Regeling Declaratiebepalingen prestaties ZZP’s en extramurale parameters FZ, NR/FZ-002

Ingevolge de artikelen 36, 37 en 38, tweede lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de navolgende regeling vastgesteld.

1. Reikwijdte

Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van het Interimbesluit forensische zorg1, die forensische zorg in strafrechtelijk kader, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Interimbesluit forensische zorg, verlenen.

2. Doel van de regeling

Deze regeling beoogt het stellen van beperkingen, voorwaarden en voorschiften voor de declaratie van prestaties ZZP’s en extramurale parameters in de forensische zorg (FZ).

3. Afbakening prestaties ZZP’s en extramurale parameters FZ

Per 1 januari 2011 heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ) naast de DBBC-systematiek ook ZZP’s en extramurale parameters voor de FZ ingevoerd. Voor de afbakening tussen de DBBC’s en de ZZP’s/extramurale parameters geldt het volgende:

  • Voor zorg in het kader van de behandeling van de cliënt (zowel met als zonder verblijf) geldt de DBBC-systematiek. Hieronder valt ook de behandeling aan sterk gedragsgestoorde licht verstandelijke gehandicapten (SGLVG). Voorwaarde hiervoor is dat deze zorg met behandeling geïndiceerd is.

  • De ZZP’s/extramurale parameters gelden voor alle doelgroepen bij de volgende zorgvormen:

    • Ambulante begeleiding (extramurale parameters);

    • Verblijf met begeleiding zonder behandeling (ZZP’s);

    • Verstandelijk beperkten, met uitzondering van de zorg die is gericht op de behandeling van een gedragsstoornis, verslaving of psychiatrische problematiek (ZZP’s).

4. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

4.1 Zorgaanbieder

De rechtspersoon die een zorginstelling FZ in stand houdt of een natuurlijke persoon die FZ verleent, dan wel de natuurlijke personen of rechtspersonen, die gezamenlijk een zorginstelling FZ vormen, en die krachtens een overeenkomst FZ verlenen.2

Waar in deze regeling wordt gesproken van zorgaanbieder wordt ingevolge artikel 62, eerste lid, Wmg, tevens gedoeld op degene die een administratie voert als bedoeld in artikel 44, van de Wmg.

Waar in deze regeling wordt gesproken van zorgaanbieder wordt ingevolge artikel 62, tweede lid, Wmg, tevens gedoeld op degene die ten behoeve van de zorgaanbieder gegevens verzamelt, bewaart en bewerkt, alsmede op de groep in de zin van artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, indien zorgaanbieders daartoe behoren.

4.2 Zorgverzekeraar

Waar in deze regeling gesproken wordt over de zorgverzekeraar wordt de Directie FZ (DForZo), onderdeel van het Ministerie van VenJ, bedoeld. In de FZ is DForZo verantwoordelijk voor het inkopen van FZ. Derhalve wordt op grond van artikel 4 van het Interimbesluit FZ DForZo gelijkgesteld aan een zorgverzekeraar.

4.3 ZZP

Als zorgzwaartepakket wordt aangemerkt de ZZP’s als in de beleidsregel ‘ZZP-tarifering en tarieven extramurale parameters in de forensische zorg’ vastgestelde prestaties ZZP’s.

4.4 Extramurale parameters

Als extramurale parameters wordt aangemerkt de prestaties extramurale parameters als in de beleidsregel ‘ZZP-tarifering en tarieven extramurale parameters in de forensische zorg’ vastgestelde prestaties extramurale parameters.

4.5 Declaratie

De tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar overeengekomen wijze waarop de door de zorgaanbieder verrichte of te verrichten zorgprestatie bij de zorgverzekeraar in rekening wordt gebracht.

4.6 Declaratieperiode

Een periode van vier weken of een kalendermaand waarover de zorgaanbieders de geleverde zorg declareren, overeenkomstig de daartoe gemaakte afspraken met de zorgverzekeraar.

4.7 Onderlinge dienstverlening

Zorg als bedoeld in artikel 1 Wmg, die door een zorgaanbieder wordt verleend als onderdeel van de beschrijving van een door een andere zorgaanbieder uit te voeren prestatie op het gebied van FZ in strafrechtelijk kader. De eerstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als ‘uitvoerende zorgaanbieder’. De laatstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als de ‘opdrachtgevende zorgaanbieder’.

5. Declaratiebepalingen

Zorgaanbieders specificeren de declaratie als volgt:

  • 1. Zorgaanbieders maken bij registratie duidelijk zichtbaar welke prestaties zijn geleverd. De registratie van intramurale prestaties, dagbesteding prestaties en extramurale prestaties, vindt plaats op totaalniveau per prestatie. Dit houdt in dat de registratie bestaat uit een overzicht van het aantal geleverde eenheden per prestatie per registratieperiode.

  • 2. Indien sprake is van extramurale parameters gedurende een deel van een uur, wordt het in rekening te brengen tarief naar evenredigheid berekend. Voorzover de zorgverzekeraar en zorgaanbieders geen bestendige gedragslijn hebben over de afronding van de geleverde prestatie, wordt de zorg afgerond op het dichtstbijzijnde veelvoud van vijf minuten.

6. Declaratie afwezigheidsdagen

Zorgaanbieders declareren de prestaties voorzover deze daadwerkelijk zijn geleverd, met uitzondering van het volgende:

Voor cliënten die zijn aangewezen op VG ZZP 1 tot en met VG ZZP 7 of GGZ ZZP C1 tot en met GGZ ZZP C6 geldt:

  • Gedurende tijdelijke afwezigheid van een cliënt declareert de zorgaanbieder tegen het afgesproken tarief dat tevens gedeclareerd wordt bij aanwezigheid in de instelling. De zorgaanbieder declareert met ingang van de eerste dag van afwezigheid van de cliënt, maximaal 49 dagen per keer het ZZP dat de cliënt tot afwezigheid kreeg geleverd. Te beginnen op de eerste dag na vertrek uit de instelling. In het geval van een ziekenhuisopname geldt een maximum van 7 dagen.

7. Gegevens op de factuur

Elke factuur dient naast de gebruikelijke informatie de volgende gegevens te bevatten:

  • Strafrechtelijke zorgtitel;

  • Startdatum strafrechtelijke zorgtitel;

  • Einddatum strafrechtelijke zorgtitel;

  • Gedeclareerde tarief;

  • AGB-code;

  • ZZP-code en/of code voor extramurale parameter;

  • Prestatiecode;

  • NHC-code (enkel voor ZZP’s);

  • Strafrechtketennummer (SKN);

  • Plaatsingsbesluitnummer.

8. Onderlinge dienstverlening

Indien sprake is van onderlinge dienstverlening mag de uitvoerende zorgaanbieder geen ZZP en ook geen extramurale prestatie bij de zorgverzekeraar in rekening brengen. Voor meer informatie over onderlinge dienstverlening wordt verwezen naar de beleidsregel ‘Tarifering onderlinge dienstverlening forensische zorg’.

9. Inwerkingtreding en citeerregel

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2013.

Ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wmg zal deze regeling in de Staatscourant worden geplaatst.

Deze regeling kan worden aangehaald als: ’Regeling Declaratiebepalingen prestaties ZZP’s en extramurale parameters FZ', NR/FZ-002.

de Raad van Bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit, T.W. Langejan, voorzitter Raad van Bestuur.

TOELICHTING

Algemeen

Op grond van het op 27 maart 2012 gewijzigde Interimbesluit forensische zorg is met ingang van 1 april 2012 de rol van de NZa ten aanzien van de forensische zorg in strafrechtelijk kader veranderd. Waar de NZa voorheen alleen een adviserende rol had, heeft de NZa de rol als regulator en als onafhankelijke toezichthouder erbij gekregen. Met de inwerkintreding van de Wet forensische zorg zullen daarnaast de handhavende bevoegdheden van de NZa, welke zijn neergelegd in Hoofdstuk 6 van de Wmg, op de forensische zorg van toepassing zijn.

Aanleiding voor de nieuwe bevoegdheden is de verschillende rollen en verantwoordelijkheden die het Ministerie van VenJ ten aanzien van de forensische zorg tot dusverre had. Het ministerie was namelijk verantwoordelijk voor de inkoop en de plaatsing van de forensische zorg in een strafrechtelijk kader. Door de NZa regulerende, toezichthoudende en in de toekomst ook handhavende bevoegdheden toe te kennen, wordt beoogd meer evenwicht te brengen in deze zorgmarkt.

Het Ministerie van VenJ stelt zelf jaarlijks de zogenaamde 'Uitvoeringsregels FZ' vast. Hierin treft men een mix aan van beleid en algemeen verbindende voorschriften op het gehele terrein van de FZ. Voor een deel van dat beleidsterrein, met bijbehorende algemeen verbindende voorschriften, heeft – zoals reeds opgemerkt – de NZa sinds 1 april 2012 exclusieve bevoegdheden verworven. Niet uit te sluiten valt, dat de beleidsregels en nadere regels van de NZa, die per 1 januari 2013 in werking treden, overlap vertonen met of zelfs tegenstrijdigheden zullen bevatten ten opzichte van de Uitvoeringsregels FZ die voor 2013 door het Ministerie van VenJ zijn vastgesteld. In gevallen waarin daadwerkelijk van tegenstrijdigheid sprake is, gaan de beleidsregels en nadere regels van de NZa vóór de Uitvoeringsregels FZ van het Ministerie van VenJ. Ratio hierachter is, dat – indien zich een situatie van tegenstrijdigheid voordoet – in de 'Uitvoeringsregels FZ' beleid en/of algemeen verbindende voorschriften zijn opgenomen die betrekking hebben op aangelegenheden waarvoor het Ministerie van VenJ niet langer bevoegd is.

Wettelijke grondslagen

Op grond van artikel 37 Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) kan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) regels stellen inhoudende aan wie, door wie of op welke wijze, onder welke voorwaarden of met inachtneming van welke voorschriften of beperkingen een tarief in rekening wordt gebracht. Het gaat daarbij, kortweg, om declaratie- en/of factureringsvoorschriften.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Met FZ wordt alle geestelijke gezondheidszorg (waaronder verslavingszorg) en verstandelijk gehandicaptenzorg aan mensen met een strafrechtelijke titel bedoeld (exclusief jeugdstrafrecht). Er kan ook sprake zijn van FZ zonder strafrechtelijk kader. Hiermee wordt de zorg bedoeld die gegeven wordt voorafgaand aan een (mogelijke) veroordeling dan wel FZ die wordt gecontinueerd nadat de strafrechtelijke titel is vervallen. Deze vorm van zorg wordt met de enigszins verwarrende term ‘FZ zonder strafrechtelijk kader’ aangeduid en valt binnen de reguliere GGZ. Deze regeling heeft, conform artikel 2 van het Interimbesluit, uitsluitend betrekking op FZ in een strafrechtelijk kader.

Artikel 3

Deze regeling bevat uitsluitend declaratiebepalingen met betrekking tot prestaties ZZP’s en extramurale parameters FZ. De declaratiebepalingen van de DBBC’s voor de FZ staan beschreven in de regeling ‘Declaratiebepalingen DBBC’s FZ’.

Artikel 7

Strafrechtelijke zorgtitel

Voor de vermelding van de strafrechtelijke zorgtitel zie de toelichting onder ‘DBBC-prestatiecode’.

Startdatum strafrechtelijke zorgtitel

De datum waarop de strafrechtelijke zorgtitel start, die ten grondslag ligt aan de geleverde FZ.

Einddatum strafrechtelijke zorgtitel

De werkelijke datum waarop de strafrechtelijke zorgtitel, die ten grondslag ligt aan de geleverde FZ, is/ wordt beëindigd. Deze datum dient verplicht te worden opgenomen als de datum bekend is. De datum kan in de toekomst liggen.

Gedeclareerde tarief

Op de factuur wordt het afgesproken tarief afzonderlijk vermeld. Het te betalen bedrag wordt rekenkundig afgerond op twee decimalen, zijnde eurocenten.

AGB-code

De AGB-code bestaat uit 8 posities waarbij de eerste 2 posities de zorgverlenerssoort en de laatste 6 posities (unieke zorgverlenersnummer binnen de zorgverlenerssoort) het specifieke nummer aangeven.

ZZP-code en/of code voor extramurale parameter

De code waaruit het type ZZP en/of extramurale parameter blijkt.

Prestatiecode

De specificatie van het geleverde zorgproduct.

NHC-code

De code voor de NHC die voor de desbetreffende ZZP van toepassing is.

SKN

SKN staat voor strafrechtketennummer en is van belang bij de betrouwbare vaststelling van de identiteit van verdachten en veroordeelden in de strafrechtketen. Het SKN wordt bij de facturatie van FZ gemeld door zorgaanbieders bij de zorgverzekeraar. Op deze wijze kan de zorgverzekeraar controleren in hoeverre de zorg rechtmatig verleend is. De zorgaanbieder ontvangt het SKN van de indicerende/verwijzende organisatie.

Plaatsingsbesluitnummer

Het plaatsingsbesluitnummer is een uniek nummer dat aan het plaatsingsbesluit gekoppeld is. Dit nummer krijgt de zorgaanbieder van de plaatsende instantie (met uitzondering van de Forensisch Psychiatrische Centra (FPC’s), voorheen TBS-instellingen). Het nummer is van belang om voor het ministerie van VenJ de keten tussen indicatie, plaatsing en geleverde zorg inzichtelijk te krijgen. Met het plaatsingsbesluitnummer kan het ministerie nagaan of de zorgaanbieder een verzoek tot zorg heeft ontvangen/ gekregen.

De specificaties van het plaatsingsbesluitnummer zijn als volgt:

  • De vorm is negen tekens alfanumeriek;

  • De plaatsingsbesluitnummers staan in de webapplicatie ‘Informatievoorziening FZ’ (Ifzo);

  • Als er een plaatsingsbesluitnummer is aangeleverd aan de zorgaanbieder dan is het invullen ervan op de factuur verplicht;

  • Het plaatsingsbesluitnummer wordt beheerd door het ministerie van VenJ.


X Noot
1

Interimbesluit forensische zorg(Stb. 2010, nr. 875), laatstelijk gewijzigd met Besluit van 27 maart 2012 tot wijziging van het Interimbesluit forensische zorg (Stb. 2012, nr. 134).

X Noot
2

Zie artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van het Interimbesluit forensische zorg.

Naar boven