Besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 12 december 2012, nr. IENM/BSK-2012/231617, tot wijziging van het besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 12 juni 2001, nr. DGRLD/DLB/01.421021, inzake de aanwijzing coördinator luchtvaartterrein Schiphol

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 26 en 32 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en artikel 3 van het Besluit slotallocatie;

Besluit:

ARTIKEL I

Het besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 12 juni 2001, nr. DGRLD/DLB/01.421021, inzake de aanwijzing coördinator luchtvaartterrein Schiphol, wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 1 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

De Stichting Airport Coordination Netherlands zendt jaarlijks voor 15 maart de begroting, bedoeld in artikel 26 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, voor het daaropvolgende jaar aan de Minister van Infrastructuur en Milieu.

Artikel 1b

  • 1. De Stichting Airport Coordination Netherlands behoeft de voorafgaande instemming van de Minister van Infrastructuur en Milieu voor:

    • a. het oprichten van dan wel deelnemen in een rechtspersoon;

    • b. het in eigendom verwerven, het vervreemden of het bezwaren van registergoederen;

    • c. het aangaan en beëindigen van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen;

    • d. het aangaan en beëindigen van overeenkomsten tot huur, verhuur of pacht van registergoederen;

    • e. het aangaan van kredietovereenkomsten en van overeenkomsten van geldlening;

    • f. het aangaan van overeenkomsten waarbij de Stichting Airport Coordination Netherlands zich verbindt tot zekerheidstelling met inbegrip van zekerheidstelling voor schulden van derden of waarbij zij zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt of zich voor een derde sterk maakt;

    • g. het vormen van andere fondsen en reserveringen dan de egalisatiereserve, bedoeld in artikel 33 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen;

    • h. het doen van aangifte tot haar faillissement of het aanvragen van haar surséance van betaling.

  • 2. Voor zover de in het eerste lid genoemde voornemens zijn opgenomen in de begroting, bedoeld in artikel 26 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, hoeven deze niet afzonderlijk ter instemming aan de Minister van Infrastructuur en Milieu te worden voorgelegd.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld.

TOELICHTING

De in het voorliggende besluit opgenomen wijzigingen hangen samen met het van toepassing worden van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen (verder: Kaderwet zbo’s) op de Stichting Airport Coordination Netherlands (verder: SACN) per 1 januari 2013.

Met het van toepassing worden van de Kaderwet zbo’s zal SACN aan de toepasselijke verplichtingen uit die wet moeten voldoen. Verwezen wordt naar de Memorie van Toelichting bij de Aanpassingswet zbo’s IenM aan de Kaderwet zbo’s voor een overzicht van de bepalingen die voor SACN relevant zijn1.

Verordening (EEG) Nr. 95/93 van de Raad van 18 januari 1993 betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van ‘slots’ op communautaire luchthavens (verder: de Verordening) vereist dat een slotcoördinator zijn werkzaamheden in onafhankelijkheid verricht. Gelet op deze bijzondere positie is de uitwerking van de Kaderwet zbo’s voor de slotcoördinator beperkt gehouden tot de noodzakelijk te regelen elementen. Voor wat betreft de eisen aan begroting en jaarrekening wordt volstaan met de eisen die reeds in de Kaderwet zbo’s zijn opgenomen. Op deze eisen zal de Minister van Infrastructuur en Milieu (verder: de Minister) deze documenten toetsen.

SACN is, bij afzonderlijke aanwijzingsbesluiten, aangewezen als slotcoördinator voor drie luchthavens in Nederland (Schiphol, Rotterdam, Eindhoven). Voor dit geval wordt volstaan met aanpassing van alleen het aanwijzingsbesluit SACN voor Schiphol. De verplichtingen die daarin worden opgenomen gelden vanzelfsprekend voor SACN in zijn geheel.

Krachtens artikel 26 van de Kaderwet zbo’s dient de Minister de datum te bepalen waarop hij uiterlijk de begroting van SACN moet hebben ontvangen. SACN hanteert een gebroken boekjaar. Gelet daarop wordt deze datum in het nieuwe artikel 1a gesteld op 15 maart.

Krachtens artikel 32 van de Kaderwet zbo’s kan de Minister bepalen dat SACN voor het verrichten van bepaalde handelingen zijn voorafgaande instemming nodig heeft. In artikel 1b is een opsomming opgenomen van de desbetreffende handelingen. De achtergrond hiervan is gelegen in de verantwoordelijkheid van de Minister voor een goede en continue taakuitoefening door het zelfstandig bestuursorgaan.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld.


X Noot
1

Stb. 2012, 442 en Kamerstukken II 2011–2012, 33250, nr. 3, p. 33.

Naar boven