Besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 15 oktober 2012, nr. IENM/BSK-2012/203473, houdende wijziging van de bijlage bij het Besluit houdende vaststelling van het Subsidieprogramma Wereldwijd werken met water in verband met de vaststelling van het subsidieplafond en de indieningsperiodes voor 2013 en wijziging van het subsidieprogramma en het aanvraagformulier

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van de Kaderregeling subsidies duurzaamheid verkeer en waterstaat;

Besluit:

ARTIKEL I

De bijlage, bedoeld in artikel 1 van het Besluit houdende vaststelling van het Subsidieprogramma Wereldwijd werken met water, wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf 2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a, wordt na ‘artikel 5,’ steeds ingevoegd: eerste lid,.

2. Onderdeel c komt te luiden:

  • c. een combinatieproject bestaande uit een combinatie van een pilotproject als bedoeld in onderdeel b met een kennisversterkingsproject, gericht op kennisversterking in het doelland van oplossingen voor waterproblematiek in het doelland, welk project geen betrekking heeft op:

    • 1°. de loonkosten van personeel in dienst van de aanvrager uit het doelland;

    • 2°. de loon- en verplaatsingskosten van degenen die de opleiding volgen; of.

B

Paragraaf 5 komt te luiden:

§ 5 Subsidieplafond

  • 1. Het subsidieplafond voor 2013 bedraagt € 4.000.000,–.

  • 2. Van het bedrag, genoemd in het eerste lid, is € 2.000.000,– beschikbaar voor aanvragen die met ingang van het kracht worden van het subsidieplafond voor 2013 tot 13 februari 2013 worden ontvangen en € 2.000.000,– voor de aanvragen die met ingang van 1 augustus 2013 tot 11 september 2013 worden ontvangen.

  • 3. Van de bedragen, genoemd in het tweede lid, is telkens € 1.000.000,– beschikbaar voor aanvragen met betrekking tot projecten die worden uitgevoerd in deltalanden en € 1.000.000,– voor aanvragen met betrekking tot projecten die worden uitgevoerd in doellanden.

C

In de toelichting van paragraaf 11 wordt ‘Juliana van Stolberglaan 148 2595 CL Den Haag’ vervangen door: Prinses Beatrixlaan 2 2595 AL Den Haag.

D

In bijlage B bij paragraaf 1 van het Subsidieprogramma Wereldwijd werken met water wordt voor ‘Bangladesh’ ingevoegd ‘Angola’ en wordt tussen ‘China’ en ‘Egypte’ ingevoegd: Colombia.

E

Bijlage D komt te luiden:

BIJLAGE D, BEDOELD IN PARAGRAAF 11, EERSTE LID

Aanvraagformulier, met inbegrip van activiteitenplan, behorend bij het Subsidieprogramma Wereldwijd werken met water

Dit formulier met het bijbehorende activiteitenplan kan worden gedownload vanaf www.agentschapnl.nl/partnersvoorwater.

Een elektronische versie van het aanvraagformulier en de bijlagen, zoals het activiteitenplan en de begroting, dienen te worden toegezonden aan:

info@partnersvoorwater.nl.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van het in bijlage D, als gewijzigd, genoemde aanvraagformulier en formulier voor het activiteitenplan, die ter inzage worden gelegd bij de Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu te ’s-Gravenhage en worden gepubliceerd op en kunnen worden gedownload van www.agentschapnl.nl/partnersvoorwater.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J.J. Atsma.

TOELICHTING

Algemeen

Het voor de jaren 2011 tot en met 2015 vastgestelde Subsidieprogramma Wereldwijd werken met water wordt in 2013 voortgezet. Het subsidieprogramma is een succesvol instrument gebleken dat met concrete projecten een zinvolle bijdrage levert aan de kabinetsdoelstelling zoals verwoord in hoofdstuk 6 van het Nationale Waterplan, het programma Water Mondiaal. De financiering voor de uitvoering van dit programma is afkomstig uit de interdepartementale HGIS middelen. HGIS staat daarbij voor Homogene groep internationale samenwerking.

Subsidieplafond en indieningperiodes

Evenals in 2011 en 2012 worden voor 2013 twee indieningsperiodes (tenders) vastgesteld. De eerste periode start met ingang van 1 januari 2013 en eindigt op 12 februari 2013 en de tweede indieningsperiode start met ingang van 1 augustus 2013 en eindigt op 10 september 2013. Het totale subsidieplafond voor 2013 is vastgesteld op € 4.000.000,–. Per indieningsperiode (tender) is € 2.000.000,- beschikbaar, waarvan € 1.000.000,– voor deltalanden en € 1.000.000,– voor doellanden.

Opleidingsprojecten gericht op kennisversterking

Uit de ervaringen die in 2011 en 2012 met het subsidieprogramma zijn opgedaan, is gebleken dat een kennisversterkingsproject als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel j, van de kaderregeling, als zelfstandig project in de regel onvoldoende bijdraagt aan ‘mogelijkheden tot opschaling’ en ‘duurzame bundeling van krachten’ als bedoeld in paragraaf 8, tweede lid, onderdelen a en b, van het subsidieprogramma. Bovendien was de betrokkenheid van de lokale partner bij het project vaak gering, terwijl die wel de formele aanvrager van de subsidie is.

Gelet hierop is het met ingang van 1 januari 2013 niet meer mogelijk om subsidie voor een kennisversterkingsproject als zelfstandig project aan te vragen.

Subsidie voor een kennisversterkingsproject kan alleen nog als onderdeel van een combinatie met een pilotproject als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder e, van de kaderregeling worden aangevraagd. Naar verwachting zal dit beter rechtdoen aan de gewenste kennisversterking in het kader van investeringen in het deltaland of het doelland. Het aanvraagformulier en activiteitenplan zijn in overeenstemming met deze wijziging aangepast.

Colombia en Angola als doelland

Colombia en Angola zijn toegevoegd aan de lijst van doellanden. Colombia is voor Nederland naast Vietnam en Zuid-Afrika een van de zogenoemde transitielanden, waarbij de transitie van een bilaterale ontwikkelingsrelatie naar een wederzijdse profijtelijke economische relatie wordt beoogd. Angola is door het Nederlands bedrijfsleven vanuit de topsector Water aangereikt als zijnde een interessant land vanuit watermarktperspectief en ontwikkelingsrelatie.

Administratieve lastendruk en nalevingskosten

Dit besluit heeft geen gevolgen voor de bestaande met het subsidieprogramma gemoeide administratieve lasten en nalevingskosten.

Aanvraagformulier

Uit praktische overwegingen wordt het aanvraagformulier met het bijbehorende formulier voor het activiteitenplan niet langer gepubliceerd in de Staatscourant, maar zijn deze formulieren gepubliceerd op (en te downloaden van) de website van Partners voor Water van Agentschap NL, de instantie die het subsidie-programma in mandaat voor de staatssecretaris uitvoert. Het aanvraagformulier is een interactief document dat werkt met uitklapmenu’s en is daarom voor publicatie in de Staatscourant minder geschikt. Aanvragers kunnen via de website kennis nemen van het aanvraagformulier en de bijbehorende bijlagen, waaronder het activiteitenplan, en deze rechtstreeks vanaf deze website downloaden en gebruiken. Daarnaast zijn deze formulieren ter inzage gelegd op het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken te ‘s Gravenhage.

Inwerkingtreding

Voor zover niet is voldaan aan de volgens de systematiek voor de vaste verandermomenten (VVM) te hanteren minimale invoeringstermijn van twee maanden tussen publicatie van het besluit en de inwerkingtreding ervan (met name omdat eerst eind september duidelijk is geworden welke doellanden dienden te worden toegevoegd) is er niettemin voor gekozen de inwerkingtreding per 1 januari 2013 te laten ingaan, vanwege anders optredende hoge publieke of private kosten van vertragingen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J.J. Atsma.

Naar boven