TOELICHTING
Algemeen
Inleiding
Deze regeling tot wijziging van de Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
(hierna: de Regeling) heeft betrekking op de volgende onderwerpen.
In de eerste plaats zijn de artikelen van paragraaf 4 inzake deskundigheidseisen van
gastouders en beroepskrachten voorschoolse educatie aangepast in verband met het intrekken
van het Besluit deskundigheidseisen gastouders kinderopvang en het opnemen van die
bepalingen in het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen. Daarnaast is
een certificaat toegevoegd aan de lijst waarin is vermeld welke bewijsstukken gastouders
kunnen overleggen om aan te tonen dat zij met goed gevolg onderricht hebben afgesloten
met betrekking tot eerste hulp aan kinderen bij ongevallen.
Tot slot is een verwijzing naar de Wet op de justitiële documentatie en de verklaringen
omtrent het gedrag aangepast omdat die niet meer correct was.
1. Deskundigheidseisen gastouders en beroepskrachten voorschoolse educatie
Met het intrekken van het Besluit deskundigheidseisen gastouders kinderopvang en verplaatsen
van de desbetreffende bepalingen naar Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen
wijzigt de grondslag van de artikelen 10a, eerste lid, en 10b, eerste lid, van de
Regeling en moesten deze artikelen ook zelf worden aangepast. Dat was per abuis nog
niet gebeurd.
2. Bewijsstuk onderricht eerste hulp
In het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen is in artikel 13 bepaald
hoe aangetoond moet worden dat gastouders voldoen aan de deskundigheidseisen voor
het waarborgen van een veilige en gezonde omgeving. In de Regeling zijn daarvoor de
relevante bewijsstukken aangewezen in de artikelen 10, 10a, 10b en 10d. In de onderhavige
regeling is in artikel 10d, in onderdeel g, van de Regeling een certificaat toegevoegd
in verband met een uitspraak van Rechtbank Rotterdam van 26 januari 2012 (Reg. Nr.AWB
11/2574 KINDER-T2). De Rechtbank oordeelde daarin dat het certificaat Basis Eerstehulpverlener-LPEV
met de aantekening Eerstehulp aan Kinderen van Stichting Landelijk Protocol Eerste
hulp Verlening (Stichting LPEV) voor aanwijzing als bewijsstuk in aanmerking komt.
3. Effecten regeldruk en gevolgen voor de uitvoering
De hiervoor beschreven wijzigingen hebben geen gevolgen voor de regeldruk en de uitvoering.
Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel A (artikel 10)
De verwijzing in het eerste en tweede lid van artikel 10 van de Regeling naar artikel
3, eerste lid, onder a, respectievelijk artikel 2, onder a, van het Besluit deskundigheidseisen
gastouders kinderopvang is aangepast, omdat dat besluit met ingang van 6 juni 2012
is ingetrokken (Stb. 2012, 230).
De formulering van artikel 3, onderdeel a, van het Besluit deskundigheidseisen gastouders
kinderopvang staat nu in artikel 13, tweede lid, onderdeel a, van het Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen.
Artikel 2, onder a, van het Besluit deskundigheidseisen gastouders kinderopvang betrof
deskundigheid inzake het kunnen bieden van voldoende zorg en is nu geregeld in artikel
13, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.
Artikel I, onderdelen B en C (artikel 10a en 10b)
Evenals in onderdeel A zijn de verwijzingen naar artikel 3 en artikel 2 van het Besluit
deskundigheidseisen gastouders kinderopvang aangepast, omdat dat besluit met ingang
van 6 juni 2012 is ingetrokken. De inhoud daarvan is opgenomen in het Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen. De formulering van artikel 3, onderdeel b, van het
Besluit deskundigheidseisen gastouders kinderopvang (zie artikel 10a, eerste lid,
van de Regeling) staat nu in artikel 13, tweede lid, onderdeel b, van het Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.
De formulering van artikel 3, onderdeel c, van het Besluit deskundigheidseisen gastouders
kinderopvang (zie artikel 10b, eerste lid, van de Regeling) staat nu in artikel 13,
tweede lid, onderdeel c, van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.
Artikel 2, onder a, van het Besluit deskundigheidseisen gastouders kinderopvang (zie
artikel 10a, tweede lid en 10b, tweede lid, van de Regeling) betrof deskundigheid
inzake het kunnen bieden van voldoende zorg en is nu geregeld in artikel 13, eerste
lid, onderdeel a, van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen. In artikel
10a, tweede lid, en 10b, tweede lid, van de Regeling zijn deze verwijzingen eveneens
aangepast.
Artikel I, onderdeel D (artikel 10d)
In de aanhef en het tweede lid van artikel 10d van de Regeling zijn eveneens de verwijzingen
naar het Besluit deskundigheidseisen gastouders kinderopvang vervangen door verwijzingen
naar het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.
De inhoud van artikel 2, onderdeel b, en artikel 4 van het Besluit deskundigheidseisen
gastouders kinderopvang (inzake deskundigheidseisen met betrekking tot een veilige
en gezonde omgeving) is nu opgenomen in artikel 13, eerste lid, onderdeel b, en derde
lid, van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.
De wijziging van artikel 10d, eerste lid, van de Regeling inzake de toevoeging van
onderdeel g is toegelicht in paragraaf 2 van het algemeen deel van deze toelichting.
Artikel I, onderdeel E (artikel 11)
Artikel 11, tweede lid, onderdeel b, en derde lid, onderdeel b, van de Regeling zijn
aangepast, omdat de verwijzing naar de (niet meer geldende) Wet op de justitiële documentatie
en op de verklaringen omtrent gedrag achterhaald is.
Artikel II
Omdat het Besluit deskundigheidseisen gastouders kinderopvang met ingang van 6 juni
2012 is ingetrokken en de betreffende bepalingen met ingang van diezelfde datum zijn
opgenomen in het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen, had de verwijzing
naar de betreffende bepalingen van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen
per diezelfde datum gewijzigd moeten worden. Hierin is nu alsnog voorzien.
Ten aanzien van de overige onderdelen van deze regeling is het wenselijk dat deze
wijzigingen zo snel mogelijk in werking treden.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
H.G.J. Kamp.