Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 oktober 2012, AV/PB/2012/15288, tot wijziging van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met wijziging van de kostenregeling voor het jaar 2012

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 43, tweede lid, van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 23 van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. materieel toezicht voor fondsen, verzekeraars en premiepensioeninstellingen: € 281,–;.

2. Aan het eerste lid, onderdeel c, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • 4°. voor het heffingsjaar 2012:

    • a. voor fondsen en premiepensioeninstellingen met niet meer dan 165 deelnemers: € 290,–;

    • b. voor fondsen en premiepensioeninstellingen met minstens 166 en niet meer dan 450 deelnemers: € 580,–;

    • c. voor fondsen en premiepensioeninstellingen met minstens 451 en niet meer dan 1150 deelnemers: € 1.160,–;

    • d. voor fondsen en premiepensioeninstellingen met minstens 1151 en niet meer dan 4200 deelnemers: € 2.320,–;

    • e. voor fondsen en premiepensioeninstellingen met minstens 4201 deelnemers: € 4.640,–,

      en tevens:

    • f. voor fondsen en premiepensioeninstellingen met een vermogen van minder dan € 34.000.000,–: € 290,–;

    • g. voor fondsen en premiepensioeninstellingen met een vermogen van € 34.000.000,– of meer maar minder dan € 90.000.000,–: € 580,–;

    • h. voor fondsen en premiepensioeninstellingen met een vermogen van € 90.000.000,– of meer maar minder dan € 215.000.000,–: € 1.160,–;

    • i. voor fondsen en premiepensioeninstellingen met een vermogen van € 215.000.000,– of meer maar minder dan € 605.000.000,–: € 2.320,–;

    • j. voor fondsen en premiepensioeninstellingen met een vermogen van € 605.000.000,– of meer: € 4.640,–; en

    • k. voor verzekeraars: € 1.500,–.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 8. De tarieven, bedoeld in artikel 43, tweede lid, onderdeel d, van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling, bedragen voor het heffingsjaar 2012 voor:

    • a. prudentieel en materieel toezicht tezamen voor fondsen: 0,1155%;

    • b. materieel toezicht voor verzekeraars: 0,001200%;

    • c. gedragstoezicht voor verzekeraars:

      • 1°. voor het bruto premie inkomen tot en met € 500.000.000,–: € 255,– per € 1.000.000,– of gedeelte daarvan;

      • 2°. voor het bruto premie inkomen boven € 500.000.000,–: € 40,– per € 1.000.000,– of gedeelte daarvan.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 15 oktober 2012

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, P. de Krom.

TOELICHTING

De toezichtkosten die de Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) maken voor het toezicht op de uitvoering van de pensioenregelgeving worden (grotendeels) bij pensioenuitvoerders in rekening gebracht. Het jaarlijks in rekening te brengen bedrag bestaat uit een vast gedeelte, het minimumbedrag, ter dekking van de minimale toezichtkosten, eventueel vermeerderd met een aanvullend variabel gedeelte dat wordt afgeleid van de maatstaf. Op grond van artikel 43, tweede lid, van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling worden op voorstel van DNB en de AFM per toezichtcategorie een aantal elementen bij die kostentoerekening vastgesteld. Het gaat hierbij om de minimumbedragen per categorie (fondsen, verzekeraars en premiepensioeninstellingen), de maatstaven voor de variabele bedragen, de maximummaatstaven en de tarieven. Daarbij kunnen verschillende tarieven worden gehanteerd op delen van de maatstaf. Voor heffingsjaar 2012 worden in deze regeling de minimumbedragen voor het materieel toezicht voor premiepensioeninstellingen en het gedragstoezicht en de tarieven vastgesteld. De AFM brengt voor het gedragstoezicht op premiepensioeninstellingen eerst vanaf 2012 kosten in rekening. De wijze van kostentoerekening is gelijk aan de maatstaf en bijbehorende tarieven bij fondsen.

Het minimumbedrag voor fondsen en premiepensioeninstellingen voor het gedragstoezicht bestaat uit twee delen. Het fonds of premiepensioeninstelling is zowel een bedrag verschuldigd afhankelijk van het aantal deelnemers als een bedrag afhankelijk van het vermogen van het fonds of de premiepensioeninstelling. De overige elementen van de kostentoerekening blijven ongewijzigd.

De regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Er wordt afgeweken van de vaste verandermomenten zodat DNB en AFM tijdig de kosten in rekening kunnen brengen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, P. de Krom.

Naar boven