Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 7 september 2012 nr. IENM/BSK-2012/165475, tot wijziging van de Regeling gehandicaptenparkeerkaart, in verband met een verduidelijking van gebruik van de parkeerkaart

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 13, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994, en artikel 55, tweede lid van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling gehandicaptenparkeerkaart wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Als voorzijde geldt de zijde waarop de vervaldatum van de gehandicaptenparkeerkaart vermeld staat.

B

Het in de bijlage van de Regeling gehandicaptenparkeerkaart opgenomen model van die kaart wordt vervangen door het in de bijlage bij deze regeling opgenomen model.

ARTIKEL II

Gehandicaptenparkeerkaarten verleend met gebruik van het oude model dat is vastgesteld in de bijlage van de Regeling gehandicaptenparkeerkaart zoals die luidde voor de inwerkingtreding van deze regeling blijven, na inwerkingtreding van deze regeling, geldig.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

BIJLAGE

  • Indien de kaart wordt verstrekt aan een instelling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, wordt: geen pasfoto op de kaart aangebracht. Voorts wordt in dat geval bij ‘Naam’ de naam van de directeur van de instelling, en bij ‘Voornaam’ de naam van de instelling vermeld.

  • De kaart is pas geldig indien hij volledig is ingevuld en ondertekend door de houder of, indien het om een kind gaat, door een van de ouders of verzorgers.

TOELICHTING

Algemeen

In artikel 4 van de Regeling gehandicaptenparkeerkaart is bepaald dat de kaart op zodanige wijze bij de voorruit wordt aangebracht dat de voorzijde ervan buiten het voertuig behoorlijk leesbaar is. Blijkens een uitspraak van de rechtbank te ’s-Hertogenbosch van 16 april 2012 is niet voor een ieder duidelijk wat de voor- en achterzijde van de gehandicaptenparkeerkaart is. De rechtbank heeft in deze uitspraak bepaald dat de kaart geen uitsluitsel geeft over welke zijde van de kaart de voorzijde is (zie uitspraak van de Rechtbank ’s-Hertogenbosch van 16 april 2012, LJN: BW2496). Deze uitspraak bemoeilijkt de handhaving van artikel 4 van de regeling. Dit is een ongewenste situatie en noopt daarom tot aanpassing van de regeling zodat het voor zowel gebruikers van de kaarten als handhavers duidelijk is wat de voorzijde is.

Artikel 4 van de Regeling gehandicaptenkaart wordt daarom gewijzigd waarbij een lid wordt toegevoegd waarin wordt vastgelegd dat de voorzijde de zijde is waarop de vervaldatum vermeld staat. Handhavers controleren namelijk de geldigheid van de kaart. Daarom dient de vervaldatum bij het parkeren zichtbaar te worden getoond. Verder vindt er een wijziging van de bijlage bij de Regeling gehandicaptenparkeerkaart plaats. Het model van de gehandicaptenparkeerkaart wordt daarbij gewijzigd. Op de voorzijde van de kaart wordt de tekst ‘VOORZIJDE’ vetgedrukt met daaronder de tekst ‘Deze zijde zichtbaar plaatsen’. Door deze aanpassing van het model gehandicaptenparkeerkaart is voor een ieder in één oogopslag te zien wat de voorzijde is en dat deze zijde zichtbaar voor controleurs moet worden geplaatst.

Er wordt in de regeling een overgangsbepaling opgenomen met betrekking tot het gebruik van het oude model gehandicaptenparkeerkaart. De oude afgegeven kaarten blijven ter voorkoming van vervangingskosten voor gemeenten en gebruikers van de gehandicaptenparkeerkaart geldig. Deze regeling heeft dan ook geen administratieve lasten tot het gevolg voor burgers, bedrijfsleven of overheden. Uit overleg met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Centraal Inkoopbureau (CIB), de inkoper voor de gemeenten van de kaarten, is gebleken dat naar alle waarschijnlijkheid eind dit jaar alle oude modellen die gemeenten nog in voorraad hebben, zullen zijn afgegeven. De gehandicaptenparkeerkaart is maximaal vijf jaar geldig. Dit betekent dat de oude modellen naar verwachting nog tot 2018 in omloop zullen zijn. Totdat het nieuwe model zal worden afgegeven zullen gemeenten bij de afgifte van de gehandicaptenparkeerkaart gebruikers instrueren over het gebruik ervan en met een sticker aangeven wat de voorzijde van de kaart is. Het vervolgingsbeleid zal verder coulant zijn jegens het verkeerd tonen van de oude modellen gehandicaptenkaarten zonder sticker bij de voorruit. Enkel wanneer de vervaldatum van de kaart is verstreken of op een andere manier vast kan worden gesteld dat ten onrechte van de kaart gebruik is gemaakt, zal een bij de officier van justitie ingediend beroep niet worden gehonoreerd en zal worden overgegaan tot inning van de administratieve sanctie.

Tot slot, de regeling treedt in werking met in achtneming van de vaste verandermomenten die zijn vastgesteld door het kabinet.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

Naar boven