Convenant inzake samenwerking op het gebied van toezicht op accountantsorganisaties tussen de Stichting Autoriteit Financiële Markten en het Nederlands Instituut van Registeraccountants alsmede tussen de Stichting Autoriteit Financiële Markten en de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten

Convenant tussen de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM), gevestigd te Amsterdam, te dezer zake rechtsgeldig vertegenwoordigd door de de heer mr. drs. G.J. Everts RA, en het Nederlands Instituut van Registeraccountants (NIVRA),1 gevestigd te Amsterdam, te dezer zake rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer drs. R. Dekkers RA, alsmede tussen de AFM en de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten (NOvAA), gevestigd te Amsterdam, te dezer zake rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer D.J. ter Harmsel AA FB, inzake samenwerking op het gebied van het toezicht op accountantsorganisaties als bedoeld in de Wet toezicht accountantsorganisaties (hierna: Wta);

Overwegende dat de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) naar verwachting formeel per 1 januari 2013 de rechtsopvolger zal zijn van de openbare lichamen het NIVRA en de NOvAA en dat waar in dit convenant wordt gesproken van ‘NBA’ hiermee de openbare lichamen het NIVRA en de NOvAA gezamenlijk worden bedoeld;

Overwegende dat de AFM ingevolge de Wta is in hoeverrevan de NBA voldoen aan de bij en krachtens de Wet toezicht accountantsorganisaties gestelde regels en de AFM en nagbelast met het onafhankelijke en publieke toezicht op accountantsorganisaties en dat ten behoeve van de uitvoering van dit toezicht onderhavig convenant is opgesteld;

Overwegende dat de NBA mede tot taak heeft de bevordering van een goede beroepsuitoefening door accountants in het algemeen en de bevordering van een goede beroepsuitoefening door externe accountants binnen een accountantsorganisatie;

Overwegende dat de samenwerking van de AFM en de NBA dient aan te sluiten bij de geldende wet- en regelgeving zodat de daarbij horende eigen bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de AFM en de NBA gewaarborgd blijven;

Overwegende dat in de artikelen 22a van de Wet op de Registeraccountants (WRA) en artikel 3a van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten (WAA) een verplichting is opgenomen voor het NIVRA en de NOvAA om, indien zij taken vervullen met betrekking tot registeraccountants of Accountants-Administratieconsulten die werkzaamheden verrichten als bedoeld in de Wta, voor zover noodzakelijk ten behoeve van de uitoefening van het toezicht ingevolge de Wta, samen te werken met de AFM;

Overwegende dat de in dit convenant vastgelegde afspraken en uitgangspunten tot doel hebben een bijdrage te leveren aan het deugdelijke toezicht door de AFM op de naleving van de toepasselijke voorschriften door houders van een vergunning als bedoeld in artikel 6, eerste lid, Wta;

Overwegende dat de in dit convenant vastgelegde afspraken en uitgangspunten niet zien op de uitoefening van het toezicht door de AFM op de naleving van toepasselijke voorschriften door accountantsorganisaties die wettelijke controles verrichten bij organisaties van openbaar belang;

Overwegende dat accountantsorganisaties in beginsel op gelijke wijze op de naleving van de bij of krachtens de Wta gestelde normen dienen te worden getoetst, waartoe het noodzakelijk is dat de AFM streeft naar uniforme samenwerking met de partijen die betrokken zijn bij dit toezicht en met deze partijen zoveel mogelijk gelijkluidende afspraken maakt;

Overwegende dat de AFM de intentie heeft om zoveel mogelijk gebruik te maken van de toetsingsuitkomsten van de NBA zoals bedoeld in artikel 48 van de Wta;

Overwegende dat de NBA zich ten doel stelt om de kwaliteit van de werkzaamheden van accountantsorganisaties en externe accountants te verbeteren, maar dat de Verordening Kwaliteitsonderzoek en de Verordening op de periodieke preventieve toetsing (AA’s) het niet mogelijk maken dat wettelijkecontroledossiers worden betrokken in de toetsingen door de NBA;

Overwegende dat op de AFM en de NBA een wettelijke geheimhoudingsplicht rust en dat de uitwisseling van informatie tussen partijen op grond van dit convenant uitsluitend zal plaatsvinden indien en voor zover de geldende wettelijke geheimhoudingsbepalingen dit toelaten;

Overwegende dat de toetsingen door de NBA naar verwachting een positieve invloed hebben op de kwaliteit van de werkzaamheden van accountantsorganisaties en externe accountants. De toetsingen van de NBA met verbetertrajecten dragen bij aan de doelstelling van de Wta;

Overwegende dat de NBA vanuit haar eigen verantwoordelijkheid en met gebruikmaking van haar eigen standaard instrumentarium toetsingen zal verrichten bij accountantsorganisaties die de NBA toetst ingevolge de Verordening Kwaliteitsonderzoek dan wel de Verordening op de periodieke preventieve toetsing (AA’s) en alle toetsingsuitkomsten zal verstrekken aan de AFM, voor zover zij betrekking hebben op de mate waarin accountantsorganisaties de gestelde regels bij en krachtens de Wta naleven;

Overwegende dat de AFM informatie over accountantsorganisaties zal verstrekken aan de NBA, voor zover deze informatie noodzakelijk is voor de taakuitoefening van de NBA;

Overwegende dat partijen met elkaar zullen samenwerken en kennis zullen delen met het oog op het bevorderen van enerzijds de kwaliteit van de werkzaamheden van accountantsorganisaties en externe accountants en anderzijds de kwaliteit van de uitvoering van de toetsingen door de NBA;

Overwegende dat de samenwerking met de AFM positief is voor de leden van de NBA voor wat betreft de toetsingen van kantoren die een vergunning hebben voor het verrichten van wettelijke niet-OOB controles. De samenwerking voorkomt namelijk dubbele reguliere toetsingen door de AFM en de beroepsorganisatie. Bij de thema-onderzoeken die de AFM met medewerking van de NBA naar verwachting vanaf 2013 zal verrichten, zullen toetsers van de NBA deelnemen in de onderzoeksteams van de AFM. De toetsing in het kader van het systeem van kwaliteitsborging door de NBA zal zoveel mogelijk met het thema-onderzoek samenvallen. Daarmee worden ook de kosten voor de accountantsorganisaties beperkt, nu maar één team de accountantsorganisatie komt toetsen in plaats van twee teams, van twee verschillende organisaties;

Overwegende dat beide partijen een goede uitvoering van dit convenant nastreven;

Partijen zijn het navolgende Convenant overeengekomen:

Artikel 1 Definities

In dit convenant wordt verstaan onder:

a) Accountantsorganisatie:

een Wta-vergunninghouder als bedoeld in artikel 6, eerste lid, Wta die onderworpen is aan toetsing door de NBA ingevolge de Verordening Kwaliteitsonderzoek dan wel de Verordening op de periodieke preventieve toetsing (AA’s);

b) AFM:

de Stichting Autoriteit Financiële Markten;

c) Externe accountant:

de natuurlijke persoon die werkzaam is bij of verbonden aan een accountantsorganisatie en die verantwoordelijk is voor de uitvoering van een wettelijke controle;

d) NBA:

de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants, bestaande uit de openbare lichamen het NIVRA en de NOvAA;

e) Toetsing:

toetsing door de NBA, aan de hand van ten minste een selectie van wettelijkecontroledossiers, van de mate waarin accountantsorganisaties de voor hen geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder de gestelde regels bij en krachtens de Wta, en overige van overheidswege en de het NIVRA en de NOvAA gegeven regels naleven;

f) Wettelijke controle:

een controle als bedoeld in artikel 1, eerste lid, sub p, Wta;

g) Wta:

Wet toezicht accountantsorganisaties.

Artikel 2 Samenwerking en kennisdeling

De AFM en de NBA werken samen door het delen van kennis en informatie met het oog op:

  • a) het bevorderen van de kwaliteit van accountantsorganisaties en externe accountants;

  • b) het bevorderen van de kwaliteit van de uitvoering van de toetsingen, bijvoorbeeld door de personen die de toetsingen voor de NBA uitvoeren te laten participeren in de onderzoeken van de AFM en de toezichthouders van de AFM te laten participeren in de toetsingen van de NBA;

  • c) het indienen van een klacht bij de Accountantskamer over het handelen of nalaten van een accountant als bedoeld in artikel 22 van de Wet tuchtrechtspraak accountants, waarbij de AFM in beginsel overgaat tot het indienen van klachten jegens accountants die het bepaalde bij en krachten de Wta overtreden, en de NBA tot het indienen van klachten in overige gevallen.

Artikel 3 Informatieverstrekking

  • 1. De AFM kan op grond van artikel 63e, eerste lid, onderdeel a en b,Wtavertrouwelijke informatie aan de NBA verstrekken, voor zover dat noodzakelijk is voor de vervulling van de taken van de NBA op grond van de WRA dan wel de WAA.

  • 2. De NBA kan op grond van de artikelen 22b WRA respectievelijk 3b WAA vertrouwelijke informatie aan de AFM verstrekken, voor zover dat noodzakelijk is voor de vervulling van de taken van de AFM op grond van de Wta.

  • 3. De NBA verstrekt aan de AFM alle uitkomsten van de toetsingen die zij ingevolge haar verordeningen uitvoert bij accountantsorganisaties, voor zover deze betrekking hebben op de mate waarin accountantsorganisaties de gestelde regels bij en krachtens de Wta naleven.

  • 4. Indien de NBA beschikt over informatie die duidt op een ernstige overtreding van de bij of krachtens de Wta gestelde voorschriften door een accountantsorganisatie dan wel door een (mede) beleidsbepaler of een externe accountant van een accountantsorganisatie, verstrekt de NBA deze informatie aan de AFM.

  • 5. Indien de AFM beschikt over informatie die duidt op een ernstige overtreding van de bij of krachtens de WRA of WAA gestelde voorschriften door een registeraccountant of Accountant-Administratieconsulent die niet onder toezicht staat van de AFM of die niet betrokken is bij de uitvoering van een wettelijke controle én deze informatie is noodzakelijk voor de taakuitoefening van de NBA, verstrekt de AFM deze informatie aan de NBA.

  • 6. De NBA en de AFM verstrekken elkaar de in het vierde respectievelijk vijfde lid bedoelde informatie zo spoedig mogelijk nadat deze informatie is verkregen.

Artikel 4 Steekproeven AFM op toetsingsuitkomsten NBA

  • 1. De AFM houdt bij het uitvoeren van haar toezicht op grond artikel 48a, eerste lid, Wta rekening met de toetsingsuitkomsten van de NBA, overeenkomstig het verkregen inzicht, bedoeld in het tweede lid.

  • 2. Door het uitvoeren van kantoorspecifieke steekproeven verkrijgt de AFM in het kader van het uitvoeren van het doorlopend toezicht op grond van de Wta inzicht in:

    • a. de kwaliteit van de toetsingen door de NBA;

    • b. de betrouwbaarheid van de toetsingsuitkomsten; en

    • c. de mate waarin de accountantsorganisaties de bij en krachtens de Wta gestelde regels hebben nageleefd.

  • 3. De AFM voert in beginsel uitsluitend een kantoorspecifieke steekproef uit bij accountantsorganisaties die in eerste instantie door de NBA een toetsingsuitkomst ‘matig’ hebben verkregen en in tweede instantie, na een hertoets door de NBA, een toetsingsuitkomst ‘goed’. Wanneer daartoe aanleiding bestaat, kan de AFM een kantoorspecifieke steekproef uitvoeren bij een accountantsorganisatie die in eerste instantie van de NBA een toetsingsuitkomst ‘goed’ heeft verkregen.

  • 4. De inhoud van een kantoorspecifieke steekproef zal onder meer afhangen van de aanleiding voor het onderzoek en de omvang van de accountantsorganisatie en het aantal wettelijke controles dat zij verricht.

  • 5. De AFM kan handhavend optreden indien zij ernstige normovertredingen van het bepaalde bij en krachtens de Wta constateert.

Artikel 5 Kantoorspecifieke onderzoeken AFM

  • 1. De AFM kan bij een accountantsorganisatie in het kader van het uitvoeren van het doorlopend toezicht op grond van de Wta een kantoorspecifiek onderzoek verrichten om te beoordelen of de accountantsorganisatie voldoet aan het bij of krachtens de Wta bepaalde.

  • 2. Richtinggevend voor de prioritering en frequentie van de kantoorspecifieke onderzoeken en de volgorde ervan zijn de uitkomsten van de risicoanalyses die de AFM uitvoert op basis van de volgende criteria:

    • de uitkomsten ‘onvoldoende’ van toetsingen;

    • aard en omvang van de accountantsorganisatie;

    • de uitkomsten van de jaarlijkse AFM Monitor;

    • incidentmeldingen;

    • de uitkomsten van door de AFM uitgevoerde onderzoeken;en

    • overige indicaties dat een accountantsorganisatie mogelijk niet voldoet aan de vereisten bij en krachtens de Wta.

  • 3. De inhoud van een kantoorspecifiek onderzoek zal onder meer afhangen van de aanleiding voor het onderzoek, de omvang van de accountantsorganisatie enhet aantal wettelijke controles dat zij verricht.

  • 4. De AFM kan handhavend optreden indien zij ernstige normovertredingen van het bepaalde bij en krachtens de Wta constateert.

Artikel 6 Themaonderzoeken

  • 1. De AFM kan themaonderzoeken verrichten.

  • 2. In een themaonderzoek beoordeelt de AFM een selectie van wettelijkecontroledossiers aan de hand van vooraf vastgestelde thema’s.

  • 3. De AFM kan handhavend optreden indien zij ernstige normovertredingenvan het bepaalde bij en krachtens de Wta constateert.

Artikel 7 Nadere operationele afspraken

  • 1. De AFM en de NBA maken een werkdocument met nadere operationele afspraken ter uitvoering van dit convenant, dat als bijlage bij het convenant wordt gevoegd.

  • 2. In onderling overleg tussen de AFM en de NBA zullen contactpersonen worden aangewezen.

Artikel 8 Privacy aspecten

Onderhavige samenwerking heeft tot gevolg dat verwerking van persoonsgegevens plaatsvindt door de bij dit convenant betrokken partijen. Het is de verantwoordelijkheid van de afzonderlijke partijen bij dit convenant om daarbij te handelen in overeenstemming met de Wet bescherming persoonsgegevens.

Artikel 9 Bekostiging

Tussen de AFM enerzijds en de NBA anderzijds vinden geen onderlinge verrekeningen plaats voor de bekostigingvan de samenwerking op basis van dit convenant.

Artikel 10 Overlegregeling

Ter zake van alle geschillen in verband met dit convenant of afspraken die daarmee samenhangen, treden de AFM en de NBA in overleg.

Artikel 11 Wijziging van het convenant

  • 1. Dit convenant kan alleen met instemming van zowel de AFM als de NBA worden gewijzigd dan wel worden aangevuld.

  • 2. De zakelijke inhoud van de wijziging of aanvulling wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

Artikel 12 Evaluatie van het convenant

De opzet en inhoud van het convenant worden jaarlijks door de AFM en de NBA gezamenlijk geëvalueerd, met inachtneming van de tot op dat moment opgedane ervaringen. Indien daartoe aanleiding is, zal het convenant in gezamenlijk overleg worden gewijzigd.

Artikel 13 Looptijd en inwerkingtreding

  • 1. Dit convenant treedt in werking met ingang van 6 september 2012 en eindigt op 31 december 2014. Behoudens tijdige opzegging zal dit convenant na het einde van de looptijd telkens met twee jaar stilzwijgend worden verlengd.

  • 2. Dit convenant kan, met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste zes maanden, door partijen schriftelijk worden opgezegd. Een partij gaat niet tot opzegging over zonder ter zake hiervan eerst in overleg te treden met de andere partij en met de Minister van Financiën.

Dit convenant wordt aan de Minister van Financiën gezonden en zal worden gepubliceerd in de Staatscourant.

Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend te Amsterdam op 6 september 2012

Autoriteit Financiële Markten, namens deze: G.J. Everts RA.

Nederlands Instituut van Registeraccountants, namens deze: R. Dekkers RA.

Nederlandse Orde van Accountants- Administratieconsulenten, namens deze: D. J. ter Harmsel AA FB.


X Noot
1
Naar boven