Regeling van de Minister van Financiën en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 2 november 2012 kenmerk: FM/2012/1553 M, tot instelling van de Commissie Structuur Nederlandse banken (Regeling instelling Commissie Structuur Nederlandse banken)

De Minister van Financiën en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Gelet op artikel 6, eerste en derde lid, van de Kaderwet adviescolleges;

Besluiten:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. commissie:

de commissie, bedoeld in artikel 2;

b. de minister:

de Minister van Financiën.

Artikel 2

Er is een Commissie Structuur Nederlandse banken.

Artikel 3

  • 1. De commissie krijgt tot opdracht onderzoek te doen naar en te rapporteren over:

    • a. de aanbevelingen van de commissie-Liikanen en de toepasbaarheid daarvan in Nederland, waaronder het – in lijn met de ‘Volcker rule’ – beperken van risico’s volgend uit handel voor eigen rekening; en

    • b. de wijze waarop de scheidbaarheid van Nederlandse banken gerealiseerd kan worden voor het geval zich een deconfiture van een bank voordoet en in het bijzonder de noodzaak om in dergelijke gevallen de continuïteit van de systeemrelevante activiteiten van een bank te kunnen blijven garanderen, zoals het betalingsverkeer. Daarbij zal de commissie werken vanuit de reeds genomen maatregelen dienaangaande, zoals de Interventiewet.

  • 2. De commissie zal rekening houden met:

    • a. de noodzaak om de banksector dienstbaar te laten zijn aan de internationaal georiënteerde economie, met in het bijzonder aandacht voor kredietverlening aan consumenten en bedrijven;

    • b. de noodzaak om bij te dragen aan het herstel van vertrouwen tussen de bankensector en de maatschappij;

    • c. het Europese regelgevende kader, evenals de vraag of aanvullende maatregelen beter op EU- dan nationaal niveau kunnen worden getroffen;

    • d. proportionaliteit en kostenefficiëntie van de voorgestelde maatregelen.

Artikel 4

  • 1. De commissie bestaat uit dertien leden, waaronder een voorzitter.

  • 2. De leden van de commissie worden benoemd door de minister.

Artikel 5

  • 1. De commissie streeft er naar haar eindrapport vóór 15 juni 2013 aan de minister aan te bieden.

  • 2. Na het uitbrengen van het advies is de commissie opgeheven.

Artikel 6

De leden van de commissie dragen zo spoedig mogelijk na de beëindiging van hun werkzaamheden of zoveel eerder als omstandigheden daartoe aanleiding geven, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van het ministerie van Financiën.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling instelling Commissie Structuur Nederlandse banken.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, J.C. de Jager.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.W.E. Spies.

TOELICHTING

Algemeen

De bankencrisis van 2007–2008 heeft laten zien dat de bankensector hervorming behoeft. Daartoe heeft het kabinet in nationaal en internationaal verband de invoering van een uitgebreid hervormingspakket in gang gezet. Enkele belangrijke voorbeelden zijn verhoging van kapitaal- en liquiditeitseisen (CRD III en IV), invoering van de Interventiewet, en opstellen van herstel- en resolutieplannen.

Internationaal en nationaal is een discussie op gang gekomen over de vraag of naast alle maatregelen die al worden genomen, aanvullende structuurhervorming van de bankensector noodzakelijk is om de financiële stabiliteit te waarborgen en de afwikkelbaarheid van banken te verbeteren. Nederland heeft hier al de nodige stappen gezet. Door Financiën en DNB wordt gewerkt aan het beter scheidbaar maken van systeemrelevante delen van banken voor het geval zich een deconfiture voordoet. Daarnaast bestaat het voornemen om handel voor eigen rekening door banken aan banden te leggen.

Tijdens het Algemeen Overleg van de vaste commissie voor Financiën over de ‘Nota nuts- en zakenbankactiviteiten’ van 28 maart 2012 hebben verschillende leden van de Tweede Kamer verzocht om instelling van een commissie die zich zal buigen over de structuur van de Nederlandse bankensector. De minister van Financiën heeft zich bij die gelegenheid bereid verklaard tot de instelling van een dergelijke commissie. Voornoemd verzoek is vervolgens bekrachtigd in een motie van de leden Blanksma-van den Heuvel en Plasterk. Deze motie is aangenomen door de Tweede Kamer op 26 april 2012.1 Met de onderhavige regeling wordt gehoor gegeven aan deze motie van de Tweede Kamer.

Internationaal heeft een aantal onderzoeken naar structuurhervormingen plaatsgevonden. In het Verenigd Koninkrijk heeft de commissie-Vickers over dit onderwerp een rapport gepubliceerd. In België voert de Nationale Bank van België een soortgelijk onderzoek uit. Op verzoek van de Europese Commissie heeft de commissie-Liikanen recentelijk haar aanbevelingen voor structuurhervormingen van de Europese bankensector bekend gemaakt.

De Nederlandse bankensector kent daarbij een aantal specifieke eigenschappen. Meer in het bijzonder:

  • in Nederland is – meer dan in de meeste andere EU-lidstaten – sprake van een retail-funding gap van het binnenlandse bankbedrijf: er is onvoldoende spaargeld beschikbaar om de behoefte aan bankleningen te kunnen financieren als gevolg van grote hypotheekportefeuilles en van het feit dat veel gelden naar de pensioenfondsen vloeien;

  • de Nederlandse bankensector is relatief geconcentreerd;

  • de Nederlandse bankensector is relatief groot ten opzichte van de rest van de economie;

  • het Nederlandse bankenlandschap wordt gedomineerd door universele banken met relatief beperkte investment banking activiteiten.

Tegen de achtergrond van de lopende hervormingen zoals hierboven geschetst, zal de commissie onderzoeken in hoeverre structuurhervormingen van de Nederlandse bankensector noodzakelijk zijn om de stabiliteit van afzonderlijke banken en het financiële systeem als geheel te waarborgen en de afwikkelbaarheid van banken te verbeteren.

De commissie krijgt tot opdracht onderzoek te doen naar en te rapporteren over:

  • de aanbevelingen van de commissie-Liikanen en de toepasbaarheid daarvan in Nederland, waaronder het - in lijn met de ‘Volcker rule’ - beperken van risico’s volgend uit handel voor eigen rekening; en

  • de wijze waarop de scheidbaarheid van Nederlandse banken gerealiseerd kan worden voor het geval zich een deconfiture van een bank voordoet en in het bijzonder de noodzaak om in dergelijke gevallen de continuïteit van de systeemrelevante activiteiten van een bank te kunnen blijven garanderen, zoals het betalingsverkeer. Daarbij zal de commissie werken vanuit de reeds genomen maatregelen dienaangaande, zoals de Interventiewet.

Daarbij zal de commissie rekening houden met:

  • de noodzaak om de banksector dienstbaar te laten zijn aan de internationaal georiënteerde economie, met in het bijzonder aandacht voor kredietverlening aan consumenten en bedrijven;

  • de noodzaak om bij te dragen aan het herstel van vertrouwen tussen de bankensector en de maatschappij;

  • het Europese regelgevende kader, evenals de vraag of aanvullende maatregelen beter op EU- dan nationaal niveau kunnen worden getroffen;

  • proportionaliteit en kostenefficiëntie van de voorgestelde maatregelen.

De leden van de commissie zullen worden benoemd bij ministerieel besluit van de minister van Financiën.

De Minister van Financiën, J.C. de Jager.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.W.E. Spies.


X Noot
1

Motie Blanksma-van den Heuvel/Plasterk, Kamerstukken II 2011/12, 31 980, nr. 67.

Naar boven