Besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie, houdende bekendmaking van de taak waarmee de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie meer in het bijzonder zal zijn belast

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 46, tweede lid, van de Grondwet en artikel 3 van de Wet van 25 januari 1951, houdende nadere voorzieningen in verband met de invoering van de ambten van minister zonder portefeuille en van staatssecretaris (Stb. 1951, 24);

Besluit:

Artikel 1

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, de heer mr. F. Teeven, is binnen de grenzen van het door de Minister van Veiligheid en Justitie vastgestelde beleid meer in het bijzonder belast met de aangelegenheden betreffende:

  • a. personen- en familierecht;

  • b. adoptie;

  • c. auteursrecht;

  • d. juridische beroepen;

  • e. rechtsbijstand;

  • f. kansspelen;

  • g. bescherming persoonsgegevens;

  • h. slachtofferhulp;

  • i. sanctiebeleid, met inbegrip van TBS;

  • j. justitieel jeugdbeleid, met inbegrip van internationale kinderontvoering;

  • k. adolescentenstrafrecht;

  • l. persoonsgerichte preventie;

  • m. reclassering;

  • n. 1F-beleid;

  • o. asiel;

  • p. immigratie;

  • q. grensbewaking in vreemdelingenzaken;

  • r. Rijkswet op het Nederlanderschap;

  • s. regulering vestiging inwoners Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

telkens met inbegrip van de bijbehorende wetgeving en met inbegrip van de met de uitvoering van het beleid op deze terreinen belaste dienstonderdelen van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

Artikel 2

De staatssecretaris kan voorts met nader door de minister aan te wijzen onderwerpen worden belast.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 5 november 2012.

's-Gravenhage, 16 november 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten.

Naar boven