Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 27 januari 2012, nr. DJZ/BR/1550-11, houdende wijziging van de Sanctieregeling Sudan 2005

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

Gelet op Verordening (EU) nr. 1215/2011 van de Raad van de Europese Unie van 24 november 2011 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 131/2004 betreffende bepaalde restrictieve maatregelen ten aanzien van Sudan en Zuid-Sudan (Pb EU L 310);

Gelet op Besluit 2011/423/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 18 juli 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Sudan en Zuid-Sudan en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2005/411/GBVB (Pb EU L 188);

Gelet op de artikelen 2, tweede lid, en 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 3 komt als volgt te luiden:

Artikel 3

  • 1. Het is verboden om paramilitaire uitrusting en wapens, munitie, militaire voertuigen, militaire uitrusting en goederen, alsmede militaire technologie, aangewezen in de Uitvoeringsregeling strategische goederen dan wel bedoeld in artikel 2 van de Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 7 december 2006 houdende strafbaarstelling ongeoorloofde overdracht programmatuur en technologie van strategische goederen door middel van elektronische media, faxapparaten of telefoon, dan wel onderdelen daarvan, te verkopen, te leveren, over te dragen of uit te voeren aan personen, entiteiten of lichamen in Sudan, of voor gebruik in Sudan, ongeacht het land van oorsprong.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing met vooraf verleende ontheffing van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie op de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van:

    • a. niet-letale militaire uitrusting uitsluitend bestemd voor humanitair gebruik of beschermingsdoeleinden, of voor programma’s voor institutionele versterking van de Verenigde Naties, de Afrikaanse Unie, de Europese Unie of de Gemeenschap;

    • b. materieel bedoeld voor crisisbeheersingsoperaties van de Verenigde Naties, de Afrikaanse Unie of de Europese Unie;

    • c. andere voertuigen dan gevechtsvoertuigen die gemaakt zijn van, of uitgerust zijn met, materiaal dat bescherming biedt tegen kogels en die uitsluitend bestemd zijn voor de bescherming van personeel van de Europese Unie en haar lidstaten in Sudan; en

    • d. ontmijningsuitrusting en materieel voor gebruik bij ontmijning; en

    • e. niet-letale militaire uitrusting uitsluitend bestemd ter ondersteuning van de hervorming van de veiligheidssector in Sudan.

  • 3. Het eerste lid is niet van toepassing op de tijdelijke uitvoer van beschermende kleding voor persoonlijk gebruik, met inbegrip van scherfwerende vesten en militaire helmen, door personeel van de Verenigde Naties, de Europese Unie, de Gemeenschap of haar lidstaten, vertegenwoordigers van de media, of medewerkers van humanitaire organisaties en ontwikkelingswerkers en aanverwant personeel.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal.

TOELICHTING

Algemeen

In verband met de vorming van Zuid-Sudan, dient het toepassingsgebied van de reeds bestaande beperkende maatregelen jegens Sudan te worden gewijzigd. Het betreft ten aanzien van Sudan enkel een technische wijziging waarbij het wapenembargo redactioneel is gewijzigd.

De Minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal.

Naar boven