Logo Gouda
Uitwerkingsplan ‘Janverswollezone Zuid’, Gouda

Burgemeester en Wethouders van Gouda maken op grond van artikel 3.8, lid 3 van de Wet ruimtelijke ordening bekend dat zij op 4 september 2012 het uitwerkingsplan Janverswollezone Zuid gewijzigd heeft vastgesteld. Naar aanleiding van ingediende zienswijzen is in de toelichting de plan-beschrijving op een onderdeel uitgebreid.

Het uitwerkings- en wijzigingsplan beoogt de aanleg van een watergang en het realisering van een woningbouwproject in Janverswollezone Zuid mogelijk te maken. De watergang zorgt voor vergroting van de waterberging en is een vervanging voor de huidige tijdelijke leiding naar het gemaal. De watergang zorgt ook voor een verbetering van de waterkwaliteit. Het woningbouwprogramma voorziet in de realisatie van een aantal woningen en een appartementencomplex en bijbehorende voorzieningen.

Gelijktijdig met deze procedure wordt het wijzigingsplan Janverswollezone Zuid ter inzage gelegd. De toelichting van het uitwerkingsplan en het wijzigingsplan is inhoudelijk gelijk. De verbeelding en regels verschillen, omdat de plannen beiden zien op een ander deel van het projectgebied. Voor beide plannen wordt een aparte procedure gevolgd.

Het uitwerkingsplan Janverswollezone Zuid met kenmerk NL.IMRO.0513.1007UPJvzuid-DF01 ligt van 13 september 2012 tot en met 25 oktober 2012 voor een ieder op de volgende wijzen ter inzage:

Tegen het besluit tot vaststelling van het uitwerkingsplan kan vanaf 14 september 2012 tot en met 25 oktober 2012 beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, postbus 20019, 2500 EA Den Haag. De mogelijkheid om beroep in te stellen bestaat voor belanghebbenden die tijdig hun zienswijze bij de gemeenteraad naar voren hebben gebracht, of aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten, dat zij niet tijdig zienswijzen over het ontwerp bij de gemeenteraad kenbaar hebben gemaakt.

Op het besluit tot vaststelling van het uitwerkingsplan, is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing (art. 1.1 Chw jo. art. 3.1 Bijlage I Chw). Deze afdeling beperkt het beroepsrecht en stelt striktere eisen aan het beroepschrift; dit brengt onder meer met zich mee dat alle beroepsgronden in het beroepschrift dienen te worden opgenomen en deze na afloop van de beroepstermijn niet meer kunnen worden aangevuld.

Het instellen van beroep heeft geen schorsende werking. Degene die beroep instelt kan daarom tegelijk een verzoek om een voorlopige voorziening vragen aan de voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, op hetzelfde adres.

Het vaststellingsbesluit treedt een dag na afloop van de beroepstermijn in werking. Is op dat moment nog niet beslist over een verzoek tot een voorlopige voorziening, dan treedt het besluit niet eerder in werking dan na dat op het verzoek om voorlopige voorziening is beslist.

Gouda, 12-9-2012

Naar boven