor de recreatievaart,

  • b. bestaande uit: een luchtmatras of zeiltuigage, een lanceer- of hijsinrichting, een strijkinrichting en een regeleenheid.

F 5050

Brandstofcelsysteem voor mobiele werktuigen en transportmiddelen

  • a. bestemd voor: het in een mobiel werktuig of een transportmiddel opwekken van elektrische energie met een vermogen van ten hoogste 1.000 kiloWatt waarbij de brandstof rechtstreeks wordt omgezet in elektrische energie, die bijvoorbeeld wordt gebruikt voor de aandrijving van transportmiddelen of in verkeersinformatiewagens,

  • b. bestaande uit: een systeem bestaande uit één of meer brandstofcellen en (eventueel) een elektrisch aandrijfsysteem.

F 5060

Elektro-, hybride- of gasmotor voor een vaartuig

  • a. bestemd voor: de energievoorziening of voortstuwing van een vaartuig, waarbij de hoofdmotor bestaat uit:

    • 1. uitsluitend een elektromotor,

    • 2. uitsluitend een LPG- of aardgasmotor, of

    • 3. een elektromotor in combinatie met een verbrandingsmotor (hybride), waarbij onder aardgas ook wordt verstaan biogas dat tot aardgaskwaliteit of beter is opgewerkt,

  • b. bestaande uit: motor(en), (eventueel) een gastank, (eventueel) accu's en (eventueel) een oplaadstation.

Toelichting: Dit bedrijfsmiddel kan bijdragen aan het behalen van een Green Award-certificaat. Zie www.greenaward.org voor de voorwaarden.

F 5069

Fiets met overkapping en trapondersteuning

  • a. bestemd voor: het vervoer van personen of goederen over de openbare weg of op bedrijfsterreinen in de open lucht met een fiets,

    • die is voorzien van elektrische trapondersteuning,

    • die is voorzien van een carrosserie of overkapping van niet-flexibel materiaal, die ten minste de berijder overdekt, en

    • waarbij de elektrische energie is opgeslagen in één of meer lithiumhoudende accu's,

  • b. bestaande uit: fiets met overkapping en trapondersteuning, (eventueel) oplaadstation, (eventueel) een extra lithiumhoudende wisselaccu, (eventueel) een vast aan het voertuig verbonden zonnepaneel.

F 5070

Elektrisch aangedreven voertuig

  • a. bestemd voor: vervoer over de openbare weg of op bedrijfsterreinen in de open lucht met een elektrisch aangedreven voertuig, eventueel in combinatie met een verbrandingsmotor, dat is voorzien van een lithiumhoudende accu voor de opslag van energie voor de aandrijving, niet zijnde een fiets, bromfiets, snorfiets, gehandicaptenvoertuig, vorkheftruck of een andere mobiele machine, tram of een metro, en die voldoet aan de volgende eis:

    • voor een voertuig met kenteken een CO2-uitstoot van minder dan 50 gram per kilometer, of

    • voor een voertuig zonder kenteken een actieradius van ten minste 50 kilometer op een volle accu,

  • b. bestaande uit: een voertuig en (eventueel) een vast aan het voertuig verbonden zonnepaneel.

Toelichting: Onder F 5070 kunnen worden gemeld alle volledig elektrische personen- en bedrijfsauto’s en zogenoemde plug-in hybride personen- en bedrijfsauto’s waarvan de CO2-uitstoot minder is dan 50 gram per kilometer. Hybride of plug-in hybridevoertuigen die niet voldoen aan de eisen van bedrijfsmiddel F 5070 kunnen wat personenauto’s betreft onder E 5076 worden gemeld.

Mobiele machines kunnen worden gemeld onder F 5000. Oplaadpalen kunnen worden gemeld onder F 2041.

B 5071

Elektrisch aangedreven brom- of snorfiets met lithiumhoudende accu

  • a. bestemd voor: het vervoer over de openbare weg of op bedrijfsterreinen in de open lucht, met een brom- of snorfiets, voorzien van een elektromotor als hoofdmotor, waarbij de elektrische energie, waarmee de elektromotor wordt aangedreven, is opgeslagen in één of meer lithiumhoudende accu’s,

  • b. bestaande uit: een elektrisch aangedreven bromfiets of snorfiets met één of meer lithiumhoudende accu’s, (eventueel) een oplaadstation, (eventueel) een extra lithiumhoudende wisselaccu en (eventueel) een vast aan het voertuig verbonden zonnepaneel.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste 50% van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek.

A 5073

Lithiumhoudende accu voor elektrische vervoermiddelen of mobiele werktuigen

  • a. bestemd voor: het met een lithiumhoudende accu voorzien in de energiebehoefte van:

    • 1. een elektrische auto als bedoeld in bedrijfsmiddel F 5070, of

    • 2. een mobiel werktuig als bedoeld in F 5000,

  • b. bestaande uit: een lithiumhoudende accu en (eventueel) een snellaadsysteem.

B 5075

Vrachtwagen of bus met hybride aandrijving

  • a. bestemd voor: het vervoer van goederen of personen over de openbare weg door een voertuig voorzien van een elektromotor als hoofdmotor in combinatie met een verbrandingsmotor (hybride), dat in geval van een bus voorzien van meer dan 8 passagiersplaatsen buiten de bestuurder, en waarvoor geen subsidie is verkregen op grond van het subsidieprogramma Truck van de Toekomst,

  • b. bestaande uit: een hybride autobus of vrachtwagen.

E 5076

Zeer zuinige personenauto

  • a. bestemd voor: het bedrijfsmatig vervoeren van één of meer personen over de openbare weg met een personenauto met een CO2-uitstoot van niet meer dan:

    • 88 gram per kilometer bij een personenauto die wordt aangedreven door een motor met compressieontsteking (een dieselmotor), of

    • 95 gram per kilometer bij een personenauto die niet wordt aangedreven door een motor met compressieontsteking (dus geen dieselmotor),

  • b. bestaande uit: een personenauto.

Toelichting: Bedrijven die auto's met een benzinemotor aanschaffen kunnen hun investering hieronder melden als de CO2-uitstoot per kilometer lager is dan of gelijk is aan 95 gram. Plug-in hybrides waarvan de CO2-uitstoot minder is dan 50 gram per kilometer en elektrische voertuigen kunnen worden gemeld onder F 5070.

F 5077

Locomotief met elektrische of hybride aandrijving

  • a. bestemd voor: het bedrijfsmatig vervoeren van goederen met een locomotief, die is voorzien van een elektromotor als hoofdmotor, die in staat is alleen op het lithiumhoudende batterijpakket te rijden, eventueel in combinatie met een dieselaggregaat, en die eventueel is voorzien van een ingebouwd elektronisch systeem voor rijden op beveiligde baanvakken,

  • b. bestaande uit: een locomotief.

C 5079

Aardgasauto voor zakelijk vervoer

  • a. bestemd voor: het vervoer van goederen of personen over de openbare weg met een voertuig, niet zijnde een vrachtwagen, met een aardgasmotor als hoofdmotor, waarbij onder aardgas ook wordt verstaan biogas dat tot aardgaskwaliteit of beter is opgewerkt,

  • b. bestaande uit: een door een aardgasmotor aangedreven voertuig.

Toelichting: Aardgasaflever- of aardgasvulpunten kunnen worden gemeld onder G 2050.

A 5080

Systeem voor adaptieve cruise control voor vrachtverkeer

  • a. bestemd voor: het bij vervoer van goederen met een vrachtwagen automatisch constant houden van de snelheid, dan wel automatisch aanpassen van de snelheid, zodat de afstand tot de voorligger gelijk blijft, waardoor het brandstofverbruik wordt verminderd,

  • b. bestaande uit: een systeem voor adaptieve cruise control.

B 5090

Mobiele machine voor heiwerkzaamheden

  • a. bestemd voor: het plaatsen van funderingspalen door,

    • 1. een emissiearm heiblok, waarbij:

      • brandstof onder hoge druk gereguleerd wordt ingespoten op basis van de bodemgesteldheid, en waarbij verse lucht onder druk in de verbrandingskamer wordt gebracht voor het koelen en spoelen,

      • het powerpack is voorzien van een dieselmotor die ten minste voldoet aan de eisen van fase IIIa als bedoeld in Richtlijn nr. 2004/26/EG van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 tot wijziging van richtlijn 97/68/EG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (PbEU 2004, L 225), en

      • olieresten uit de afgassen van het heiblok worden verwijderd middels een scheidingstechniek, of

    • 2. een hydraulische boorstelling voor het boren van gaten voor funderingspalen, waarvan het hydraulische systeem is gevuld met biologisch afbreekbare, niet-toxisch olie conform Europees Ecolabel, af fabriek of waarbij de oliekwaliteit wordt gewaarborgd door een meerjarig onderhoudscontract of zorgsysteem,

  • b. bestaande uit: een emissiearm heiblok inclusief bijbehorend powerpack of een hydraulische boorstelling inclusief boorkast en avegaarboor.

Toelichting: Voor informatie over emissies van de dieselverbrandingsmotor en bio-olie voor duurzaam gebruik zie onder 5 en 6 van paragraaf 1 van deze bijlage. Meer informatie over bio-olie is ook te vinden op www.biosmeermiddelen.nl.

B 5091

Geluidbalgenset voor een hydrohamer

  • a. bestemd voor: geluidarm heien met een hydrohamer, voorzien van een geluidbalgenset,

  • b. bestaande uit: een geluidbalgenset.

A 5110

Stofarme veegzuigmachine

  • a. bestemd voor: het verrichten van onderhoudswerkzaamheden in de openbare ruimte of bedrijfsterreinen door een zelfrijdende veeg(zuig)machine, die is voorzien van een ontstoffingsinstallatie waardoor de uitgeblazen lucht van fijn stof wordt ontdaan waardoor de continue stofemissie niet meer bedraagt dan 5 milligram per nominaal kubieke meter gemeten conform UNI EN 13284-1:2003 en het verwijderingsrendement ten minste 90% voor PM2,5 en ten minste 97% voor PM10 bedraagt gemeten conform US-EPA Testmethode 201A,

  • b. bestaande uit: een veegzuigmachine en (eventueel) een oplaadstation.

C 5111

Vacuümtruck met dampverwerkingssysteem

  • a. bestemd voor: het met een vacuümtruck opzuigen en vervoeren van brandstoffen uit de gevarenklasse ADR-3, waarbij de afgezogen dampen nuttig worden toegepast of vernietigd,

  • b. bestaande uit: vacuümtruck, dampverwerkings- of toepassingssysteem op de vacuümtruck.

Toelichting: ADR staat voor Accord européen relatif au transport international des marchandises Dangereuses par Route.

E 5120

Mobiele schonings- of tarrascheidingsinstallatie

  • a. bestemd voor: het verrichten van werkzaamheden door één van de volgende mobiele, zelfrijdende of getrokken landbouwmachines, waarvan het eventueel aanwezige hydraulische systeem is gevuld met bio-olie voor duurzaam gebruik:

    • een schoningsinstallatie voor het wassen van plantaardige producten waarbij plantaardige delen, zand en slib worden afgescheiden en het spoelwater wordt hergebruikt,

    • een natte scheidingsinstallatie voor bollen en knollen voor het verwijderen van tarra van bollen en knollen door natte scheiding met tegenstroom en wervelbed, waarbij de tarra op de rooiakker achterblijft en het gebruikte water of op de rooiakker achterblijft of wordt hergebruikt,

    • een rooimachine met een tarrareinigingsinstallatie voor het rooien van bieten, wortels, bollen of andere knollen, waarbij aanhangende aarde en zand worden verwijderd met ten minste drie verschillende reinigingstechnieken waarvan ten minste twee van de volgende:

      • 1. een zeefketting,

      • 2. axiaalrollen,

      • 3. een sterrenbed,

      • 4. ten minste 3 borstels,

      • 5. een wrijfband, of

      • 6. reinigingszonnen (verschillende typen zonnen tellen als verschillende technieken), of

    • een rooimachine met een tarrareinigingsinstallatie voor het rooien van prei waarbij aanhangende aarde en zand worden verwijderd met een klop- of schudsysteem, waarbij loof of wortels op de akker worden verwijderd met een afsnijdinrichting en pelrollen en waarbij de preibox automatisch wordt gevuld, en waarbij voor olie voor mobiele schonings- of tarrascheidingsinstallaties naast Europees Ecolabel ook een Blauer Engel-certificaat voldoet,

  • b. bestaande uit: een mobiele droge of natte tarrascheidingsinstallatie voor bollen en knollen, een mobiele schoningsinstallatie voor plantaardige producten of een rooimachine met tarrareinigingsinstallatie en (eventueel) waterzuiveringsapparatuur.

Toelichting: Voor informatie over bio-olie voor duurzaam gebruik zie onder 6 van paragraaf 1 van deze bijlage. Meer informatie over bio-olie is ook te vinden op www.biosmeermiddelen.nl.

F 6050

Gasdetectieapparatuur bij grote opslagen van toxische gassen

  • a. bestemd voor: het met ten minste twee sensoren vroegtijdig detecteren van lekken bij opslagen van toxische gassen, zoals ammoniak of chloor, groter dan 5 normaal kubieke meter, met activering van een systeem dat het ontsnappen van de gassen tegengaat of met automatische doormelding naar een alarmcentrale, voor zover dit niet wettelijk verplicht is,

  • b. bestaande uit: early warning gasdetectieapparatuur, (eventueel) apparatuur voor doormelding naar een alarmcentrale en (eventueel) een noodopslagtank die geen deel uitmaakt van de normale bedrijfsvoering.

F 6060

Branddetectiesysteem in chemicaliënopslagen tot 10 ton

  • a. bestemd voor: het vroegtijdig detecteren van brand in chemicaliënopslagruimten met een opslagcapaciteit van minder dan 10 ton, met activering van een blussysteem of met automatische doormelding naar een alarmcentrale, voor zover het systeem niet wettelijk verplicht is of vanuit een brandconcept noodzakelijk is,

  • b. bestaande uit: detectieapparatuur, (eventueel) een automatisch brandblussysteem en (eventueel) apparatuur voor doormelding naar een alarmcentrale.

Toelichting: Branddetectiesystemen bij vuurwerkopslagen komen niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en de willekeurige afschrijving milieu-investeringen. Vuurwerkopslagen worden niet aangemerkt als chemicaliënopslagen.

F 6061

Lichtschuimblusinstallatie voor chemicaliënopslagen

  • a. bestemd voor: het bij brand vol schuimen van de opslagruimte bij installaties waarbij op grond van PGS 15:2005 voldoen aan beschermingsniveau 1 niet verplicht is,

  • b. bestaande uit: lichtschuimgeneratoren.

Toelichting: PGS staat voor Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen.

A 6062

Halogeenvrij gekoelde bulkopslag van LPG of toxische gassen (ombouw of vervanging)

  • a. bestemd voor: het bij calamiteiten verminderen van de uitstroom van LPG of toxische gassen uit bulkopslagtanks door omschakeling van drukopslag naar gekoelde opslag met een passend halogeenvrij koelsysteem, voor zover dit niet wettelijk verplicht is,

  • b. bestaande uit: een (verdampings-) koelsysteem.

A 6063

Halogeenvrij gekoeld bulktransport van LPG en toxische gassen per binnenvaartschip

  • a. bestemd voor: het bij calamiteiten verminderen van de uitstroom van LPG of toxische gassen uit bulktransporttanks van een binnenvaartschip door omschakeling van drukopslag naar gekoelde opslag met een passend halogeenvrij koelsysteem,

  • b. bestaande uit: een (verdampings-) koelsysteem.

A 6064

Halogeenvrij gekoeld bulktransport van LPG of toxische gassen per tankcontainer of tankwagen

  • a. bestemd voor: het bij calamiteiten verminderen van de uitstroom van LPG of toxische gassen uit bulktransporttanks van een tankwagen of een tankcontainer door omschakeling van drukopslag naar gekoelde opslag met een passend halogeenvrij koelsysteem,

  • b. bestaande uit: een (verdampings-) koelsysteem.

A 6065

Halogeenvrije gekoelde verlading van LPG of toxische gassen

  • a. bestemd voor: het bij calamiteiten verminderen van de uitstroom van LPG of toxische gassen bij verladingsinstallaties door gekoeld verladen of verpompen, waarbij wordt gekoeld met een passend halogeenvrij koelsysteem, eventueel gevolgd door opwarming tot de gewenste transporttemperatuur door middel van verdamping,

  • b. bestaande uit: een (verdampings-) koelsysteem en een verdampingseenheid.

A 6067

Warmtebestendige tankondersteuning voor lading met hoge temperatuur (ombouw)

  • a. bestemd voor: het ondersteunen van tanks met een vloeibare lading met een temperatuur van ten hoogste 250 ºC op een bestaand binnenvaartschip waarbij de niet-warmtebestendige ondersteuning van de tanks wordt vervangen door een gelaagde en drukvaste tankondersteuning waarmee temperatuurverschillen tussen de lading en het water wordt opgevangen conform de eisen van de ADN en die is gecertificeerd door een erkend classificatiebureau,

  • b. bestaande uit: een gelaagde en drukvaste ondersteuningsconstructie.

Toelichting: ADN staat voor Accord Européen relatif au Transport International des Marchandises Dangereuses par voie de Navigation.

A 6068

Automatisch noodbesturingssysteem voor een binnenvaartschip

  • a. bestemd voor: het voorkomen van aanvaringen van binnenvaartschepen, doordat bij uitval van het primaire besturingssysteem binnen 5 seconden automatisch, zonder handmatige handelingen, een noodbesturingssysteem wordt ingeschakeld,

  • b. bestaande uit: een automatisch noodbesturingssysteem.

A 6070

Aanvaringsbestendige binnenvaarttanker

  • a. bestemd voor: het vervoeren over binnenwateren in een binnenvaartschip, dat voorzien is van een dubbelwandige romp en een waarschuwingssysteem bij het manoeuvreren van het schip, voor zover deze voorzieningen niet verplicht zijn volgens ADN, en waarbij:

    • 1. uitsluitend gevaarlijke stoffen (zoals gedefinieerd in het ADN) worden getransporteerd, of

    • 2. voor de voortstuwing LNG als brandstof of een combinatie van brandstoffen zoals dual fuel wordt gebruikt,

  • b. bestaande uit: dubbele (roestvrij) stalen wanden en tanks en een waarschuwingssysteem bij het manoeuvreren.

Toelichting: ADN staat voor Accord Européen relatif au Transport International des Marchandises Dangereuses par voie de Navigation.

A 6071

Hittewerende coating van transporttank voor brandbaar gas

  • a. bestemd voor: het verminderen van de kans op het bezwijken van de tankwand van een transporttank voor brandbaar gas op een schip, een treinwagon, een tankcontainer of een tankwagen, niet zijnde een LPG-tankwagen, door warmtestraling bij brand door de wand van de transporttank van een hittewerende coating te voorzien,

  • b. bestaande uit: een hittewerende coating.

A 6072

Deluge-sprinklersysteem voor losplaatsen van LPG-tankwagens bij tankstations

  • a. bestemd voor: het bestrijden van beginnende branden en het voorkomen van explosies bij het lossen van LPG-tankwagens bij een tankstation door vroegtijdig en automatisch blussen van de brand en koelen van de tankwagen, voor zover het sprinklersysteem niet wettelijk verplicht is,

  • b. bestaande uit: een sprinklernetwerk, een delugeklep, een waterreservoir en een branddetectiesysteem dat de delugeklep bedient.

A 6073

Laad- en losapparatuur voor modaliteitsverschuiving vervoer gevaarlijke stoffen

  • a. bestemd voor: het verminderen van het risico van een zwaar ongeval door het omschakelen van bestaand transport van gevaarlijke stoffen over weg of spoor naar transport per binnenvaartschip,

  • b. bestaande uit: laad- en losvoorzieningen en (eventueel) kadefaciliteiten die noodzakelijk zijn om vervoer via een binnenvaartschip mogelijk te maken.

A 6080

Tweede omhulling voor een proces- of verladingsinstallatie

  • a. bestemd voor: het voorkomen van het in de buitenlucht komen van incidentele emissies van toxische gassen uit een chemische procesinstallatie of een verladingsinstallatie, voor zover de tweede omhulling niet wettelijk verplicht is. De uitsluitend daartoe bestemde constructie is in overeenstemming met de eisen betreffende arbeidsveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding, wat blijkt uit een verklaring opgesteld door een onafhankelijke deskundige dan wel het bevoegde gezag,

  • b. bestaande uit: een constructie die als een tweede omhulling de proces- of verladingsinstallatie omsluit zodanig dat er geen toxisch gas naar buiten kan treden, exclusief de gasopvang- en neutralisatie-installatie.

B 6091

Verplaatsbaar tijdelijk opslagreservoir

  • a. bestemd voor: het in het geval van calamiteiten tijdelijk opslaan van bodembedreigende stoffen, niet zijnde rioolwater, in een verplaatsbaar tijdelijk opslagreservoir op een locatie niet zijnde een op- en overslagplaats met een capaciteit van meer dan 10 ton,

  • b. bestaande uit: een verplaatsbare opslagzak, (eventueel) een haspel en (eventueel) een haspelwagen.

B 6092

Noodopslagvoorziening voor rioolwater

  • a. bestemd voor: de tijdelijke berging van rioolwater in bergingszakken of -slurven ter voorkoming van riooloverstort,

  • b. bestaande uit: bergingszakken of -slurven en (eventueel) apparatuur voor lokale zuivering voorafgaand aan lozing of infiltratie.

A 6094

Uitklapbare waterkering

  • a. bestemd voor: het voorkomen van overstromingen of de verspreiding van verontreinigd blus-, afval- of regenwater bij calamiteiten, door een uitklapbare waterkerende constructie, die buiten gebruik ter plaatse ondergronds is opgeslagen,

  • b. bestaande uit: een stalen uitklapbare damwand, een betonnen goot en afdekplaten.

B 6100

Overstromingsbestendige olie/water-afscheider

  • a. bestemd voor: het afscheiden van lichte minerale olie uit afvalwater door een mechanische afscheider met een coalescentie- of platenpakket, zonder gebruikmaking van olieabsorberend materiaal of chemicaliëndosering, waarbij het effluent ten hoogste 5 milligram minerale olie per liter water bevat, en die bij overstromingen geen olie lekt,

  • b. bestaande uit: een overstromingsbestendige coalescerende afscheider of overstromingsbestendige afscheider met een platenpakket, een mechanisme dat voorkomt dat er olie lekt tijdens een overstroming, een vlotter, een waarschuwingssysteem en (eventueel) een sedimentatie-eenheid of slibvangput.

Toelichting: Alleen overstromingsbestendige olie-afscheiders voorzien van een platen- of coalescentiepakket komen in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek en de willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

F 6111

Ingeterpte of ondergrondse dubbelwandige tanks en leidingen voor bodembedreigende vloeistoffen

  • a. bestemd voor: het ter voorkoming van bodemverontreiniging buiten grondwaterbeschermingsgebieden in dubbelwandige tanks ondergronds of ingeterpt opslaan en/of in dubbelwandige leidingen ondergronds transporteren van niet-explosieve vloeistoffen die volgens de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten als bodembedreigend worden aangemerkt,

  • b. bestaande uit: dubbelwandige tanks en/of dubbelwandige leidingen en (eventueel) een lekdetectiesysteem.

F 6140

Dubbele mechanische asafdichting

  • a. bestemd voor: het verminderen van lek- en verdampingsverliezen van vluchtige organische stoffen langs roterende assen van machines, door een dubbele mechanische afdichting die voldoet aan ISO 21049:2004, categorie 3, arrangement 3,

  • b. bestaande uit: een dubbele mechanische asafdichting.

F 7000

Biodiversiteitversterkende apparatuur of werken

  • a. bestemd voor: het op land door apparatuur, landschapselementen, bouwkundige of civieltechnische werken versterken van gebiedseigen biodiversiteitsfactoren, en waarbij het toegepaste hout voldoet aan de eisen van bedrijfsmiddel A 1141,

  • b. bestaande uit: apparatuur, landschapselementen, bouwkundige of civieltechnische werken die noodzakelijk zijn voor versterking van de gebiedseigen biodiversiteit.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 1.000.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Voor informatie over generieke bedrijfsmiddelen zie onder 7 van paragraaf 1 van deze bijlage. Gezien de eisen die aan generieke bedrijfsmiddelen worden gesteld, luidt het advies voorafgaand aan een melding de MIA/Vamil-helpdesk te bellen voor overleg.

Andere in de Milieulijst genoemde bedrijfsmiddelen komen niet in aanmerking onder F 7000. Bedrijfsmiddelen die uitgesloten zijn op grond van artikel 3.45 van de Wet inkomstenbelasting 2001 komen niet in aanmerking.

Landschapselementen kunnen bijvoorbeeld veedrinkpoelen, houtwallen, hagen en bomen zijn, die als element homogeen in het gebiedseigen landschap opgenomen zijn. Informatie over gebiedseigen elementen zijn onder andere te vinden op de volgende websites: www.spade.nl, www.landschapsbeheer.nl en www.nederlandscultuurlandschap.nl.

F 7010

Natuurvriendelijke voorzieningen in de bebouwde omgeving

  • a. bestemd voor: het versterken van biodiversiteit en verbeteren van leefomgeving voor dieren door toepassing van ten minste twee maatregelen aan een gebouw en in de directe omgeving daarvan, op basis van de checklist 'Natuurvriendelijke maatregelen in de bebouwde omgeving' van de Vogelbescherming, waarbij:

    • ten minste één van de maatregelen tevens ten goede komt aan het milieucompartiment lucht, water of bodem, en

    • het toegepaste hout voldoet aan de eisen van bedrijfsmiddel A 1141,

  • b. bestaande uit: voorzieningen die noodzakelijk zijn om de gekozen maatregelen uit de checklist 'Natuurvriendelijke maatregelen in de bebouwde omgeving' te realiseren, exclusief investeringen in woningen.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Voor informatie over generieke bedrijfsmiddelen zie onder 7 van paragraaf 1 van deze bijlage. Gezien de eisen die aan generieke bedrijfsmiddelen worden gesteld, luidt het advies voorafgaand aan een melding de MIA/Vamil-helpdesk te bellen voor overleg.

De checklist 'Natuurvriendelijke maatregelen in de bebouwde omgeving' is te vinden op www.vogelbescherming.nl/checklist.

B 7020

Natuurspeelplek in en bij de bebouwde omgeving

  • a. bestemd voor: het stimuleren van spelen van kinderen in en in de directe nabijheid van de bebouwde omgeving door middel van begroeiing, natuurlijke speelelementen en geprefabriceerde speelelementen van uitsluitend hout die voldoen aan de eisen van bedrijfsmiddel A 1141, waarbij de speelelementen voldoen aan de voorschriften bedoeld in het Warenwetbesluit attractie- speeltoestellen,

  • b. bestaande uit: een natuurspeelplek en (eventueel) geprefabriceerde houten speelelementen.

B 7021

Natuurzwemvijver

  • a. bestemd voor: het stimuleren van natuurrecreatie en lokale biodiversiteit door een openbare of commerciële zwemvijver met een helofytenfilter, waarbij het zwemwater wordt gerecirculeerd en géén gebruik wordt gemaakt van chemische desinfectie, waarbij de vijver eventueel gebruikt wordt als blusvijver,

  • b. bestaande uit: een zwemvijver, een helofytenfilter en (eventueel) aansluiting op een warmte-/koudebron.

B 7030

Geluidarme scheepsschroef

  • a. bestemd voor: het verminderen van trillings- en cavitatiegeluid bij schepen door het gebruik van een vervormbare kunststof scheepsschroef,

  • b. bestaande uit: een kunststof schroef.

F 7039

Onderwatergeluidschade beperkende apparatuur

  • a. bestemd voor: het in real time voorkomen van gedragsverstoring of gehoorschade bij zeezoogdieren door het monitoren van de aanwezigheid van zeezoogdieren, het meten van door de mens veroorzaakt onderwatergeluid en het op basis hiervan nemen van geluidbeperkende maatregelen,

  • b. bestaande uit: een onderwatergeluidmonitoringssysteem, een zeezoogdiermonitoringssysteem en geluidbeperkende voorzieningen.

F 7040

Akoestische afschrikkingsapparatuur aan visnetten

  • a. bestemd voor: het ter vermijding van bijvangst verdrijven van walvisachtigen door aan visnetten bevestigde apparatuur die ultrasoon geluid produceert met een variabele pulssnelheid, voor zover die visnetten niet genoemd zijn in bijlage I van Verordening (EG) nr. 812/2004 van de Raad van 26 april 2004 tot vaststelling van maatregelen betreffende de bijvangsten van walsvisachtigen bij de visserij en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 88/98 (PbEU 2004, L150/13),

  • b. bestaande uit: akoestische afschrikkingsapparatuur.

F 7041

Verjagingsapparatuur voor vogels en vleermuizen bij windmolens

  • a. bestemd voor: het verjagen en eventueel monitoren van vogels en vleermuizen bij windmolens ter voorkoming en vermindering van letsel bij deze diersoorten, waarbij plaatsing en uitvoering van de verjagings- en eventueel monitoringsapparatuur plaatsvindt in samenwerking met een relevante en erkende onderzoeksorganisatie,

  • b. bestaande uit: verjagingsapparatuur, (eventueel) monitoringsapparatuur, (eventueel) aanpassingen aan de windmolen.

A 7042

Vogelvriendelijke UV-reflecterende beglazing

  • a. bestemd voor: het voorkomen van botsingen van vogels tegen glas door een UV-reflectieve coating die in een patroonvorm is aangebracht op HR++ glas of op glazen gevelbekleding, waarvan de werking is onderbouwd met onderzoeksresultaten,

  • b. bestaande uit: HR++ glas of glazen gevelbekleding met UV-reflecterende coating.

F 7048

Duurzame viskwekerij

  • a. bestemd voor: het kweken van vis in een viskwekerij, die voldoet aan de Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 4, onderdeel MDA 4 – viskwekerijen, wat blijkt uit een (ontwerp)certificaat MDA 4 dat voor de meldingsdatum is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij binnen twee jaar na afgifte van het voorlopige certificaat een definitief certificaat wordt overgelegd, dan wel binnen drie jaar een definitief certificaat wordt overgelegd volgens de dan vigerende Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur en de bijbehorende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,

  • b. bestaande uit: een viskwekerij, exclusief de ruimten bedoeld voor het personeel.

Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur ligt ter inzage in de Bibliotheek van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Het certificatieschema is ook te downloaden via www.smk.nl. Op deze site zijn tevens vigerende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.

F 7049

Duurzame pootviskwekerij

  • a. bestemd voor: het opkweken van pootvis in een viskwekerij, die voldoet aan de eisen van de Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 4, onderdeel MDA 4 – viskwekerijen en de bijbehorende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten, en waarbij pootvis verkregen wordt van gekweekte ouderdieren,

  • b. bestaande uit:een viskwekerij, exclusief de ruimten bedoeld voor het personeel.

Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur ligt ter inzage in de Bibliotheek van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Het certificatieschema is ook te downloaden via www.smk.nl. Op deze site zijn tevens vigerende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.

F 7051

Visgeleidingssysteem

  • a. bestemd voor:

    • 1. het voorkomen van beschadiging of sterfte van vissen bij de inname van koel- of proceswater, of

    • 2. het opheffen van bestaande kunstmatige barrières zoals veroorzaakt door stuwen en waterkrachtcentrales bij de migratie van vis,

  • b. bestaande uit: een vistrap en/of visgeleidingssysteem en/of een visbypass-systeem.

F 7054

Schaal- en schelpdierbroedinstallatie

  • a. bestemd voor: het broeden en opkweken van gebiedseigen schaal- en schelpdieren als kokkel, oester of mosselzaad uit ouderdieren in een nagenoeg gesloten waterrecirculatiesysteem met een maximum verversingsgraad van 0,5% van het dagelijks debiet, waarbij het verstrekte voer gekweekt wordt,

  • b. bestaande uit: een broedinstallatie en een voerkweeksysteem.

F 7055

Schaal- of schelpdierkwekerij

  • a. bestemd voor: het kweken van schelp- of schaaldieren in een nagenoeg gesloten waterrecirculatiesysteem met een verversing van ten hoogste 0,5% van het dagelijks debiet, waarbij de juveniele schelp- of schaaldieren worden verkregen van gekweekte ouderdieren en waarbij het verstrekte voer gekweekt wordt of afkomstig is van een MSC-gecertificeerde bron,

  • b. bestaande uit: kweekbassins, filtratie- en zuiveringsunit(s), recirculatievoorzieningen en een voerkweeksysteem.

Toelichting: MSC staat voor Marine Stewardship Council. MSC is een internationaal keurmerk voor duurzame visserij. Meer informatie is te vinden op www.msc.org.

B 7057

Zegenvisinstallatie op een bestaand visserijschip

  • a. bestemd voor: het verminderen van bijvangst en schade aan de bodem door het gebruik van Deense of Schotse zegennetten of soortgelijk vistuig op een bestaand visserijschip, waarbij de bestaande boomkorinstallatie wordt verwijderd. Dat met het betreffende schip met Deense of Schotse zegennetten of soortgelijk vistuig wordt gevist en niet meer met boomkor, blijkt uit het vigerend speciaal visdocument dat de Minister van Economische Zaken voor het schip heeft afgegeven,

  • b. bestaande uit: (aanpassing van de) sleepinstallatie voor zegennetten of soortgelijk vistuig, zegennetten of soortgelijk vistuig, scheerborden en het verwijderen van de boomkorinstallatie, exclusief pulskorvisinstallatie en hydrorig-vleugelinstallatie.

Toelichting: Investeringen in een pulskorvisinstallatie en een hydrorig-vleugelinstallatie kunnen worden gemeld voor energie-investeringsaftrek.

F 7059

Overlevingsbak voor bijvangst in de aal- of garnalenvisserij met verbeterde terugvoer

  • a. bestemd voor: het ter verhoging van de overlevingskans van bijvangst in de aal- of garnalenvisserij, opvangen en automatisch sorteren van de bijvangst in een overlevingsbak, waarna terugvoer van de bijvangst plaatsvindt door een diep in het water stekende buis, en waarbij de werking van het systeem is aangetoond door een relevante en erkende onderzoeksorganisatie,

  • b. bestaande uit: een opvangbak met sorteervoorziening en een terugvoersysteem.

F 7060

Infiltratiesysteem

  • a. bestemd voor:

    • 1. het bufferen en infiltreren van regenwater in een geperforeerde container, waarbij het regenwater na verblijf in deze container infiltreert in de bodem,

    • 2. het transporteren van regenwater naar een infiltratiesysteem en/of infiltreren van regenwater met geperforeerde leidingen, of

    • 3. het bufferen en infiltreren van regenwater in een wadi,

  • b. bestaande uit:

    • 1. met betrekking tot onderdeel a, onder 1, een geperforeerde container en (eventueel) geotextiel,

    • 2. met betrekking tot onderdeel a, onder 2, geperforeerde leidingen en (eventueel) geotextiel,

    • 3. met betrekking tot onderdeel a, onder 3, een wadi.

F 7061

Collectieve regenwateropslagplas voor de glastuinbouw

  • a. bestemd voor: het collectief opslaan van regenwater voor gebruik als gietwater in de glastuinbouw in een in het landschap ingepaste plas voorzien van gebiedseigen beplanting, waarvan:

    • de oevers voorzien zijn van een natuurlijke oeverbescherming en niet verhoogd zijn,

    • de voorzieningen voor de regenwatertoevoer en de wateronttrekking ondergronds zijn aangelegd, en

    • de opslagcapaciteit ten minste 2.000 kubieke meter per hectare glasoppervlak bedraagt,

  • b. bestaande uit: een regenwateropslagplas en hoofdtransportleidingen.

F 7062

Grondwaterpeilgestuurde drainage

  • a. bestemd voor: het reguleren van de afvoer van water in drainagesystemen in de landbouw door opvang in een verzamelput met verstelbare overstort, waardoor verdroging, te natte landbouwgrond en afspoeling van meststoffen wordt voorkomen,

  • b. bestaande uit: een verzameldrain en verzamelput met verstelbare overstort waarmee de grondwaterstand in hoogte geregeld kan worden.

F 7063

Voorziening voor het bufferen en vertraagd afvoeren van regenwater

  • a. bestemd voor: het tijdens hevige regenval opvangen en bufferen van regenwater afkomstig van bedrijfsterreinen en bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen, waarbij ten minste 50 liter regenwater per vierkante meter opvangoppervlak kan worden gebufferd, en waarbij het regenwater nuttig wordt toegepast of vertraagd wordt afgevoerd met een afvoersnelheid van ten hoogste 0,36 liter per uur per vierkante meter opvangoppervlak,

  • b. bestaande uit: een wateropslagvoorziening, (eventueel) een verzwaarde dakconstructie, (eventueel) geotextiel en (eventueel) leidingwerk voor nuttige toepassing.

Toelichting: Bufferen en infiltreren van regenwater kan worden gemeld onder F 7060.

A 7064

Verplaatsbaar sportveld met regenwaterbuffering

  • a. bestemd voor: een sportveld voorzien van een onderlaag van geperforeerde containers voor het bufferen, infiltreren en eventueel gebruiken van regenwater, zodanig dat het gehele sportveld verplaatsbaar is,

  • b. bestaande uit: een geperforeerde container, geotextiel, een rubberen tussenlaag en (eventueel) kunstgraslaag.

F 7070

Vegetatiedak

  • a. bestemd voor: het afdekken en isoleren van een dakconstructie van een bedrijfsgebouw door een pakket van waterbufferende lagen met vegetatie ter voorkoming van overlast of overbelasting van het riool door regenwater, ter zuivering van de buitenlucht en/of ter bevordering van broed- en foerageergelegenheid voor dieren,

  • b. bestaande uit: een waterkerende folie, een teeltlaag, (eventueel) een drainagelaag, (eventueel) een kunstmatige bevloeiing en verankering, (eventueel) constructieve aanpassingen bij bestaande daken en (eventueel) nestelvoorzieningen.

F 7071

Gevelbegroeiingssysteem

  • a. bestemd voor: het isoleren van de buitenmuren van een bedrijfsgebouw door een vegetatielaag ter zuivering van de buitenlucht en/of ter bevordering van broed- en foerageermogelijkheden van dieren,

  • b. bestaande uit: een frame met gevelbeschermende laag en substraat, (eventueel) constructieve aanpassingen bij bestaande muren, (eventueel) irrigatieleidingwerk en (eventueel) nestelvoorzieningen.

F 7080

Milieuvriendelijk beschermingssysteem voor scheepshuiden

  • a. bestemd voor: het beschermen van de scheepshuid tegen corrosie en aangroei door een initiële antifouling-bedekking, die biocidevrij, kopervrij en niet-toxisch voor waterorganismen is, waarbij de PEC/PNEC-ratio voor ten minste 2 voor het ecosysteem maatgevende waterorganismen bepaald volgens de Regeling gewasbescherming en biociden, niet meer dan 1 bedraagt,

  • b. bestaande uit: een borstelbare harde coating of een 'non-stick' zachte coating, waarbij moet worden aangetoond met een certificaat of een meetrapport dat het beschermingssysteem geen biociden, koper of andere voor waterorganismen toxische stoffen bevat.

Toelichting: PEC en PNEC uit richtlijn nr. 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende het op de markt brengen van biociden (PbEG L 123) staan voor Predicted Environmental Concentration en Predicted No Effect Concentration.

A 7090

Gesloten grijswatersysteem voor een schip

  • a. bestemd voor: het opvangen en hergebruiken van grijswater op een schip in een gesloten systeem ter voorkoming van ongezuiverde lozingen op het oppervlaktewater,

  • b. bestaande uit: een vuilwater buffertank, een zuiveringsinstallatie, een slibopvangvoorziening, een drukvat, een secundair waterleidingnet en een pomp.

Toelichting: Dit bedrijfsmiddel kan bijdragen aan het behalen van een Green Award-certificaat. Zie www.greenaward.org voor de voorwaarden.

B 7091

Waterzuiveringsinstallatie voor vaar-, vlieg- en voertuigen

  • a. bestemd voor: het zuiveren en eventueel hergebruiken van aan boord van een vaar-, vlieg- of voertuig ontstaan afvalwater van huishoudelijke aard of hiermee vergelijkbaar, door een vast opgestelde niet-chemische of biologische afvalwaterzuiveringsinstallatie, voor zover dit niet wettelijk verplicht is,

  • b. bestaande uit: een waterzuiveringsinstallatie, een opslagtank en (eventueel) een hergebruiksysteem.

F 7092

Ballastwatermanagementsysteem

  • a. bestemd voor: het voorkomen van de verspreiding van ecologieverstorende deeltjes, sedimenten of organismen door ballastwater van een zeegaand schip door een installatie, die:

    • goedgekeurd is door de International Maritime Organization,

    • voldoet aan de artikel D-2 van de Bijlage Voorschriften voor controle en beheer van ballastwater en sedimenten van schepen bij het Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen, 2004, en

    • niet verplicht is op grond van voorschrift B-3 van de Bijlage Voorschriften voor controle en beheer van ballastwater en sedimenten van schepen bij het Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen, 2004,

  • b. bestaande uit: een ballastwatermanagementsysteem.

B 7093

Havenontvangstinstallatie bij jachthavens

  • a. bestemd voor: het innemen van grijswater, bilgewater of blackwater bij een jachthaven, voor zover de installatie niet verplicht is volgens wetgeving:

    • 1. met een inzamelstation met ten minste één lekvrij en geurvrij aansluitpunt per 4 ligplaatsen aan de aanlegsteigers ter plaatse van de ligplaatsen, of

    • 2. met ten minste één inzamelstation bij een jachthaven met niet meer dan 50 ligplaatsen voor niet-open pleziervaartuigen,

  • b. bestaande uit: tanks, pompen, leidingen en (eventueel) een olie/vetafscheider.

B 7094

Opslagtank voor huishoudelijk afvalwater van schepen

  • a. bestemd voor: de opslag van huishoudelijk afvalwater aan boord van een binnenvaart-, een passagiers- of een hotelschip, met minder dan 50 passagiers of hotelgasten,

  • b. bestaande uit: een opslagtank en een koppeling voor walafgifte, waarbij een opslagtank aan boord van een recreatievaartuig, als bedoeld in de Wet op de pleziervaartuigen, niet in aanmerking komt voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving.

A 7096

Sedimentatie-installatie

  • a. bestemd voor: het door bezinking verwijderen van verontreinigingen uit water dat vrijkomt bij het reinigen van schepen en waarbij de reststromen worden hergebruikt of anderszins nuttig toegepast,

  • b. bestaande uit: een sedimentatiebak, een pomp, (eventueel) een slibruimer en (eventueel) een drijflaagafscheider.

E 7103

Stalen of kunststof buikdenning (aanpassing bestaand binnenvaartschip)

  • a. bestemd voor: het voorkomen van het ontstaan van afval bij het transport van goederen met een binnenvaartschip, door het aanbrengen van een stalen of kunststof buikdenning met afdichting tussen vloer en wand, in de bestaande laadruimte van een bestaand binnenvaartschip, waarin nog geen stalen of kunststof buikdenning is aangebracht,

  • b. bestaande uit: een gesloten stalen of kunststof buikdenning.

Toelichting: Een buikdenning komt bij verlenging van een bestaand schip alleen in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek, voor zover de buikdenning wordt aangebracht in het bestaande deel van het schip.

A 7110

Spoorwisselsegment zonder smering

  • a. bestemd voor: het zonder smering laten functioneren van spoorwissels door oplichting van de tong door het spoorwisselsegment,

  • b. bestaande uit: metalen onderplaten, spoorwisselsegmenten en (eventueel) stempelveren.

A 7120

UV-gewasbeschermingsinstallatie

  • a. bestemd voor: het doden van plantpathogenen in grasvelden of land- en tuinbouwgewassen door behandeling met UV-licht, ter beperking van het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen,

  • b. bestaande uit: een zelfrijdende, hangende of getrokken gewasbeschermingsinstallatie, UV-lampen, voeding en meet- en regelapparatuur, exclusief het trekkend voertuig of de rail.

A 7125

Apparatuur voor het biologisch bestrijden van plagen of ziekten in tuinbouwkassen

  • a. bestemd voor: het biologisch bestrijden van plagen of ziekten in tuinbouwkassen door het inzetten van natuurlijke vijanden,

  • b. bestaande uit: apparatuur of voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de biologische bestrijding.

D 7130

Luisdicht insectengaas

  • a. bestemd voor: het vrij van insecten en dergelijke telen of opkweken van gewassen, ter beperking van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen,

  • b. bestaande uit: luisdicht gaas, (eventueel) ondersteuningsmateriaal en (eventueel) een toegangssluis met dubbele deur.

Toelichting: Dit bedrijfsmiddel heeft ook betrekking op het aanbrengen van insectengaas in bestaande (Groen Label) kassen.

E 7135

Hagelnetten voor de fruitteelt

  • a. bestemd voor: het verminderen van het gebruik en de verspreiding van chemische middelen in de fruitteelt en het voorkomen van hagelschade aan fruit door toepassing van hagelnetten,

  • b. bestaande uit: hagelnetten en een ondersteuningsconstructie voor de hagelnetten.

Het bedrijfsmiddel komt voor 50% van het investeringsbedrag in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek.

D 7140

GPS-nauwkeurig buienverwachtingssysteem

  • a. bestemd voor: het doen van plantenziektenkundig relevante waarnemingen van klimatologische aard op een land- of tuinbouwbedrijf,

  • b. bestaande uit: een GPS-nauwkeurig buienverwachtingssysteem, lichtsensoren, temperatuursensoren, een elektronische verwerkings- en registratie-installatie, een sturingsinstallatie en (eventueel) plantsensoren.

F 7141

Spuitmachine voor plaatsspecifiek toedienen van gewasbeschermings- of loofdodingsmiddelen met driftbeperkend of middelbesparend systeem

  • a. bestemd voor: het zodanig toedienen van gewasbeschermings- of loofdodingsmiddelen aan landbouwgewassen dat rekening wordt gehouden met de plaatselijke omstandigheden door meting van de in het gewas aanwezige onkruiddruk en/of ziektedruk, waarbij:

    • de verkregen gegevens via elektronische koppeling in een GPS/GIS systeem met een afwijking van ten hoogste 10 centimeter worden vastgelegd,

    • vervolgens op basis van de vastgelegde gegevens (taakkaarten) de optimale hoeveelheid door een regeleenheid wordt bepaald,

    • de spuitinstallatie door een regeleenheid (taakkaarten) per sectie of per dop onafhankelijk het middel aan het gewas toedient, en

    • ten minste één van de onderstaande driftbeperkende of middelbesparende technieken is toegepast:

      • 1. een luchtondersteuningssysteem in combinatie met verlaagde spuitboom, waarbij de dopafstand tussen het gewas en de spuitdoppen niet meer dan 30 centimeter bedraagt en waarbij de afstand tussen de spuitdoppen niet meer dan 25 centimeter is,

      • 2. een luchtondersteuningssysteem waarbij een luchtuitstroomsnelheid wordt bereikt van meer dan 30 meter per seconde,

      • 3. een sleepdoeksysteem,

      • 4. een pulserende verneveling waarbij de druk aan de spuitmond tot ten minste 200 bar kan oplopen, of

      • 5. een automatische vul- en spoelfunctie waarbij bij het reinigen of vullen van de spuitinstallatie de secties automatisch worden gesloten zodat er geen spuitvloeistof wordt verspoten maar het spoelwater wordt opgevangen in de middelentank,

  • b. bestaande uit: een spuitmachine, (eventueel) meetapparatuur met GPS/GIS koppeling, een GPS/GIS systeem, een regeleenheid voor optimale dosering, (eventueel) een ISObus 11783-systeem, (eventueel) een automatisch sectie-afsluitingssysteem met GPS/GIS koppeling, een autopilot systeem, een aansluiting op GPS/GIS, een aanpassingssysteem en/of stuursysteem voor de spuitinstallatie, een plantherkenningssysteem, onkruidsensoren, een driftbeperkend systeem en een middelbesparend systeem.

Toelichting: Investeringen in alleen een middelbesparend of driftbeperkend systeem of alleen een GPS/GIS systeem komen niet in aanmerking. Een afzonderlijk GPS/GIS systeem kan worden gemeld onder E 7145.

A 7142

Apparatuur voor plaatsspecifiek verzorgen van landbouwgewassen

  • a. bestemd voor: het schoffelen of zodanig toedienen van meststoffen, gewasbeschermings- of loofdodingsmiddelen, dat rekening wordt gehouden met de plaatselijke omstandigheden door meting van de in de grond aanwezige voorraad meststoffen, of de in het gewas aanwezige onkruid- of ziektedruk, waarbij:

    • de verkregen gegevens via elektronische koppeling in een GPS/GIS-systeem met een afwijking van ten hoogste 10 centimeter worden vastgelegd,

    • vervolgens op basis van de vastgelegde gegevens (taakkaarten) de optimale hoeveelheid door een regeleenheid wordt bepaald,

    • ingeval van een spuitinstallatie door een regeleenheid (taakkaarten) per sectie of per dop onafhankelijk het middel of de mest aan het gewas wordt toegediend, en

    • ingeval van bemestingseenheden van kunstmeststrooiers:

      • 1. door een regeleenheid (taakkaarten gebaseerd op grondmonsters) plaatsspecifiek meer of minder mest wordt toegediend aan het gewas, of

      • 2. overlap grotendeels voorkomen wordt doordat de strooier voorzien is van een automatische variabele werkbreedte (taakkaarten gebaseerd op grondmonsters zijn in dit geval niet nodig),

  • b. bestaande uit: een schoffel- of spuitmachine of bemestingsapparatuur, meetapparatuur met GPS/GIS-koppeling, een GPS/GIS-systeem, een regeleenheid voor optimale dosering, sensoren, een plantherkenningssysteem, (eventueel) een ISObus 11783-systeem, (eventueel) een automatisch sectieafsluitingssysteem met GPS/GIS-koppeling, een autopilot systeem, (eventueel) schoffelapparatuur, (eventueel) spuitmachine, (eventueel) bemestingsapparatuur en (eventueel) een sneltester voor stikstof.

Toelichting: Investeringen in alleen een middelbesparend of driftbeperkend systeem of alleen een GPS/GIS systeem komen niet in aanmerking. Een afzonderlijk GPS/GIS systeem kan worden gemeld onder E 7145.

D 7143

Monitoringssysteem voor plantactiviteit

  • a. bestemd voor: het waarnemen van plantactiviteit bij een land- of tuinbouwbedrijf, waarop direct gestuurd wordt door de procescomputer bij het toedienen van water, meststoffen en/of gewasbeschermingsmiddelen,

  • b. bestaande uit: een plantactiviteitssensor, een elektronisch verwerkings- en registratiesysteem, (eventueel) andere plantsensoren, (eventueel) een infraroodcamera voor meting van de gewastemperatuur en (eventueel) een fotosynthesemeter, exclusief de procescomputer.

B 7144

Plaatsspecifieke spuitmachine voor de volle grondteelt

  • a. bestemd voor: het, ter voorkoming van ziekten in teelten in de volle grond, plaatsspecifiek bestrijden en voorkomen van onkruidgroei of het plaatsspecifiek toedienen van gewasbeschermingsmiddel aan de plant, waarbij sensoren detecteren waar de plant of het onkruid staat, waarop de spuitdoppen worden aangestuurd en waardoor alleen middel wordt toegediend waar het onkruid of de plant staat,

  • b. bestaande uit: een spuitmachine, sensoren, spuitdoppen, een computer, een regeleenheid en een sensorbesturing van de spuitboom.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste 50% van het investeringsbedrag in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek.

E 7145

GPS/GIS systeem voor precisielandbouw

  • a. bestemd voor: het recht rijden in land- of akkerbouwgewassen ter voorkoming van overlap, waarbij het GPS/GIS systeem een afwijking heeft van ten hoogste 10 centimeter,

  • b. bestaande uit: een GPS/GIS systeem en een bedieningsterminal.

Toelichting: Plaatsspecifieke landbouwapparatuur met of zonder een driftbeperkend of middelbesparend systeem op basis van een GPS/GIS systeem kan worden gemeld onder F 7141 of A 7142.

B 7146

Sensor voor het meten van biomassa van landbouwgewassen

  • a. bestemd voor: het meten van de grootte van landbouwgewassen op basis van gewasreflectie met een (na-)infrarood sensor op basis waarvan de hoeveelheid toe te dienen meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen of loofdodingsmiddelen direct wordt bepaald en toegediend met een regeleenheid,

  • b. bestaande uit: een gewassensor, een montageset, een bedieningspaneel, een regeleenheid, softwaremodules, aansluitkabels, een GPS/GIS systeem en (eventueel) een sneltester voor stikstof.

B 7150

Insectenzuiger voor teelt in de buitenlucht

  • a. bestemd voor: het opzuigen en vernietigen van insecten in teeltgewassen, niet zijnde asperges, door grote zuigmonden, nadat de insecten gedwongen zijn op te vliegen door een luchtstroom in het gewas te blazen, ter voorkoming van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen tegen plagen en insecten in open teelten,

  • b. bestaande uit: een getrokken machine welke insecten in gewassen opzuigt.

Toelichting: Dit bedrijfsmiddel komt alleen in aanmerking indien het wordt toegepast bij open teelt van gewassen ofwel teelt in de buitenlucht.

D 7160

Doseereenheid voor de vloeibare fractie van mest

  • a. bestemd voor: het gelijktijdig met het zaaien, poten, planten, frezen, schoffelen of aanaarden gedoseerd toedienen van de vloeibare fractie die rest na de verwerking van dierlijke meststoffen, in de grond vlakbij het zaad, de knol of het plantje,

  • b. bestaande uit: een geheel van een volume-regeleenheid, een tank, een zuigslang, een verdeelstuk, doseerslangen, een aangepaste injectiekouter of -tand en een slangenpompset of een membraan-, een centrifugaal- of een tandwielpomp, waarbij sleepslangdoseersystemen, sleepslang- en zodenbemesters niet in aanmerking komen voor de milieu-investeringsaftrek.

D 7162

Fertigatiesysteem

  • a. bestemd voor: het gereguleerd doseren van water en meststoffen aan gewassen in de volle grondteelt ter voorkoming van uitspoeling,

  • b. bestaande uit: vochtmeetapparatuur, (eventueel) een lichtmeter, (eventueel) apparatuur voor het bepalen van het mineralengehalte, een regeleenheid en een waterafgiftesysteem.

A 7170

Mechanische onkruidbestrijdingsmachine met plantherkenningssysteem of onkruidsensoren

  • a. bestemd voor: het mechanisch bestrijden van onkruid tussen de rijen van het gewas met behulp van een plantherkenningssysteem of onkruidsensoren,

  • b. bestaande uit: een mechanische onkruidbestrijdingmachine met onkruidsensoren of een plantherkenningssysteem, (eventueel) een autopilotsysteem en (eventueel) een klaverdoorzaaimodule.

A 7171

Plaatsspecifieke onkruidbestrijdingsapparatuur met heet water voor (half-) verhardingen

  • a. bestemd voor: het plaatsspecifiek bestrijden en voorkomen van onkruidgroei op (half-)verhardingen door onder een druk van ten hoogste 3 bar water met een temperatuur van ten minste 95°C toe te dienen waarbij,

    • met behulp van optische sensoren onkruid wordt gedetecteerd en daarop de spuitdoppen worden aangestuurd,

    • de afstand tussen de spuitdoppen en het onkruid niet meer dan 25 cm bedraagt, en

    • de afstand tussen de spuitdoppen niet meer dan 10 cm bedraagt,

  • b. bestaande uit: een onkruidbestrijdingmachine met onkruidsensoren, spuitdoppen, een computer, een regeleenheid, een sensorbesturing van de spuitboom en buffervaten.

D 7172

Aardappellooftrekker

  • a. bestemd voor: het mechanisch verwijderen van aardappelloof door een looftrekker met een werkbreedte van ten minste 1,5 meter,

  • b. bestaande uit: een aardappellooftrekker, (eventueel) een aardappelhaarwortelsnijmachine en (eventueel) een rijafhankelijke elektronische diepteregeling.

E 7173

Aardappelloofbrander

  • a. bestemd voor: het thermisch verwijderen van aardappelloof,

  • b. bestaande uit: een aardappelloofbrander en (eventueel) een aardappelhaarwortelsnijmachine.

E 7174

Brander voor loofverwijdering

  • a. bestemd voor: het bestrijden van onkruid en ziektekiemen door vuur of warmtestraling,

  • b. bestaande uit: een gasfles, een gasbrander en edelstaalreflectoren, een draagbok en een gascontainer.

A 7175

Intrarijwieder

  • a. bestemd voor: het mechanisch en/of pneumatisch bestrijden van onkruid zowel tussen als in de rijen van het gewas,

  • b. bestaande uit: een intrarijwieder met een mechanisch en/of pneumatisch onkruidbestrijdingssysteem, (eventueel) onkruidsensoren en (eventueel) een plantherkenningssysteem.

A 7176

Onkruidbestrijdingsapparatuur met heet water voor (half-)verhardingen of spoorbanen

  • a. bestemd voor: het bestrijden van onkruid op (half-)verhardingen of spoorbanen met water met een temperatuur van ten minste 95 °C door een machine die uitgerust is met een warmtewisselaar,

  • b. bestaande uit: een onkruidbestrijdingmachine met heet water systeem, warmtewisselaar voor het koken van het water, roetfilter, brander, ketels, spuitdoppen, een computer, een regeleenheid, besturing van de spuitboom en buffervaten.

A 7180

Heetwaterinstallatie voor fruitbehandeling

  • a. bestemd voor: het uitsluitend met water bestrijden van vruchtrot bij hardfruit, zonder gebruik te maken van chemische toevoegingen, door het fruit voor bewaring enkele minuten in aanraking te brengen met water met een temperatuur van circa 50 °C,

  • b. bestaande uit: een watertank, een verwarmingselement en regelapparatuur.

A 7187

Boomgaardspuitmachine met variabele luchtondersteuning

  • a. bestemd voor: het in horizontale richting bespuiten van boomgaarden met een spuitmachine die het gewasbeschermingsmiddel in de vorm van grote druppels het gewas inblaast en die,

    • 1. ten minste drie rijen in één werkgang behandelt en is uitgerust met een variabel luchtondersteuningssysteem dat de juiste uitblaasrichting en -snelheid bepaalt op basis van door sensoren gemeten windrichting en windsnelheid,

    • 2. ten minste 2 rijen in één werkgang behandelt en is uitgerust met een luchtondersteuningssysteem, reflectieschermen en een recirculatiesysteem voor het gewasbeschermingsmiddel dat opgevangen wordt door de reflectieschermen, of

    • 3. ten minste 95% driftreductie realiseert,

  • b. bestaande uit: een watertank, een blower, chassis, een drukpomp, venturidoppen of sensoren voor het bepalen van windrichting en -snelheid of reflectieschermen en een recirculatiesysteem voor het gewasbeschermingsmiddel.

B 7188

Mastspuit voor (laan-)bomenteelt

  • a. bestemd voor: het ter plaatse van de bladeren toedienen van gewasbeschermingsmiddel aan bomen door een spuitmachine voorzien van een ventilator, driftarme spuitdoppen, groensensoren en een mast die ten minste 5 meter hoog is,

  • b. bestaande uit: een spuitmachine, een ventilator, driftarme spuitdoppen, groensensoren en een spuitmast.

F 7190

Verwijderingsinstallatie voor zware metalen uit kunstmest

  • a. bestemd voor: het verwijderen van zware metalen uit kunstmest tijdens of na de productie, zodat de geproduceerde kunstmest in totaal minder dan 0,1 milligram per kilogram aan zware metalen bevat,

  • b. bestaande uit: een metaalverwijderingsinstallatie, waarbij door een onafhankelijk meetinstituut of laboratorium dient te zijn aangetoond dat de installatie kunstmest produceert met een dergelijke lage concentratie.

A 7200

Mobiele verbrandingsoven voor verdelging van eikenprocessierupsen

  • a. bestemd voor: het met een mobiel werktuig verwijderen en verwerken van (resten van) eikenprocessierupsen door opzuiging van de rupsen direct gevolgd door vernietiging ter plaatse in een oven,

  • b. bestaande uit: een zuigeenheid, een toevoersysteem, een oven, een brander en een rookgasbehandeling.

A 7210

Teeltsysteem voor volle grondgewassen in de open lucht

  • a. bestemd voor: het in de open lucht in teeltgoten telen van gewassen, die normaliter geteelt worden in de volle grond, waarbij nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen niet uitspoelen naar het grond- en oppervlaktewater,

  • b. bestaande uit: een teeltsysteem, een water- en mestgiftsysteem, een waterrecirculatiesysteem en een regen- en/of drainwateropvang.

Toelichting: Onder A 7210 komen alleen teeltsystemen in de open lucht in aanmerking. Teeltsystemen onder glas komen niet in aanmerking.

A 7220

Voorzieningen ter voorkoming van verontreinigingen door erfafspoeling bij een veehouderij

  • a. bestemd voor: het tegengaan van verontreinigingen door erfafspoelwater bij een veehouderij zonder stal(ontwerp)certificaat MDV 5, 6 of 7 door ten minste één van de volgende investeringen:

    • 1. een opvangput zonder overstort voor perssappen bij kuilvoerplaatsen waarbij geen ongezuiverde lozing op het oppervlaktewater plaatsvindt,

    • 2. een overkapping voor voeropslagen,

    • 3. compartimentering van het erf, waardoor een volledige scheiding tussen afvalwater en schoon hemelwater wordt bereikt, of

    • 4. een veegmachine met opvangbak en een veegbreedte van ten minste 120 centimeter, voor het bezemschoon maken van het erf,

  • b. bestaande uit: een opvangput of een overkapping voor een voeropslag of (her)inrichting van het erf of een veegmachine met opvangbak, exclusief betonvloeren van mest- en voedersilo's.

A 8000

Apparatuur voor vermindering van het gebruik van grondstoffen (aanpassen bestaande situatie)

  • a. bestemd voor: het verminderen van het gebruik van grondstoffen door aanpassing of vervanging van bestaande apparatuur, waarbij:

    • de vermindering niet wordt gerealiseerd door recycling of hergebruik,

    • er geen (of zeer beperkte) negatieve effecten zijn op andere milieuaspecten,

    • de aard en de functie van het product nagenoeg dezelfde blijven,

    • de vermindering van het gebruik van grondstoffen gerealiseerd wordt ten opzichte van de bestaande situatie,

    • eventuele uitbreiding van productiecapaciteit niet in aanmerking komt, en

    • eventuele wijzigingen van de productiecapaciteit worden verrekend in de meerkostenberekening, bedoeld onder 7 van paragraaf 1 van deze bijlage,

  • b. bestaande uit: apparatuur die noodzakelijk is voor het verminderen van het gebruik van grondstoffen.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Voor informatie over generieke bedrijfsmiddelen zie onder 7 van paragraaf 1 van deze bijlage. Gezien de eisen die aan generieke bedrijfsmiddelen worden gesteld, luidt het advies voorafgaand aan een melding de MIA/Vamil-helpdesk te bellen voor overleg. Omdat met dit bedrijfsmiddel grondstoffen worden teruggewonnen met economische waarde, behoeft de meerkostenberekening, bedoeld onder 7 van paragraaf 1 van deze bijlage, extra aandacht. De voorwaarden waaronder een investering kan voldoen, worden desgewenst schriftelijk bevestigd.

Zie voor voorbeelden van investeringen en wat daarvan in aanmerking komt: www.agentschapnl.nl/miavamil onder ‘Onderwerpen toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’.

A 8001

Terugwinningsinstallatie voor grondstoffen

  • a. bestemd voor:

    • 1. het terugwinnen van kunststoffen en metalen uit huishoudelijk restafval, niet zijnde grof-huishoudelijk restafval (zijnde een deel van het afval dat valt onder sectorplan 1 van het Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021) of met huishoudelijk restafval vergelijkbaar afval van bedrijven, ongescheiden procesonafhankelijk industrieel afval en ongescheiden niet-specifiek ziekenhuisafval (zijnde het afval dat valt onder sectorplan 2 van het Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021), waarbij de teruggewonnen stoffen nuttig worden toegepast,

    • 2. het terugwinnen van grondstoffen uit de restfractie die resteert na het verkleinen van samengestelde producten in installaties die in hoofdzaak autowrakken, welvaartschroot (afgedankte elektrische- en elektronische apparatuur, fietsen, kinderwagens, meubilair) en lichtere delen van industrieel metaalschroot shredderen, en waaruit vervolgens ferro- en non-ferro metalen zijn afgescheiden (shredderafval; sectorplan 27 van het Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021),

    • 3. het terugwinnen van non-ferro metalen uit slakken van afvalverbrandingsinstallaties,

    • 4. het scheiden van de natte fractie en kunststoffen uit luiers en ander incontinentiemateriaal,

    • 5. het gescheiden inzamelen van kunststof verpakkingen, waarbij degene die de kunststofverpakking levert, wordt beloond door bijvoorbeeld een spaarsysteem of geld, of

    • 6. het terugwinnen van grondstoffen, niet zijnde stortgas, uit een stortplaats, en

    waarbij voor bovengenoemde stromen geldt dat:

    • de verwerking van de ingaande stroom als geheel voldoet aan de minimumstandaard, zoals beschreven in het Landelijk afvalbeheersplan 2009-2021, en

    waarbij voor alle bovengenoemde stromen, met uitzondering van stroom 6, geldt dat:

    • van de ingaande (gemengde) stroom geen deelstromen of residuen worden gestort, en

    waarbij voor alle bovengenoemde stromen, met uitzondering van stroom 1, de natte fractie van stroom 4 en stroom 6, geldt dat:

    • de genoemde deelstroom wordt teruggebracht tot een grondstof die wordt ingezet in (nagenoeg) dezelfde of hoogwaardiger toepassing als de toepassing waaruit zij wordt teruggewonnen (geen downcycling, eventueel upcycling),

  • b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur die noodzakelijk is voor de terugwinning van grondstoffen.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Voor informatie over generieke bedrijfsmiddelen zie onder 7 van paragraaf 1 van deze bijlage. Gezien de eisen die aan generieke bedrijfsmiddelen worden gesteld, luidt het advies voorafgaand aan een melding de MIA/Vamil-helpdesk te bellen voor overleg. De voorwaarden waaronder een investering kan voldoen, worden desgewenst schriftelijk bevestigd.

A 8002

Waterbesparende installatie voor grote ondernemingen (ten minste 250 liter per jaar per geïnvesteerde euro; aanpassen bestaande situatie)

  • a. bestemd voor: het verminderen van de inname van water voor gebruik zoals koel-, spoel- of proceswater met ten minste 250 liter per jaar per geïnvesteerde euro door aanpassing of vervanging van een bestaand proces door een grote onderneming, waarbij:

    • er geen (of zeer beperkte) negatieve effecten zijn op andere milieuaspecten,

    • de aard en de functie van het product nagenoeg dezelfde blijven,

    • de waterbesparing gerealiseerd wordt ten opzichte van de bestaande situatie,

    • eventuele wijzigingen van de productiecapaciteit in de berekening van besparing worden verrekend,

    • de besparing wordt berekend ten opzichte van het gehele investeringsbedrag dat met de aanpassing of vervanging is gemoeid,

    • eventuele uitbreiding van de productiecapaciteit niet in aanmerking komt, en

    • de onderneming geen kleine of middelgrote onderneming (KMO) is in de zin van de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor milieubescherming (PbEU 2008, C 82),

  • b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur die noodzakelijk is om de waterbesparing te bereiken.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Voor informatie over generieke bedrijfsmiddelen zie onder 7 van paragraaf 1 van deze bijlage. Gezien de eisen die aan generieke bedrijfsmiddelen worden gesteld, luidt het advies voorafgaand aan een melding de MIA/Vamil-helpdesk te bellen voor overleg.

A 8003

Waterbesparende installatie voor kleine en middelgrote ondernemingen (ten minste 50 liter per jaar per geïnvesteerde euro; aanpassen bestaande situatie)

  • a. bestemd voor: het verminderen van de inname van water voor gebruik zoals koel-, spoel- of proceswater met ten minste 50 liter per jaar per geïnvesteerde euro door aanpassing of vervanging van een bestaand proces door een kleine of middelgrote onderneming, waarbij:

    • er geen (of zeer beperkte) negatieve effecten zijn op andere milieuaspecten,

    • de aard en de functie van het product nagenoeg dezelfde blijven,

    • de waterbesparing gerealiseerd wordt ten opzichte van de bestaande situatie,

    • eventuele wijzigingen van de productiecapaciteit in de berekening van besparing worden verrekend,

    • de besparing wordt berekend ten opzichte van het gehele investeringsbedrag dat met de aanpassing of vervanging is gemoeid,

    • eventuele uitbreiding van de productiecapaciteit niet in aanmerking komt, en

    • de onderneming een kleine of middelgrote onderneming (KMO) is in de zin van de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor milieubescherming (PbEU 2008, C 82),

  • b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur die noodzakelijk is om de waterbesparing te bereiken.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Voor informatie over generieke bedrijfsmiddelen zie onder 7 van paragraaf 1 van deze bijlage. Gezien de eisen die aan generieke bedrijfsmiddelen worden gesteld, luidt het advies voorafgaand aan een melding de MIA/Vamil-helpdesk te bellen voor overleg.

A 8004

Installatie voor het tegengaan van kalkaanslag en bio-fouling (aanpassen bestaande situatie)

  • a. bestemd voor: het tegengaan van kalkaanslag of bio-fouling in koelwatersystemen, afvalwatersystemen of inpandige leidingen ter vervanging van een bestaande reinigings- of spoeltechniek, waarbij:

    • het chemicaliënverbruik voor ontkalking en ontsmetting met ten minste 75% (op gewichtsbasis) wordt gereduceerd,

    • de effectiviteit van de techniek en het milieuvoordeel ten opzichte van de huidige situatie is aangetoond door een relevante en erkende onderzoeksorganisatie,

    • er geen (of zeer beperkte) negatieve effecten zijn op andere milieuaspecten,

    • de vermindering wordt gerealiseerd ten opzichte van de bestaande situatie,

    • eventuele wijzigingen van de hoeveelheid te ontsmetten water naar rato van de hoeveelheid gereinigd water worden verrekend in de chemicaliënbesparing, en

    • eventuele uitbreiding van productiecapaciteit niet in aanmerking komt,

  • b. bestaande uit: een ontsmettende of ontkalkende installatie en eventueel aanpassing van het leidingwerk.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Voor informatie over generieke bedrijfsmiddelen zie onder 7 van paragraaf 1 van deze bijlage. Gezien de eisen die aan generieke bedrijfsmiddelen worden gesteld, luidt het advies voorafgaand aan een melding de MIA/Vamil-helpdesk te bellen voor overleg.

F 8005

Mestverwerkingsinstallatie met terugwinning van fosfaat en stikstof

  • a. bestemd voor: het verwerken van mest, waarbij:

    • fosfaat- en stikstofhoudende concentraten uit de mest worden gescheiden en nuttig toegepast,

    • de waterige fractie wordt hergebruikt of geloosd op het oppervlaktewater of het riool, en

    • geen covergistingsproducten worden toegevoegd als er een mestvergistingsinstallatie wordt toegepast,

  • b. bestaande uit: apparatuur voor het verwerken van mest.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Voor informatie over generieke bedrijfsmiddelen zie onder 7 van paragraaf 1 van deze bijlage. Gezien de eisen die aan generieke bedrijfsmiddelen worden gesteld, luidt het advies voorafgaand aan een melding de MIA/Vamil-helpdesk te bellen voor overleg.

Alleen scheiding van mest door bijvoorbeeld een schroefpers of een decanter is niet voldoende om in aanmerking te komen. Ook na vergisting is een nageschakelde techniek voor verdere verwerking van de mest nodig om in aanmerking te komen. Onder de dunne fractie wordt het stikstofhoudend concentraat verstaan. De waterige fractie behoort niet tot de dunne fractie. De waterige fractie is na verwerking getest en moet loosbaar zijn op het oppervlaktewater of op het riool. De dikke fractie is het fosfaathoudend concentraat.

F 8006

Terugwinningsinstallatie voor fosfaten uit afval

  • a. bestemd voor: het terugwinnen van fosfaten, eventueel in combinatie met andere mineralen, uit afvalstromen, voor zover het terugwinnen van het fosfaat en de eventuele andere mineralen uit de betreffende afvalstroom nog niet gangbaar is en het niet ten koste gaat van een meer hoogwaardige toepassing van de afvalstroom,

  • b. bestaande uit: apparatuur voor het terugwinnen van fosfaat en eventueel andere mineralen, exclusief investeringen in apparatuur voor het opwerken van fosfaat of andere mineralen.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Voor informatie over generieke bedrijfsmiddelen zie onder 7 van paragraaf 1 van deze bijlage. Gezien de eisen die aan generieke bedrijfsmiddelen worden gesteld, luidt het advies voorafgaand aan een melding de MIA/Vamil-helpdesk te bellen voor overleg.

U kunt bij dit bedrijfsmiddel denken aan de terugwinning van fosfaat uit afvalwater, urine, afvalwaterslib en assen van afvalwaterslibverbranding afkomstig van communale of industriële biologische waterzuiveringsinstallaties.

B 8008

Terugwinningsinstallatie voor grondstoffen uit afvalwater (aanpassen bestaande situatie)

  • a. bestemd voor: het ten opzichte van de bestaande situatie terugwinnen van één of meer in het afvalwater aanwezige stoffen met een terugwinrendement van ten minste 25% (op gewichtsbasis) per stof, waarbij:

    • deze stof(fen) nuttig worden toegepast,

    • het terugwinrendement wordt berekend ten opzichte van de bestaande situatie,

    • er geen (of zeer beperkte) negatieve effecten zijn op andere milieuaspecten,

    • eventuele wijzigingen in de productiecapaciteit in de berekening van de besparing worden verrekend, en

    • eventuele uitbreiding van de productiecapaciteit niet in aanmerking komt,

  • b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur die noodzakelijk is voor het afscheiden en opwerken van de terug te winnen stoffen uit de afvalwaterstroom.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Voor informatie over generieke bedrijfsmiddelen zie onder 7 van paragraaf 1 van deze bijlage. Gezien de eisen die aan generieke bedrijfsmiddelen worden gesteld, luidt het advies voorafgaand aan een melding de MIA/Vamil-helpdesk te bellen voor overleg.

F 8010

Water- en grondstoffenbesparende installatie (aanpassen bestaande situatie)

  • a. bestemd voor: het verminderen van de inname van water en het verbruik van andere grondstoffen door aanpassing of vervanging van een bestaand proces, waarbij:

    • de waterinname vermindert met ten minste 25 liter per jaar per geïnvesteerde euro,

    • de inkoop van ten minste één grondstof vermindert met 30%,

    • de aard en functie van het product nagenoeg dezelfde blijven,

    • de grondstofbesparing niet wordt gerealiseerd door vervanging door een andere grondstof,

    • er geen (of zeer beperkte) negatieve effecten zijn op andere milieuaspecten,

    • de besparing wordt gerealiseerd ten opzichte van de bestaande situatie,

    • eventuele wijzigingen in de productiecapaciteit in de berekening van besparing worden verrekend, en

    • eventuele uitbreiding van de productiecapaciteit niet in aanmerking komt,

  • b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur die noodzakelijk is om de water- en grondstoffenbesparing te realiseren.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Voor informatie over generieke bedrijfsmiddelen zie onder 7 van paragraaf 1 van deze bijlage. Gezien de eisen die aan generieke bedrijfsmiddelen worden gesteld, luidt het advies voorafgaand aan een melding de MIA/Vamil-helpdesk te bellen voor overleg.

B 8011

Verwerkingsinstallatie voor zuiveringsslib bij afvalverwerkende bedrijven (aanpassen bestaande situatie)

  • a. bestemd voor: het verwerken, niet zijnde vergisten, van slib dat ontstaat bij het zuiveren van afvalwater, waarbij:

    • de hoeveelheid reststoffen (in kg droge stof) die moet worden afgevoerd, verbrand, gestort of gecomposteerd met ten minste 70% wordt verminderd,

    • er geen (of zeer beperkte) negatieve effecten zijn op andere milieuaspecten,

    • de vermindering van reststoffen gerealiseerd wordt ten opzichte van de bestaande situatie,

    • eventuele uitbreiding van de productiecapaciteit niet in aanmerking komt, en

    • eventuele wijzigingen in aanbod van slib in de berekening van de besparing worden verrekend,

  • b. bestaande uit: slibverwerkingsinstallatie, exclusief apparatuur voor slibontwatering.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Voor informatie over generieke bedrijfsmiddelen zie onder 7 van paragraaf 1 van deze bijlage. Gezien de eisen die aan generieke bedrijfsmiddelen worden gesteld, luidt het advies voorafgaand aan een melding de MIA/Vamil-helpdesk te bellen voor overleg.

A 8012

Verwerkingsinstallatie voor industrieel zuiveringsslib op de eigen inrichting (aanpassen bestaande situatie)

  • a. bestemd voor: het op de eigen inrichting verwerken van industrieel zuiveringsslib, waarbij:

    • de hoeveelheid reststoffen (in kg droge stof) die moet worden afgevoerd, verbrand, gestort of gecomposteerd met ten minste 70% wordt verminderd,

    • het vrijkomende biogas nuttig wordt gebruikt, indien de besparing wordt gerealiseerd door slib- of covergisting,

    • er geen (of zeer beperkte) negatieve effecten zijn op andere milieuaspecten,

    • de vermindering van reststoffen gerealiseerd wordt ten opzichte van de bestaande situatie,

    • eventuele uitbreiding van de productiecapaciteit niet in aanmerking komt, en

    • eventuele wijzigingen in aanbod van slib in de berekening van de besparing worden verrekend,

  • b. bestaande uit: een slibverwerkingsinstallatie, exclusief apparatuur voor slibontwatering.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Voor informatie over generieke bedrijfsmiddelen zie onder 7 van paragraaf 1 van deze bijlage. Gezien de eisen die aan generieke bedrijfsmiddelen worden gesteld, luidt het advies voorafgaand aan een melding de MIA/Vamil-helpdesk te bellen voor overleg.

B 8014

Apparatuur voor recycling (geen downcycling, eventueel upcycling) van grondstoffen binnen de ketenprojecten van LAP2 of de grondstoffenrotonde

  • a. bestemd voor: het terugbrengen van afval tot een grondstof, waarbij:

    • wordt voldaan aan de eisen van bedrijfsmiddel E 8015, en

    • de grondstof wordt ingezet in (nagenoeg) dezelfde of hoogwaardiger toepassing als de toepassing waaruit zij wordt teruggewonnen (geen downcycling, eventueel upcycling),

  • b. bestaande uit: apparatuur die noodzakelijk is voor het terugwinnen van de oorspronkelijke grondstof(fen).

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Voor informatie over generieke bedrijfsmiddelen zie onder 7 van paragraaf 1 van deze bijlage. Omdat met dit bedrijfsmiddel grondstoffen worden teruggewonnen met economische waarde, behoeft de meerkostenberekening, bedoeld onder 7 van paragraaf 1 van deze bijlage, extra aandacht. De kans is namelijk groter dat niet wordt voldaan aan de eisen die worden gesteld op grond van de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor milieubescherming (PbEU 2008, C 82). Gezien de eisen die aan generieke bedrijfsmiddelen worden gesteld, luidt het advies voorafgaand aan een melding de MIA/Vamil-helpdesk te bellen voor overleg. De voorwaarden waaronder een investering kan voldoen, worden desgewenst schriftelijk bevestigd.

E 8015

Apparatuur voor recycling (downcycling) van grondstoffen binnen de ketenprojecten van LAP2 of de grondstoffenrotonde

  • a. bestemd voor: het terugbrengen van afval tot een grondstof waarbij:

    • de investering plaatsvindt in één van de volgende, in het Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021 (LAP2) of de grondstoffenrotonde aangemerkte ketens: textiel, papier en karton, bouw- en sloopafval, aluminium, pvc, grof huishoudelijk afval en voedsel, fosfaat, kunststof en elektronica, en

    • in geval van de verwerking van gemengde stromen de bewerking niet leidt tot te storten stromen. Daarbij mogen er geen negatieve gevolgen zijn voor de verwerking van de overige deelstromen; die moeten even hoogwaardig verwerkt kunnen blijven worden als zonder het betreffende initiatief (geen afwenteling van milieudruk),

  • b. bestaande uit: apparatuur die noodzakelijk is voor het terugwinnen van de oorspronkelijke grondstof(fen).

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Voor informatie over generieke bedrijfsmiddelen zie onder 7 van paragraaf 1 van deze bijlage. Omdat met dit bedrijfsmiddel grondstoffen worden teruggewonnen met economische waarde, behoeft de meerkostenberekening, bedoeld onder 7 van paragraaf 1 van deze bijlage, extra aandacht. De kans is namelijk groter dat niet wordt voldaan aan de eisen die worden gesteld op grond van de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor milieubescherming (PbEU 2008, C 82). Gezien de eisen die aan generieke bedrijfsmiddelen worden gesteld, luidt het advies voorafgaand aan een melding de MIA/Vamil-helpdesk te bellen voor overleg. De voorwaarden waaronder een investering kan voldoen, worden desgewenst schriftelijk bevestigd.

D 8040

Camerapen voor driedimensionale gebitsopnames

  • a. bestemd voor: het maken van opnames van het gebit of delen daarvan met een camerapen, waarbij de opnames worden verwerkt tot een digitaal driedimensionaal beeld,

  • b. bestaande uit: een camerapen, een computer, een beeldscherm en software, waarbij slechts één computer, beeldscherm en software behorende bij de camerapen in aanmerking komen voor de milieu-investeringsaftrek.

D 8041

Digitaal systeem voor tandheelkundige mond- of afdrukscanning

  • a. bestemd voor: het ter voorkoming van gipsafdrukken intra- of extraoraal scannen van tandheelkundige preparaties of het op basis van deze scans frezen van tandtechnisch kroon- en brugwerk,

  • b. bestaande uit: een scanner of een freessysteem en software, waarbij apparatuur die alleen gebruikt wordt voor diagnostische doeleinden niet in aanmerking komt voor milieu-investeringsaftrek.

G 8051

Rekfoliewikkelmachine

  • a. bestemd voor: het verpakken van producten op een pallet door een folie aan te brengen met een wikkelaar voorzien van een voorrekmodule met een vaste voorrekinstelling, waarbij:

    • de folie ten minste 300% (1 meter wordt 4 meter) wordt voorgerekt,

    • ten hoogste een versmalling van 13% van de folie optreedt, en

    • voor de machine een verklaring is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie erkende organisatie waaruit blijkt dat aan bovengenoemde eisen is voldaan,

  • b. bestaande uit: een stalen frame, een draaitafel met folie-afroller en een voorrekmodule.

Toelichting: Een verklaring van de producent of leverancier van de rekfoliewikkelmachine is niet voldoende. Er moet een verklaring worden overgelegd van een erkend en onafhankelijk instituut.

F 8060

Reinigingsinstallatie op basis van koolzuur- of ijskorrels

  • a. bestemd voor: het door het onder hoge druk opbrengen van koolzuur- of ijskorrels reinigen van (gevel)oppervlakken, machineonderdelen, halffabricaten of producten,

  • b. bestaande uit: een straalunit, straalnozzles, (eventueel) een afzuiginstallatie, een (droog)ijsproductie-installatie, (eventueel) een buffer en waterzuiveringsapparatuur voor het ontstane afvalwater, exclusief het transportsysteem.

F 8070

Pyrolyse-installatie voor recycling van afvalstoffen

  • a. bestemd voor: het onder zuurstofarme of zuurstofloze omstandigheden thermisch ontleden van afvalstoffen die niet nuttig kunnen worden toegepast (ofwel waarvoor de minimumstandaard is inzet als brandstof of een vorm van verwijdering, zoals beschreven in het Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021 (LAP2)), waarbij vrijkomende vaste, vloeibare of gasvormige reactieproducten worden toegepast als grondstof of brandstof die bij inzet het gebruik van fossiele energiedragers verdringt,

  • b. bestaande uit: een pyrolysereactor, (eventueel) een vergasser, (eventueel) een naverbrander, (eventueel) een smeltinstallatie, afgas- of rookgasreinigingssysteem, (eventueel) een toe- en afvoersysteem, (eventueel) een afvalvoorbewerkingsinstallatie, (eventueel) een CO2-afvanginstallatie en (eventueel) energieopwekkingsinstallatie, exclusief voorzieningen voor het opwekken van energie voor derden.

A 8071

Installatie voor het vervaardigen van bouwstoffen uit afvalstromen

  • a. bestemd voor: het vervaardigen van producten die voldoen aan de eisen van het Besluit Bodemkwaliteit uit baggerslib, boorslib, grondreinigingsresiduen, rookgasreinigingsresiduen, verontreinigde grond, (bodem- of vlieg)as en/of zuiveringsslib door het aan elkaar hechten van de deeltjes,

  • b. bestaande uit: een menger, doseerapparatuur, droogapparatuur, een verhardingsinstallatie, een korrelvormings- of pelleteer- of vormgevingsinstallatie, een rookgasreinigingsinstallatie, een transportsysteem tussen de installatieonderdelen en (eventueel) een oxidatie-/sinteroven.

A 8072

Stofemissievrije denatureringsinstallatie voor asbesthoudend afval of asbesthoudende grond

  • a. bestemd voor: het stofemissievrij denatureren van asbesthoudend afval of asbesthoudende grond door de asbestresten bij lage temperatuur (lager dan 250 °C) met behulp van natronloog af te breken, waarbij de asbestvezels volledig worden vernietigd en de silicaathoudende filterkoek wordt gebruikt als bouwstof of als toeslagstof in de bouw en voldoet aan het Besluit Bodemkwaliteit,

  • b. bestaande uit: een stofemissievrije afvalverkleiningsinstallatie, (eventueel) een scheidingsinstallatie, een verwarmings- en koelsysteem, een natronloogdoseerinstallatie, een filterinstallatie en een behandelingsinstallatie voor filterkoek.

A 8074

Thermische denatureringsinstallatie voor asbestcementproducten

  • a. bestemd voor: het thermisch denatureren van asbestcementproducten waarbij de asbestvezels via verhitting volledig worden vernietigd en het daarbij gevormde eindproduct wordt gebruikt als bouwstof of als toeslagstof in de bouw en voldoet aan het Besluit bodemkwaliteit,

  • b. bestaande uit: een tunneloven of een verrijdbare stolpoven, een brandersysteem, naverbranders, (eventueel) keramische filters, (eventueel) een onderdrukruimte voor controle en reparatie verpakkingen, (eventueel) een transportinstallatie en (eventueel) een breekinstallatie voor nabehandeling van het product.

A 8075

Smeltinstallatie voor verwerking van (gevaarlijke) afvalstromen

  • a. bestemd voor: het verwerken van (gevaarlijke) afvalstromen bij zodanige temperatuur (1.300-1.500°C), dat de minerale delen smelten tot een vloeibare slak en de organische delen volledig vergassen tot synthesegas, waarbij de vrijkomende vaste, vloeibare of gasvormige reactieproducten worden toegepast als grondstof of als brandstof die bij inzet het gebruik van fossiele energiedragers verdringt, mits bij zowel grondstof als brandstof de toepassing ten minste overeenkomt met de minimumstandaard uit het Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021 (LAP2) voor de te verwerken afvalstof,

  • b. bestaande uit: een smeltinrichting, een afvalvoorbewerkingsinstallatie, een afgasreinigingsinstallatie, een waterzuiveringsinstallatie, (eventueel) een energieopwekkingsinstallatie, exclusief voorzieningen voor het opwekken van energie voor derden.

A 8076

Wasinstallatie voor AVI-bodemas

  • a. bestemd voor: het wassen en eventueel verder bewerken van AVI-bodemas tot een bouwstof, niet zijnde een IBC-bouwstof als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit, waarbij reststromen worden opgewerkt en hergebruikt of anderszins nuttig toegepast en waarbij ten hoogste 10% van de ingaande stroom uit niet be- of verwerkbaar restafval bestaat,

  • b. bestaande uit: verwerkingsinstallatie voor AVI-bodemas en (eventueel) installatie voor het versneld verouderen van AVI-bodemas.

A 8090

Standtijdverlengingssysteem voor olie

  • a. bestemd voor: het zuiveren van hydraulische-, smeer- of systeemolie in een oliereinigingseenheid, die gekoppeld is aan het systeem waarin de olie wordt gebruikt en waarbij de olie vervolgens wordt hergebruikt in datzelfde systeem,

  • b. bestaande uit: een oliereinigingseenheid, een recirculatieleiding, (eventueel) een buffervat en (eventueel) een koeleenheid.

A 8100

Smeeroliesysteem voor benzine- of dieselmotoren

  • a. bestemd voor: continue verversing en suppletie van smeerolie van benzine- of dieselmotoren zodanig dat de periodieke algehele olieverversing achterwege kan blijven,

  • b. bestaande uit: een smeeroliesuppletietank, (eventueel) een continue oliepeilmeting, meet- en regeleenheid en een doseringseenheid inclusief bijbehorende leidingen en appendages.

A 8101

Automatisch smeersysteem

  • a. bestemd voor: het automatisch smeren van transportmiddelen en (mobiele) werktuigen, waarmee wordt gewerkt boven een niet-vloeistofdichte ondergrond, met smeerolie of -vet dat biologisch afbreekbaar en niet-toxisch is,

  • b. bestaande uit: een pomp met vet- of oliereservoir, een elektronische regeleenheid en een doseereenheid.

Toelichting: Voor informatie over bio-olie en -vet zie onder 6 van paragraaf 1 van deze bijlage. Meer informatie over bio-olie en -vet is ook te vinden op www.biosmeermiddelen.nl.

A 8102

Automatisch smeerolie-deelverversingseenheid voor een scheepsmotor

  • a. bestemd voor: het automatisch op basis van het zwavelgehalte in de brandstof en de specifieke samenstelling van de smeerolie, uitvoeren van smeerolie-deelverversingen in een scheepsmotor op een schip dat onder Nederlandse vlag vaart,

  • b. bestaande uit: een smeerolie-deelverversingseenheid.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 25.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

F 8110

Membraanfiltratie-installatie voor scheiding van processtromen ter vervanging van kieselguhrfiltratie

  • a. bestemd voor: het scheiden van processtromen door membraanfiltratie ter vervanging van kiezelguhrfiltratie, waarbij het bestaande kiezelguhrfiltratiesysteem wordt verwijderd,

  • b. bestaande uit: een membraanfiltratie-installatie.

F 8120

Hoog rendement destillatiesysteem voor laboratoria

  • a. bestemd voor: het zuiveren en recyclen van verontreinigde oplosmiddelen uit laboratoria, door volautomatische destillatie met een 'spinning band'kolom, waarbij het gebruikte koelwater wordt hergebruikt,

  • b. bestaande uit: een destillatiesysteem.

F 8130

Infrarood productiebakoven

  • a. bestemd voor: het op industriële schaal in één bewerking garen en kleuren van etenswaren met infraroodverhitting als enige warmtebron, zonder dat daarbij gebruik wordt gemaakt van bakolie,

  • b. bestaande uit: een productiebakoven.

A 8132

Versvetafscheider

  • a. bestemd voor: het afscheiden van vers vet door een scheidingscentrifuge, waarbij vet, water en slib direct na het ontstaan van het afvalwater in een continue stroom van elkaar worden gescheiden, en waarna het vet wordt hergebruikt of anderszins nuttig toegepast,

  • b. bestaande uit: een centrifugale versvetafscheider.

Toelichting: Het vet dient direct na het ontstaan van het vettige afvalwater door een centrifuge afgescheiden te worden. Gewone vetafscheiders scheiden het vet op basis van de zwaartekracht en komen niet in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek en de willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

F 8149

Toilet met urinescheiding

  • a. bestemd voor: het gescheiden opvangen van urine en fecaliën in een toilet, waarbij de opgevangen urine separaat wordt opgeslagen en verwerkt, en waarbij niet meer dan 4 liter water per spoeling wordt verbruikt,

  • b. bestaande uit: een toilet met urinescheiding, een inpandig urineafvoersysteem en een urine-opslagtank en (eventueel) apparatuur ter voorkoming van verstopping.

A 8150

Grijswater-recyclinginstallatie

  • a. bestemd voor: het hergebruiken van eigen zwembad- of douche- of gezuiverd afvalwater voor toiletspoeling of klimaatbeheersing,

  • b. bestaande uit: een grijswatertank, een secundair waterleidingnet, een drukvat, een automatische omschakelaar en een filtratie-eenheid.

F 8151

Decentrale sanitatie-installatie

  • a. bestemd voor: het bij kantoren, zorginstellingen of woningen zuiveren van afvalwaterstromen van huishoudelijke aard of hiermee vergelijkbaar, waarbij:

    • 1. scheiding van afvalwaterstromen aan de bron plaatsvindt en na bewerking of zuivering van het afvalwater grondstoffen worden teruggewonnen die vervolgens worden hergebruikt of anderszins nuttig toegepast, of

    • 2. geneesmiddelresten in het afvalwater onschadelijk worden gemaakt,

  • b. bestaande uit: een samenstel van geschakelde technieken, waaronder (eventueel) een afvalcompressor en (eventueel) een zuiveringsinstallatie.

F 8162

Voorziening voor gecontroleerde regenwateropslag op platte daken

  • a. bestemd voor: het afdekken en isoleren van horizontale dakconstructies van gebouwen met een absorberende mat voorzien van overstortvoorziening, ter verlenging van de levensduur van de dakbedekking en ter vermindering van wateroverlast of overbelasting van het riool door regenval,

  • b. bestaande uit: waterabsorberende dakmaterialen, een sensorgecontroleerde afsluitklep, (eventueel) een overstortvoorziening, (eventueel) een retourpomp en (eventueel) een zonnecollector in waterlaag.

Toelichting: Voorzieningen voor het bufferen en vertraagd afvoeren van regenwater kunnen worden gemeld onder F 7063.

B 8165

Watergenerator voor offshore, vaar- of voertuigen

  • a. bestemd voor: het onder atmosferische druk uit de omgevingslucht genereren van water met drinkwaterkwaliteit in de offshore of aan boord van een vaar- of voertuig,

  • b. bestaande uit: een watergenerator.

A 8170

Regenwaterinstallatie

  • a. bestemd voor: het gebruik van regenwater voor spoelen, koelen of andere niet-drinkwaterdoeleinden in de gebouwde omgeving, industrie of land- en tuinbouw, met uitzondering van de glastuinbouw, ter vermijding van het gebruik van drinkwater,

  • b. bestaande uit: een regenwateropslag, (eventueel) een waterzuiveringsinstallatie, en (eventueel) fotovoltaïsch systeem voor de energie die de regenwaterinstallatie verbruikt, exclusief dakgoten, regenpijpen, regenwaterafvoerpijpen en eindapparatuur waarmee het regenwater wordt toegepast.

A 8171

Ondergrondse wateropslagvoorziening

  • a. bestemd voor: het individueel of collectief ondergronds opslaan van regenwater of regenwater en recirculatiewater voor gebruik als gietwater in de glastuinbouw met een totale opslagcapaciteit van ten minste 1.000 kubieke meter per hectare glasoppervlak,

  • b. bestaande uit: een ondergrondse wateropslagvoorziening, exclusief de pompen, leidingen, het kasdek en de goten.

G 8180

Cascadesysteem voor water- en grondstoffenbesparing op een bedrijventerrein

  • a. bestemd voor: het doorleveren van (warm) proceswater, eventueel met daarin opgeloste grondstoffen, waarbij één of meer ontvangende bedrijven proceswater benutten van één of meer andere bedrijven, en deze bedrijven samen minder water, grondstoffen of energie innemen ten opzichte van de bestaande situatie,

  • b. bestaande uit: leidingwerk, buffer(s), pomp(en) en (eventueel) apparatuur om het water geschikt te maken voor benutting door het ontvangende bedrijf.

Toelichting: Zowel ontvangend als leverend bedrijf kunnen investeringen melden voor zover van toepassing op de levering van water tussen de bedrijven. Kosten voor afvalwaterzuivering komen uitsluitend in aanmerking indien deze aanvullend zijn op waterzuivering die nodig was geweest voor het voldoen aan lozingsnormen.

B 8210

Wasinstallatie voor zeefzand en granulaat

  • a. bestemd voor: de natte reiniging van zeefzand en granulaat afkomstig van bouw- en sloopafval voor hergebruik,

  • b. bestaande uit: een invoersysteem, een wasstraat, een slibbehandelingsinstallatie en een waterbehandelingsinstallatie.

F 8223

Installatie voor hergebruik van zaagstof

  • a. bestemd voor: het scheiden van zaagstof dat vrijkomt bij het zagen van beton- of cementproducten of natuursteen, in water en zaagresten met hergebruik van afgescheiden producten en water,

  • b. bestaande uit: scheidingsapparatuur, opvangbakken en een pomp.

F 8230

Recyclinginstallatie voor bitumineus afval

  • a. bestemd voor: het verwerken van bitumineus afval door verkleining tot maalgoed of korrels die nuttig worden toegepast,

  • b. bestaande uit: (eventueel) voorscheidingsapparatuur, (eventueel) wasapparatuur, (eventueel) een shredder of maalmolen, (eventueel) een drooginstallatie, (eventueel) een mengschroef of smelthomogenisator, (eventueel) een smeltzuiveringsinstallatie, (eventueel) een extruder of agglomerator, transportbanden, (eventueel) een menginstallatie en (eventueel) een granulator.

B 8231

Schuimbitumenmachine

  • a. bestemd voor: het in één werkgang renoveren van een rijbaan door frezen van het oude wegdek en het gelijktijdig mengen van de vrijgekomen materialen met bitumenschuim (hete bitumen gemengd met circa 2% water),

  • b. bestaande uit: een mobiele frees- en bitumenschuiminstallatie.

B 8232

Thermische scheidingsinstallatie bitumineus afval

  • a. bestemd voor: het thermisch scheiden van bitumenhoudend bouw- en sloopafval en productie-afval uit het fabricageproces van dakrollen, waarbij de bitumen als vloeibare fractie beschikbaar komt voor hergebruik of andere nuttige toepassing,

  • b. bestaande uit: een thermische scheidingsinstallatie, een toe- en afvoersysteem, een rookgasreinigingsinstallatie en (eventueel) een afvalvoorbewerkingsinstallatie.

F 8233

Recyclinginstallatie voor bitumen dakbedekking bij asfaltcentrales

  • a. bestemd voor: het doseren van bitumineus dakbedekkingmateriaal in een asfaltcentrale voor hergebruik van bitumen in asfalt,

  • b. bestaande uit: een doseerinstallatie, een overdekte opslagvoorziening, (eventueel) een verkleiningsinstallatie, (eventueel) een sorteerinrichting, (eventueel) een afscheidingsinstallatie voor verontreinigingen, (eventueel) toevoerbanden en (eventueel) een regeleenheid.

F 8240

Recyclinginstallatie voor gips

  • a. bestemd voor: het doseren van gips uit bouw- en sloopafval aan het primaire gipsproces waardoor primaire grondstoffen bespaard worden,

  • b. bestaande uit: een doseerinstallatie, opslagvoorzieningen voor secundair materiaal, (eventueel) een shredder of maalmolen, (eventueel) een afscheidingsinstallatie voor verontreinigingen en (eventueel) een toevoersysteem.

A 8250

Accucel productie-eenheid

  • a. bestemd voor: het vervaardigen van nieuwe niet-loodhoudende accu- of batterijpacks met gebruik van uitsluitend bestaande batterijbehuizingen,

  • b. bestaande uit: een assemblagemachine.

A 8251

Regeneratiestation voor loodzuuraccu's

  • a. bestemd voor: het door middel van rimpelstroom verlengen van de levensduur van loodzuuraccu's,

  • b. bestaande uit: een regeneratiestation.

F 8260

Apparatuur voor hergebruik van regeneratiechemicaliën

  • a. bestemd voor: het hergebruiken van regeneratiechemicaliën die ontstaan bij ontzouten en/of ontharden van waterstromen,

  • b. bestaande uit: een reactietank, (eventueel) buffertanks, (eventueel) nabehandelingapparatuur en (eventueel) doseerinrichtingen.

A 8270

Armatuur voor vluchtweg- en oriëntatieverlichting met ultracondensatoren (aanpassing bestaande situatie)

  • a. bestemd voor: bewegwijzering en verlichting van vluchtwegen en nooduitgangen tijdens stroomuitval of calamiteiten, waarbij de bestaande vluchtweg- en oriëntatieverlichting wordt vervangen door led-verlichting waarbij de benodigde stroom wordt opgeslagen in ultracondensatoren,

  • b. bestaande uit: led-verlichting met ultracondensatoren.

B 8280

Rasterwalsreinigingsinstallatie

  • a. bestemd voor: het stofvrij reinigen van rasterwalsen van drukmachines door het onder hoge druk opbrengen van bicarbonaatkorrels ter voorkoming van het verbruik van chemische reinigingsmiddelen en spoelwater,

  • b. bestaande uit: een straaleenheid, straalnozzles, een straalkabinet en een afzuiginstallatie.

A 8290

Hogesnelheid thermische spuitinstallatie voor metallische deklagen

  • a. bestemd voor: het aanbrengen van metallische deklagen (metallische coatings) op voorwerpen,

  • b. bestaande uit: een spuitpistool, een lucht/watergekoeld spuitstuk, een gasvolume- en drukregelinstallatie, (eventueel) een geluiddichte cabine, (eventueel) een afzuiginstallatie, (eventueel) een werkstukmanipulator, (eventueel) een robot en (eventueel) een luchtreinigingsinstallatie.

A 8292

Installatie voor het aanbrengen van een keramische deklaag

  • a. bestemd voor: het aanbrengen van een keramische deklaag op lichtmetalen oppervlakken, halffabricaten of producten, door plasmaontlading in een elektrolyt,

  • b. bestaande uit: een elektrolytbad en een plasmaontladingseenheid.

F 8300

Terugwininstallatie voor waterverdunbare verf, lak, inkt of lijm

  • a. bestemd voor: het terugwinnen voor hergebruik van waterverdunbare verf, lak, inkt of lijm uit spoelwater door verdamping,

  • b. bestaande uit: een terugwininstallatie en (eventueel) een opvangvoorziening voor gereinigd spoelwater.

F 8301

Aftapinstallatie

  • a. bestemd voor: het met gesloten containers gebruiken van verf, lak, inkt of olie waardoor geen verpakkingsafval ontstaat en waarbij de geleverde containers worden teruggeleverd aan de leverancier,

  • b. bestaande uit: een aftapinstallatie, een mengbuis, aansluitstukken en een pomp.

F 8310

Verwerkingsinstallatie voor kunstgras

  • a. bestemd voor: het verwerken van afgevoerd kunstgras, waarbij het teruggewonnen kunststof en zand wordt hergebruikt of anderszins nuttig toegepast,

  • b. bestaande uit: een verkleiningsinstallatie, (eventueel) een scheidingsinstallatie, (eventueel) een sorteerinstallatie, (eventueel) een wasinstallatie en (eventueel) een droger.

F 8320

Recyclinginstallatie voor polystyreenhardschuim

  • a. bestemd voor: het verdichten van resten polystyreenhardschuim zonder gebruik te maken van blaasmiddelen, gevolgd door omzetting in schoon granulaat of halffabricaat,

  • b. bestaande uit: een agglomerator of een verdichtingsinstallatie, een extruder en een filter.

F 8321

Recyclinginstallatie voor glasvezelversterkt kunststof

  • a. bestemd voor: het terugwinnen van glasvezelversterkte kunststof door verkleinen en eventueel zeven, waarbij de teruggewonnen componenten worden hergebruikt of anderszins nuttig toegepast,

  • b. bestaande uit: een verkleiningsinstallatie, (eventueel) een zeefinstallatie, (eventueel) een windzifter en (eventueel) een transportvoorziening.

G 8322

Scheidingsinstallatie voor kunststofrecycling

  • a. bestemd voor: het scheiden, reinigen en eventueel verkleinen van kunststofafval voor recycling,

  • b. bestaande uit: scheidingsapparatuur, een wassysteem, een droger, (eventueel) een shredder of maalmolen, (eventueel) een wervelbed en (eventueel) een zigzag zifter.

G 8323

Kunststofproductie-installatie voor kunststofrecycling

  • a. bestemd voor: het verwerken van kunststofafval, niet afkomstig van de eigen installatie, tot maalgoed of regranulaat, door een bedrijf dat kunststofafval verwerkt, waarbij het bedrijf ten hoogste 5% nieuwe kunststof (virgin material) bijmengt,

  • b. bestaande uit: een extruder of spuitgietmachine of een pers- of intrusie-installatie, (eventueel) een was- en drooginstallatie, (eventueel) een mengschroef of smelthomogenisator, (eventueel) een smeltzuiveringsinstallatie, (eventueel) een compoundeerinstallatie, (eventueel) een accumulator en (eventueel) een spuitkop of matrijs.

B 8361

Plantrobot met volledig gecontroleerde toediening van bodemfungiciden

  • a. bestemd voor: het tijdens één handeling gecontroleerd behandelen van de onderkant van perspotten met een bodemfungicide en het beplanten van deze perspotten,

  • b. bestaande uit: een plantrobot met spuiteenheid voor bodemfungiciden.

B 8362

Potafdekinstallatie

  • a. bestemd voor: het in de boom-, vaste planten- of sierteelt tegengaan van de groei van onkruid in de potten, door het machinaal strooien van een afdeklaag bestaande uit los organisch materiaal op de bovenzijde van het substraat,

  • b. bestaande uit: een elevator, een doseersysteem, transportbanden en een trilsysteem.

E 8380

Rijenbemestingseenheid

  • a. bestemd voor:

    • 1. de rijenbemesting in de teelt van fruit of boomkwekerijgewassen in de volle grond, of

    • 2. nauwkeurige rijenbemesting van teelt in de volle grond, waarbij geen meststoffen op de paden worden afgegeven,

  • b. bestaande uit:

    • 1. met betrekking tot onderdeel a, onder 1, een voorraadbak, een mechanische of hydraulische aandrijving, een strooi-inrichting en een verdeelmechanisme,

    • 2. met betrekking tot onderdeel a, onder 2, een voorraadbak, een mechanische, pneumatische of hydraulische aandrijving en een strooi-inrichting met zijwaarts begrensde uitstroomopeningen of een kunstmestgiftsysteem direct in de rij onder de planten, waarbij sleepslang- en zodenbemesters niet in aanmerking komen voor milieu-investeringsaftrek.

A 8390

Ozonoxidatie-installatie voor ontsmetting van (opslag)ruimten, lucht of producten in land- en tuinbouw

  • a. bestemd voor: het desinfecteren van lucht, een gesloten (opslag)ruimte of een product door oxidatie met ozon, waardoor het gebruik van chemicaliën aantoonbaar wordt verminderd of vermeden,

  • b. bestaande uit: een oxidatie-installatie, een ozongenerator, (eventueel) doseer- of injectieapparatuur, (eventueel) een restozonabsorber of -vernietiger, (eventueel) een besturingssysteem en (eventueel) meet- en regelapparatuur.

Toelichting: Een oxidatiereactor op basis van ozon voor waterreiniging kan gemeld worden onder B 9220. Een oxidatiereactor op basis van ozon voor legionellabestrijding in inpandige waterleidingen of industriële toepassing kan gemeld worden onder B 4052.

A 8395

Omgekeerde osmose-installatie voor het verwerken van spuiwater van een biologische luchtwasser

  • a. bestemd voor: het verminderen van het waterverbruik van biologische luchtwassers met ten minste 60 procent, door met omgekeerde osmose het spuiwater te zuiveren, waarna het gezuiverde spuiwater opnieuw wordt gebruikt in de biologische luchtwasser en het resterende concentraat nuttig wordt toegepast,

  • b. bestaande uit: een omgekeerde osmose-eenheid, (eventueel) een opslagvoorziening voor het concentraat, (eventueel) een opslagvoorziening voor het te recirculeren waswater, (eventueel) voorzieningen om het behandelde spuiwater geschikt te maken voor hergebruik, exclusief de luchtwasser.

A 8410

Toedieningssysteem voor gewasbeschermingsmiddelen of meststoffen tijdens het zaaien

  • a. bestemd voor: het tijdens het zaaien van zaden in trays of perspotten toedienen van gewasbeschermingsmiddelen of meststoffen exact op de plek waar het zaad wordt gezaaid, waarbij gebruik gemaakt wordt van een op het tray- of perspottenformaat afgestemde spuitboom met zeer nauwkeurige elektromagnetische ventielen,

  • b. bestaande uit: een spuitboom, elektromagnetische ventielen, een dripeenheid, een besturingseenheid, een mengeenheid, voorraadvat(-en) en een magneetgekoppelde circulatiepomp, exclusief de zaaimachine en de zaailijn.

B 8430

Permanente afdekinstallatie voor kuilvoerplaatsen

  • a. bestemd voor: het afdekken van kuilvoer met een mechanisch op- en afrolbaar permanent dekkleed voorzien van kanalen die met water gevuld worden om het kuilvoer aan te drukken,

  • b. bestaande uit: een dekkleed met waterslurven en een afdekmachine.

A 8440

Monitoringssysteem voor diergezondheid in de melkveehouderij

  • a. bestemd voor: het op een melkveebedrijf per koe automatisch meten en monitoren van gezondheidsparameters in de melk, zoals de uiergezondheid, de vruchtbaarheid, de voedings- en energiebalans, op basis waarvan de optimale antibiotica- en hormoongift per koe bepaald wordt, waardoor het gebruik van antibiotica en hormonen op het bedrijf gereduceerd wordt,

  • b. bestaande uit: een melkmonsterstation, een analyse-eenheid, exclusief de kosten voor het managementsysteem.

F 8450

Hoge druk pasteurisatie-installatie voor conservering van verse levensmiddelen

  • a. bestemd voor: het gedurende enkele minuten onder hoge druk (400-600 MPa) pasteuriseren van verse levensmiddelen bij kamertemperatuur waardoor de houdbaarheid verlengd wordt,

  • b. bestaande uit: een hoge drukvat, een juk, een systeem om het vat op druk te brengen, een systeem voor het laden en lossen en een regeleenheid.

Toelichting: Deze conserveringstechniek wordt ook High Pressure Processing (HPP) genoemd.

A 8460

UV-behandelingsinstallatie voor rauwe (biest)melk

  • a. bestemd voor: het met UV-licht bestrijden van bacteriën in rauwe (biest-)melk zodat deze melk een veilige voeding wordt voor kalveren van een melkveehouder, waarbij de vitale voedingsstoffen in de melk worden behouden,

  • b. bestaande uit: een module met UV-lampen, een reinigingsautomaat, een besturingsautomaat en een melkvat.

F 8470

Heteluchtbehandelingsinstallatie

  • a. bestemd voor: het thermisch bestrijden van houtaantastende insecten en schimmels waarbij de kern van hout of muurwerk gedurende ten minste 1 uur wordt opgewarmd tot ten minste 55 °C, ter vervanging van behandeling met bestrijdingsmiddelen,

  • b. bestaande uit: een verwarmingssysteem, een uitblaaseenheid, sensoren en een besturingssysteem.

A 8480

Apparatuur voor het actief verpakken van groenten of fruit

  • a. bestemd voor: het verpakken van groenten of fruit, waarbij per productsoort de gasbarrière-eigenschappen van de gebruikte plastic folie on-line tijdens het verpakken kan worden ingesteld door gaatjes in de folie te schieten met een laser, waarbij het aantal en de grootte van de gaatjes wordt bepaald na meting van de actuele respiratie van het te verpakken product,

  • b. bestaande uit: een laserperforatiesysteem en een respiratiemeter, exclusief de overige onderdelen van de verpakkingslijn.

B 9096

Saneringssysteem voor gestimuleerde afbraak in de bodem

  • a. bestemd voor: het in situ saneren van bodem- of grondwaterverontreiniging door het activeren van aërobe of anaërobe microbiologische processen in de bodem door injectie van lucht, voedingsstoffen of elektronendonoren,

  • b. bestaande uit: injectie- of doseerapparatuur, injectie- en onttrekkingsfilters, een elektronische monitorings- en regeleenheid en (eventueel) een bio-actieve toplaag.

A 9097

Saneringssysteem voor verdergaande gestimuleerde afbraak in de bodem

  • a. bestemd voor: het in situ saneren van bodem- of grondwaterverontreiniging door het activeren van aërobe en anaërobe microbiologische processen in de bodem door injectie van micro-organismen in combinatie met (verrijkt) dragergas, voedingsstoffen of elektronendonoren,

  • b. bestaande uit: injectie- of doseerapparatuur, injectie- en onttrekkingsfilters, (eventueel) een elektronische monitorings- en regeleenheid, (eventueel) zuurstofverrijkingsapparatuur.

B 9098

Saneringssysteem voor gestimuleerde vastlegging in de bodem

  • a. bestemd voor: het in situ saneren van bodem- of grondwaterverontreiniging door het door injectie van voedingsstoffen of sulfaat, doen neerslaan van metaalsulfiden in de bodem en daarmee immobiliseren van de verontreiniging,

  • b. bestaande uit: injectie- of doseerapparatuur, injectie- en onttrekkingsfilters en (eventueel) een elektronische monitorings- en regeleenheid.

A 9099

Saneringssysteem voor verdergaande gestimuleerde vastlegging in de bodem

  • a. bestemd voor: het in situ saneren van bodem- of grondwaterverontreiniging door het door injectie van micro-organismen in combinatie met voedingsstoffen of sulfaat, doen neerslaan van metaalsulfiden in de bodem en daarmee immobiliseren van de verontreiniging,

  • b. bestaande uit: injectie- of doseerapparatuur, injectie- en onttrekkingsfilters en (eventueel) een elektronische monitorings- en regeleenheid.

B 9101

Systeem voor nuttig gebruik van saneringswater in processen

  • a. bestemd voor: het winnen en als koel- of proceswater aanwenden van verontreinigd grondwater in de zin van de Wet bodembescherming, waarbij het water geloosd wordt op het riool of het oppervlaktewater,

  • b. bestaande uit: onttrekkingsfilters, leidingwerk, een pomp, (eventueel) een warmtewisselaar, (eventueel) een elektronische monitorings- en regeleenheid en (eventueel) een zuiveringswerk voor de aanwending van het saneringswater, waarbij het zuiveringswerk om te lozen niet in aanmerking komt voor de milieu-investeringsaftrek en de willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

Toelichting: Het zuiveringswerk dat nodig is om aanwending van het saneringswater mogelijk te maken, komt wel in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek en de willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

A 9102

Grondwaterbeheerssysteem met duurzame energievoorziening

  • a. bestemd voor: het beheersen van grondwater met verontreinigingen in de zin van de Wet bodembescherming, die op de betreffende locatie aantoonbaar niet gesaneerd kunnen worden en waarbij de energievoorziening van de beheersing ten behoeve van de exploitatiefase voor ten minste 75% ter plaatse wordt opgewekt uit duurzame energiebronnen,

  • b. bestaande uit: onttrekkings- en infiltratiefilters, leidingwerk, (eventueel) overige apparatuur ten behoeve van beheersing van de verontreiniging en (eventueel) een elektronische monitorings- en regeleenheid, exclusief de duurzame energievoorziening.

Toelichting: Duurzame energievoorzieningen komen mogelijk in aanmerking voor de energie-investeringsaftrek of de regeling Stimulering Duurzame Energieproductie.

F 9103

Saneringssysteem met nuttig gebruik van saneringswater voor koude-warmte opslag

  • a. bestemd voor: het saneren van verontreinigd grondwater in de zin van de Wet bodembescherming, waarbij het verontreinigd grondwater nuttig gebruikt wordt voor een open koude-warmteopslagsysteem voor energievoorziening en waarbij tevens sprake is van zuivering van het te infiltreren grondwater met een zuiveringswerk,

  • b. bestaande uit: onttrekkings- en infiltratiefilters, leidingwerk, een pomp, (eventueel) een warmtewisselaar, (eventueel) een elektronische monitorings- en regeleenheid en (eventueel) een zuiveringswerk voor het te infiltreren grondwater.

Toelichting: Investeringen in een koude-warmteopslagsysteem of aanverwante installaties, die niet gekoppeld zijn aan grondwatersaneringsactiviteiten komen mogelijk in aanmerking voor de energie-investeringsaftrek.

B 9104

Systeem voor nuttig gebruik van saneringswater voor koude-warmte opslag

  • a. bestemd voor: het nuttig gebruik van verontreinigd grondwater in de zin van de Wet bodembescherming voor een open koude-warmteopslagsysteem voor energievoorziening en waarbij de verontreinigingsvlek aantoonbaar geohydrologisch beheerst wordt,

  • b. bestaande uit: onttrekkings- en infiltratiefilters, leidingwerk, een pomp, (eventueel) een warmtewisselaar en (eventueel) een elektronische monitorings- en regeleenheid.

Toelichting: Investeringen in een koude-warmteopslagsysteem of aanverwante installaties, die niet gekoppeld zijn aan grondwatersaneringsactiviteiten komen mogelijk in aanmerking voor de energie-investeringsaftrek.

B 9105

Directe chemische oxidatie-installatie voor bodemsanering

  • a. bestemd voor: het in situ oxideren van bodemverontreiniging door het gericht inbrengen van oxidanten in de bodem, waardoor de bodemverontreiniging chemisch wordt gereduceerd tot onschadelijke componenten,

  • b. bestaande uit: injectie- of doseerapparatuur, injectie- en onttrekkingsfilters en (eventueel) een elektronische monitorings- en regeleenheid.

B 9106

Stoomstripsysteem voor bodemsanering

  • a. bestemd voor: het in situ saneren van bodem- of grondwaterverontreiniging, waarbij de vervuiling door het in de bodem brengen van stoom wordt gemobiliseerd of afgebroken,

  • b. bestaande uit: injectie- of doseerapparatuur, injectie- en onttrekkingsfilters en (eventueel) een elektronische monitorings- en regeleenheid.

B 9107

Reactief scherm voor bodemsanering

  • a. bestemd voor: het ondergronds beheersen van verontreiniging van bodem of grondwater, waarbij de verontreiniging door een in de bodem aangelegd reactief scherm wordt geleid en hierin wordt afgebroken of vastgelegd,

  • b. bestaande uit: reactief materiaal of infiltratiefilters, een poort, (eventueel) een impermeabele wand en (eventueel) een elektronische monitorings- en regeleenheid.

A 9109

Onderzuigapparatuur voor sanering of verlaging van bodems

  • a. bestemd voor: het saneren of verlagen van droge of natte bodems door onderzuigen, waarbij minimale roering van de toplaag plaatsvindt,

  • b. bestaande uit: een pomp, een zuiglans (inclusief ladder) of een zuigmes, een procescontrolesysteem, leidingwerk en (eventueel) een wateropslagtank, waarbij het draag- en vervoermiddel (ponton of hydraulische kraan) niet in aanmerking komt voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

B 9114

Baggerspeciereinigingssysteem voor (an)organische verontreinigingen

  • a. bestemd voor: het stimuleren van de biologische afbraak van organische stoffen in baggerspecie in een installatie of een civiel-technisch werk, waarbij de uitgeloogde anorganische stoffen in groenafval, dat niet geschikt is voor compostering, worden vastgelegd en de gereinigde baggerspecie nuttig wordt toegepast,

  • b. bestaande uit: een depotconstructie met vloeistofdichte onderafsluiting, een groenfilter, een waterdoseersysteem en (eventueel) een waterbuffer.

A 9121

Moerasbed- of helofytenfilter

  • a. bestemd voor: het zuiveren van oppervlaktewater met een drijvend of vast filtersysteem samengesteld uit bodemmateriaal en waterzuiverende beplanting, al dan niet opgenomen in een natuurvriendelijke oever zijnde een glooiende oever met, bij voorkeur gebiedseigen, begroeiing,

  • b. bestaande uit: een filtersysteem, (eventueel) apparatuur voor het opwekken van elektriciteit uit zonne-energie, (eventueel) een pomp en exclusief terrassen, beschoeiingen, kunstobjecten en reclameuitingen.

Toelichting: Moerasbed- of helofytenfilters die gebruikt worden voor het zuiveren van afvalwater of effluent komen niet in aanmerking.

B 9130

Bioreactor met verminderde slibretentie voor stikstofverwijdering

  • a. bestemd voor: de biologische behandeling van stikstofrijk afvalwater waarbij nitrificatie en denitrificatie plaatsvindt zonder nitraatvorming,

  • b. bestaande uit: een bioreactor, een (lamellen)afscheider, een chemicaliëndosering, een compressor, een beluchtingsinstallatie, een menger, een koolstofbrondosering en (eventueel) een warmtewisselaar, exclusief voorzuiveringstechnieken en voorzieningen voor het beschermen van apparatuur tegen weersinvloeden.

B 9131

Aërobe membraanbioreactor

  • a. bestemd voor: het aëroob zuiveren of recyclen van spoel- of afvalwaterstromen in een aërobe biologische zuiveringsinstallatie onder gelijktijdige verwijdering van gezuiverd water via membraantechnologie,

  • b. bestaande uit: een biologische waterzuiveringsinstallatie, een membraanfiltratie-eenheid en (eventueel) een recirculatieleiding, exclusief voorzuiveringstechnieken en voorzieningen voor het beschermen van apparatuur tegen weersinvloeden.

B 9163

Aërobe korrelslibreactor

  • a. bestemd voor: het aëroob omzetten van verontreinigingen in afvalwaterstromen door bacteriën die in agglomeraten groeien en stabiele granules vormen, waardoor de scheiding van gezuiverd water en korrels in de reactor zelf plaatsvindt en separate nabezinking wordt vermeden,

  • b. bestaande uit: een reactor met aëroob korrelslib en (eventueel) een voorbehandelingseenheid, exclusief voorzuiveringstechnieken en voorzieningen voor het beschermen van apparatuur tegen weersinvloeden.

B 9170

Anaërobe reactor voor gelijktijdige verwijdering van metalen en zwavel

  • a. bestemd voor: het biologisch onder anaërobe omstandigheden verwijderen van metalen uit afvalwater onder gelijktijdige verwijdering van sulfide, sulfaat of organische zwavelverbindingen,

  • b. bestaande uit: een anaërobe reactor, een reactor waarin de metalen neerslaan en (eventueel) terugwinapparatuur voor de verwijderde metalen, exclusief voorzuiveringstechnieken en voorzieningen voor het beschermen van apparatuur tegen weersinvloeden.

A 9180

Anaërobe waterbehandelingsinstallatie

  • a. bestemd voor: de omzetting van verontreinigingen in afvalwaterstromen niet afkomstig uit de voedingsmiddelen- en biobrandstoffenindustrie door anaërobe micro-organismen, al dan niet in een membraanbioreactor, waarbij het vrijkomende biogas nuttig wordt toegepast,

  • b. bestaande uit: een bioreactor, (eventueel) een verzuringsreactor, (eventueel) membraanfiltratie-eenheid, (eventueel) apparatuur voor het opwerken van grondstoffen (niet zijnde biogas) voor hergebruik en (eventueel) een biogasopslag, exclusief apparatuur ter aanwending en behandeling van het vrijkomende biogas, voorzuiveringstechnieken en voorzieningen voor het beschermen van apparatuur tegen weersinvloeden.

A 9200

Chloorbleekloogvrije ontsmettingsinstallatie voor apparatuur en processen

  • a. bestemd voor: het ter plaatse door elektrolyse bereiden van een desinfectiemiddel uit water en zout, waarbij geen chloorbleekloog wordt gevormd, voor:

    • 1. het ontsmetten van medische apparatuur, ter bestrijding van de MRSA-bacterie, of

    • 2. het ontsmetten van procesinstallaties of oppervlakken die worden gebruikt bij de bereiding van voedsel of dranken,

  • b. bestaande uit: een installatie voor het ter plaatse bereiden en toepassen van het desinfectiemiddel.

A 9201

Chloorbleekloogvrije ontsmettingsinstallatie voor stallen of kassen

  • a. bestemd voor: het ter plaatse door elektrolyse bereiden van een desinfectiemiddel uit water en zout, waarbij geen chloorbleekloog wordt gevormd, voor:

    • 1. het ontsmetten van stallen ter vervanging van formalineverneveling of een andere manier van ontsmetting met aantoonbaar nadelige effecten voor het milieu, of

    • 2. het bestrijden van ziekten en plagen in de glastuinbouw, ter vervanging van het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen,

  • b. bestaande uit: een installatie voor het ter plaatse bereiden en toepassen van het desinfectiemiddel.

B 9220

(Katalytische) Oxidatiereactor voor waterreiniging

  • a. bestemd voor: het al dan niet katalytisch oxideren met waterstofperoxide, zuurstofradicalen, ozon of UV-bestraling van,

    • 1. hormoonverstorende stoffen of antibiotica in afvalwater uit de medische sector of de geneesmiddelenindustrie, of

    • 2. Legionella in inpandige waterleidingen,

  • b. bestaande uit: oxidatiereactor(en) met apparatuur voor het genereren van oxidatoren, (eventueel) doseer- of injectieapparatuur, (eventueel) een restozonvernietiger, (eventueel) een recirculatietank, (eventueel) een recirculatiepomp, (eventueel) een biologisch actief koolfilter en exclusief voorzuiveringsapparatuur.

B 9221

Natte thermische oxidatie van slib onder hoge druk

  • a. bestemd voor: het nat oxideren van slib, eventueel in combinatie met andere reststromen mits de verwerking van deze reststromen ten minste gelijkwaardig is aan de minimumstandaard die het Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021 voorschrijft, onder een druk van ten minste 100 bar en een temperatuur van ten minste 180°C, waarbij alleen kleine onschadelijke moleculaire verbindingen en zuiver water overblijven en waarbij de anorganische bestanddelen nuttig worden toegepast,

  • b. bestaande uit: een oxidatiereactor, een verwarmingseenheid, een warmtewisselaar en compressie-apparatuur, exclusief ontwateringseenheid en nageschakelde waterzuiveringsinstallatie.

B 9240

Destillatie-installatie voor vloeibare afvalstoffen

  • a. bestemd voor: het recyclen van grondstoffen door het destilleren van vloeibare afvalstoffen, waarbij de damp door thermisch of mechanisch bewerkstelligde drukverhoging condenseert bij een hogere temperatuur dan het atmosferische kookpunt, waardoor de condensatiewarmte kan worden benut,

  • b. bestaande uit: een destillatiekolom met een thermische of mechanische damprecompressie-eenheid.

B 9269

Waterzuiveringsinstallatie voor (chemisch) verontreinigd afvalwater in de akkerbouw of veehouderij

  • a. bestemd voor: het tegengaan van de emissie voor zover daarvoor geen verplichting bestaat vanuit het bevoegd gezag of het Activiteitenbesluit milieubeheer, van:

    • 1. chemische verontreinigingen in spoel- en afvalwater, of

    • 2. perssappen of mestresten uit erfafspoelwater afkomstig uit de landbouw of veehouderij, via spoelwaterlozing of erfafspoeling naar het oppervlaktewater door het zuiveren van dit afvalwater met een biologisch filter,

  • b. bestaande uit: een waterzuiveringsinstallatie of een biologisch filter, een buffervat en (eventueel) een helofytenfilter.

B 9270

(Waterzuiverings-)installatie voor chemisch verontreinigd spuiwater uit de fruit-, witlofteelt of glastuinbouw

  • a. bestemd voor: het tegengaan van de emissie van (chemische) verontreinigingen, zoals meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen, afkomstig uit de fruit-, witlofteelt of glastuinbouw, via drainwaterlozing, erfafspoeling, lozing van water uit een fruitsorteerinstallatie of spoelwaterlozing naar het oppervlaktewater of het riool, voor zover daarvoor geen wettelijke verplichting bestaat,

  • b. bestaande uit: apparatuur ter voorkoming van emissie van (chemische) verontreinigingen of een waterzuiveringseenheid.

A 9271

Installatie voor het verminderen van gewasbeschermingsmiddelen in te lozen drainwater uit de glastuinbouw

  • a. bestemd voor: het tegengaan van de emissie van gewasbeschermingsmiddelen afkomstig uit de glastuinbouw via drainwaterlozing, door:

    • het voorkomen van lozing van gewasbeschermingsmiddelen, of

    • het afbreken van gewasbeschermingsmiddelen tot onschadelijke componenten,

  • b. bestaande uit: een installatie voor het zuiveren van te lozen drainwater of voor het anders toedienen of afvangen van gewasbeschermingsmiddelen in de kas en (eventueel) een geavanceerde debietmeter, exclusief een (eventuele) UV-installatie.

F 9272

Voorziening in de glastuinbouw voor het verwijderen van meststoffen uit drainwater voorafgaand aan lozing (aanpassing bestaande situatie)

  • a. bestemd voor: het tegengaan van de lozing van meststoffen afkomstig uit de glastuinbouw, door het verwijderen van meststoffen uit het te lozen drainwater, waarbij er sprake is van een bestaande situatie waarin geen verwijdering van meststoffen voorafgaand aan drainwaterlozing plaatsvindt,

  • b. bestaande uit: (eventueel) waterzuiveringsapparatuur, (eventueel) een debietmeter en (eventueel) een voorziening voor de opslag van te lozen drainwater, exclusief voorzieningen die zijn opgenomen in het drainwaterrecirculatiesysteem.

F 9273

Apparatuur voor het verminderen van de hoeveelheid opgepompt grondwater voor gebruik als gietwater in de glastuinbouw (aanpassing bestaande situatie)

  • a. bestemd voor: het verminderen van de hoeveelheid opgepompt grondwater voor de productie van gietwater voor gebruik in de glastuinbouw met ten minste 45 procent ten opzichte van de bestaande situatie, waarbij:

    • eventuele wijzigingen in de teeltcapaciteit en gewasbehoefte van de kas in de berekening van de besparing worden meegenomen,

    • de vermindering wordt gerealiseerd door het terugwinnen van water en grondstoffen uit brijn of de vergroting van regenwatergebruik, waarbij de totale regenwateropslag ten minste meer per hectare teeltoppervlak bedraagt dan wettelijk verplicht, en

    • er geen brijn meer in de bodem wordt gebracht,

  • b. bestaande uit: apparatuur voor het terugwinnen van water en grondstoffen uit brijn of een (uitbreiding van de) regenwateropslagvoorziening of eventueel opslagvoorzieningen ten behoeve van het hergebruik van (afval)water.

B 9291

Olieverwerkend geotextiel

  • a. bestemd voor: het afvangen en afbreken van lichte minerale olie uit afstromend of percolerend regenwater op een bedrijfsterrein door in de bodem of onder de verharding aangebracht waterdoorlatend geotextiel, waarbij de minerale deeltjes in het geotextiel worden gefixeerd waarna de in de bodem aanwezige micro-organismen de deeltjes afbreken,

  • b. bestaande uit: olieverwerkend geotextiel.

A 9304

Glasversnipperaar voor horecabedrijven

  • a. bestemd voor: het op locatie granuleren van glasafval (non-return glas) van een horecabedrijf, waardoor het afval compact kan worden afgevoerd door of aangeboden aan een afvalverwerkend bedrijf,

  • b. bestaande uit: een glasversnipperaar.

B 9305

Zelfpersende afvalcontainer op zonne-energie

  • a. bestemd voor: het buiten inzamelen van afval in een afvalbak waarin het afval wordt verdicht door een pers die op fotovoltaïsche energie werkt,

  • b. bestaande uit: een afvalbak, een pers en zonnecellen.

C 9308

Fotovoltaïsch zonne-energiesysteem in combinatie met vervanging van asbesthoudende daken

  • a. bestemd voor: het opwekken van elektrische energie uit zonlicht met behulp van zonnecellen met een gezamenlijk piekvermogen van ten minste 90 Watt, die worden geplaatst op een locatie waar tegelijkertijd een asbesthoudend dak is vervangen volgens de eisen van bedrijfsmiddel A 9309,

  • b. bestaande uit: panelen, (eventueel) actief zonvolgsysteem, (eventueel) stroom/spanningsomvormer, (eventueel) accumulator, (eventueel) aansluiting op het elektriciteitsnet.

A 9309

Vervanging asbesthoudende daken, dakgoten of gevels (aanpassing van bestaande voorziening)

  • a. bestemd voor: het voorkomen van emissie van asbest door erosie van bestaand asbest aan gebouwen door vervanging van asbesthoudende dakplaten, dakgoten of gevelplaten waarbij aantoonbaar sprake is van gecertificeerde verwijdering en gescheiden afvoer van het asbesthoudende materiaal,

  • b. bestaande uit: demontage van asbesthoudende dakplaten, dakgoten of gevelplaten, aanschaf en montage van nieuwe asbestvrije dakplaten, dakgoten of gevelplaten, exclusief de afvoer- en stortkosten van het asbestafval, waarbij investeringen in woningen niet in aanmerking komen voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 40 per vierkante meter vervangen dakplaat, € 40 per strekkende meter vervangen dakgoot en € 20 per vierkante meter vervangen gevelplaat in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

A 9310

Asbestcontainer

  • a. bestemd voor: het vervoeren en storten van asbesthoudend afval met een gesloten container, voorzien van laaddeur, intern en extern sproeisysteem en folie-afdekmechanisme,

  • b. bestaande uit: een gesloten asbestcontainer.

E 9320

Zifter voor scheiding van vaste afvalstoffen

  • a. bestemd voor: het scheiden van componenten uit een afvalstroom door blazen of zuigen met een geforceerde luchtstroom, gevolgd door opvang en hergebruik of andere nuttige toepassing van alle componenten,

  • b. bestaande uit: een stijg- of windzifter en een luchtbehandelingssysteem.

B 9330

Mobiele straalmiddelopschooninstallatie

  • a. bestemd voor: het droog reinigen van verontreinigd straalmiddel door een mobiele installatie voorzien van scheidingstechnieken op basis van lucht, waarbij het straalmiddel wordt hergebruikt,

  • b. bestaande uit: (eventueel) mechanische schrapers, (eventueel) een jacobsladder, (eventueel) een trilzeef, (eventueel) een windzifter, een transportsysteem, (eventueel) een blaassysteem, (eventueel) een cycloon en (eventueel) een luchtbehandelingseenheid.

A 9340

Drukvormwasinstallatie voor zeefdrukvormen

  • a. bestemd voor: het in twee opeenvolgende processtappen verwijderen van inkt en het strippen van zeefdruksjablonen in een gesloten systeem zonder gebruik te maken van vluchtige organische reinigingsmiddelen,

  • b. bestaande uit: een inktverwijderingseenheid, een stripeenheid en een rondpompsysteem, waarbij het reinigen van persrollen niet in aanmerking komt voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

A 9341

Gesloten wasautomaat voor verfgereedschap

  • a. bestemd voor: het reinigen van verfgereedschap in een gesloten systeem met terugvoer van reinigingsvloeistof,

  • b. bestaande uit: een gesloten wasautomaat.

A 9342

Gesloten reinigingsinstallatie zonder vluchtige organische stoffen

  • a. bestemd voor: het onder vacuüm reinigen van machine-onderdelen met uitsluitend reinigingsmiddelen zonder vluchtige organische stoffen, waarbij het gebruikte reinigingsmiddel wordt hergebruikt,

  • b. bestaande uit: een gesloten reinigingsinstallatie.

E 9390

Optisch sorteersysteem

  • a. bestemd voor: het sorteren van grondstoffen uit afvalstromen door detectie met een foto- of lasersysteem,

  • b. bestaande uit: een foto- of laserdetectiesysteem, een sorteersysteem en een luchtbehandelingssysteem.

E 9400

Elektrostatische scheidingsapparatuur

  • a. bestemd voor: het scheiden van kunststofmengsels of kunststofafval en metaal door oplading in een hoogspanningsveld gevolgd door scheiding ten gevolge van geleidbaarheid,

  • b. bestaande uit: (eventueel) een invoereenheid, (eventueel) een hoogspanningsgenerator, (eventueel) een corona-elektrodensysteem, (eventueel) een scheidingsinstallatie, (eventueel) een separatierol en (eventueel) een opvangeenheid.

B 9410

Röntgen-afvalscheidingsinstallatie

  • a. bestemd voor: het met röntgenstraling herkennen en afscheiden van afvalstoffen voor hergebruik,

  • b. bestaande uit: een stralingsbron, een röntgensensor en (eventueel) scheidingstechnieken.

B 9420

Afvalfolie-rolpers

  • a. bestemd voor: het verminderen van het volume van afvalfolie door opslag op een rol ten behoeve van hergebruik,

  • b. bestaande uit: een oprolautomaat.

F 9433

Wervelbedverbrandingsinstallatie voor teerhoudende dakbedekking

  • a. bestemd voor: het verbranden van teerhoudende dakbedekking in een wervelbedverbrandingsinstallatie, waarbij de zand- en grindfractie opnieuw ingezet worden in de wegenbouw en waarbij de vrijkomende energie wordt benut,

  • b. bestaande uit: een wervelbedverbrandingsinstallatie en (eventueel) rookgasreinigingsapparatuur.

B 9434

Plasma-omzetter voor gevaarlijke afvalstoffen

  • a. bestemd voor: het in een plasmaveld thermisch ontleden van gevaarlijke afvalstoffen, waardoor de afvalstoffen uiteenvallen in hun elementaire componenten,

  • b. bestaande uit: een plasma-omzetter met voedingssysteem, een gasbehandelingssysteem, (eventueel) een afvoersysteem en (eventueel) een elektriciteitsopwekkingsinstallatie.

A 9440

Vergassingsinstallatie

  • a. bestemd voor: het vergassen van afvalstoffen of biomassa, waarbij de vrijkomende vaste, vloeibare of gasvormige producten worden hergebruikt,

  • b. bestaande uit: voorbewerkingsapparatuur, een vergassingsreactor, (eventueel) een gasreinigingssysteem, een afgas- of rookgasreinigingsinstallatie en exclusief apparatuur voor toepassing van de vrijkomende producten.

A 9460

Kleinschalige mestvergisting of mestraffinage op boerderijniveau

  • a. bestemd voor: het vergisten of raffineren van mest op het bedrijf waar de mest wordt geproduceerd, met een installatie die een verwerkingscapaciteit heeft van ten hoogste 7.000 ton mest per jaar, en waarbij:

    • geen covergistingsproducten worden toegevoegd,

    • het biogas wordt opgewekt en ingezet als brandstof, en

    • het digestaat nuttig wordt toegepast,

  • b. bestaande uit: een mini-mestvergistinginstallatie of mini-mestraffinage-installatie, exclusief apparatuur ter aanwending en behandeling van het vrijkomende biogas.

A 9472

Droog- en pelleteerinstallatie voor varkens- en pluimveemest

  • a. bestemd voor: het drogen van varkens- en pluimveemest met warme stallucht, waarbij de uitgaande stallucht na gebruik in het droogproces met een luchtwasser wordt gewassen, gevolgd door het maken van mestkorrels met het oog op een betere afzetbaarheid van de mest,

  • b. bestaande uit: een droog- en persinstallatie met toevoerbanden en (eventueel) een opzakinstallatie.

TOELICHTING

1. Inleiding

Deze regeling strekt tot vervanging van de bijlage behorende bij de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009. In de bijlage zijn ter uitvoering van de Wet inkomstenbelasting 2001 categorieën bedrijfsmiddelen aangewezen die voor milieu-investeringsaftrek (hierna: MIA) of willekeurige afschrijving milieu-bedrijfsmiddelen (hierna: Vamil) in aanmerking komen. Met het instrument Vamil worden investeringen in bedrijfsmiddelen die in het belang zijn van de bescherming van het Nederlandse milieu fiscaal gestimuleerd. Het gaat hierbij om niet-gangbare bedrijfsmiddelen, waarvan de marktintroductie door deze regeling ondersteund wordt. Ook met het instrument MIA worden investeringen in bedrijfsmiddelen die in het belang zijn van de bescherming van het Nederlandse milieu fiscaal gestimuleerd.

Met de bedrijfsmiddelen die zijn opgenomen in paragraaf 2 van de bijlage bij deze regeling (hierna: de Milieulijst 2013) wordt zoveel mogelijk aangesloten op de topsectoren uit het bedrijfslevenbeleid en de duurzaamheidsagenda van het kabinet. Het budget voor de Vamil bedraagt voor 2013 € 24 miljoen. Het voor de MIA beschikbare budget voor 2013 bedraagt € 101 miljoen. Investeringen in bedrijfsmiddelen op de Milieulijst 2013, waarvan de code begint met een A, B, C of F, komen op grond van artikel 3.31, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 in aanmerking voor 75% willekeurige afschrijving. Een aantal bedrijfsmiddelen op de Milieulijst 2013 komt ten opzichte van 2012 niet meer in aanmerking voor willekeurige afschrijving, omdat verdere stimulering van de marktintroductie van die bedrijfsmiddelen via de Vamil niet meer noodzakelijk wordt geacht.

2. Milieulijst 2013

Op de Milieulijst 2013, de bijlage bij deze regeling, staan de bedrijfsmiddelen die in 2013 voor Vamil of MIA in aanmerking komen. De Milieulijst 2013 is, evenals de milieulijst van voorgaande jaren, ingedeeld in negen milieuthema’s:

  • 1. duurzame productiemiddelen;

  • 2. klimaatverandering;

  • 3. luchtverontreiniging;

  • 4. overlast en gezondheid;

  • 5. mobiele werktuigen en transportmiddelen;

  • 6. externe veiligheid en preventieve voorzieningen;

  • 7. biodiversiteit en natuurlijke omgeving;

  • 8. duurzaam grondstoffengebruik;

  • 9. afvalstromen.

Het eerste cijfer van de code waaronder een bedrijfsmiddel op de lijst is vermeld, verwijst naar het betreffende thema.

Ten opzichte van 2012 zijn de volgende nieuwe bedrijfsmiddelen in de Milieulijst 2013 opgenomen:

F 1004, A 1141, F 2020, F 2052, F 4163, F 5000, B 5001, E 5002, C 5111, A 7042, A 7125, E 7135, B 7146, E 8015, A 8102, A 8390, A 8395, A 8440, A 8460, A 8480 en B 9269.

De volgende bedrijfsmiddelen op de Milieulijst 2013 zijn ten opzichte van 2012 gewijzigd:

F 1000, F 1003, A 1005, A 1009, A 1010, A 1011, B 1012, F 1022, A 1023, A 1024, B 1025, B 1026, F 1030, B 1031, F 1041, B 1044, D 1080, B 1087, B 1088, F 1089, A 1090, B 1098, A 1099, A 1101, A 1103, A 1104, A 1113, A 1122, A 1123, A 1140, F 1147, A 1148, B 1149, E 1150, F 2041, G 2050, B 2120, F 2133, G 2210, G 2211, F 3000, A 3040, D 3080, G 3151, G 3161, G 3162, A 3180, F 4000, F 4001, C 4003, B 4052, A 4070, B 4071, A 4072, G 4073, E 4075, A 4085, A 4092, A 4093, F 4095, A 4161, A 4162, F 5060, F 5070, A 5073, B 5075, E 5076, C 5079, B 5090, A 5110, E 5120, F 6050, A 6067, A 6070, F 7000, F 7010, B 7020, F 7048, F 7049, F 7059, F 7092, E 7103, D 7130, D 7140, F 7141, A 7142, D 7143, D 7160, D 7162, D 7172, E 7173, E 7174, A 7176, A 7210, A 7220, A 8000, A 8001, A 8002, A 8003, A 8004, F 8006, B 8008, F 8010, B 8011, A 8012, B 8014, D 8040, D 8041, G 8051, F 8070, A 8072, A 8074, F 8151, G 8180, B 8232, A 8250, G 8322, G 8323, E 8380, A 9201, B 9240, B 9270, A 9271, F 9272, F 9273, D 9309, E 9320, E 9390, E 9400, A 9440 en A 9460.

Ten opzichte van 2012 staan de volgende bedrijfsmiddelen niet meer op de Milieulijst 2013:

A 2171, B 4090, A 5100, B 5125, B 5130, B 5170, A 5200, F 7052, A 7053, A 7100, F 8007, A 8009, F 8020, A 8148, F 8222, F 8291, A 8349, B 8400, B 8420, A 9311, E 9391 en A 9452.

3. Duurzame productiemiddelen

De MIA en Vamil bieden fiscale steun voor duurzame productiemiddelen. Daaronder vallen ook duurzame gebouwen, gemeten volgens verschillende meetsystemen: BREEAM-NL, GPR Gebouw en Groenfinanciering. De omschrijvingen op de Milieulijst 2013 voor duurzaam bouwen beogen de eisen per meetsysteem duidelijker te omschrijven dan op de milieulijst van voorgaande jaren, door per meetsysteem een aparte omschrijving op te nemen. De verschillende ambitieniveaus met bijbehorende verschillende MIA-percentages, blijven bestaan. Daarnaast maakt de Milieulijst 2013 ten opzichte van 2012 geen onderscheid meer tussen nieuwbouw, grootschalige renovatie en kleinschalige renovatie, omdat dit onderscheid tot verwarring leidde.

Tevens is Biobased Economy in de Milieulijst 2013 een thema met prioriteit. Een belangrijk bedrijfsmiddel daarin is F 1003 ‘Productieapparatuur voor (half)producten op basis van grondstoffen van biologische oorsprong’ (ook bekend onder de naam biobased grondstoffen). Met dit bedrijfsmiddel is veel mogelijk, bijvoorbeeld raffinage van biomassastromen, investeringen in biochemie, natuurlijke vezels en biopolymeren. Ten opzichte van 2012 is er vanaf 2013 niet langer een beperking tot (grond)stoffen afkomstig uit de landbouw en het (plantaardige) aquatisch milieu, maar is de verwerking van alle grondstoffen van biologische oorsprong mogelijk.

4. Mobiele werktuigen en transportmiddelen

Met het invoeren van de Milieulijst 2013 is de stimulering vervallen van machines die voldoen aan fase III-A en III-B van EG-richtlijn 2004/26 EU, omdat deze eisen inmiddels voor alle vermogenscategorieën verplicht zijn. In plaats daarvan kunnen motoren die voldoen aan de eisen van fase IV of de US-EPA-emissienorm Tier IV final in aanmerking komen. Omdat nog slechts weinig machines van dit soort motoren zullen zijn voorzien, is deze emissie-eis niet gecombineerd met eisen aan geluidemissie of hydrauliekolie. Dat heeft enerzijds tot gevolg dat de bestaande indeling van mobiele machines is aangepast en er nieuwe bedrijfsmiddelcodes zijn opgesteld voor:

  • elektrische en hybride machines (F 5000),

  • emissiearme machines met fase IV, Tier IV final of aardgas (B 5001) en

  • geluidarme machines en machines met slangbreukbeveiliging of waarvan het hydraulisch systeem is gevuld met bio-olie (E 5002).

Anderzijds zijn hierdoor de bedrijfsmiddelcodes met gecombineerde eisen A 5100, B 5130, B 5170 en A 5200 komen te vervallen.

De eis in paragraaf 1 van de bijlage inzake toepassing van bio-olie bij bepaalde in paragraaf 2 opgenomen bedrijfsmiddelen is ten opzichte van 2012 aangescherpt, omdat goed onderhoud bij bio-olie zeer belangrijk is om problemen te voorkomen. Bij machines die niet af-fabriek afgevuld werden geleverd bleek het juiste onderhoud niet altijd voldoende gewaarborgd. Bij machines die wel af-fabriek met bio-olie worden geleverd, verstrekt de fabrikant doorgaans onderhoudsvoorschriften. Daarom komen alleen machines in aanmerking, die door de fabrikant van bio-olie worden voorzien. Dit betekent ook dat bedrijfsmiddelcode B 5125 (Ombouw naar bio-olie voor duurzaam gebruik van de mobiele machines in het wagenpark) per 1 januari 2013 is vervallen.

5. Duurzaam grondstoffengebruik

Duurzaam grondstoffengebruik is een belangrijk thema in diverse recente beleidsnotities. Zo is in de Duurzaamheidsagenda1 ‘grondstoffen en productketens’ een van de prioritaire thema’s. Het regeerakkoord geeft het streven aan naar een circulaire economie. De Milieulijst 2013 is daarom ten opzichte van die van 2012 nog meer gericht op duurzaam grondstoffengebruik. Naast een generieke omschrijving onder code B 8014 voor recycling met strenge eisen (bijvoorbeeld upcycling) is nu onder code E 8015 een omschrijving opgenomen met lagere eisen en navenant lagere stimulering. Randvoorwaarde blijft dat dit moet plaatsvinden binnen de thema’s van de grondstoffenrotonde zoals genoemd in de Duurzaamheidsagenda of de ketenprojecten van het Landelijk afvalbeheerplan 2009–2021 (LAP2).

Verder is onder code A 8000 een generieke omschrijving opgenomen voor het verminderen van gebruik van grondstoffen. De nieuwe omschrijving onder code F 1004 voor (productie van) vleesvervangers valt ook onder duurzaam grondstoffengebruik, maar is gelet op de generieke werking ingedeeld bij de duurzame productiemiddelen.

De omschrijvingen voor duurzaam grondstoffengebruik betreffen veelal zogenoemde generieke bedrijfsmiddelen. Het bedrijfsleven wordt zo geprikkeld om zelf met innovatieve oplossingen te komen. De nieuwe mogelijkheden zijn met deze andere omschrijvingen veelomvattend. Aangezien de nieuwe omschrijvingen beter aansluiten bij het huidige milieubeleid en het bedrijfsleven meer vrijheid geven bij het zelf ontwikkelen van oplossingen, komt ten opzichte van 2012 een aantal bedrijfsmiddelen niet terug op de Milieulijst 2013.

6. Administratieve lasten en nalevingskosten

De administratieve lasten en de inhoudelijke nalevingskosten die samenhangen met de toepassing van de instrumenten MIA en Vamil vloeien niet voort uit de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009, maar uit de Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving 2001 en de Meldingsregeling milieu-investeringsaftrek 2001. De wijziging van de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009 heeft dan ook geen gevolgen voor de administratieve lasten of nalevingskosten.

7. Notificatie

In de regeling is sprake van technische specificaties die vergezeld gaan van fiscale maatregelen die van invloed zijn op het gebruik van producten doordat zij naleving van technische specificaties aanmoedigen. De regeling valt dan ook onder de omschrijving, bedoeld in artikel 1, punt 11, tweede alinea, derde streepje, van richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG 1998, L 204). Om te voldoen aan artikel 8, eerste lid, van die richtlijn, is de ontwerpregeling op 6 december 2012 (notificatienummer 2012/0688/NL) gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen. Uit artikel 10, vierde lid, van die richtlijn vloeit voort dat de regeling na notificatie zonder uitstel in werking kan treden.

8. Inwerkingtreding

Bij het bepalen van het tijdstip van inwerkingtreding is aangesloten bij het systeem van de fiscale wetgeving waarbij wordt uitgegaan van kalenderjaren. De regeling treedt hierdoor in werking op 1 januari 2013, hiermee is voldaan aan het systeem van vaste verandermomenten. Er wordt afgeweken van de minimuminvoeringstermijn omdat de doelgroepen gebaat zijn bij een spoedige inwerkingtreding. Daarmee is voldaan aan de uitzonderingsgrond hoge private voordelen van vervroeging van invoering.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Richtlijn nr. 2004/26/EG van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 tot wijziging van richtlijn 97/68/EG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (PbEU 2004, L 225).

X Noot
2

Verordening (EG) nr. 1147/2008 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 31 oktober 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 794/2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-verdrag, wat betreft deel III.10 van bijlage I (PbEU 2008, L 313).

X Noot
1

Agenda Duurzaamheid; bijlage bij de brief van de toenmalig Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu d.d. 3 oktober 2011, met kenmerk Dp 2011054467.

Naar boven