Regeling van de Minister van Financiën van 28 augustus 2012 betreffende de consignatie door gerechtsdeurwaarders van gelden afkomstig van onbekende debiteuren

De Minister van Financiën,

Gelet op de artikelen 2, eerste lid, en 4 van de Wet op de consignatie van gelden;

Besluit:

Artikel 1

Een gerechtsdeurwaarder in de zin van artikel 1, onder c, van de Gerechtsdeurwaarderswet kan gelden van een onbekende debiteur consigneren in de consignatiekas, mits deze gelden langer dan één jaar geleden door hem zijn ontvangen.

Artikel 2

  • 1. Een gerechtsdeurwaarder kan slechts eenmaal per jaar overgaan tot het consigneren van het totale bedrag van de onder artikel 1 genoemde gelden.

  • 2. Indien aan een gerechtsdeurwaardersonderneming meer dan één gerechtsdeurwaarder verbonden is, kan per onderneming slechts één gerechtsdeurwaarder overgaan tot de consignatie als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3

  • 1. Bij consignatie worden alle beschikbare gegevens aangaande de storting van de onbekende debiteur overgelegd aan de beheerder van de consignatiekas. Tevens wordt de naam vermeld van de gerechtsdeurwaarder die de gelden heeft geconsigneerd.

  • 2. Bij consignatie wordt een overzicht vervaardigd van de individuele bedragen waaruit de totaalsom bestaat.

Artikel 4

  • 1. Indien er bij de beheerder van de consignatiekas een verzoek om uitkering wordt ingediend, wordt dit verzoek voor advies voorgelegd aan de gerechtsdeurwaarder die de gelden heeft geconsigneerd. Indien deze gerechtsdeurwaarder onderdeel uitmaakt of uitmaakte van een onderneming, dan zal dit verzoek aan deze onderneming worden voorgelegd.

  • 2. De gerechtsdeurwaarder, of indien van toepassing de gerechtsdeurwaardersonderneming waaraan hij verbonden is of was, beantwoordt het verzoek om advies binnen 30 dagen.

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, J.C. de Jager.

TOELICHTING

Algemeen

Gerechtsdeurwaarders zijn ingevolge artikel 19 Gerechtsdeurwaarderswet verplicht één of meerdere bijzondere rekeningen aan te houden die uitsluitend bestemd zijn voor gelden die de gerechtsdeurwaarder in verband met zijn werkzaamheden als zodanig ten behoeve van derden onder zich neemt. Jaarlijks verrichten gerechtsdeurwaarders talloze ambtshandelingen en niet-ambtshandelingen. Het merendeel van de door de gerechtsdeurwaarder ontvangen gelden is probleemloos te herleiden tot een debiteur. Het gebeurt echter dat betalingen op de derdengeldrekening worden gestort waarvan niet te herleiden is door wie noch ten behoeve van welke derde de betaling is verricht. Deze regeling creëert een grondslag op grond waarvan deze gelden kunnen worden opgenomen in de consignatiekas. De Wet op de consignatie van gelden is van overeenkomstige toepassing op deze regeling.

De uit deze regeling voortvloeiende rechten en plichten van de gerechtsdeurwaarder zijn krachtens artikel 24, eerste lid, Gerechtsdeurwaarderswet van overeenkomstige toepassing op de waarnemend-gerechtsdeurwaarder.

Artikelsgewijs

Artikel 1

De gerechtsdeurwaarders houden de gelden van onbekende debiteuren minimaal één kalenderjaar onder zich. Onbekende debiteuren kunnen zich binnen deze termijn mogelijk melden en aangeven voor welke crediteur de gelden bestemd zijn. De gerechtsdeurwaarder kan deze ontvangsten dan alsnog op de voor hun gebruikelijke wijze behandelen.

Artikel 2

Ter voorkoming dat jaarlijks vele relatief kleine bedragen in de consignatiekas worden geconsigneerd, is bepaald dat elke gerechtsdeurwaarder, of indien van toepassing het gerechtsdeurwaardersonderneming waaraan hij verbonden is, eenmaal per jaar een totaalbedrag kan consigneren.

Artikel 3

De gerechtsdeurwaarder, of indien van toepassing zijn gerechtsdeurwaardersonderneming, meldt de consignering vooraf schriftelijk bij de beheerder van de consignatiekas. Hierbij wordt verwezen naar deze regeling. Tevens worden alle beschikbare gegevens van de niet te traceren ontvangsten overgelegd. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de datum waarop de gelden zijn ontvangen, de wijze van betaling, het stortingsbewijs, de envelop waarin het geld is aangetroffen of een overschrijvingsbewijs.

Aangezien enkel gerechtsdeurwaarders het beheer en de beschikking hebben over hun derdengeldrekening en daarmee over de gelden die gestort zijn door onbekende debiteuren, wordt tevens aangegeven namens welke gerechtsdeurwaarder(s) de gelden worden geconsigneerd. Dit stelt de beheerder van de consignatiekas in staat om, indien de gerechtsdeurwaarder die de gelden heeft geconsigneerd is gedefungeerd of indien de gerechtsdeurwaardersonderneming is ontbonden, de opvolgende beheer- en beschikkingsbevoegde gerechtsdeurwaarder(s) aan te spreken.

Gelijktijdig kan het totaalbedrag worden overgeschreven naar de bankrekening van de consignatiekas.

Artikel 4

Indien er bij de beheerder van de consignatiekas een verzoek om uitkering wordt ontvangen op grond van deze regeling, dan zal dit verzoek te allen tijde voor advies worden voorgelegd aan de gerechtsdeurwaarder, dan wel de onderneming van de gerechtsdeurwaarder die de gelden heeft geconsigneerd. De gerechtsdeurwaarder, of indien van toepassing de gerechtsdeurwaardersonderneming waaraan hij verbonden is of was, beantwoordt een dergelijk verzoek om advies binnen 30 dagen. Afhankelijk van dit advies zal de beheerder van de consignatiekas besluiten of de gelden al dan niet worden uitgekeerd.

De Minister van Financiën, J.C. de Jager.

Naar boven