Besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van 4 september 2012 nr. 294132 tot geheimverklaring van diensten, leveringen en werken ten behoeve van beveiligingsmaatregelen Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 13 van het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten;

Besluit:

Artikel 1

Geheim verklaard worden diensten, leveringen en werken op het gebied van ICT ten behoeve van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) voor zover daarbij de vertrouwelijkheid van staatsgeheimen in het geding is.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

TOELICHTING

De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (hierna: NCTV) beschikt in het kader van zijn werkzaamheden permanent over vertrouwelijke informatie waaronder ook staatsgeheime informatie. De Wet bescherming staatsgeheimen en daaraan gerelateerde regelgeving vereist dat NCTV specifieke maatregelen treft ter beveiliging deze staatsgeheimen. In dit kader zijn in het Besluit aanwijzing verboden plaatsen (Stcrt. 2005, 74) de werkruimten van NCTV aangewezen als verboden plaats en in het Besluit voorschrift informatiebeveiliging rijksdienst - bijzondere informatie nadere eisen gesteld aan de gegevensbeveiliging.

Aanvullende maatregelen zijn nodig vanwege het feit dat NCTV soms derden dient in te schakelen voor diensten, leveringen en werken op het gebied van ICT voor zover daarbij de vertrouwelijkheid van staatsgeheimen in het geding is. Met het oog hierop worden de desbetreffende opdrachten in dit besluit geheim verklaard.

Artikel 13 van het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (hierna: Bao) maakt geheimhouding van deze diensten, leveringen en werken mogelijk. Als gevolg van de geheimverklaring worden de desbetreffende overheidsopdrachten onttrokken aan de toepasselijkheid van het Bao.

Momenteel is er bij de Staten-Generaal een voorstel van wet tot implementatie van richtlijn nr. 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen door aanbestedende diensten van bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, en tot wijziging van richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG (Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied, Kamerstukken II 2010/11, 32 768, nr.2) aanhangig.

De implementatietermijn van die richtlijn is met ingang van 22 augustus 2011 verstreken. Dit betekent dat een beroep op artikel 13 van het Bao verenigbaar moet zijn met de in de richtlijn opgenomen uitzonderingen.

Vooropgesteld zij dat het ook na implementatie van richtlijn 2009/81 mogelijk blijft om opdrachten geheim te verklaren als bedoeld in art.14 Richtlijn 2004/18 en het daarop gebaseerde art. 13 Bao.

Richtlijn 2009/81 biedt echter aanvullende mogelijkheden op grond waarvan beveiligingsmaatregelen kunnen worden getroffen. Zo worden opdrachten als bedoeld in art. 1 van dit besluit reeds door art. 71 jo 13 richtlijn 2009/81 onttrokken aan de toepasselijkheid van richtlijn 2004/18 indien de uitvoering daarvan leidt tot de verplichting voor de aanbestedende dienst informatie te verstrekken waarvan openbaarmaking strijdig is met een essentieel veiligheidsbelang. Het betreft opdrachten die bijzonder gevoelig van aard zijn. Met de implementatie van richtlijn 2009/81 komt het belang om deze opdrachten geheim te verklaren, te vervallen.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven