Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 17 oktober 2012, nr. IENM/BSK-2012/202150, houdende wijzigingen van wetstechnische aard in enkele regelingen op het beleidsterrein van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu als gevolg van de wijziging van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 28a van de Wet bodembescherming, artikel 1, eerste lid, onderdelen 17a, 17b, 30 en 31, en artikel 9 van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen en artikel 10a, vijfde lid, onder a, van het Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling beoordeling reinigbaarheid grond 2006 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel c, wordt ‘Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer’ vervangen door: Minister van Infrastructuur en Milieu.

B

In artikel 1, onderdeel f, wordt ‘artikel 2 onder f’ vervangen door: artikel 1, eerste lid, onderdelen 17a, 17b, 30 en 31,.

C

In artikel 13, eerste, tweede en derde lid, wordt ‘artikel 2, onderdeel f’ telkens vervangen door: artikel 1, eerste lid, onderdelen 17a, 17b, 30 en 31.

D

Na artikel 43 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 43a

De Regeling beoordeling reinigbaarheid grond 2006 berust op artikel 28a van de Wet bodembescherming en artikel 1, eerste lid, onderdelen 17a, 17b, 30 en 31, van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen.

ARTIKEL II

De Regeling melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, onder a, wordt ‘de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer’ vervangen door: de Minister van Infrastructuur en Milieu.

B

De bijlage, onderdeel D, onder a, komt te luiden:

a. verontreinigde grond die is aangeboden onder overlegging van een verklaring als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdelen 17a, 17b, 30 en 31 van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen;.

ARTIKEL III

Na artikel 5 van de Regeling niet-reinigbaar straalgrit wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5a

De Regeling niet-reinigbaar straalgrit berust op artikel 9 van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen.

ARTIKEL IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J. J. Atsma.

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling bevat een verzameling wijzigingen van verschillende regelingen op het beleidsterrein van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. De wijzigingen betreffen de volgende regelingen: de Regeling beoordeling reinigbaarheid grond 2006, de Regeling melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen en de Regeling niet-reinigbaar straalgrit.

De wijzigingen betreffen het herstel van verwijzingen naar vernummerde artikelen als gevolg van de wijziging per 1 januari 2013 van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (hierna: Bssa). Ze zijn derhalve wetstechnisch van aard. Deze regeling voorziet in het noodzakelijke onderhoud van de genoemde regelingen.

De achtergrond en inhoud van deze regeling brengen mee dat uit de regeling geen zelfstandige administratieve of financiële lasten voor burgers, bedrijven of overheden voortvloeien.

Artikelsgewijs

Artikelen I en II

Deze wijzigingen betreffen het herstel van (foutieve) verwijzingen. In de artikelen I en II van deze regeling worden in de Regeling beoordeling reinigbaarheid grond 2006 en de Regeling melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen verwijzingen naar artikel 2, onder f, (oud) van het Bssa vervangen door verwijzingen naar artikel 1, eerste lid, onderdelen 17 a en b, 30 en 31 van het Bssa. Met de wijziging van het Bssa staan thans in artikel 1, eerste lid, van het Bssa de categorieën afvalstoffen vermeld die niet gestort mogen worden in inrichtingen die behoren tot een van de categorieën die zijn aangewezen in onderdeel C van bijlage I bij het Besluit omgevingsrecht. Deze stortverboden stonden voorheen ook vermeld in artikel 1, eerste lid, van het Bssa. De uitzonderingen op deze stortverboden waren opgenomen in artikel 2 (oud).

Opgemerkt dient te worden dat in de betreffende bepalingen van de Regeling beoordeling reinigbaarheid grond 2006 en de Regeling melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen telkens abusievelijk werd verwezen naar artikel 2, onder f, (oud) van het Bssa. Dit onderdeel had betrekking op de uitzondering op het stortverbod voor metallisch kwik. Verwezen diende te worden naar artikel 2, onder e, van het Bssa. In dit onderdeel was geregeld de uitzondering op het stortverbod genoemd in categorie 24 (oud), betreffende verontreinigde grond. De categorie verontreinigde grond is thans opgenomen en gesplitst in de categorieën 17 a en b, 30 en 31 van artikel 1, eerste lid, van het Bssa. Ook de uitzonderingen op deze stortverboden zijn in deze categorieën opgenomen.

Daarnaast wordt in de regelingen de aanduiding ‘Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer’ gewijzigd in ‘Minister van Infrastructuur en Milieu’.

Artikel III

Artikel 7 (oud) van het Bssa was de grondslag voor de Regeling niet-reinigbaarheid straalgrit. Met de wijziging van het Bssa staat deze grondslag thans vermeld in artikel 9 van het Bssa. Artikel III maakt duidelijk dat de grondslagbepaling van deze regeling is gewijzigd.

Artikel IV

Dit artikel regelt inwerkingtreding van deze regeling op 1 januari 2013. Deze datum van inwerkingtreding is conform het regime van de vaste verandermomenten. Deze regeling treedt op hetzelfde moment in werking als de wijziging van het Bssa.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J. J. Atsma.

Naar boven