Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 19 december 2011, nr. VO/346823, houdende wijziging van de Regeling doorontwikkeling praktijkonderwijs in verband met verandering van het vaste bedrag en bedrag per leerling voor 2012 en beëindiging Regeling op 1 januari 2013

De Minister van Onderwijs, Cultuur en wetenschap, handelde in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Gelet op de artikelen 85a, eerste lid, en 89, eerste lid, van de Wet op het voorgezet onderwijs en artikel 2.2.3, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling doorontwikkeling praktijkonderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

In onderdeel a van artikel 1 wordt ‘Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit’ vervangen door: Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

B

Artikel 2 komt te luiden:

Aan het bevoegd gezag van een school voor praktijkonderwijs wordt voor kalenderjaar 2012 een vast bedrag en een bedrag per leerling verstrekt om deel te nemen in netwerken waarin scholen samenwerken om de kwaliteit van het praktijkonderwijs te verbeteren en een goede overdracht van leerlingen naar de arbeidsmarkt te bevorderen in de samenwerking met arbeidsmarktinstanties, gemeenten, werkgevers en werknemersorganisaties. Het bevoegd gezag van een school voor praktijkonderwijs ontvangt voor het kalenderjaar 2012 een vastbedrag van € 5.000 en een bedrag van € 50 per leerling.

C

Artikel 4 komt te luiden:

  • 1. Het bevoegd gezag van een school voor praktijkonderwijs ontvangt zonder voorafgaande aanvraagprocedure in november 2012 een beschikking omtrent de verstrekking van de aanvullende bekostiging

  • 2. De betaling van de aanvullende bekostiging vindt in november 2012 plaats.

D

Artikel 5, tweede lid, komt te luiden:

De in 2012 toegekende aanvullende bekostiging kan uiterlijk in het jaar 2013 worden besteed en verantwoord in de jaarrekening die op dat jaar betrekking heeft.

E

Aan artikel 7 wordt na de punt de volgende zin toegevoegd: Deze regeling vervalt op 1 januari 2013.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2012. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2011, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 januari 2012.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

TOELICHTING

1. Algemeen

Sinds het schooljaar 2003–2004 ontvangen scholen voor praktijkonderwijs uit de Regeling doorontwikkeling praktijkonderwijs een aanvullende bekostiging om aan de slag te gaan met de kwaliteitsverbetering van het praktijkonderwijs. Zij doen dat op de volgende thema’s: verbeteren van de praktijkvakken, nieuwe leervormen, ontwikkelen kwaliteitsbeleid, versterking van de relatie met de omgeving en het werken aan de overgang naar werk.

De opeenvolgende regelingen zijn in 2009 geëvalueerd.

Herziening subsidiebeleid Onderwijssubsidies:

In het Regeerakkoord heeft het kabinet een subsidietaakstelling opgenomen. Op 8 april 2011 is over de herziening van het subsidiebeleid inzake onderwijssubsidies een brief naar de Tweede Kamer gezonden. Inzet van dit beleid is het aantal subsidiestromen en uitvoeringsorganisaties terug te dringen, zodat de aandacht en energie van de instellingen, de uitvoeringsorganisaties en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap conform de inzet van het regeerakkoord beter kunnen worden gefocust op de primaire taak van het onderwijs. Ook de Regeling doorontwikkeling praktijkonderwijs loopt mee in deze taakstelling.

Dit heeft twee gevolgen: ten eerste per 1 januari 2013 wordt deze regeling beëindigd.

Ten tweede de bedragen die betrekking hebben op het kalenderjaar 2012 worden gehalveerd, wat leidt tot een vast bedrag van € 5.000 en een bedrag per leerling van € 50 in het kalenderjaar 2012. In november 2012 zal op basis van deze regeling de laatste betaling plaatsvinden.

Inwerkingtreding

Op grond van artikel 4, tweede lid, van de Regeling vindt de betaling van de aanvullende bekostiging voor het kalenderjaar 2012 pas plaats in november 2012, maar de aanvullende bekostiging heeft betrekking op het kalenderjaar 2012, derhalve werkt deze regeling terug tot 1 januari 2012

Administratieve lasten

Deze wijzigingsregeling veroorzaakt geen extra administratieve lasten ten opzichte van de voorgaande regeling.

2. Artikelsgewijs

Artikel 5, tweede lid.

Dit artikel regelt dat de in 2012 toegekende aanvullende bekostiging, ook nadat de regeling is komen te vervallen per 1 januari 2013, kan worden besteed in 2013. Dit vanwege het gegeven dat de aanvullende bekostiging pas in november 2012 zal worden betaald. Indien de aanvullende bekostiging in 2013 wordt besteed dan dient er verantwoord te worden in de jaarrekening 2013. Bij besteding in 2012 dient ook verantwoord te worden in de jaarrekening 2012.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

Naar boven