Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 23 december 2011, nr. VGP/3096774, houdende de vaststelling van een beleidsregel inzake de normen die worden gehanteerd ten aanzien van de veiligheid van ballonnen (Beleidsregel ballonnen 2011)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Maakt het volgende bekend:

Nitrosaminen zijn chemische stoffen, waarvan een aantal is ingedeeld als ‘kankerverwekkende stoffen categorie 1B’ volgens de CLP-verordening.1 Aan ballonnen worden deze kankerverwekkende nitrosaminen en nitroseerbare verbindingen niet bewust toegevoegd. Ze ontstaan tijdens het productieproces als nevenproduct, door het gebruik van bepaalde grondstoffen. Deze stoffen komen vrij bij het sabbelen op ballonnen en worden via de mond opgenomen. De gebruikers van ballonnen zijn vooral kinderen. Kinderen vormen een kwetsbare groep waar het gaat om de blootstelling aan carcinogene stoffen.

Om deze redenen heb ik in 2006 kenbaar gemaakt dat ballonnen een bijzonder gevaar opleveren in de zin van artikel 3 van het Warenwetbesluit Speelgoed.2 Ballonnen behoren geen kankerverwekkende stoffen te bevatten, waaraan kinderen bij gebruik van deze voor hen bestemde producten worden blootgesteld.

Het gebruik van nitrosaminen en nitroseerbare stoffen in speelgoed is inmiddels op Europees niveau geregeld. De nieuwe speelgoedrichtlijn (hierna: richtlijn 2009/48/EG)3 verbiedt vanaf 20 juli 2013 in bijlage II (Bijzondere veiligheidseisen), onderdeel III (Chemische eigenschappen), punt 8, het gebruik van nitrosaminen en nitroseerbare stoffen in speelgoed bestemd voor kinderen onder de 36 maanden en in ander speelgoed dat bedoeld is om in de mond genomen te worden, als de migratie van de stoffen gelijk is aan of groter is dan 0,05 mg/kg voor nitrosaminen en 1 mg/kg voor nitroseerbare stoffen.

Aangezien de nieuwe Europese eisen voor nitrosaminen en nitroseerbare verbindingen voldoende veiligheid voor de gebruikers kunnen garanderen, zijn deze eisen overgenomen en vastgesteld in een nieuwe beleidsregel in 20104.

Naar aanleiding van richtlijn 2009/48/EG is het Warenwetbesluit speelgoed 2011 vastgesteld en is het Warenwetbesluit Speelgoed ingetrokken. Met het vervallen van het Warenwetbesluit Speelgoed is de basis van de beleidsregel ballonnen uit 2010 komen te vervallen.

Deze nieuwe beleidsregel ballonnen is gebaseerd op artikel 18, onder a, van de Warenwet.

Besluit:

Ballonnen worden als een bijzonder gevaar beschouwd in de zin van artikel 18, onder a, van de Warenwet, indien de migratie van nitrosaminen en nitroseerbare verbindingen uit ballonnen gelijk is aan of groter is dan 0,05 mg/kg voor nitrosaminen en 1 mg/kg voor nitroseerbare verbindingen.

Het besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 12 april 2010, nr. VGP/VC 2996368, houdende de vaststelling van een beleidsregel inzake de normen die worden gehanteerd ten aanzien van de veiligheid van ballonnen (Stcrt. 2010, nr. 5934) wordt ingetrokken.

Deze beleidsregel vervalt met ingang van 20 juli 2013. Met ingang van deze datum gelden de Europese eisen met betrekking tot de migratielimieten voor nitrosamines en nitroseerbare verbindingen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers.


X Noot
1

Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van verordening (EG) nr. 1907/2006 (PbEU 2008, L 353).

X Noot
2

Beleidsregel inzake de normen die worden gehanteerd ten aanzien van de veiligheid van ballonnen, Stcrt. 2006, nr. 62.

X Noot
3

Richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2009 betreffende de veiligheid van speelgoed (PbEU 2009, L 170).

X Noot
4

Beleidsregel inzake de normen die worden gehanteerd ten aanzien van de veiligheid van ballonnen, Staatscourant 2010, nr. 5934.

Naar boven