De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
Gelet op artikel 4 van het Kaderbesluit EZ-subsidies,
Besluit:
ARTIKEL I
Een aanvraag om subsidie krachtens een op het Kaderbesluit EZ-subsidies gebaseerde
regeling wordt afgewezen, indien de aanvrager reeds vóór de datum van indiening van
de aanvraag met de subsidiabele activiteiten of het project is begonnen.
ARTIKEL II
De Subsidieregeling sterktes in innovatie wordt als volgt gewijzigd.
A
Artikel 3.5, tweede lid, onderdeel b, wordt vervangen door:
-
b. met betrekking tot de kosten van octrooiaanvragen van publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties
en MKB-ondernemers: 50% van de betrokken kosten in geval van fundamenteel en industrieel
onderzoek en 25% van de betrokken kosten in geval van experimentele ontwikkeling,
een en ander tot een maximum van € 8.000 per octrooi.
B
In artikel 10c.7, onderdeel a, vervalt ‘noch zijn statutaire zetel verplaatsen buiten
Nederland’.
C
In artikel 10c.8, vierde lid, vervalt ‘, behoudens indien een ontheffing als bedoeld
in artikel 42, derde of vijfde lid, van het Kaderbesluit EZ-subsidies is verleend,’.
ARTIKEL III
In artikel 3.8, vierde lid, van de Subsidieregeling innoveren vervalt ‘, behoudens
indien een ontheffing als bedoeld in artikel 42, derde of vijfde lid, van het Kaderbesluit
EZ-subsidies is verleend,’.
ARTIKEL IV
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
’s-Gravenhage, 1 oktober 2012
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
M.J.M. Verhagen.
TOELICHTING
In het kader van een routinematig onderzoek van de Europese Commissie is gebleken
dat enkele formuleringen in de subsidieregelgeving van EL&I preciezer aan kunnen sluiten
bij de redactie van de toepasselijke steunkaders. Deze regeling bevat deze aanpassingen.
Zij is niet van invloed op de administratieve lasten.
M.b.t. het tijdstip van inwerkingtreding wordt afgeweken van het beleid inzake vaste
verandermomenten, hetgeen is toegestaan omdat het reparatie-regelgeving betreft.
Artikel I
Uit diverse Europese steunkaders vloeit voort dat met de activiteiten of het project
waarvoor subsidie wordt aangevraagd, nog niet mag zijn begonnen op het tijdstip waarop
de aanvraag wordt ingediend; dit in verband met het vereiste ‘incentive-effect’ van
de subsidie. Stappen worden gezet om dit uitgangspunt, dat al in de normering van
het Kaderbesluit EZ-subsidies besloten ligt, nu expliciet in het Kaderbesluit op te
nemen. Vooruitlopend op de totstandkoming van die aanpassing wordt de norm al in het
EL&I-subsidieinstrumentarium opgenomen.
Artikel II onderdeel A
In de formulering van de subsidiabele kosten van octrooi-aanvragen wordt preciezer
aangesloten bij het steunkader inzake onderzoek, ontwikkeling en innovatie.
Artikel II onderdeel B
In artikel 10c.7 van de Subsidieregeling sterktes in innovatie vervalt, gelet op het
beginsel van vrijheid van vestiging, de eis van instemming door de minister met een
zetelverplaatsing naar het buitenland.
Artikel II, onderdeel C en artikel III
In het Kaderbesluit EZ-subsidies zal artikel 42, zesde lid, worden geschrapt; in dat
lid is sprake van ontheffingen m.b.t. een terugbetalingsverplichting indien door
die verplichting het voortbestaan van de onderneming van de subsidieontvanger in gevaar
komt. Deze bepaling kan worden uitgelegd als steun aan bedrijven in moeilijkheden,
hetgeen niet is toegestaan krachtens Europese steunkaders (behalve indien wordt voldaan
aan de voorwaarden van de communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun
aan ondernemingen in moeilijkheden). Vooruitlopend daarop vervalt in artikel 10c.8,
vierde lid, van de Subsidieregeling sterktes in innovatie en in artikel 3.8, vierde
lid, van de Subsidieregeling innoveren de verwijzing naar artikel 42.
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
M.J.M. Verhagen.