Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 oktober 2012, AV/SDA/2012/15209, tot wijziging Beleidsregels boeteoplegging Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 19, vierde lid, van de Beleidsregels boeteoplegging Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs;

Besluit:

ARTIKEL I

De Beleidsregels boeteoplegging Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5

  • 1. Een onderneming die in het Handelsregister, bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007, is ingeschreven onder één van de volgende SBI codes:

    78201 Uitzendbureaus,

    78202 Uitleenbureaus,

    78203 Banenpools (werkgelegenheidsprojecten) of

    7830 Payrolling (personeelsbeheer)

    wordt geacht als onderneming die de activiteit van het ter beschikking stellen van arbeidskrachten uitoefent geregistreerd te staan.

  • 2. Een onderneming die in het Handelsregister, bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007, is ingeschreven onder een andere SBI code dan genoemd in het eerste lid en waarvan na 1 juli 2012 in het Handelsregister op de door de Kamer van Koophandel voorgeschreven wijze is opgenomen dat deze de activiteit van het ter beschikking stellen van arbeidskrachten mede uitoefent, wordt geacht als onderneming die de activiteit van het ter beschikking stellen van arbeidskrachten uitoefent geregistreerd te staan.

  • 3. Indien een onderneming in het Handelsregister, bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007, is ingeschreven onder een andere SBI code dan genoemd in het eerste lid, en waarvan niet op de wijze, bedoeld in het tweede lid, is opgenomen dat deze de activiteit van het ter beschikking stellen van arbeidskrachten mede uitoefent en dit wel doet, wordt de bestuurlijke boete bij de eerste overtreding met 50% gematigd.

B

Artikel 7 vervalt.

ARTIKEL II

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 15 oktober 2012

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.G.J. Kamp.

TOELICHTING

Met deze wijziging van de beleidsregels worden twee wijzigingen met betrekking tot ondernemingen die zich moeten registreren doorgevoerd. Bedrijven die dienstverlening voor de akker- en/of tuinbouw verrichten moeten zich apart laten registreren onder één van de vier uitzendcodes, indien ze arbeidskrachten ter beschikking stellen. Bedrijven die naast hun ondernemingsactiviteiten incidenteel arbeidskrachten ter beschikking stellen, kunnen volstaan met een melding hiervan aan de Kamer van Koophandel.

Artikel 5 is opnieuw vastgesteld. De inhoud van het oude artikel 5 staat nu in artikel 5, eerste lid. In dit eerste lid is de SBI code 0161 Dienstverlening voor de akker- en/of tuinbouw vervallen. Deze code was aanvankelijk opgenomen in de veronderstelling dat alle bedrijven die deze code hebben, bedrijven zijn die personeel ter beschikking stellen. Dit blijkt echter niet zo te zijn. Het is wel zo dat een groot deel van deze bedrijven personeel ter beschikking stelt. Dit kan echter op zichzelf geen reden zijn om deze bedrijven niet de registratieplicht op te leggen. Immers, er zijn meer sectoren aan te wijzen waarvoor geldt dat een groot deel van de onder die SBI code vallende bedrijven arbeid ter beschikking stellen. Denk hierbij aan sectoren waar veelvuldig personeel wordt gedetacheerd. Het zou niet logisch zijn om de handmatige loonbedrijven ontheffing te geven van de registratieplicht en andere sectoren niet. Daarom is met dit besluit geregeld dat ook bedrijven met code 0161 zich als uitzendbureau dienen te registreren indien zij één of meerdere arbeidskrachten ter beschikking stellen.

Daarnaast is er een enkele technische aanpassing doorgevoerd.

Er zijn twee leden aan artikel 5 toegevoegd. In het nieuwe tweede lid wordt geregeld dat bedrijven die onder andere SBI codes dan de in het eerste lid genoemde uitzendcodes in het Handelsregister staan ingeschreven, maar mede arbeidskrachten ter beschikking stellen, door de Kamer van Koophandel kunnen worden geregistreerd als zodanig. Zij dienen hiertoe een specifieke melding aan de Kamer van Koophandel te doen. Bij raadpleging van het Handelsregister komt dan deze specifieke melding met datum en tijdstip naar voren, zodat inleners van arbeidskrachten kunnen controleren of de uitlener aan zijn wettelijke registratieplicht heeft voldaan. Deze mogelijkheid is gecreëerd voor bedrijven die naast hun eigenlijke ondernemingsactiviteiten incidenteel één of meerdere arbeidskrachten ter beschikking stellen. Deze bedrijven voldoen hiermee aan de wettelijke registratieplicht zonder de verplichting zich onder één van de vier uitzendcodes in te schrijven.

Ten slotte is in het nieuwe derde lid de matiging van de boete, zoals die in het oude artikel 7 stond, opgenomen. Om deze reden is artikel 7 komen te vervallen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, P. de Krom.

Naar boven