Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 22 oktober 2012, nr. PAV/12341781, houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter bestrijding van Pepinomozaïekvirus in de productieteelt van tomaat (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van tomaat 2012)

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van de Verordening (EG) 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309);

Besluit:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van Verordening (EG) 1107/2009 wordt verleend voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel PMV®-01 ter bescherming van de bedekte teelt van tomaat tegen schade door Pepinomozaïekvirus.

Artikel 2

De vrijstelling is slechts van toepassing indien de gebruiksvoorschriften in de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 3

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 november 2012.

  • 2. Dit besluit vervalt 120 dagen na 1 november 2012.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van tomaat 2012.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 22 oktober 2012

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, namens deze: J.P. Hoogeveen MPA, Directeur-Generaal Agro.

Een belanghebbende kan, binnen zes weken na de datum van publicatie in de Staatscourant, tegen dit besluit of een onderdeel daarvan een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen bij de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, ter attentie van Dienst Regelingen, Afdeling Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.

BIJLAGE

Middel: PMV®-01

Samenstelling product: Werkzame stof en gewaarborgd gehalte: 100 % waterige tomatenbladextract dat Pepinomozaïekvirus, CH2 stam, isolaat 1906 bevat (> 5 * 105 viruspartikels per μl).

Formuleringstype: SC (suspensie concentraat).

A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

Toegestaan is uitsluitend het gebruik tegen schade door het Pepinomozaïekvirus door middel van een gewasbespuiting in de bedekte productieteelt van tomaten.

Bij de interpretatie van wat valt onder bovengenoemde teelt is uitgegaan van de Definitielijst toepassingsgebieden gewasbeschermingsmiddelen, versie 2.0, Ctgb juni 2011.

De toepassingsperiode waarin PMV® -01 mag worden gebruikt loopt van 1 november 2012 tot en met 28 februari 2013.

  • Ter bescherming van de toepasser wordt adembescherming [RPE filters type 3] voorgeschreven om blootstelling aan PMV®-01 zoveel als mogelijk te voorkomen.

  • Ter voorkoming van besmetting van oppervlaktewater wordt geadviseerd recirculatie- en spoelwater van de kas uitsluitend te lozen op het riool.

  • Risico’s voor bestuivers en bladbewonende niet-doelwitarthropoden zijn niet uitgesloten.

Dit middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik.

Dit middel wordt uitsluitend door DCM Nederland rechtstreeks geleverd aan de teler.

Veiligheidstermijnen: geen

B. GEBRUIKSAANWIJZING

Algemeen

PMV®-01 bevat één milde variant van Pepinomozaïekvirus. Dit product wordt toegepast voor bescherming van tomatenplanten tegen alle andere varianten van Pepinomozaïekvirus, stam CH2.

Het product is toepasbaar in de bedekte productieteelt van tomaten.

PMV®-01 heeft een beperkte houdbaarheid na productie en dient bewaard te worden bij een temperatuur van 4 ± 2 °C. Product waarvan de houdbaarheid verstreken is, afvoeren of vernietigen volgens geldende nationale regelgeving voor restanten plantaardige viriciden.

De behandeling gebeurt op jonge tomatenplanten, zo snel mogelijk na het planten en uiterlijk voor de eerste tros tot bloei komt. Voor een optimaal effect is het aan te bevelen om onmiddellijk na toepassing een gewasverzorging uit te voeren.

De planten moeten vrij zijn van het Pepinomozaïekvirus op het moment van behandeling.

Toepassingen

Bedekte productieteelt van tomaten, ter bescherming tegen Pepinomozaïekvirus, stam CH2.

Dosering: 4-8 L/ha bij een spuitvolume van 160-300 L/ha. Onder normale omstandigheden een standaarddosis van 4 L/ha toepassen, in sommige specifieke gevallen waarbij een snelle kolonisatie kritiek is, kan het verhogen van de dosis tot 8 L/ha nodig zijn.

  • Het product dient goed te worden geschud voor gebruik en goed gehomogeniseerd na verdunning in de spuitapparatuur.

  • De volledige dosis moet rechtstreeks op de tomatenplanten worden verspoten.

  • De toepassing gebeurt bij een druk van 5-6 bar en een afstand van plusminus 30 cm tot de plant.

  • Reinig de filters vaak genoeg en homogeniseer de spuitoplossing regelmatig (elke 2 uur). Beter niet meer spuitoplossing aan maken dan in 2 uur verspoten kan worden.

    • Bij gebruik van een spuitboom voor hagen slechts één dop gebruiken.

Classificatie volgens huidige EU wetgeving :

Gevaarsymbool: Xi

R42/43 - Kan overgevoeligheid veroorzaken bij inademing of contact met de huid.

V35-NL - Micro-organismen kunnen mogelijk sensibiliserende reacties veroorzaken.

S2 - Buiten bereik van kinderen bewaren.

S13 - Verwijderd houden van eet- en drinkwaren.

S20/21 - Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

S23 - Spuitnevel niet inademen.

S24 - Aanraking met de huid vermijden.

S37 - Draag geschikte handschoenen.

S42 -Tijdens de ontsmetting/bespuiting een geschikte adembescherming dragen.

SP1 - Zorg er voor dat u met het product of zijn verpakking geen water verontreinigt.

TOELICHTING

Algemeen

Artikel 53 van de Verordening (EG) 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) en artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) maken het mogelijk in bijzondere omstandigheden vrijstelling te verlenen van het verbod om een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel binnen Nederland te brengen, op de markt te brengen, voorhanden te hebben of te gebruiken.

Vrijstelling kan worden verleend als een maatregel nodig blijkt voor een gecontroleerd en beperkt gebruik ter beheersing van een gevaar dat op geen enkele andere redelijke manier te beheersen is.

Met dit besluit wordt tijdelijk vrijstelling verleend voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel PMV®-01, ter bescherming van de teelt van tomaat tegen pepinomozaïekvirus.

Gevaar voor de teelt

Pepinomozaïekvirus (PepMV) is al sinds 1999 aanwezig in Nederland en veroorzaakt zowel productieverlies als kwaliteitsproblemen in de productieteelt van tomaten. PepMV komt op 90 procent van de Nederlandse bedrijven in de intensieve teeltgebieden voor. PepMV komt in verschillende stammen in Nederland voor, namelijk de Peruviaanse (LP), de Europese (EU) en de Chili-2 (CH2). Zowel de aanvrager als LTO Groeiservice geven aan dat de schade in de afgelopen jaren moeilijker beheersbaar geworden is doordat de CH2-stam opgekomen is en deze vaak in menginfecties voor komt. In 2008 bleek dat 87 procent van de Nederlandse besmettingen de CH2-stam te bevatten. Zonder de beschikbaarheid van goede gewasbeschermingsmaatregelen zullen telers opbrengstschade ondervinden die oploopt tot 20 procent kwaliteitsverlies (waardoor de tomaten niet meer voor de versmarkt afgezet kunnen worden) en 10 procent opbrengstverlies. Een landbouwtechnisch doelmatige teelt is niet mogelijk voor telers, die ondanks genomen hygiënemaatregelen, PepMV op hun bedrijf krijgen. Een landbouwtechnisch doelmatige geïntegreerde productieteelt van tomaat wordt bedreigd door de aantasting met PepMV en het niet beschikbaar hebben van een effectieve bestrijdingsmaatregel.

Alternatieven

Alternatieven voor het gebruik van het voorgestelde middel zijn onder praktijkomstandigheden onvoldoende toereikend om verdere verspreiding van pepinomozaïekvirus (PepMV) te voorkomen. PepMV is een zeer besmettelijk virus dat zich snel door een gewas kan verspreiden. Het virus verspreidt zich door mechanische overdracht, met name bij gewashandelingen zoals dieven, draaien en oogsten. Maar ook via besmet materiaal zoals mesjes, scharen, kleding, sieraden en fust is verspreiding mogelijk. Het virus kan overblijven in gewasresten zoals bladeren, wortels en vruchten. Verspreiding via het drainwater is ook mogelijk doordat kleine stukjes van geïnfecteerd wortel- of gewasweefsel zich gemakkelijk via het water verspreiden. De telers proberen door naleving van bedrijfshygiënische maatregelen infectie en verspreiding tegen te gaan, echter deze maatregelen werkten niet afdoende.

De telers proberen door cross-protectie met middelen, die niet als gewasbeschermingsmiddel zijn toegelaten (‘zwakke stam’), het gewas te beschermen tegen schade door PepMV. De aanvrager levert inspanningen om de zwakke stam (CH2 strain, isolate 1906) in de EU als werkzame stof te plaatsen (op 27 juli 2012 ingediend) en voor toelating van het middel PMV®-01 op basis van deze werkzame stof als gewasbeschermingsmiddel. Zowel de productietelers als de plantenkwekers hebben onderzoek naar cross-protectie in de Nederlandse tomatenteelt ondersteund. Het beschikbare pakket aan maatregelen is ontoereikend voor een effectieve bestrijding van PepMV in de productieteelt van tomaten. De sector heeft voldoende inspanningen geleverd om PMV®-01 tijdig beschikbaar te krijgen voor de teelt.

Bijzondere omstandigheden

Cross-protectie door het gericht inzetten van zwakke stammen van pepinomozaïekvirus (PepMV) ter bescherming van tomatenplanten tegen agressieve stammen van PepMV is een gewasbeschermingshandeling. De zwakke stammen PepMV zijn daarmee werkzame stoffen die als zodanig in de EU geplaatst moeten worden.

Door België is in 2011 voor het middel PMV®-01 een toelating voor noodsituaties (120 dagen) verleend in kader van artikel 53 van verordening 1107/2009. Ook voor dit jaar (2012) is door België een toelating voor noodsituaties verleend in het kader van artikel 53 van verordening 1107/2009.

Er is sprake van een bijzondere omstandigheid. PMV®-01 is momenteel niet beschikbaar. De procedure ten behoeve van een toelating in tomaat is in gang gezet. Deze is echter, gezien het Europese plaatsingstraject van de werkzame stof en het toelatingstraject van het middel, niet afgerond vóór het komende teeltseizoen.

Advies College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen (hierna: Ctgb) en biociden kan geen onderbouwd advies uitbrengen over een vrijstelling van PMV®-01 in de bedekte teelt van tomaat.

Het Ctgb constateert dat er onvoldoende kwalitatieve informatie beschikbaar is om het risico vast te stellen voor mens, dier en milieu ten gevolge van de beoogde toepassing van het vrij te stellen gewasbeschermingsmiddel PMV®-01.

Echter, het Ctgb geeft daarbij aan dat pepinomozaïekvirus (PepMV) een veel voorkomend virus in de tomatenteelt is en dat blootstelling van de mens aan dit virus al lange tijd het geval is. Er zijn geen rapportages bekend die wijzen op nadelige effecten op mens, dier en milieu ten gevolge van het voorkomen van dit virus in de teelt van tomaat en de verspreiding van dit virus in het milieu ten gevolge van transport en gewasbehandeling.

In België is eind 2011 een vrijstelling verleend voor een eenzelfde toepassing van PMV®-01 in de teelt van tomaat. Onlangs is wederom een vrijstelling verleend van 120 dagen voor dit jaar (per 1 november 2012). Nadelige effecten ten gevolge van de in 2011 verleende vrijstelling zijn niet bekend.

Hoewel gegevens voor een advies met betrekking tot deze vrijstelling ontbreken, heeft het er alle schijn van dat het toepassen van PMV®-01 [Pepino mosaic virus, strain CH2, isolate 1906] geen nadelige effecten heeft gehad op mens, dier en milieu.

De overwegingen

Een vrijstelling voor PMV®-01 is gewenst, omdat besmettingen met pepinomozaïekvirus (PepMV) veel voorkomen. PepMV is een teeltbedreigend probleem voor de productieteelt van tomaten waarvoor momenteel geen afdoende pakket aan bestrijdingsmaatregelen en -middelen beschikbaar is. De verwachtte termijn tot toelating van een effectief middel op basis van een zwak isolaat van de CH2-stam ter bescherming tegen PepMV is 30 maanden. Deze termijn brengt met zich dat in het seizoen 2013 het gewasbeschermingsprobleem PepMV in de productieteelt van tomaten niet afdoende bestreden kan worden. Hierdoor is een kortstondig noodverband noodzakelijk.

In overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, heb ik besloten om op grond van artikel 38 van de Wgb vrijstelling te verlenen voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel PMV®-01, ter bescherming van de teelt van tomaat tegen pepinomozaïekvirus (PepMV).

Deze vrijstelling treedt in werking met ingang van 1 november 2012 en vervalt 120 dagen na 1 november 2012, derhalve op 28 februari 2013.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, namens deze: J.P. Hoogeveen MPA, Directeur-Generaal Agro.

Naar boven