Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 21 oktober 2012, nr. BVE/385538, houdende wijziging van de Regeling gegevensverstrekking persoonsgebonden nummer BVE 2009 in verband met het invoeren van de locatiecode en de zeven-dagen-termijn

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op de artikelen 2.3.6a, derde lid en 2.5.5a, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling gegevensverstrekking persoonsgebonden nummer BVE 2009 wordt als volgt gewijzigd:

A

In de bijlage behorende bij artikel 2 van de genoemde regeling wordt onderdeel A vervangen door de bijlage bij deze regeling.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

Het bevoegd gezag verstrekt nieuwe inschrijvingsgegevens en mutaties in de bestaande inschrijvingsgegevens zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen zeven dagen nadat de inschrijvingsgegevens zijn ontvangen of de mutatie is ontstaan, aan de Minister.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

BIJLAGE BIJ DE REGELING TOT WIJZIGING VAN DE REGELING GEGEVENSVERSTREKKING PERSOONSGEBONDEN NUMMER BVE 2009

A. Specificatie instellingsgegevens

Gegeven

Definitie

Formaat

Lengte

BRIN-nummer

De code waaronder een onderwijsinstelling is geregistreerd in de Basisregistratie Instellingen.

Alfanumeriek

4

Aanleverpuntnummer

Het door de onderwijsinstelling toegekende volgnummer waaronder de aanleverende vestiging van de onderwijsinstelling geregistreerd in BRON.

Numeriek

2

Locatie

Het vestigingsnummer uit het Nederlands Handelsregister van het gebouw of complex van gebouwen waar de deelnemer voor het grootste deel van zijn tijd zijn opleiding, met uitzondering van de beroepspraktijkvorming, volgt.

Numeriek

12

Toelichting bij de gegevens

BRIN-nummer

Als referentietabel dient de door DUO gehanteerde codering in de Basisregistratie Instellingen (BRIN) te worden gehanteerd.

Aanleverpuntnummer

De instelling dient per aanleverend onderdeel een volgnummer te hanteren die zij aan DUO kenbaar maakt middels het deelnameformulier. Dit aanleverpuntnummer hoeft niet overeen te komen met het vestigingsvolgnummer in BRIN voor de betreffende vestiging. Met behulp van dit volgnummer kan worden nagegaan welk onderdeel gegevens heeft verstrekt en kan bij de verwerking van de terugmelding door DUO worden bepaald naar welk onderdeel de gegevens teruggezonden dienen te worden.

Locatie

Het Nederlands Handelsregister (hierna: NHR) is een register beheerd door de Kamer van Koophandel waarin alle Nederlandse organisaties een code hebben gekregen c.q. kunnen krijgen, als uniek nummer van de betreffende organisatie. In het NHR worden of zijn tevens de locaties van deze organisaties met een NHR-nummer geregistreerd.

De NHR-code en het NHR-vestigingsnummer zijn opgenomen in het NHR en te raadplegen op de website www.kvk.nl/ondernemen/producten-handelsregister/. De NHR-code wordt vermeld ingeval de deelnemer op de hoofdlocatie van de instelling voor het grootste deel van de tijd fysiek zijn opleiding volgt. Het NHR-vestigingsnummer wordt vermeld wanneer de deelnemer voor het grootste deel van de tijd fysiek zijn opleiding volgt op een tot de instelling behorende nevenlocatie. Het beroepspraktijkvormende deel van de opleiding telt niet mee voor de bepaling van het grootste deel van de tijd van de opleiding van de deelnemer.

TOELICHTING

Algemeen

De Regeling gegevensverstrekking persoonsgebonden nummer BVE 2009 wordt aangepast in verband met:

  • a. de invoering van de locatiecode in het basisregister onderwijs (hierna: bron). Met het wetsvoorstel inzake het invoeren van een locatiecode (Kamerstukken II 2011/12, 33 096, nr. 2) wordt beoogd relatief verzuim (spijbelen) en voortijdig schoolverlaten in de mbo-sector tegen te gaan. Voor de handhaving van de leerplicht en de begeleiding van spijbelaars en (potentiële) uitvallers moeten de gemeenten gemakkelijk contact kunnen leggen met de opleiding.

    Het wetsvoorstel is in de zomer van 2012 in de Tweede Kamer en Eerste Kamer behandeld en treedt met ingang van het studiejaar 2012/2013 in werking.

  • b. het vervallen van de verplichting uit artikel 18, eerste lid, eerste volzin, van de Leerplichtwet 1969, dat scholen de gemeente binnen zeven dagen op de hoogte dienen te stellen van in- en uitschrijvingen. Dit is bepaald in het wetsvoorstel tot wijziging van de Leerplichtwet 1969, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet verzelfstandiging informatiseringsbank en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onder meer het vereenvoudigen van de procedure voor verzuimmelding (Stb. 2009, 334).

Locatiecode

De locatiecode wordt ingevoerd om in het kader van het beleid ten aanzien van het voortijdig schoolverlaten het voor de woongemeente van een voortijdig schoolverlater (hierna: vsv-er) gemakkelijker te maken de juiste opleidingsfunctionaris van een onderwijsinstelling te vinden. De gemeente kan vanuit het digitaal verzuimloket bij de gegevens van de vsv-er en ook de locatie aflezen waar de vsv-er tot voor kort de opleiding volgde. Zo kan de functionaris (mentor, opleidingscoördinator, enz.) die meer weet van de jongere, sneller gevonden worden. De woongemeente (rmc-functie) heeft immers tot taak de vsv-ers uit haar gemeente te traceren en zoveel mogelijk te begeleiden naar school of naar werk met een opleidingscomponent. Voor een effectieve begeleiding is nodig dat de rmc-medewerker weet heeft van de opleidingsvoorgeschiedenis van de betrokkene.

Melding in- en uitschrijvingen

Met het vervallen van de verplichting uit artikel 18, eerste lid, van de Leerplichtwet 1969 dient de aanlevertermijn in de Regeling gegevensverstrekking persoonsgebonden nummer BVE 2009 te worden aangepast. Op grond van de Leerplichtwet 1969 en de rmc-bepalingen in de Wet educatie en beroepsonderwijs zijn instellingen verplicht om de gemeente en DUO te informeren over de in- en uitschrijvingen van deelnemers. Er geldt voor instellingen dus ten aanzien van in- en uitschrijvingen een dubbele informatieverplichting. Nu is gebleken dat de informatieverstrekking aan gemeenten over in- en uitschrijvingen via DUO (in bron) succesvol is. Daarom is voornoemde verplichting tot het melden van in- en uitschrijvingen aan de gemeenten vervallen.

Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

Deze wijzigingsregeling is voor een uitvoerings- en handhaafbaarheidstoets voorgelegd aan Dienst Uitvoering Onderwijs en aan de Inspectie van het Onderwijs. De regeling is door hen uitvoerbaar en handhaafbaar verklaard.

Gevolgen voor de administratieve lasten

Bij de voorbereiding van deze regeling is nagegaan of sprake is van administratieve lasten voor instellingen, bedrijfsleven of burgers. Daarbij is de regeling intern ter beoordeling voorgelegd voor toetsing op administratieve lasten. OCW voorziet dat aan dit voorstel geen structurele of eenmalige administratieve lasten zijn verbonden omdat de administratieve lasten voor instellingen, bedrijfsleven en burgers al eerder concreet zijn geraamd in de toelichting van de reeds gepubliceerde regelingen/wetswijzigingen:

  • a. het wetsvoorstel inzake het invoeren van een locatiecode (Kamerstukken II 2011/12, 33 096, nr. 2); en

  • b. het vervallen van de verplichting uit artikel 18, eerste lid, eerste volzin, van de Leerplichtwet 1969, dat scholen de gemeente binnen zeven dagen op de hoogte dienen te stellen van in- en uitschrijvingen. Dit is bepaald in het wetsvoorstel tot wijziging van de Leerplichtwet 1969, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet verzelfstandiging informatiseringsbank en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onder meer het vereenvoudigen van de procedure voor verzuimmelding (Stb. 2009, 334).

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

Naar boven