Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 20 augustus 2012, nr. 287119, houdende regels met betrekking tot de rechtspositie van de voorzitter en de leden van de raad van bestuur van de Kansspelautoriteit (Regeling rechtspositie voorzitter en leden Ksa 2012)

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 33a van de Wet op de kansspelen en artikel 14 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de minister:

de Minister van Veiligheid en Justitie;

b. de wet:

de Wet op de kansspelen;

c. de Ksa:

de Kansspelautoriteit, als bedoeld in artikel 33 van de wet;

c. de raad:

de raad van bestuur, als bedoeld in artikel 33a van de wet;

d. de voorzitter:

de voorzitter van de raad;

e. een lid:

een lid van de raad, niet zijnde de voorzitter;

f. BBRA:

Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren.

Artikel 2

  • a. De bezoldiging van de voorzitter bedraagt het salaris overeenkomstig het salaris van een lid van de topmanagementgroep van een departement van algemeen bestuur als bedoeld in de Bijlage A van het BBRA, op basis van een gemiddelde tijdsbesteding van 24 uur per week. Indien uit de collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren een aanpassing van ambtenarensalarissen volgt, wordt deze bezoldiging met een gelijk percentage aangepast.

  • b. De bezoldiging van een lid bedraagt het salaris overeenkomstig schaal 18, trede 10, met salarisnummer 59 van de Bijlage A van het BBRA, op basis van een gemiddelde tijdsbesteding van 8 uur per week. Indien uit de collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren een aanpassing van ambtenarensalarissen volgt, wordt deze bezoldiging met een gelijk percentage aangepast.

Artikel 3

De voorzitter en de leden hebben recht op een vakantie-uitkering overeenkomstig de artikelen 21 en 22 van het BBRA. De opbouw van vakantie-uren, opname en overboeken daarvan naar een volgend jaar geschiedt overeenkomstig de artikelen 22 en 23 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement.

Artikel 4

De voorzitter en de leden hebben recht op een eindejaarsuitkering die wordt vastgesteld en uitbetaald overeenkomstig artikel 20a van het BBRA.

Artikel 5

De voorzitter en de leden hebben, voor kosten die niet declarabel zijn, recht op een representatievergoeding overeenkomstig het maximum als voorzien in het Besluit vergoedingen representatiekosten rijkspersoneel naar rato van hun respectievelijke arbeidsduur.

Artikel 6

  • a. De voorzitter en de leden kunnen voor het vervoer tussen de vestigingsplaats van de raad en hun respectievelijke woonplaatsen aanspraak maken op een vervoersbewijs openbaar vervoer 1e klasse dan wel een vergoeding van € 0,17 per kilometer bij gebruikmaking van eigen auto of fiets.

  • b. De voorzitter en de leden kunnen voor dienstreizen gebruik maken van vervoer per auto.

Artikel 7

De voorzitter en de leden worden, voor zover van toepassing, voor de duur van de benoeming verzekerd bij de Stichting Algemeen Pensioenfonds (ABP) te Heerlen.

Artikel 8

Ingeval van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte ontvangen de voorzitter en de leden volledige doorbetaling van hun bezoldiging tot aan het tijdstip van toekenning van een invaliditeitspensioen op grond van de Wet privatisering ABP respectievelijk op grond van het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP, met dien verstande dat de doorbetaling in ieder geval eindigt met ingang van de dag waarop de benoemingstermijn eindigt.

Artikel 9

  • a. Op verzoek van de voorzitter, met instemming van het betrokken lid, kan de minister de omvang van de tijdsbesteding voor de leden op een andere omvang dan gemiddeld 8 uur per week vaststellen.

  • b. Bij een aanpassing van de gemiddelde tijdsbesteding van een lid worden voornoemde vergoedingen aangepast naar rato van de uitbreiding van de gemiddelde tijdsbesteding

Artikel 10

Het is de voorzitter en de leden bij de uitoefening van hun functie verboden vergoedingen, beloningen, giften of beloften van derden te vorderen, te verzoeken of aan te nemen.

Artikel 11

Ingeval de voorzitter of een lid financiële gevolgen ondervindt uit persoonlijke aansprakelijkheid voortvloeiende uit de uitoefening van zijn functie, vindt vanwege de Staat der Nederlanden vrijwaring daarvan plaats tenzij de aansprakelijkheid voortvloeit uit ernstig verwijtbaar gedrag, zoals opzet of grove schuld van de betrokkene.

Artikel 12

De in deze regeling bedoelde bezoldigingen, uitkeringen en vergoedingen komen ten laste van de Ksa.

Artikel 13

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 april 2012.

Artikel 14

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling rechtspositie voorzitter en leden Ksa 2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven.

TOELICHTING

Algemeen

Bij wijziging van de Wet op de Kansspelen van 1 april 2012 is de kansspelautoriteit (ksa) ingesteld. In deze ministeriële regeling wordt de rechtspositie van het bestuur van de ksa geregeld. De ksa is een ZBO met rechtspersoonlijkheid. Op grond van de Kaderwet ZBO stelt de minister de rechtspositie vast.

Artikelsgewijs

Artikel 2

Dit artikel regelt de bezoldiging van het bestuur van de ksa. De gemiddelde arbeidsduur van de voorzitter is gesteld op 24 uur per week, van de leden van het bestuur op 8 uur per week.

Artikelen 3 tot en met 6

Deze artikelen regelen dat voorzitter en leden van het bestuur van de ksa recht hebben op een vakantie-uitkering, een eindejaarsuitkering, representatievergoeding en reiskostenvergoeding volgens de normen die daarvoor gelden voor rijkspersoneel in vergelijkbare functies.

Artikelen 7 en 8

Deze artikelen regelen dat de pensioenvoorziening van de voorzitter en de leden van het bestuur van de ksa voor zover van toepassing zijn ondergebracht bij het ABP.

Artikel 9

Dit artikel geeft de minister de mogelijkheid om de omvang van de tijdsbesteding van de leden van het bestuur van de ksa op verzoek van de voorzitter aan te passen. De ksa is een nieuw gevormde organisatie in een sterk in veld dat sterk in beweging is. Dit kan ertoe leiden dat noodzaak bestaat om, tijdelijk danwel structureel, de gemiddelde arbeidsduur te veranderen.

Artikel 10

Dit artikel heeft tot doel de onafhankelijkheid van de voorzitter en de leden van het te garanderen.

Artikel 11

Als toezichthouder op de kansspelen kan de ksa te maken krijgen met grote financiële belangen en mogelijk navenante schadeclaims als gevolg van beslissingen. Hoewel er geen reden is voor bijzondere zorg op dit punt, is het redelijk geacht een regeling te treffen die voorkomt dat individuele bestuursleden financiële gevolgen ondervinden van genomen beslissingen. Uiteraard wordt ernstig verwijtbaar gedrag, zoals opzet of grove schuld, daarvan uitgesloten.

Artikelen 12 tot en met 14

De kosten die samenhangen met het bestuur van de ksa komen voor rekening van de ksa.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven.

Naar boven