Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 3 december 2012, nr. DJZ/BR/0879-2012, houdende wijziging van twee sanctieregelingen

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Financiën;

Gelet op Besluit 2012/633/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 15 oktober 2012 houdende wijziging van Besluit 2010/231/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Somalië (Pb EU L 282);

Gelet op Verordening (EU) nr. 942/2012 van de Raad van de Europese Unie van 15 oktober 2012 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 667/2010 inzake beperkende maatregelen ten aanzien van Eritrea (Pb EU L 282);

Gelet op Besluit 2012/632/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 15 oktober 2012 houdende wijziging van Besluit 2010/127/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Eritrea (Pb EU L 284);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

ARTIKEL I

Aan artikel 2, tweede lid, van de Sanctieregeling Somalië 2003 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. materieel dat uitsluitend bestemd is ter ondersteuning van of voor gebruik door het politieke kantoor van de Verenigde Naties voor Somalië en waaraan vooraf door het Sanctiecomité, bedoeld onder c, goedkeuring is verleend.

ARTIKEL II

De Sanctieregeling Eritrea 2011 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid wordt vervangen door twee leden, luidende:

  • 2. Een verbod te handelen in strijd met artikel 2 is niet van toepassing in gevallen waarin artikel 2, derde of vierde lid, van Verordening (EU) nr. 667/2010 van toepassing is.

  • 3. Een verbod te handelen in strijd met artikel 4 is niet van toepassing in gevallen waarin artikel 5, 6 of 7 van Verordening (EU) nr. 667/2010 van toepassing is.

B

Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor:

    • a. tijdelijke uitvoer naar Eritrea van beschermende kledingstukken voor persoonlijk gebruik, met inbegrip van scherfwerende vesten en militaire helmen, door het personeel van de Verenigde Naties, vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire organisaties, ontwikkelingswerkers en aanverwant personeel;

    • b. niet-dodelijke militaire uitrusting uitsluitend bestemd voor humanitair of beschermend gebruik, mits vooraf toestemming is verleend door het Sanctiecomité, bedoeld in Resolutie 751 (1992) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans.

TOELICHTING

De uitbreiding van de vrijstellingen van het wapenembargo in artikel 2 van de Sanctieregeling Somalië 2003 is het gevolg van een wijziging in Resolutie 2060 (2012) van de VN-Veiligheidsraad (zie artikel I).

De wijziging van de artikelen 1 en 2 van de Sanctieregeling Eritrea 2011 is het gevolg van wijzigingen van Verordening (EU) 667/2010 en van Besluit 2010/127/GBVB. Toegevoegd is een aantal uitzonderingen op het verbod op technische en financiële bijstand en op het wapenembargo.

Ten slotte kan worden gemeld dat de onderhavige regeling strekt tot naleving van een internationale verplichting en dat uit dien hoofde inwerkingtreding niet plaatsvindt conform de Vaste Verander Momenten-systematiek.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans.

Naar boven