Intrekking ontheffing Stichting Faunabeheereenheid Groningen te Drachten, Flora- en faunawet

Gedeputeerde Staten van Groningen delen mede, dat zij hun besluit d.d. 13 oktober 2009, zaaknummer: 208940 gedeeltelijk intrekken.

Het gaat hierbij om een aan de Stichting Faunabeheereenheid Groningen te Drachten verleende ontheffing ex art. 68 Flora en Faunawet.

Op grond van deze ontheffing mochten onder andere smienten (Anas penelope) in de periode van 1 oktober tot 1 mei met ondersteunend afschot worden verjaagd van percelen met akkerbouw, vollegrondsgroenten, de eerste snede van nieuw ingezaaid gras en overjarig gras, maar gedurende het opvangseizoen van 1 oktober tot 1 april op percelen gelegen buiten de foerageergebieden voor overwinterende ganzen en smienten.

De ontheffing wordt voor wat betreft het ondersteunende afschot van smienten ingetrokken.

Verjaging van smienten met akoestische en visuele middelen, alsmede persoonlijke verjaging (conform de beleidsregels van het Faunafonds) en gedurende het opvangseizoen buiten de foerageergebieden, blijft geoorloofd en is een voorwaarde om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de schade door het Faunafonds.

Het besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking van het besluit.

Het besluit ligt vanaf heden tot en met 5 januari 2013 op werkdagen tijdens kantooruren ter inzage in de mediatheek van het provinciehuis te Groningen.

Voor nadere informatie kunt u bellen met de afdeling Landelijk Gebied en Water van de provincie Groningen (tel. 050-3164543).

Tot en met 5 januari 2013 kunnen belanghebbenden op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht bezwaar maken tegen dit besluit. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan de Provincie Groningen, Commissie Rechtsbescherming, postbus 610, 9700 AP Groningen.

Een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening dient te worden gericht aan de Rechtbank Groningen, Sector Bestuursrecht, postbus 781, 9700 AT Groningen. Voor de behandeling van dit verzoek wordt griffierecht geheven.