Onderlinge regeling inzake de ICT-voorziening in de rechtshandhavingketen van Curaçao en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (samenwerkingsregeling ICT rechtshandhavingketen Curaçao en Bonaire, Sint Eustatius en Saba)

Nederland en Curaçao,

Overwegende,

  • dat de landen het wenselijk achten een optimale informatie-uitwisseling binnen en tussen de rechtshandhavingketens van de landen en diensten van de landen te bevorderen;

  • dat de landen een verantwoord en efficiënt beheer van de ICT-voorzieningen nastreven;

  • dat de landen het wenselijk achten dit beheer gezamenlijk in te richten en te regelen;

Gelet op artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden;

Komen het volgende overeen:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de ministers:

de Minister van Justitie van Curaçao en de Minister van Veiligheid en Justitie van Nederland;

b. ICT-voorziening:

de door het Plan Veiligheid Nederlandse Antillen en de beheerorganisatie opgeleverde, alsmede in de toekomst te verwerven centrale computer infrastructuur, programmatuur en decentrale voorzieningen;

c. landen:

Curaçao, en Nederland voor zover het Bonaire, Sint Eustatius en Saba betreft.

Artikel 2

De landen werken samen met betrekking tot de ICT-voorziening in de rechtshandhavingsketen en op de wijze bij of krachtens deze onderlinge regeling bepaald.

Artikel 3

De eigendom van de hardware en de software van de ICT-voorziening, inclusief de licenties, wordt beheerd door de landen gezamenlijk.

Artikel 4

  • 1. De ministers dragen zorg voor de inrichting van de beheerorganisatie ten behoeve van de ICT-voorziening van de landen uiterlijk op het tijdstip van beëindiging van het Protocol Plan Veiligheid Nederlandse Antillen.

  • 2. De beheerorganisatie bezit rechtspersoonlijkheid naar burgerlijk recht van het land waarin de rechtspersoon wordt gevestigd.

  • 3. Aan het hoofd van de beheerorganisatie staat een beheerder. De beheerder wordt benoemd door de ministers.

  • 4. De beheerorganisatie heeft tot taak:

    • a. het aanschaffen en beheren van de apparatuur en de programmatuur voor de ICT-voorziening;

    • b. het waarborgen van de continue beschikbaarheid van de systemen en de ondersteuning daarvan;

    • c. het technisch beheer van de ICT-voorziening;

    • d. het financieel en contractueel beheer;

    • e. het personeel beheer van het personeel dat in dienst is of werkzaam is ten behoeve van de beheersorganisatie.

  • 5. De ministers kunnen nadere regels vaststellen met betrekking tot:

    • a. de apparatuur en programmatuur;

    • b. de administratieve regels;

    • c. de personele voorzieningen, en

    • d. de kantoorvoorzieningen ten behoeve van het gemeenschappelijke beheer en de ICT-voorzieningen, met inbegrip van de beveiliging.

  • 6. De beheerder kan gebruikmaken van een derde partij voor de uitvoering van een of meer van de taken, genoemd in het eerste lid. Hij behoeft daartoe voorafgaande instemming van de ministers.

Artikel 5

  • 1. Er is een Regieberaad.

  • 2. Het Regieberaad heeft tot taak het adviseren van de ministers over het gebruik, het beheer en de doorontwikkeling van de ICT-voorziening.

  • 3. Het Regieberaad bestaat uit vertegenwoordigers op strategisch of leidinggevend niveau van de deelnemende organisaties. Iedere deelnemende organisatie is met maximaal één persoon vertegenwoordigd in het Regieberaad.

  • 4. De leden van het Regieberaad worden ieder door de minister van het desbetreffende land aangewezen.

Artikel 6

  • 1. Er is in elk van de landen een Gebruikersraad.

  • 2. De Gebruikersraad adviseert het Regieberaad over:

    • a. strategische wijzigingen en aanpassingen van het informatiesysteem en

    • b. de wijzigingen van tactische en operationele aard.

  • 3. De Gebruikersraad bestaat uit vertegenwoordigers op tactisch of operationeel niveau van de deelnemende organisaties. Iedere deelnemende organisatie is met maximaal één persoon vertegenwoordigd in de Gebruikersraad.

  • 4. De leden van de gebruikersraad worden door de deelnemende organisaties aangewezen.

Artikel 7

  • 1. De beheerder stelt vóór 15 maart van het aan het begrotingsjaar voorafgaande jaar een ontwerpjaarplan met een daarbij behorende ontwerpbegroting op. De ontwerpbegroting gaat vergezeld van een meerjarenraming voor ten minste vier op het begrotingsjaar volgende jaren. Hij zendt de ontwerpbegroting en het ontwerpjaarplan zonodig door tussenkomst van het bestuur van de rechtspersoon bedoeld in artikel 4, tweede lid, ter vaststelling toe aan de ministers.

  • 2. De ministers stellen het jaarplan van de beheerorganisatie vast met inachtneming van de in het eerste lid bedoelde begroting.

Artikel 8

  • 1. De beheerder dient jaarlijks zonodig door tussenkomst van het bestuur van de rechtspersoon bedoeld in artikel 4, tweede lid, vóór 1 april bij de ministers een jaarverslag in over de beheerorganisatie. Het jaarverslag bevat een verantwoording over de activiteiten, de doelstellingen en de prestatieafspraken zoals neergelegd in het jaarplan. Het jaarverslag bevat tevens de jaarrekening met bijbehorende begroting en overige financiële gegevens van het daaraan voorafgaande jaar.

  • 2. Het jaarverslag gaat vergezeld van een verklaring omtrent de getrouwheid, afgegeven door een door de beheerder in overeenstemming met de ministers aangewezen accountant.

  • 3. Bij de aanwijzing van de accountant bedingt de beheerder dat aan de ministers desgevraagd inzicht wordt geboden in de controlewerkzaamheden van de accountant.

Artikel 9

Met een door de ministers te bepalen frequentie vindt een audit plaats van de doelmatigheid van het gemeenschappelijk beheer, in hun opdracht uit te voeren door een onafhankelijke derde partij.

Artikel 10

Deze regeling treedt voor Curaçao en Nederland in werking met ingang van de eerste dag na dagtekening van de Staatscourant waarin deze wordt geplaatst. Deze regeling wordt binnen 30 dagen na ondertekening geplaatst in de Staatscourant en de Curaçaose Courant.

Artikel 11

De ministers evalueren jaarlijks na inwerkingtreding van deze onderlinge regeling de werking van de regeling.

Artikel 12

Deze onderlinge regeling wordt aangehaald als: Samenwerkingsregeling ICT rechtshandhavingketen Curaçao en Nederland.

Willemstad, 19 januari 2012

Curaçao, E.R. Wilsoe.

Nederland, I.W. Opstelten.

BIJLAGE

Overzicht beschikbare ICT systemen en gebruikers

ACTPOL

ACTPOL is een Politie Bedrijfsprocessen systeem, in gebruik bij;

  • Korps Politie Curaçao voor de start van PVNA (2006)

  • Korps Politie Bonaire vanaf oktober 2007

  • Korps Politie St.Maarten vanaf november 2008

  • Korps Politie Saba vanaf  mei 2010

  • Korps Politie St. Eustatius vanaf juli 2009

  • SKS (Servisio Di Kontrol i Seguridat) vanaf maart 2010

  • Koninklijke Marechaussee vanaf mei 2011

ACTBMS

ACTBMS is een systeem dat gebruikt wordt bij grenscontrole, in gebruik bij;

  • Immigratiedienst Curaçao vanaf juni 2008

  • Immigratiedienst Bonaire vanaf oktober 2007

  • Immigratiedienst   St. Maarten vanaf augustus 2008

  • Immigratiedienst   Saba vanaf juni 2010

  • Immigratiedienst    St. Eustatius vanaf juni 2010

  • Koninklijke Marechaussee vanaf oktober 2010

ACTFMS

ACTFMS is een systeem dat gebruikt wordt voor het inbrengen, beoordelen en verstrekken van Toelatingsvergunningen, gebaseerd op de LTU regeling, in gebruik bij;

  • Vreemdelingendienst Curaçao januari 2010

  • Vreemdelingendienst Bonaire vanaf april 2009

  • Vreemdelingendienst St. Maarten vanaf maart 2010

  • Vreemdelingendienst St. Eustatius vanaf april 2010

  • Vreemdelingendienst Saba vanaf oktober 2010

  • IND BES vanaf oktober 2010

PRIEM (Parket registratie OM)

PRIEM is een Parket Registratie en Informatie Management Systeem van het Openbaar Ministerie (OM), in gebruik bij:

  • OM Curaçao eind 2007

  • OM Bonaire vanaf april 2008

  • OM St. Maarten vanaf januari 2008

ACTPBB

ACTPBB is een systeem waarmee de PV’s (processen-verbaal) van de Politie elektronisch worden doorgestuurd naar het Openbaar Ministerie ter verdere verwerking (innen, doorsturen naar Gerecht, etc.), in gebruik bij:

  • OM Curaçao vanaf 2007

OM moet beslissen wanneer ze het op de andere eilanden wil implementeren.

Voogdijraad

Voor de Voogdijraad is er een systeem ontwikkeld om aanmeldingen te kunnen registreren. Tevens is er een alimentatie registratie module. In gebruik bij:

  • Voogdijraad Curaçao vanaf januari 2008

  • Voogdijraad Bonaire vanaf april 2008

  • Voogdijraad St. Maarten vanaf oktober 2008

Gevangeniswezen

Er is een gedetineerde registratie systeem in gebruik bij,

  • Huis van Bewaring Curaçao vanaf 2009

  • Huis van Bewaring St. Maarten vanaf 2009

TOELICHTING

Algemeen

ICT is van groot belang voor het goed functioneren van de rechtshandhavingketen van de afzonderlijke landen van het Koninkrijk. In het Caribisch deel van het Koninkrijk gaat het bovendien om voorzieningen die gelet op de schaal van de landen en openbare lichamen zeer kostbaar zijn. Om deze redenen zijn afgelopen jaren veel ICT-projecten ten behoeve van de verschillende entiteiten op initiatief en onder verantwoordelijkheid van Plan Veiligheid uitgevoerd. Tot de partners in de rechtshandhavingsketen moeten worden gerekend de politie, het openbaar ministerie, het Gemeenschappelijk Hof en het gevangeniswezen. Daarnaast maken ook de Voogdijraad en de partners in het vreemdelingenproces gebruik van bepaalde gemeenschappelijke ict-voorzieningen. Als bijlage is een overzicht opgenomen van de beschikbare ict-systemen en de gebruikers.

De tot nu toe behaalde resultaten dienen te worden geborgd en de samenwerking, zoals die zich inmiddels op een goede wijze heeft ontwikkeld, dient in de toekomst te worden gecontinueerd en bestendigd. Aangezien het land Nederlandse Antillen is opgeheven dienen er afspraken te worden gemaakt over de voortzetting van het ICT-traject en de besteding van de beschikbare middelen. Daarmee is het ten behoeve van de gebruikers zo optimaal mogelijk laten functioneren van de ICT en het professioneel beheer van de hard- en de software van cruciaal belang, hetgeen overigens ook voor de andere partners binnen de rechtshandhavingketen geldt.

Een zodanige afhankelijkheid van de primaire taken van de ICT betekent dat het zo optimaal mogelijk functioneren van het professionele beheer van de hard- en de software, de doorontwikkeling van de applicaties, het onderhoud, een goed functionerende beheerorganisatie, inclusief helpdesk, professionele security en adequate continuïteitsvoorzieningen noodzakelijk is. Om dit te bewerkstelligen wordt op grond van deze onderlinge regeling tussen de betrokken landen, een nieuwe beheerorganisatie ICT opgezet waarin de landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk, inclusief de organisaties in het Caribisch deel van Nederland, intensief samenwerken. De coördinatie van het traject wordt bij één partij belegd.

Alle eilanden van het voormalige land Nederlandse Antillen; Curaçao, Bonaire, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten, maken gebruik van gelijke software binnen de rechtshandhavingketen. Organisaties als de politie, het gevangeniswezen, het Openbaar Ministerie, de vreemdelingenorganisaties, de Koninklijke marechaussee en de voogdijraad maken gebruik van dezelfde ICT suite. Ze beschikken over een uniforme en in beginsel geïntegreerde suite voor de integrale samenwerking tussen de diverse instanties. Dit bevordert de integrale aanpak van criminaliteit en de intensieve samenwerking op het gebied van rechtshandhaving tussen de diverse (ei)landen. Door gebruik te maken van gelijke software en centrale voorzieningen is het eenvoudig om gegevens uit te wisselen tussen de diverse instanties binnen de rechtshandhavingketen en worden de beschikbare financiële middelen efficiënter ingezet. Uiteraard heeft elke organisatie zijn eigen, afgeschermde applicatie met gegevens.

De ICT suite wordt tot en met 31-12-2011 gefinancierd door het Plan Veiligheid. Het eigenaarschap is belegd bij de Coördinator Plan Veiligheid. Dit eigenaarschap dient, nu het land Nederlandse Antillen is opgeheven, te worden overgedragen aan de landen.

Overigens maakt het Korps Politie Aruba ook gebruik van dezelfde applicatie die andere politiekorpsen op de eilanden gebruiken, nl. ACTPOL. Als bijlage is een overzicht opgenomen van alle beschikbare ICT en de gebruikers.

Beheerorganisatie

De regeling voorziet onder meer in de verplichting tot het instellen van een beheerorganisatie ten behoeve van de ICT-voorziening. De gezamenlijke beheerorganisatie heeft rechtspersoonlijkheid, zodat de organisatie ten behoeve van de landen kan zorg dragen voor het beheer van de hardware en software en ook de gemeenschappelijke inkoop kan verzorgen. Nader wordt bezien welke rechtsvorm het meest geëigend is voor de beheerorganisatie. Daarbij kan worden gedacht aan een stichtingsvorm. Het ligt in de rede dat het uiteindelijk een rechtspersoonlijkheid zal zijn naar het recht van het land waar de beheersorganisatie en de centrale hardware fysiek aanwezig zal zijn.

De beheerorganisatie zal worden gecoördineerd door een algemeen coördinator, de beheerder. Deze zal worden benoemd door de ministers van de landen.

De beheerorganisatie zal in de praktijk op hoofdlijnen de volgende functies uit:

  • operationele helpdesk voor gebruikersondersteuning;

  • coördinerend beheer over de dienstverlening inclusief de coördinatie met derden;

  • coördinatie platform voor wijzigingen uit de gebruikersorganisaties;

  • beheer en onderhoud van centrale voorzieningen alsmede door de organisatie geleverde decentrale voorzieningen;

  • organisatie van gemeenschappelijke inkoop hard- en software.

  • financieel beheer over de voorzieningen en de bijdragen van de landen inclusief de verslaglegging;

  • management en communicatie alsmede het personeelsbeheer voor de beheerorganisatie

  • beveiliging (zowel de databeveiliging, als de fysieke beveiliging van gebouw en apparatuur).

Benadrukt dient te worden dat het hier slechts gaat om een beheerorganisatie voor de ICT hardware en software. Iedere afzonderlijke deelnemende entiteit of organisatie is zelf verantwoordelijk voor de eigen gegevens. De afzonderlijke ministers zijn individueel politiek verantwoordelijk voor het gebruik of de uitwisseling van de gegevens. De uitwisseling van of toegang tot gegevens van een dienst van een land of openbaar lichaam is slechts mogelijk indien en voor zover de (inter)nationale wet- en regelgeving dit toestaat. Er is in zulke gevallen sprake van verstrekken of ter beschikkingstellen van (persoons)gegevens of politiegegevens.

De besturing

De doelstelling van de beheersorganisatie is de continuering alsmede de doorontwikkeling van de ICT in de rechtshandhavingketen voor de gebruikers van de suite en de respectievelijke Ministers. Vanuit die doelstelling maar vooral ook door het kosten- en financieringsaspect vraagt ICT om een besturings- en verantwoordelijkheidstoedeling op zowel strategisch, tactisch/operationeel niveau;

   

Strategisch:

de verantwoordelijke ministers in het kader van begrotings- en strategische doorontwikkelkeuzes.

Tactisch/operationeel:

de hoofden bedrijfsvoering of equivalent met de ICT in de portefeuille in het kader van oplevering functionele gebruikers- wensen/-eisen gerelateerd aan de bedrijfsvoering van hun respectievelijke diensten en de budgettaire voorbereidingen alsmede de besluitvorming over functionele wijzigingen.

Ten behoeve van de strategische, tactische en operationele besturing voorziet de onderlinge regeling in de instelling van een Regieberaad en een Gebruikersraad. De leden van beide raden worden door de minister van het desbetreffende land aangewezen. Het Regieberaad heeft tot taak het adviseren van de ministers inzake het beheer van de ICT-voorziening.

Ten behoeve van het beheer is er in elk van de landen een Gebruikersraad.

De Gebruikersraad adviseert het Regieberaad over strategische wijzigingen en aanpassingen van het informatiesysteem en over de wijzigingen van tactische en operationele aard.

Wenselijk is het dat op de verschillende niveaus een overlegstructuur gevormd wordt zodat er een structurele en samenhangende wisselwerking tussen deze niveaus geborgd wordt. De ministers dienen er op toe te zien dat voldoende capaciteit evenals expertise wordt ingebracht op de geschetste niveaus. De hoofden bedrijfsvoering van de respectievelijke organisaties zijn daarvoor verantwoordelijk. Beoogd wordt een overlegstructuur te scheppen om het gezamenlijk beheer te borgen. De voorgestelde overlegstructuur zal in de praktijk op een doelmatige en effectieve wijze moeten bijdragen aan het beheer van hard- en software.

Conform de onderlinge regeling ontvangen de ministers tijdig een begrotingsvoorstel voor de daaropvolgende jaren.

Overgangssituatie 2012

Totdat het eigenaarschap kan worden overgedragen aan de zorg van de beheersorganisatie, wordt de nu bestaande ICT door Plan Veiligheid, dan wel een daartoe aangewezen projectorganisatie gecoördineerd. Op deze wijze wordt de huidige dienstverlening gecontinueerd, zorg gedragen voor de borging van de reeds behaalde resultaten, de nieuwe organisatie voorbereid en ingericht tot de volledige overdracht aan de ministers is gerealiseerd.

Het is van groot belang voor het functioneren van de rechtshandhavingketen dat dit proces zorgvuldig wordt uitgevoerd waarbij de uitgangspunten geen geweld worden aangedaan, zodat de systemen onderling geïntegreerd blijven functioneren, gegevens uitwisseling mogelijk blijft en ook operationele en ontwikkelkosten bespaard worden door de reeds bereikte schaalgrootte.

Het is onwenselijk dat organisaties op eigen initiatief de ICT (hard en software) gaan aanpassen. Dat doet afbreuk aan de integraliteit en de continuïteit van de ICT suite. In de eerste fase in 2011 is de huidige situatie gehandhaafd en voorbereid op de overdracht door Plan Veiligheid. De tweede fase is in 2012. In deze overgangsfase wordt de beoogde beheerorganisatie opgebouwd. Als laatste fase in 2012-2013 het volledig operationaliseren van de beheerorganisatie.

Aangezien een aantal organisaties zich nog in een opbouwfase bevindt, is het noodzakelijk dat toezicht wordt gehouden op de ontwikkeling van de ICT suite. Totdat de taken zorgvuldig zijn overgedragen, blijft Plan Veiligheid de uitvoerende en coördinerende rol houden. Op deze wijze wordt de operationele inzet gecontinueerd en de voorbereiding van de beheerorganisatie gerealiseerd. Dit laat onverlet dat het eigenaarschap van de ingevoerde gegevens bij de gebruikers ligt en de politiek-bestuurlijke verantwoordelijkheid daarvoor bij de afzonderlijke ministers.

Gedurende de overgangsperiode blijft op basis van de geldende afspraken de eindverantwoordelijkheid voor de uitvoering van het beheer en de voorbereiding op de nieuwe inrichting van het beheer bij de Coördinator Plan Veiligheid.

Financiering

De budgettering en verantwoording zijn conform de onderlinge regeling.

De ondertekenende partijen stellen voor de implementatie van de onderlinge regeling een plan van aanpak en begroting op en maken nadere afspraken over de verdeling van kosten.

Voor het inrichten van de nieuwe organisatie in 2012 is naar verwachting additioneel 500.000 Nafl benodigd.

Voor het jaar 2012 hebben de deelnemende organisaties de begroting in april 2011 ontvangen betreffende de centrale ICT voorzieningen. De kosten voor de organisatie alsmede de decentrale beheerkosten zijn daarin nog niet opgenomen en dienen nog bepaald te worden.

Het jaar 2013 geldt als de doorontwikkelfase, waarin het voorstel voor een meerjarenbegroting zal worden opgesteld. Vaststelling van de begroting vindt plaats voor 1 mei 2013 met betrekking tot 2014 en de conceptbegroting 2015.

Artikelgewijs

Artikel 1, onderdeel c

Het tweede lid geeft aan dat voor Nederland de samenwerking betrekking heeft op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Daaruit volgt dat deze samenwerking slechts betrekking heeft op het Caribisch deel van het Koninkrijk.

Artikel 3

Artikel drie regelt dat de eigendom van de hardware en software (apparatuur en programmatuur) wordt beheerd door de landen gezamenlijk.

Artikel 4

Het eerste lid voorziet in verplichting voor de ministers zorg te dragen voor de instelling van een gezamenlijke beheerorganisatie met rechtspersoonlijkheid. Dit betekent niet dat de ministers gezamenlijk tot oprichting van deze rechtspersoon behoeven over te gaan. Van belang is dat er een beheerorganisatie met rechtspersoonlijkheid wordt opgericht. Deze beheerorganisatie heeft tot taak het waarborgen van de continue beschikbaarheid van de systemen en de ondersteuning, het technisch beheer van de ICT-voorziening, het financieel en contractueel beheer, alsmede het personeel beheer. De instelling van de beheerorganisatie dient te zijn verwezenlijkt uiterlijk per beëindiging van het Protocol Plan Veiligheid Nederlandse Antillen per 1 januari 2012. Deze koppeling benadrukt dat met de instelling van de beheerorganisatie wordt beoogd de bestaande ICT-voorziening zoals die tot stand is gekomen onder de vlag van het Plan Veiligheid Nederlandse Antillen, te continueren na de formele beëindiging van dat Plan Veiligheid Nederlandse Antillen.

De rechtspersoonlijkheid is onder meer wenselijk, zodat het als rechtspersoon kan overgaan tot aanschaf van ICT-voorzieningen.

Een algemeen coördinator ofwel beheerder staat aan het hoofd van de beheersorganisatie. Deze algemeen coördinator wordt benoemd door de ministers.

De ministers kunnen nadere regels stellen over een aantal specifieke zaken, waaronder de apparatuur en programmatuur, de administratieve regels, de personele voorzieningen en de beveiliging. Dit laatste kan de beveiliging van data en informatie omvatten, maar ook de fysieke beveiliging van gebouwen en apparatuur.

Het zesde lid stelt buiten twijfel dat de beheerder gebruik kan maken van een derde partij voor de uitvoering van één of meer taken van de beheerorganisatie. Daarvoor is de voorafgaande instemming van de ministers nodig.

Artikel 5

Met artikel 5 wordt voorzien in een Regieberaad. Dit beraad adviseert de ministers over het beheer van de ICT-voorziening. De ministers kunnen, afhankelijk van de betrokken organisaties, meerdere personen aanwijzen voor het Regieberaad. Per deelnemende organisatie kan maximaal één persoon worden aangewezen. Uiteraard kan bij verhindering van een vertegenwoordiger een plaatsvervangend vertegenwoordiger aan het overleg deelnemen. Als meest aangewezen vertegenwoordigers in het regieberaad kan worden gedacht aan de hoofden bedrijfsvoering, of diensthoofden van betrokken organisaties.

Artikel 6

Artikel 6 regelt de plaats en functie van de Gebruikersraad in elk van de landen. De Gebruikersraad borgt de betrokkenheid en inbreng van het werkveld bij de ICT-voorziening in het algemeen en het informatiesysteem in het bijzonder. Het ligt in de rede dat alle werkniveaus in de gelegenheid zijn inbreng te leveren in de gebruikersraad, dan wel daarin zijn vertegenwoordigd.

Artikel 11

Jaarlijks zal een evaluatie plaatsvinden van de werking van deze onderlinge regeling. Het jaarverslag zal daartoe steeds een belangrijk aanknopingspunt vormen.

Naar boven