TOELICHTING
1. Inleiding
Met deze regeling wordt het aantal vluchten uitgebreid waarop de luchtvaartmaatschappijen
passagiersgegevens dienen te verzamelen en, voorafgaand aan de aankomst in Nederland,
te verstrekken aan de ambtenaren belast met de grensbewaking (op Schiphol de Koninklijke
Marechaussee). Deze uitbreiding vindt plaats binnen de juridische kaders van de Vreemdelingenwet
2000 en het Vreemdelingenbesluit 2000, die op hun beurt een uitwerking zijn van de
richtlijn nr. 2004/82/EG van de Raad van de Europese Unie 29 april 2004 betreffende
de verplichting voor vervoerders om passagiersgegevens door te geven (PbEU L 261;
hierna: API-richtlijn).
De API-richtlijn heeft tot doel de grenscontroles te verbeteren en illegale immigratie
te bestrijden door erin te voorzien dat luchtvervoerders desgevraagd passagiersgegevens
(de zogenoemde Advance Passenger Information, API-gegevens1) vooraf verstrekken aan de ambtenaren belast met de grensbewaking. Het gaat hier
onder andere om gegevens uit het reisdocument en over de reis van de desbetreffende
passagier2.
De uitbreiding van het aantal vluchten geschiedt door middel van een aanwijzing van
26 nieuwe luchthavens ten aanzien waarvan stelselmatig een (hoog) risico bestaat op
illegale immigratie. Bijlage 1a, behorend bij artikel 2.1a, eerste lid, van het Voorschrift
Vreemdelingen 2000, is daarom opnieuw vastgesteld en uitgebreid met die 26 luchthavens.
2. Uitbreiding van het aantal routes met een verhoogd risico op illegale immigratie
Het programma vernieuwing grensmanagement dat in 2008 is gestart, is erop gericht
de doorstroming van reizigers op de luchthaven te bevorderen en de effectiviteit van
het grenstoezicht te vergroten door de informatiepositie van de betrokken diensten,
o.a. de douane en Koninklijke Marechaussee, te versterken. Er is op 9 maart 2012 een
uiteenzetting over deze aanpak en de onderliggende problematiek aan de beide Kamers
der Staten-Generaal gezonden3.
Het programma vernieuwing grensmanagement heeft als doel om, uiteindelijk, van alle internationale passagiers voorafgaand aan de aankomst in Nederland de gegevens te
ontvangen. Op die manier worden de met de grenscontrole belaste autoriteiten in een
vroeg stadium geïnformeerd over onder andere de identiteit en reisroute van de aangevoerde
passagiers, zodat de grenscontrole sneller, efficiënter en effectiever kan worden
uitgevoerd. Dit streven past overigens ook in de internationale ontwikkelingen om
actiever gebruik te maken van passagiersgegevens om een efficiënter en een meer informatiegestuurd
buitengrenstoezicht te bewerkstelligen.
Het van tevoren ontvangen van gegevens van alle internationale passagiers is echter
op basis van de huidige Vreemdelingenwet 2000 nog niet mogelijk. Er is daarom een
wetsvoorstel in voorbereiding dat, onder andere, hierin zal voorzien.
Op basis van de geldende vreemdelingenwetgeving is het wel mogelijk om bepaalde risicoroutes
aan te wijzen, waarop luchtvaartmaatschappijen verplicht zijn om API-gegevens te verstrekken.
Per 1 januari 2012 zijn luchtvaartmaatschappijen al verplicht API-gegevens te verstrekken
van alle inkomende vluchten die afkomstig zijn van 28 luchthavens ten aanzien waarvan
stelselmatig een hoog risico bestaat op illegale immigratie.
Het is bekend dat, behalve de 28 reeds aangewezen routes waarop thans API-gegevens
dienen te worden verstrekt, ook andere routes worden gebruikt voor illegale immigratie.
De ervaring is bovendien dat deze routes zich snel kunnen verleggen. Om illegale immigratie
effectiever tegen te kunnen gaan, is het nodig om luchtvaartmaatschappijen te verplichten
passagiersgegevens te verstrekken ten aanzien van andere luchthavens die aangemerkt
moeten worden als risicovol. Uitbreiding van het aantal routes is bovendien gewenst
om stapsgewijs meer ervaring met het gebruik van de passagiersgegevens op te doen.
Met deze regeling wordt deze verplichting in dit stadium verder uitgebreid met 26
luchthavens, ten aanzien waarvan is geconstateerd dat er zich stelselmatig een verhoogd
risico op illegale immigratie voordoet. Het gaat om de volgende luchthavens van vertrek:
Abu Dhabi International Airport (AUH), Amman Queen Alia International Airport (AMM),
Ankara Esenboğa International Airport (ESB), Antalya International Airport (AYT),
Banjul International Airport (BJL), Bodrum Milas International Airport (BJV), Buenos
Aires Ezeiza International Airport (EZE), Casablanca Mohammed V International Airport
(CMN), Chengdu Shuangliu International Airport (CTU), Dalaman International Airport
(DLM), Dar-es-Salaam Julius Nyerere International Airport (DAR), Erbil International
Airport (EBL), Guangzhou Baiyun International Airport (CAN), Hangzhou Xiaoshan International
Airport (HGH), Islamabad International Airport (ISB), Izmir Adnan Menderes International
Airport (ADB), Kayseri Erkilet International Airport (ASR), Khartoum International
Airport (KRT), Lagos Murtala Muhammed International Airport (LOS), Lahore Allama Iqbal
International Airport (LHE), Muscat International Airport (MCT), Quito Mariscal Sucre
International Airport (UIO), Shanghai Pudong International Airport (PVG), Sharjah
International Airport (SHJ), Taipei Taiwan Taoyuan International Airport (TPE) en
Xiamen Gaoqi International Airport (XMN).
Het geheel, 54 luchthavens, betreft dan iets minder dan 50% van alle inkomende vluchten
op Schiphol.
Deze 26 nieuwe luchthavens zijn geselecteerd op basis van bevindingen van de diensten
die belast zijn met de grensbewaking en het tegengaan van illegale immigratie (Koninklijke
Marechaussee, in samenspraak met de Immigratie- en Naturalisatiedienst). In de eerste
plaats gaat het, zoals eerder aangegeven, om de luchthavens die veel passagiers aanvoeren
aan wie vervolgens de toegang is geweigerd bij de grenscontrole op Schiphol, en de
luchthavens met hoge aantallen vreemdelingen die na inreis op Schiphol asiel hebben
aangevraagd. Daarbij geldt dat er uiteenlopende redenen van weigering kunnen zijn,
zoals het niet in het bezit zijn van een geldig reisdocument of documenten waaruit
het verblijfsdoel blijkt, het bezit van een vals of vervalst paspoort of een signalering
op grond van (nationaal) Schengen Informatiesysteem.
Verder is hierbij informatie betrokken afkomstig van verschillende nationale en internationale
bronnen die expertise hebben op het terrein van illegale immigratie, zoals de Immigratie-
en Naturalisatiedienst, het Europese agentschap Frontières extérieures (Frontex),
European Police Office (Europol), het Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel
en het internationale migratie liaisonnetwerk. Deze bronnen verschaffen onder andere
informatie aangaande routes waarvan gebruik wordt gemaakt bij mensenhandel en mensensmokkel,
en informatie over andere soorten van illegale immigratie en de routes die daarbij
gebruikt worden.
Uit de expertise is bovendien gebleken dat sommige routes als risicovol kunnen worden
aangemerkt gelet op het feit dat zij afkomstig zijn van een luchthaven die met betrekking
tot een of meer van de boven genoemde risico’s als regionaal knooppunt functioneert.
De betreffende luchtvaartmaatschappijen zijn bij brief van 2 oktober jl. per brief
geïnformeerd over deze uitbreiding, zodat zij voldoende tijd hebben om hun systemen
daarop aan te passen.
3. Handhaving
De onderhavige wijziging brengt geen veranderingen in de bestaande handhaving. De
wettelijke basis voor de sanctionering bij het niet naleven van de verplichtingen
die uit artikel 2.1a van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 voortvloeien, is verankerd
in artikel 108, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000. De op grond van artikel
108, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 maximum te stellen sanctie is een hechtenis
van zes maanden of een geldboete van de vierde categorie. Het sanctiebeleid is verder
uitgewerkt in de Richtlijn voor strafvordering strafrechtelijke aansprakelijkheid
voor het verstrekken van passagiersgegevens door luchtvaartmaatschappijen4.
4. Administratieve lasten
a. Administratieve lasten bedrijfsleven
De uitbreiding van het aantal routes waarop luchtvaartmaatschappijen passagiersgegevens
dienen aan te leveren, namelijk van 28 naar 54 routes, brengt administratieve lasten
met zich mee voor deze luchtvaartmaatschappijen. De administratieve lasten zijn in
kaart gebracht, voor zover het luchtvaartmaatschappijen betreft die in Nederland gevestigd
zijn. Dat zijn er op dit moment vier, namelijk KLM, Arkefly, Transavia en Corendon
Dutch Airlines.
De administratieve lasten vallen in drie componenten uiteen: de kosten van datatransmissie,
personeelskosten vanwege het inlezen van paspoorten (zgn. swipen) en overheadkosten.
De overheadkosten bestaan uit kosten voor de luchtvaartmaatschappijen voor aanpassingen
en onderhoud van het IT-systeem, instructie van het personeel, kosten om de datakwaliteit
te realiseren en kosten in verband met informatieverstrekking aan passagiers. De onderhavige
uitbreiding van het aantal luchthavens van vertrek met 26 routes betekent een toename
van de administratieve lasten van ongeveer € 187.000.
Er is thans een wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in voorbereiding op grond
waarvan de luchtvaartmaatschappijen vijf nieuwe passagiersdata aan de overheid zullen
dienen te verstrekken, in aanvulling op de negen API-gegevens genoemd in artikel 2.2a,
derde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000. De uitbreiding met 26 routes zal bij
14 datavelden een toename in de administratieve lasten betekenen van ongeveer € 210.000.
Hier staat tegenover dat controle op de desbetreffende vluchten door het vooraf verzamelen
van passagiersgegevens naar verwachting – vanwege de afschrikwekkende werking ervan
– tot gevolg zal hebben dat minder passagiers worden aangevoerd die niet in het bezit
zijn van geldige reispapieren. Hierdoor zal het risico afnemen voor de betreffende
luchtvaartmaatschappijen om passagiers op eigen kosten en tegen een boete (op basis
van een claim) terug te vervoeren naar het land vanwaar zij zijn aangevoerd. In de
richtlijnen die gezamenlijk zijn vastgesteld door International Civil Aviation Organization
(ICAO), International Air Transport Association (IATA) en World Customs Organisation
(WCO) met betrekking tot API-gegevens5 wordt dit kostenbesparende effect ook als zodanig onderkend.
In dit verband kan worden opgemerkt dat het aantal personen aan wie de toegang bij
de grens is geweigerd door de Koninklijke Marechaussee, in de eerste helft van 2012
is gedaald ten opzichte van dezelfde periode in 2011 (van 2.120 tot 1.570)6. Voor deze daling is in dit stadium nog geen eenduidige reden aan te wijzen, aangezien
verschillende factoren hierbij van invloed (kunnen) zijn (geweest). Wel is aannemelijk
dat een aantal gerichte maatregelen die door de Nederlandse overheid over de afgelopen
periode is genomen, waaronder het gebruik van API-gegevens, hieraan heeft bijgedragen.
Zo lijken bijvoorbeeld ervaringsgegevens van de bij opsporing en bestrijding van illegale
immigratie betrokken medewerkers, en de aantallen hits op de vluchten waarop sinds
1 januari 2012 API-gegevens worden verzameld en welke een daling vertonen, de conclusie
te rechtvaardigen dat het vereisen van API-gegevens effectief bijdraagt aan het tegengaan
van illegale immigratie.
Zoals hierboven aangegeven, een daling van het aantal passagiers aan wie de toegang
bij de grens wordt geweigerd, is, naast het belang van de Nederlandse overheid, ook
in het belang van de luchtvaartmaatschappijen. Daarbij valt vooral te denken aan de
kosten van het escorteren van personen die zich verzetten tegen de verplichting Nederland
te verlaten, eventuele detentiekosten en de kosten die een luchtvaartmaatschappij
maakt indien een andere passagier op een andere vlucht omgeboekt dient te worden als
gevolg van de verplichting voor de luchtvaartmaatschappij een geweigerde passagier
terug te vervoeren naar de luchthaven van herkomst.
Daarnaast geldt dat de huidige maatregel tot uitbreiding van het gebruik van API-gegevens
naar 54 vluchten een verdere stap is naar de ontwikkeling en – op termijn – de invoering
van de zogenoemde i-API7. De luchtvaartmaatschappijen hebben aangegeven dat zij veel belang hechten aan de
invoering van i-API, aangezien de verwachting is dat dit een aanzienlijke efficiëntiewinst
en kostenbesparing met zich mee zal brengen, waarvan ook de luchtvaartindustrie substantieel
profijt heeft.
b. Administratieve lasten burger
De passagiersgegevens die op grond van deze regeling door de luchtvaartmaatschappijen
verstrekt dienen te worden aan de grensbewakingsautoriteiten, worden verzameld door
de luchtvaartmaatschappijen. De onderhavige regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve
lasten van de burger.
De Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel,
G.B.M. Leers.