Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 12 oktober, nr. IVV/OOG/2012/15424, tot wijziging van de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 12, tweede lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, de artikelen 17, derde lid, 18, derde lid, 25, tweede lid, 29, derde lid, 29a, achtste lid, en 67, twaalfde lid, van de Algemene nabestaandenwet, artikel 2, tiende en elfde lid, van de Wet op het kindgebonden budget en artikel 62, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012 wordt als volgt gewijzigd:

De bij deze regeling behorende bijlage, als bedoeld in artikel 1 van de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012, wordt vervangen door de tabel zoals die als bijlage bij deze regeling is gevoegd.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 12 oktober 2012

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, P. de Krom.

BIJLAGE ALS BEDOELD IN ARTIKEL 1 VAN DE REGELING WOONLANDBEGINSEL IN DE SOCIALE ZEKERHEID 2012

Land:

Woonlandfactor:

Afghanistan

50%

Albanië

40%

Algerije

60%

Angola

80%

Antigua en Barbuda

70%

Argentinië

60%

Armenië

50%

Australië

100%

Azerbeidzjan

60%

Bahamas

70%

Bahrein

70%

Bangladesh

40%

Barbados

60%

Belarus

40%

Belize

60%

Benin

50%

Bhutan

40%

Boeroendi

40%

Bolivia

50%

Bosnië en Herzegovina

50%

Botswana

60%

Brazilië

100%

Brunei Darussalam

60%

Burkina Faso

40%

Cambodja

40%

Canada

100%

Centraal Afrikaanse Republiek

60%

Chili

80%

China

60%

Colombia

70%

Comoren

70%

Congo, Dem. Rep.

60%

Congo, Rep.

70%

Costa Rica

70%

Cuba

60%

Djibouti

50%

Dominica

50%

Dominicaanse Republiek

50%

Ecuador

50%

Egypte

40%

El Salvador

50%

Equatoriaal Guinea

70%

Eritrea

80%

Ethiopië

30%

Fiji

80%

Filippijnen

50%

Gabon

70%

Gambia

30%

Georgië

60%

Ghana

80%

Grenada

70%

Guatemala

60%

Guinea

40%

Guinea-Bissau

50%

Guyana

80%

Haïti

60%

Honduras

50%

Hong Kong SAR, China

60%

India

40%

Indonesië

70%

Irak

80%

Iran

70%

Israel

100%

Ivoorkust

60%

Jamaica

60%

Japan

100%

Jemen, Rep.

60%

Jordanië

70%

Kaapverdië

80%

Kameroen

50%

Katar

100%

Kazakstan

80%

Kenia

50%

Kirgizië

40%

Kiribati

70%

Koeweit

100%

Kosovo

60%

Kroatië

70%

Laos

50%

Lesotho

60%

Libanon

60%

Liberia

50%

Libië

50%

Macau SAR, China

80%

Macedonië, FYR1

40%

Madagascar

50%

Malawi

40%

Malediven

70%

Maleisië

60%

Mali

60%

Marokko

60%

Mauritanië

40%

Mauritius

60%

Mexico

60%

Micronesië

80%

Moldavië

60%

Monaco

100%

Mongolië

60%

Montenegro

50%

Mozambique

50%

Namibië

70%

Nepal

50%

Nicaragua

40%

Nieuw Zeeland2

100%

Niger

50%

Nigeria

50%

Oeganda

40%

Oekraïne

50%

Oezbekistan

50%

Oman

80%

Pakistan

40%

Palau

60%

Panama

50%

Papoea Nieuw Guinea

60%

Paraguay

60%

Peru

60%

Russische Federatie

60%

Rwanda

50%

Samoa

70%

Sao Tomé en Principe

70%

Saoedi-Arabië

80%

Senegal

50%

Servië

50%

Seychellen

40%

Sierra Leone

40%

Singapore

70%

Soedan

50%

Solomon Eilanden

50%

Somalië

50%

Sri Lanka

50%

St. Kitts en Nevis

80%

St. Lucia

70%

St. Vincent en de Grenadines

60%

Suriname

100%

Swaziland

60%

Syrië

50%

Tadzjkistan

40%

Tanzania

40%

Thailand

50%

Timor-Leste

50%

Togo

50%

Tonga

80%

Trinidad en Tobago

60%

Tsjaad

50%

Tunesië

40%

Turkije

60%

Turkmenistan

50%

Uruguay

80%

Vanuatu

70%

Venezuela

80%

Verenigde Arabische Emiraten

90%

Verenigde Staten

90%

Vietnam

40%

Westelijke Jordaanoever en Gaza

50%

Zambia

80%

Zimbabwe

50%

Zuid Afrika

70%

Zuid-Korea

70%

Koninkrijksgebieden

 

Aruba

70%

St Maarten

70%

Curacao

70%

Saba

70%

St Eustatius

70%

Bonaire

70%

X Noot
1

Met betrekking tot Macedonië geldt in verband met het geldende bilaterale socialezekerheidsverdrag voor de wezenuitkering vooralsnog een woonlandfactor van 100%.

X Noot
2

Met betrekking tot Nieuw-Zeeland geldt in verband met het geldende bilaterale socialezekerheidsverdrag vooralsnog een woonlandfactor van 100%.

TOELICHTING

Met deze regeling wordt enkel bijlage 1 van de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012 vervangen door de tabel die in de bijlage bij deze regeling is opgenomen. De tabel bevat de woonlandfactoren. De regeling en de toelichting blijven voor het overige ongewijzigd.

In de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012 is reeds aangegeven dat deze regeling voortvloeit uit de Wet woonlandbeginsel in de sociale zekerheid. Deze wet beoogt te voorkomen dat Nederlandse uitkeringen die buiten een van de andere lidstaten van de Europese Unie (EU), een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, of

Zwitserland worden verstrekt, naar lokale maatstaven bezien, uit de pas lopen.

Concreet gaat het hier om de uitkeringen op grond van de Algemene nabestaandenwet, de WGA-vervolguitkering en de eventuele toeslag daarop, de kinderbijslag en het kindgebonden budget.

In de bijlage bij deze regeling wordt het percentage - de zogenoemde woonlandfactor - vastgesteld dat het kostenniveau aangeeft van een bepaald land ten opzichte van het kostenniveau in Nederland. Het percentage bedraagt evenwel niet meer dan 100. De hoogte van de genoemde uitkeringen wordt, bij het wonen van de uitkeringsgerechtigde, respectievelijk het kind, buiten een van de bovengenoemde landen, vastgesteld op de woonlandfactor maal de hoogte van de desbetreffende uitkering in Nederland. De in de bijlage vermelde percentages worden verkregen door uit te gaan van de koopkrachtpariteitscijfers van de Wereldbank of, indien deze niet beschikbaar zijn, van het Bruto Binnenlands Product (BBP) per hoofd van de bevolking. De hieruit voor de verschillende landen voortvloeiende percentages worden uitgedrukt in categorieën afgerond op tientallen procenten, waarbij de afronding geschiedt naar boven. In de bijlage is uitgegaan van die landen waar het woonlandbeginsel geldt en waar naartoe in 2012 uitkeringen zijn geëxporteerd.

Nu de basisgegevens een wijziging hebben ondergaan, maakt dit bijstelling van een aantal percentages noodzakelijk. Conform de toelichting bij de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012 wordt deze bijstelling in de bijlage verwerkt per 1 januari 2013.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, P. de Krom.

Naar boven