De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op artikel 5, tweede en derde lid, van de Les- en cursusgeldwet;
Besluit:
Artikel 1. Indexering
Onder consumentenprijsindex als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Les- en cursusgeldwet,
wordt verstaan de reeks ‘consumentenprijsindex alle huishoudens’, zoals die wordt
berekend en gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Artikel 2. Vaststelling lesgeld
Het lesgeld, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Les- en cursusgeldwet, wordt
voor het cursusjaar 2013–2014 aan de hand van de consumentenprijsindex, bedoeld in
artikel 1, vastgesteld op € 1.090,–.
Artikel 3. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant
waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 augustus 2014.
Artikel 4. Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling lesgeld voor het cursusjaar
2013–2014.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart
TOELICHTING
Algemeen
Lesgeld is verschuldigd door leerlingen van 18 jaar en ouder in het beroepsonderwijs
en in het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs.
Het lesgeld wordt jaarlijks aan de inflatie aangepast aan de hand van de consumentenprijsindex,
zo bepaalt artikel 5, tweede lid, van de Les- en cursusgeldwet.
Het lesgeld voor het cursusjaar 2013–2014 is aan de hand van de in artikel 5, derde
lid, van de Les- en cursusgeldwet beschreven indexeringsmethodiek vastgesteld op een
bedrag van (afgerond) € 1.090,–. Dit betekent een verhoging van € 25,– ten opzichte
van het voor het cursusjaar 2012–2013 vastgestelde lesgeld van € 1.065,–.
Het lesgeld wordt volledig of gedeeltelijk gecompenseerd voor de leerlingen voor wie
aanspraak bestaat op een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage als bedoeld in de
hoofdstukken 3 en 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten. Voor
de deelnemers aan het beroepsonderwijs die vallen onder de Wet studiefinanciering
2000 wordt, indien zij aanspraak hebben op aanvullende financiering, het lesgeld eveneens
gecompenseerd.
Artikelsgewijs
Artikel 2
De indexering wordt bepaald door de procentuele wijziging die het indexcijfer van
de consumentenprijs over de maand april, voorafgaand aan de aanpassing, heeft ondergaan
ten opzichte van de maand april van het daaraan voorafgaande jaar.
Bedoeld indexcijfer over de maand april 2011 bedraagt 109,48 en over de maand april
2012 112,06. De procentuele wijziging is 2,3566%.
Het lesgeld voor het cursusjaar 2012–2013 bedraagt € 1.065,–. Het lesgeld voor het
cursusjaar 2013–2014 is derhalve als volgt berekend: € 1.065,– * 1,023566% is € 1.090,10,
afgerond op het naastbij gelegen gehele getal is dit € 1.090,–.
Artikel 3
Artikel 3 zorgt ervoor dat deze regeling met ingang van 1 augustus 2014 vervalt. Hierdoor
wordt het ontstaan van 'dor hout' tegengegaan.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart