Instellingsbesluit Adviescommissie Organisatie en Financiering Pallas

29 oktober 2012

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Pallas:

project ter realisatie van een nieuwe onderzoeksreactor te Petten, die dient ter vervanging van de Hoge Flux Reactor;

b. de minister:

de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

c. de commissie:

de Adviescommissie Organisatie en Financiering Pallas;

d. de kwartiermaker:

tijdelijke functionaris die geen lid van de commissie is die in opdracht van de minister belast is met het:

  • 1°. uitvoeren van een kritische toets op het tot nu toe verrichte werk van het Energieonderzoek Centrum Nederland/de Nuclear Research and consultancy Group (ECN/NRG), met het oog op het aantrekken van private financiering voor de bouw en exploitatie van Pallas;

  • 2°. opzetten van een professionele organisatie voor de realisatie van Pallas, inclusief het samenstellen van een projectteam;

  • 3°. opstellen van een business plan dat zich richt op ontwerp, aanbesteding en vergunningverlening van de reactor (periode 2012-2017) en het aantrekken van private financiering voor de bouw en exploitatie.

Artikel 2

  • 1. Er is een Adviescommissie Organisatie en Financiering Pallas.

  • 2. De commissie heeft tot taak:

    • a. te fungeren als klankbord voor de kwartiermaker en diens voorstellen van commentaar te voorzien;

    • b. de minister te adviseren over de inrichting van de nieuwe entiteit die tot taak krijgt een nieuwe onderzoeksreactor in Petten te realiseren, onder meer door het aantrekken van private financiering voor de bouw en exploitatie van Pallas, en over de wijze waarop de middelen van het Rijk en de provincie Noord-Holland ten gunste van Pallas ingezet kunnen worden.

Artikel 3

  • 1. De commissie voorziet de voorstellen van de kwartiermaker aan de minister van een waardering middels een begeleidend schrijven. De commissie zal in ieder geval waardering geven omtrent het organisatieplan en het business plan voor de periode 2012–2017. Over de momenten en wijze van rapporteren worden nadere afspraken gemaakt tussen de commissie, de kwartiermaker en de minister.

  • 2. De commissie adviseert desgevraagd de minister ook buiten de rapportagemomenten van de kwartiermaker. De commissie kan de minister eveneens ongevraagd adviseren.

Artikel 4

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste één en ten hoogste drie andere leden.

  • 2. De voorzitter en de andere leden worden door de minister benoemd voor een periode van zes maanden en zijn herbenoembaar. De voorzitter en de andere leden kunnen door de minister worden geschorst en ontslagen.

  • 3. De leden brengen op persoonlijke titel hun kennis en ervaring in en treden niet op als vertegenwoordiger van een specifieke belangengroep.

Artikel 5

  • 1. De commissie stelt haar eigen werkwijze schriftelijk vast.

  • 2. De minister voorziet in het secretariaat van de commissie.

  • 3. De minister kan een waarnemer aanwijzen, die het recht heeft de vergaderingen van de commissie bij te wonen.

  • 4. Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de commissie geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de commissie bewaard in het archief van dat ministerie.

  • 5. De commissie verstrekt desgevraagd aan de minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 6

  • 1. Aan de voorzitter van de commissie wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1984 en de arbeidsduurfactor op 0,228.

  • 2. Aan de andere leden van de commissie wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 17 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1984 en de arbeidsduurfactor op 0,228.

Artikel 7

Ter gelegenheid van de instelling van de commissie worden voor een periode van zes maanden tot lid van de commissie benoemd:

  • a. de heer drs. M.C. van der Harst, te Leiderdorp;

  • b. de heer prof.dr. L.H. Hoogduin, te Naarden, tevens voorzitter;

  • c. de heer prof.dr. J. Telgen, te Lunteren.

  • d. de heer prof.dr. W.C. Turkenburg, te Amsterdam;

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 november 2012.

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Adviescommissie Organisatie en Financiering Pallas.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, M.J.M. Verhagen.

Naar boven