Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 17 januari 2012, nr. WJZ/343051 (3863), houdende aanpassing van de Regeling OCW-subsidies in verband met het in overeenstemming brengen van diverse subsidieregelingen met de Aanwijzingen voor subsidieverstrekking

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 2 en 4 van de Wet overige OCW-subsidies, de artikelen 70, 116, eerste en tweede lid, 123, eerste en tweede lid, en 135, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs, de artikelen 71, 113, eerste en tweede lid, 120, eerste en tweede lid, en 129, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra, de artikelen 74, 85a, eerste en tweede lid, de artikelen 89, eerste en tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs, en de artikelen 2.2.3, eerste en tweede lid, 2.4.3 en 2.7 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Besluit:

Artikel I Wijziging Regeling OCW-subsidies

De Regeling OCW-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid vervalt.

2. Het vierde lid wordt vernummerd tot derde lid.

B

Het opschrift van Hoofdstuk 5 komt te luiden:

HOOFDSTUK 5. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

C

In artikel 20, eerste lid, wordt ‘artikel 18’ vervangen door: artikel 19.

D

Na het opschrift ‘Hoofdstuk 5. Overgangs- en slotbepalingen’ (nieuw) wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 23a. Overgangsrecht

  • 1. Deze regeling is van toepassing op subsidieverstrekking door de minister op grond van de regelingen, genoemd in de bijlage.

  • 2. Bij strijd tussen deze regeling en een regeling, genoemd in de bijlage, prevaleert deze regeling.

  • 3. Tenzij anders is bepaald, is deze regeling niet van toepassing op:

    • a. subsidies die zijn verleend vóór 12 oktober 2010,

    • b. subsidies die zijn verleend op grond van een regeling die in werking is getreden vóór 12 oktober 2010 en niet is genoemd in de bijlage, of

    • c. subsidies die zijn verleend vóór 1 januari 2012 op grond van een regeling die is genoemd in de bijlage.

E

Aan de Regeling OCW-subsidies wordt een bijlage toegevoegd, luidende:

BIJLAGE

Subsidieregeling verbeteren binnenmilieu voor scholen in het primair onderwijs

Tijdelijke regeling meerjarig verstrekken subsidie aan het Landelijk Steunpunt Educatie Molukkers

Regeling Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland

Regeling stimulering Bèta/techniek

Regeling remedial teaching v.w.o.-a.v.o.-v.b.o.

Regeling subsidies voor voortgezet onderwijs

Regeling regionaal zorgbudget, subsidie regionale verwijzingscommissies voortgezet onderwijs en reboundvoorzieningen

Regeling Veldleerplanontwikkeling in samenwerking met organisaties en instellingen

Regeling doorontwikkeling praktijkonderwijs

Regeling Leerplusarrangement VO, Nieuwkomers VO en eerste opvang Vreemdelingen 2009

Subsidieregeling projectopdrachten Bve-sector

Subsidieregeling schoolmaatschappelijk werk in het mbo

Subsidieregeling LAKS, JOB en Combo

Regeling intensivering Nederlandse taal en rekenen mbo

Subsidieregeling Libertas Noodfonds

Regeling subsidie regionale expertisecentra in verband met de pakketmaatregel AWBZ 2009

Subsidieregeling passend onderwijs 2010–2012

Regeling InnovatieImpuls Onderwijs

Stimuleringsregeling Krachtig meesterschap

Regeling subsidiëring stagebegeleiding educatieve minoren in het voortgezet onderwijs 2009–2012

Regeling tegemoetkoming kosten opleidingsscholen

Uitvoeringsregeling bestrijding voortijdig schoolverlaten en regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten.

Regeling Bevordering Internationalisering PO/VO

Subsidieregeling BIOS PO en VO

Kaderregeling exploitatiesubsidies onderzoek en wetenschap

Kaderregeling subsidiëring bilaterale wetenschappelijke en technologische onderzoeksamenwerking

Kaderregeling subsidiering projecten ten behoeve van onderzoek en wetenschap

Subsidieregeling Stichting AAP

Regeling experimenten prestatiebeloning onderwijs

Regeling frictie- en transitiekosten culturele basisinfrastructuur 2009–2012

Subsidieregeling ESF-3 voor onderwijsinstellingen 2000–2006

Subsidieregeling Huygens Scholarship Programme

Tijdelijke regeling subsidie experimenten open bestel

Subsidieregeling postinitiële masteropleidingen hoger beroepsonderwijs

Artikel II Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2012 met uitzondering van artikel I, onderdeel C, dat terugwerkt tot en met 12 oktober 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

TOELICHTING

Algemeen

Bij besluit van de Minister-President van 15 december 2009 zijn de Aanwijzingen voor subsidieverstrekking vastgesteld (Stcrt. 31 december 2009). Op grond van die aanwijzingen moeten bestaande subsidieregelingen en subsidiebeschikkingen uiterlijk per 1 januari 2012 daarmee in overeenstemming zijn gebracht. Deze regeling strekt daartoe.

Voor de subsidieverstrekking door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geeft de Regeling OCW-subsidies (hierna: ROS) invulling aan de Aanwijzingen voor subsidieverstrekking.

Deze regeling wijzigt de ROS en heeft als doel de ROS van toepassing te verklaren op subsidieregelingen die in werking zijn getreden vóór de inwerkingtreding van de ROS op 12 oktober 2010. In artikel 2, derde lid, van de ROS was geregeld dat de ROS niet van toepassing is op regelingen die in werking zijn getreden vóór onderscheidenlijk subsidiebeschikkingen die zijn verleend vóór 12 oktober 2010. Dit lid was opgenomen uit oogpunt van rechtszekerheid. De subsidieontvanger dient immers niet te worden geconfronteerd met een gewijzigd verantwoordingsregime nadat de subsidiebeschikking is afgegeven.

Met de onderhavige wijziging zijn ook de bestaande subsidieregelingen onder de reikwijdte van de ROS gebracht. Met artikel 23a, derde lid, blijft de rechtszekerheid voor de subsidieontvanger gewaarborgd.

Om de ROS van toepassing te verklaring op alle subsidieregelingen is in de ROS een bijlage opgenomen waarin de subsidieregelingen zijn genoemd die in werking zijn getreden vóór de inwerkingtreding van de ROS. Regelingen die een grondslag hebben in de Wet overige OCW-subsidies zijn niet in de bijlage opgenomen.

Als gevolg van de onderhavige regeling gaan nieuwe regels gelden voor de subsidieverstrekking op grond van bestaande subsidieregelingen. Deze regels beogen de lasten voor subsidieontvangers te beperken (bijvoorbeeld omdat een lichter verantwoordingsregime gaat gelden). Voor de subsidieontvanger moet uiteraard duidelijk zijn, welke regels voor hem van toepassing worden. Daarom zal in nieuwe subsidiebeschikkingen worden aangegeven wat de gevolgen zijn van de toepassing van de ROS.

Naast algemeen geldende voorschriften voor subsidieontvangers (hoofdstuk 2 van de ROS) maakt de ROS onderscheid in voorschriften die uitsluitend op onderwijsinstellingen van toepassing zijn (hoofdstuk 3 van de ROS) en voorschriften die uitsluitend op andere subsidieontvangers dan onderwijsinstellingen van toepassing zijn (hoofdstuk 4 van de ROS). Bij subsidieverlening op grond van regelingen die in de bijlage zijn genoemd moet rekening worden gehouden met dit onderscheid. Voor subsidieverlening aan een onderwijsinstelling regelt artikel 13 van de ROS de wijze waarop de onderwijsinstelling deze subsidie moet verantwoorden. Deze verantwoording geschiedt in de jaarrekening, de toepassing van de ROS op de betreffende regeling brengt daar geen verandering in. Voor andere subsidieontvangers dan onderwijsinstellingen is dit in artikel 18 tot en met 22 van de ROS geregeld.

Financiële gevolgen en administratieve lasten

Deze regeling, die geen concrete subsidieverstrekking betreft maar uitsluitend (een wijziging van) algemene regels voor subsidieverstrekking bevat, heeft geen financiële gevolgen.

Deze regeling leidt tot vermindering van administratieve lasten voor burgers, bedrijven of instellingen. Het doel van de ROS is om de administratieve laten te beperken, zowel voor de opstellers van subsidieregelingen als voor de andere betrokkenen zoals potentiële subsidieontvangers. Doordat de ROS van toepassing is op bestaande regelingen, worden de administratieve lasten voor meer potentiële subsidieontvangers beperkt ten opzichte van het verantwoordingsregime zoals dit van toepassing was voor de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A (artikel 2 van de Regeling OCW-subsidies)

Het derde lid vervalt. Een deel van de inhoud van dit lid is overgenomen in artikel 23a, zodat de ROS niet van toepassing is op beschikkingen tot subsidieverstrekking op grond van een regeling waar de ROS nog niet op van toepassing was toen deze beschikking werd afgegeven.

Artikel I, onderdeel B en D (opschrift van hoofdstuk 5 en artikel 23a van de Regeling OCW-subsidies)

Artikel 23a regelt het overgangsrecht van de ROS. Het eerste lid verwijst naar de bijlage waarin subsidieregelingen zijn opgenomen waarop de ROS vanaf het moment van inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling (1 januari 2012) van toepassing is. De subsidieregelingen die zijn genoemd in de bijlage, zijn regelingen die vóór 12 oktober 2010 in werking zijn getreden en op grond waarvan er na 1 januari 2012 nog subsidieverlening kan plaatsvinden. Mocht er onverhoopt een regeling ten onrechte niet zijn vermeld in de bijlage, dan blijft de desbetreffende regeling uiteraard gelden (ook al is er in dat geval mogelijk sprake van strijd met de Aanwijzingen voor subsidieverstrekking).

Door deze regeling is de ROS van toepassing geworden op subsidieverstrekking op grond van de in de bijlage genoemde regelingen. Het tweede lid van artikel 23a regelt dat de bepalingen die zijn opgenomen in de ROS, prevaleren op bepalingen uit in de bijlage opgenomen regelingen. Hiermee is de onduidelijkheid weggenomen over de vraag welke regeling voorrang heeft. In een subsidieregeling uit de bijlage kan bijvoorbeeld een bepaling zijn opgenomen betreffende de verantwoording van de subsidieontvanger die inhoudelijk afwijkt van de bepalingen uit de ROS. Op grond van het tweede lid blijven bepalingen die inhoudelijk in strijd zijn met de ROS, buiten toepassing bij de subsidieverstrekking. Bepalingen die in aanvulling op de ROS zijn opgenomen, blijven -voor zover deze niet in strijd zijn met de ROS- uiteraard wel van toepassing.

Artikel 23a, derde lid, regelt de toepassing van de ROS op reeds verleende subsidies. De ROS is in werking getreden op 12 oktober 2010. Het oude artikel 2, derde lid, van de ROS bepaalde dat op subsidies die zijn verleend voor 12 oktober 2010, de ROS niet van toepassing is, tenzij anders is bepaald. Met de inwerkingtreding van deze regeling blijft dit deel van de bepaling bestaan. Het is opgenomen in onderdeel a.

Daarnaast bepaalde het oude artikel 2, derde lid, van de ROS dat de regeling niet van toepassing is op regelingen die in werking zijn getreden vóór 12 oktober 2010. Dit deel van de bepaling is opgenomen in onderdeel b.

Onderdeel c bepaalt dat op subsidies die vóór 1 januari 2012 zijn verleend op grond van een regeling die is genoemd in de bijlage, de ROS niet van toepassing is.

Overigens is het natuurlijk altijd mogelijk om ook beschikkingen met betrekking tot reeds verleende subsidies als bedoeld in het derde lid, te wijzigen ten voordele van de subsidieontvanger, bijvoorbeeld om te volstaan met een lichter verantwoordingsregime.

Artikel I, onderdeel C (artikel 20 van de Regeling OCW-subsidies)

In artikel 20, eerste lid, van de ROS is abusievelijk verwezen naar artikel 18 van de ROS in plaats van naar artikel 19 van de ROS. Artikel 20, eerste lid, bepaalt dat als een realistische begroting niet mogelijk is er kan worden afgerekend op basis van een werkelijkekostenverklaring. Een afzonderlijke verantwoording over de prestaties vervalt in dat geval. Een werkelijkekostenverklaring mag alleen bij subsidies van € 25.000 of meer worden gevraagd (aanwijzing 15 van de Aanwijzingen voor subsidieverstrekking) en is daarom niet van invloed op de bepaling uit artikel 18 van de ROS (verantwoording van een subsidie minder dan € 25.000), maar op de bepaling uit artikel 19 van de ROS (verantwoording van een subsidie van € 25.000 of meer). Als er een werkelijkekostenverklaring van een subsidie bestaat, vervalt dus de afzonderlijke verantwoording van artikel 19 van de ROS.

Artikel II (inwerkingtreding)

Omdat op grond van de Aanwijzingen voor subsidieverstrekking bestaande subsidieregelingen en subsidiebeschikkingen uiterlijk per 1 januari 2012 met deze aanwijzingen in overeenstemming moeten zijn gebracht, kent deze regeling (met uitzondering van artikel I, onderdeel C) terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2012. Daarmee wordt voor wat betreft de implementatietermijn uiteraard afgeweken van het beleid inzake Vaste verandermomenten (VVM). Omdat deze regeling leidt tot vermindering van administratieve lasten (zie de alinea onder ‘Financiële gevolgen en administratieve lasten’ uit het algemene deel van de toelichting) is het toekennen van terugwerkend kracht niet bezwarend voor subsidieontvangers.

Om te voorkomen dat er twijfel kan bestaan over de rechtmatigheid van verstrekte subsidies waarbij artikel 20 van de Regeling OCW-subsidies is toegepast, is aan het herstellen van de foutieve verwijzing in die bepaling terugwerkende kracht gegeven tot en met het moment van inwerkingtreding van de ROS op 12 oktober 2010.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

Naar boven