Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 18 september 2012, nr. HO&S/SF/438097, houdende vaststelling van het lesgeld voor het cursusjaar 2013–2014 (Regeling vaststelling lesgeld voor het cursusjaar 2013–2014)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 5, tweede en derde lid, van de Les- en cursusgeldwet;

Besluit:

Artikel 1. Indexering

Onder consumentenprijsindex als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Les- en cursusgeldwet, wordt verstaan de reeks ‘consumentenprijsindex alle huishoudens’, zoals die wordt berekend en gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Artikel 2. Vaststelling lesgeld

Het lesgeld, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Les- en cursusgeldwet, wordt voor het cursusjaar 2013–2014 aan de hand van de consumentenprijsindex, bedoeld in artikel 1, vastgesteld op € 1.090,–.

Artikel 3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 augustus 2014.

Artikel 4. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling lesgeld voor het cursusjaar 2013–2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

TOELICHTING

Algemeen

Lesgeld is verschuldigd door leerlingen van 18 jaar en ouder in het beroepsonderwijs en in het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs.

Het lesgeld wordt jaarlijks aan de inflatie aangepast aan de hand van de consumentenprijsindex, zo bepaalt artikel 5, tweede lid, van de Les- en cursusgeldwet.

Het lesgeld voor het cursusjaar 2013–2014 is aan de hand van de in artikel 5, derde lid, van de Les- en cursusgeldwet beschreven indexeringsmethodiek vastgesteld op een bedrag van (afgerond) € 1.090,–. Dit betekent een verhoging van € 25,– ten opzichte van het voor het cursusjaar 2012–2013 vastgestelde lesgeld van € 1.065,–.

Het lesgeld wordt volledig of gedeeltelijk gecompenseerd voor de leerlingen voor wie aanspraak bestaat op een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage als bedoeld in de hoofdstukken 3 en 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten. Voor de deelnemers aan het beroepsonderwijs die vallen onder de Wet studiefinanciering 2000 wordt, indien zij aanspraak hebben op aanvullende financiering, het lesgeld eveneens gecompenseerd.

Artikelsgewijs

Artikel 2

De indexering wordt bepaald door de procentuele wijziging die het indexcijfer van de consumentenprijs over de maand april, voorafgaand aan de aanpassing, heeft ondergaan ten opzichte van de maand april van het daaraan voorafgaande jaar.

Bedoeld indexcijfer over de maand april 2011 bedraagt 109,48 en over de maand april 2012 112,06. De procentuele wijziging is 2,3566%.

Het lesgeld voor het cursusjaar 2012–2013 bedraagt € 1.065,–. Het lesgeld voor het cursusjaar 2013–2014 is derhalve als volgt berekend: € 1.065,– * 1,023566% is € 1.090,10, afgerond op het naastbij gelegen gehele getal is dit € 1.090,–.

Artikel 3

Artikel 3 zorgt ervoor dat deze regeling met ingang van 1 augustus 2014 vervalt. Hierdoor wordt het ontstaan van 'dor hout' tegengegaan.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Naar boven