Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de Staatssecretaris Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 28 september 2012, kenmerk 302631, houdende instelling van de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd (Instellingsbesluit Transitiecommissie stelselherziening jeugd)

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Besluiten:

Artikel 1

Er is een Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd, hierna te noemen Transitiecommissie.

Artikel 2

  • 1. De Transitiecommissie heeft tot taak het volgen van de voorbereiding op de overdracht van de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg aan gemeenten, zodat tijdig voldoende maatregelen kunnen worden genomen om risico’s te beheersen. Hiertoe:

    • a. toetst zij de voortgang van het transitieproces;

    • b. koppelt zij de stand van zaken terug aan de Minister van Veiligheid en Justitie, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna gezamenlijk: Ministers), de Voorzitter van de Vereniging der Nederlandse Gemeenten en de Voorzitter van het Interprovinciaal Overleg (hierna gezamenlijk: de Voorzitters);

    • c. signaleert zij knelpunten en ontwikkelingen;

    • d. voert zij aan de hand van de voortgang gesprekken in de regio en bij gemeenten;

    • e. voert zij kwalitatief onderzoek uit om zicht te krijgen en te houden op de voortgang en de knelpunten.

  • 2. De Transitiecommissie besteedt bij haar taak in het bijzonder aandacht aan de jeugdbescherming en -reclassering.

  • 3. De Transitiecommissie werkt in gezamenlijke opdracht van de Ministers en de Voorzitters.

Artikel 3

De Transitiecommissie bestaat uit:

  • a. een voorzitter, tevens lid;

  • b. minimaal twee andere leden.

Artikel 4

  • 1. De leden van de Transitiecommissie worden benoemd, geschorst en ontslagen door de Ministers na overleg met de Voorzitters.

  • 2. De Minister van Veiligheid en Justitie voegt aan de Transitiecommissie een secretariaat toe. Het secretariaat is voor de inhoudelijke uitvoering van zijn taak uitsluitend verantwoording schuldig aan de Transitiecommissie.

Artikel 5

De Transitiecommissie stelt haar eigen werkwijze vast.

Artikel 6

  • 1. De Transitiecommissie stelt jaarlijks een werkplan op dat zij aanbiedt aan de Ministers en de Voorzitters.

  • 2. De Transitiecommissie brengt twee keer per jaar verslag uit over de voortgang van haar werkzaamheden aan de Ministers en Voorzitters.

Artikel 7

  • 1. De leden van de Transitiecommissie ontvangen, voor zover niet vallend onder de uitzondering van artikel 2, derde lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, een vaste vergoeding per maand.

  • 2. De vergoeding van de voorzitter wordt gebaseerd op het maximum van salarisschaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 voor arbeidsduurfactor van 0,0784.

  • 3. De vergoeding van de overige leden wordt gebaseerd op het maximum van salarisschaal 17 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 voor arbeidsduurfactor van 0,0523.

  • 4. De leden ontvangen een vergoeding voor reis- en verblijfkosten conform artikel 2, tweede lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies.

Artikel 8

De archiefbescheiden van de Transitiecommissie worden na haar opheffing of, zo de omstandigheden daartoe eerder aanleiding geven, zoveel eerder, overgedragen aan het archief van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

Artikel 9

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

  • 2. Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2016.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner

TOELICHTING

Algemeen

In de bestuursafspraken 2010-2014 is overeengekomen dat de gemeenten verantwoordelijk worden voor de uitvoering van de gehele zorg voor kinderen, jongeren en hun opvoeders. Het gaat daarbij niet alleen om het verleggen van verantwoordelijkheid maar vooral ook om een nieuwe opbouw van een inhoudelijk fundament van de ondersteuning en zorg voor jeugdigen en/of hun opvoeders binnen hun sociale context met waar nodig een integrale aanpak van de problematiek.

Gelet op het belang en de complexiteit van de transitie van het stelsel is het nodig dat er een goede monitoring plaatsvindt van de voortgang van het transitieproces. Daartoe hebben partijen – het ministerie van VWS, het ministerie van VenJ, de VNG en het IPO – afgesproken gezamenlijk een tijdelijke Transitiecommissie in te stellen. Deze commissie bestaat uit gezaghebbende personen op het gebied van jeugdhulp, zorg of openbaar bestuur die zicht houden op het proces dat vooral in de regio's zelf moet plaatsvinden en waar nodig, dit proces aanjagen en ondersteunen, ontwikkelingen signaleren bij de voor de transitie verantwoordelijke partijen, en waarbij in het bijzonder aandacht besteed wordt aan jeugdbescherming en -reclassering. Over de bevindingen van deze transitiecommissie zal op regelmatige basis bestuurlijk overleg plaatsvinden tussen het ministerie van VWS, het ministerie van VenJ, de VNG en het IPO.

Artikelsgewijs

Artikel 4

Om de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het transitieproces te benadrukken, worden de leden van de commissie door de vier betrokken partijen – het ministerie van VWS, het ministerie van VenJ, de VNG en het IPO – gezamenlijk geselecteerd. De formele benoeming geschiedt door de betrokken ministers.

Artikel 6

De commissie brengt verslag uit van haar bevindingen aan het bestuurlijk overleg van de betrokken bewindslieden van VWS en VenJ en de voorzitters van de VNG en het IPO.

Artikel 7

Deze vergoedingenbepaling is opgesteld in overeenstemming met artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, juncto artikel 4 van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies. Gezien de zwaarte en omvang van de taken van de Transitiecommissie is de schaalindeling van de voorzitter bepaald op salarisschaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 en voor de overige leden op salarisschaal 17. Ingeschat is dat de voorzitter 12 uur per maand werkzaamheden verricht ten behoeve van de transitiecommissie en de overige leden 8 uur per maand. Dat komt uit op de arbeidsduurfactor als genoemd in dit artikel.

Artikel 9

Voorzien is dat de decentralisatie van de jeugdzorg zijn beslag krijgt op 1 januari 2015. De taak van de transitiecommissie loopt tot eind 2015 om zo te kunnen monitoren of na de invoering nog knelpunten resteren waarover zij verantwoordelijke partijen dient te signaleren.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner

Naar boven