Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
overig | Staatscourant 2012, 19 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
overig | Staatscourant 2012, 19 | Overig |
Het bestuur van de stichting Calibris, kenniscentrum voor leren in de praktijk in zorg, welzijn en sport, besluit:
Het reglement erkenning leerbedrijven en detacheringsorganisaties komt te luiden:
Erkenning kent spelregels; het reglement erkenning leerbedrijven van de gezamenlijke kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven (variant erkenning leerbedrijf en detacheringsorganisatie).
Het reglement verstaat onder:
het bestuur van het kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven zoals bedoeld in artikel 1.5.1 van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB).
het bedrijf of de organisatie dat/die op grond van dit reglement bevoegd is om de beroepspraktijkvorming te verzorgen.
de organisatie die fungeert als werkgever en de onderwijsdeelnemer in het kader van opleiden plaatst bij een erkend leerbedrijf.
het reglement erkenning leerbedrijven en detacheringsorganisaties.
de vmbo- of mbo-student
de school voor vmbo of mbo
contacten tussen het kenniscentrum en het leerbedrijf/de detacheringsorganisatie middels e- mail en aanverwante media.
Uitsluitend bedrijven en organisaties die voldoen aan de bepalingen in dit reglement en die door het kenniscentrum als zodanig erkend zijn, zijn bevoegd om op te treden als leerbedrijf of als detacheringsorganisatie.
1. Met inachtneming van de bepalingen in dit reglement wordt een erkenning afgegeven op verzoek van het bedrijf of de organisatie die de beroepspraktijkvorming wil verzorgen of als detacherings-organisatie op wil treden.
2. De erkenningsaanvraag heeft betrekking op één of meerdere MBO-kwalificaties of een VMBO-LWT (=leerwerktraject).
3. Een erkenningsaanvraag wordt in behandeling genomen indien dit een eerste aanvraag betreft of indien na een eerdere aanvraag en de nieuwe aanvraag tenminste zes maanden verstreken zijn.
1. Het kenniscentrum verleent een erkenning indien naar haar oordeel aan de in artikel 5 genoemde voorwaarden is voldaan.
2. Het kenniscentrum stelt vast of het een erkenningsverzoek is als leerbedrijf of als detacheringsorganisatie.
3. Onverminderd het bepaalde in lid 1 kan het kenniscentrum op grond van zwaarwegende redenen besluiten een erkenning niet te verlenen.
4. Aan de beoordeling van het erkenningsverzoek is het bedrijf of de organisatie verplicht medewerking te verlenen.
Voor de erkenning als leerbedrijf wordt het bedrijf of de organisatie geacht:
1. Zorg te dragen voor een goede en veilige leerplaats en werkzaamheden te bieden die behoren tot de werkprocessen van het beroep waarvoor de onderwijsdeelnemer wordt opgeleid. De eisen die aan een leerplaats en aan de begeleiding worden gesteld kunnen afhankelijk zijn van de bijzondere eisen per sector, branche of kwalificatie waarvoor de erkenning wordt verleend. Het kenniscentrum publiceert deze bijzondere eisen op haar website.
2. Voldoende en deskundige begeleiding te bieden gericht op de deelnemer.
3. Bereid te zijn tot overleg met de onderwijsinstelling en het kenniscentrum en tot het aangaan van een digitale relatie met het kenniscentrum. Hieronder wordt ook verstaan het op verzoek bijhouden van gegevens via MijnCalibris en medewerking verlenen aan mogelijke enquêtes gerelateerd aan de erkenning.
4. Akkoord te gaan met de vermelding van de bedrijfsgegevens in het openbaar register leerbedrijven en afgeleide publicaties. Er kan sprake zijn van een onderbouwd verzoek tot uitzondering van vermelding in het openbaar register zoals ‘Blijf van mijn Lijf’-huizen. Hierbij worden de adresgegevens niet vermeld. De beoordeling om deze uitzondering toe te passen ligt bij het kenniscentrum .
5. Medewerking te verlenen aan kwaliteitsmetingen en publicatie van de resultaten van deze metingen.
Voor de erkenning als detacheringsorganisatie wordt de organisatie geacht:
1. Uitvoering van de beroepspraktijkvorming te laten plaatsvinden bij één of meerdere erkende leerbedrijven waarbij de BPV-periode bij een erkend leerbedrijf minstens zes maanden aaneengesloten is.
2. Zorg te dragen voor een goede en veilige leerplaats en werkzaamheden te bieden die behoren tot de werkprocessen van het beroep waarvoor de onderwijsdeelnemer wordt opgeleid.
3. Verantwoordelijkheid te nemen voor het realiseren van voldoende en deskundige begeleiding die gericht is op de deelnemer.
4. Te zorgen voor een individueel opleidingsplan en een voortgangsregistratie van de deelnemer.
5. Bereid te zijn tot overleg met de onderwijsinstelling en het kenniscentrum.
6. Samen met het erkende leerbedrijf bereid te zijn mee te werken aan een steekproef.
1. Uiterlijk tien werkdagen na dagtekening van het verzoek als bedoeld in artikel 3 lid 1 beslist het kenniscentrum over de verlening van de erkenning en maakt dit aan het bedrijf of de organisatie bekend. Overschrijding van deze termijn is in uitzonderlijke gevallen toegestaan en dient in de beslissing te worden gemotiveerd. Buitenlandse leerbedrijven, vallend buiten 50 km vanaf de Nederlandse grens, vormen een uitzondering op deze regel.
2. De erkenning wordt verleend voor één of meerdere kwalificaties.
3. De erkenning wordt in beginsel verleend op vestigingsniveau. Calibris zal in overleg met betreffende organisatie bepalen wat een vestiging is en de organisatie zodanig registeren dat de organisatie zich herkent in de geschetste organisatiestructuur.
4. Van de beslissing als bedoeld in het eerste lid wordt het bedrijf of de organisatie schriftelijk binnen 20 werkdagen na dagtekening van het verzoek tot erkenning in kennis gesteld. Indien de erkenning niet wordt verleend worden de redenen hiervoor vermeld.
5. De erkenning is geldig voor een periode van 4 jaar.
6. Het leerbedrijf ontvangt op verzoek het gevelbordje ‘Calibris erkend leerbedrijf’. Indien gewenst wordt er een digitaal bordje, ten behoeve van plaatsing op de website, verstrekt.
1. Voor het verstrijken van de in artikel 6 lid 5 genoemde periode, wordt de erkenning voor dezelfde duur door het kenniscentrum verleend. Artikel 4 is van overeenkomstige toepassing.
2. Van de beslissing over het verlengen wordt het leerbedrijf, danwel de detacheringsorganisatie in kennis gesteld. Indien de verlenging geweigerd wordt, wordt het leerbedrijf danwel de detacheringsorganisatie schriftelijk, onder opgave van redenen, van deze beslissing op de hoogte gebracht.
1. Het kenniscentrum zal besluiten tot intrekking van de erkenning, indien naar haar oordeel:
a. niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 3 en 5, die aan het besluit tot erkenning ten grondslag hebben gelegen;
b. omstandigheden optreden waardoor de persoonlijke belangen van een (v-)mbo-deelnemer worden geschaad, waaronder in elk geval maar niet uitsluitend begrepen: omstandigheden waarbij sprake is van (seksuele) intimidatie, discriminatie, agressie en/of geweld en omstandigheden waarbij arbeids-, gezondheids-, milieu- en veiligheidsrisico’s optreden.
c. andere zwaarwegende omstandigheden optreden, waaronder in elk geval maar niet uitsluitend begrepen: maatregelen in het leerbedrijf door een externe toezichthoudende instantie, waardoor de erkenning in redelijkheid niet kan worden gehandhaafd.
2. Van intrekking van de erkenning wordt het leerbedrijf schriftelijk, onder opgave van redenen, door het kenniscentrum op de hoogte gebracht.
3. Iedere uiting omtrent de in het verleden afgegeven erkenning dient in de interne en externe communicatie door de organisatie direct na intrekking van de erkenning verwijderd te worden.
1. Het leerbedrijf en de detacheringsorganisatie heeft (hebben) recht op ondersteuning van het kenniscentrum bij het vervullen van de rol als leerbedrijf of als detacheringsorganisatie. Ondersteuning is gericht op het verhogen van de kwaliteit van de leeromgeving en van het praktijkleren.
2. Buitenlandse leerbedrijven vallend buiten de vastgestelde 50 km van de Nederlandse grens zijn uitgesloten van dienstverlening zoals omschreven in lid 1.
3. Calibris is gerechtigd op basis van artikel 5, lid 3, e-mails te versturen aan de door haar erkende leerbedrijven, op voorwaarde dat de berichten onderwerpen behandelen die gerelateerd zijn aan de wettelijke taken van Calibris. E-mails die onderwerpen bevatten die niet aan de wettelijke taken zijn gerelateerd mogen alleen na voorafgaande toestemming van het leerbedrijf worden verstuurd.
4. Calibris is niet gerechtigd gegevens van leerbedrijven − die zij in het kader van haar wettelijke taken heeft verzameld - ter beschikking te stellen aan derden, behoudens voor zover dat noodzakelijk is voor een goede taakuitvoering of het nakomen van een wettelijke verplichting door Calibris.
Indien de erkenning geweigerd, ingetrokken of niet verlengd wordt kan het bedrijf of de organisatie tegen de beslissing als bedoeld in de artikelen 6 lid 1, 7 lid 2 en 8 lid 1 bezwaar maken bij het kenniscentrum. Op de bezwaarprocedure is de Algemene Wet Bestuursrecht van toepassing (hoofdstuk 6).
In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist het kenniscentrum.
De aanleiding voor de onderhavige wijziging van het erkenningsreglement is de wens van Calibris om een digitale relatie aan te gaan met erkende leerbedrijven. Daarnaast is van de gelegenheid gebruik gemaakt om het reglement op onderdelen in overeenstemming te brengen met het modelreglement van het Colo en enkele andere aanpassingen door te voeren.
Het nieuw ingevoerde artikel l lid 7 omschrijft wat onder digitale relatie moet worden verstaan en door wijziging van artikel 5 lid 3 is de bereidheid om een digitale relatie met Calibris aan te gaan als voorwaarde voor erkenning opgenomen. Voor erkende leerbedrijven is voorzien in een overgangstermijn van maximaal een half jaar om aan deze nieuwe voorwaarde te voldoen.
De wijziging van het reglement treedt per 1 januari 2012 in werking en heeft per die datum onmiddellijke werking. Voor erkenningen die op het moment van inwerkingtreding al geldig zijn is bij wijze van uitzondering voorzien in een overgangstermijn alleen voor zover het de bereidheid betreft een digitale relatie aan te gaan als nieuwe voorwaarde voor erkenning. Deze nieuwe voorwaarde gaat voor deze erkenningen gelden per 1 juli 2012 of zoveel eerder als de geldigheid van de betreffende erkenning verloopt en deze verlengd moet worden. Erkenningen kunnen vanaf 1 juli 2012 op grond van artikel 8 lid 1a worden ingetrokken als het betreffende leerbedrijf niet bereid is om een digitale relatie aan te gaan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2012-19.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.