Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 25 oktober 2012, nr. 2012-0000602640, houdende de vergoeding van de voorzitter en overige leden van de Commissie Integriteit Overheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1

Aan de voorzitter en de overige leden van de commissie, genoemd in artikel 3 van het Besluit melden vermoeden van misstand bij Rijk en Politie, wordt een vaste vergoeding per maand toegekend overeenkomstig de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, voor zover zij niet op grond van die wet van de toekenning van een vergoeding zijn uitgesloten.

Artikel 2

  • 1. De voorzitter van de commissie ontvangt een vaste vergoeding per maand, afgeleid van het maximum van schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, met een deeltijdfactor 0,2.

  • 2. De leden van de commissie, niet zijnde de voorzitter, ontvangen een vaste vergoeding per maand, afgeleid van het maximum van schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, met een deeltijdfactor 0,1.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 oktober 2012.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze: de directeur-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties, G.J. Buitendijk.

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na de datum van bekendmaking van dit besluit in de Staatscourant een bezwaarschrift indienen bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, postbus 20011, 2500 EA Den Haag, onder overlegging van een kopie van dit besluit.

TOELICHTING

Voor de voorzitter en de overige leden van de commissie, genoemd in artikel 3 van het Besluit melden vermoeden van misstand bij Rijk en Politie, (thans de Commissie integriteit overheid, hierna te noemen: de commissie), gold een vergoeding per bijgewoonde vergadering, gebaseerd op bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

Per 1 oktober 2012 is een nieuw samengestelde commissie aangetreden. Beoogd wordt de commissie sterker te positioneren en te laten functioneren. Voor de vaststelling van de hoogte van de vergoeding dient er op grond van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies te worden gekeken naar de omvang en de zwaarte van de werkzaamheden. Door de beoogde intensivering van de taakuitoefening van de vernieuwde commissie verkrijgen de werkzaamheden een meer structureel karakter. Zo zal de commissie zich sterker als meld- en onderzoekspunt voor vermoedens van misstanden gaan profileren. Ook zal de commissie een actievere rol gaan spelen in een adviesprocedure door bijvoorbeeld na onderzoek en advies aan de organisatie, het verdere verloop binnen de organisatie te bewaken en te blijven meekijken ‘over de schouder’ van de melder. De commissie zal voorts in meer gevallen en voor een ruimere doelgroep toegankelijk zijn. De sectoren Rijk en Politie vallen onder het Besluit melden vermoeden van misstand bij Rijk en Politie. De sectoren Defensie en Provincies hebben gekozen voor aansluiting. Nu ook andere overheidssectoren de mogelijkheid wordt geboden bij de commissie aan te sluiten, wordt nog een verdere intensivering verwacht. Gelet op de structurele aard en omvang van de werkzaamheden van de vernieuwde commissie, zal er in plaats van een vergoeding per bijgewoonde vergadering, een vast bedrag per maand worden toegekend aan de voorzitter en de overige leden. De hoogte van de in artikel 2 van dit besluit bedoelde maandelijkse vergoeding bedraagt thans voor de voorzitter € 1708,24 en voor de overige leden € 854,12.

Naast de bovengenoemde vergoeding hebben de leden van de commissie, waar dat aan de orde is, aanspraak op een reiskostenvergoeding op grond van artikel 2, tweede lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze: de directeur-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties, G.J. Buitendijk.

Naar boven