Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 9 augustus 2012, nr. 287347, houdende een tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter bescherming van najaarsgeplante bloembolgewassen tegen bacteriën (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van najaarsgeplante bloembolgewassen)

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gezien het verzoek van de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur van 5 juni 2012;

Gelet op artikel 53 van Verordening (EG) 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) en artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. wet:

Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

b. verordening:

Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309).

Artikel 2

Een tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van de wet en artikel 53, eerste lid, van de verordening wordt verleend voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Formaline (Formaldehyde 37%) ter bestrijding van bacteriën in warme en koude dompelbaden van hyacint, iris en andere in najaarsgeplante bolgewassen (zogenaamd bijgoed volgens Definitielijst toepassingsgebieden versie 2.0. Ctgb juni 2011).

Artikel 3

De vrijstelling bedoeld in artikel 2 is slechts van toepassing indien de voorschriften en beperkingen die zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van 20 augustus en vervalt met ingang van 18 december 2012.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van najaarsgeplante bloembolgewassen.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 9 augustus 2012

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, namens deze: J.P. Hoogeveen MPA, De Directeur-Generaal Agro.

Een belanghebbende kan, binnen zes weken na de datum van publicatie in de Staatscourant, tegen dit besluit een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen bij de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, ter attentie van Dienst Regelingen, Afdeling Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.

A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

Middelnaam: Formaline (bevat 37% formaldehyde en 8% methanol)

  • Toegestaan is uitsluitend het gebruik ter bestrijding van plantpathogene bacteriën door middel van een dompelbehandeling in de teelt van hyacint, iris en andere in het najaar geplante bijzonder bolgewassen (z.g.n. bijgoed volgens Definitielijst toepassingsgebieden versie 2.0, Ctgb juni 2011).

  • De toepassingsperiode waarin formaldehyde mag worden gebruikt loopt van 20 augustus tot en met 17 december 2012

  • Toepassing in hyacint ter bestrijding van bacterieziekten (o.a. Erwinia spp):

    Dosering: 0,5% (0,5 liter Formaline oplossen in 100 liter water) in holbollen

    1% (1 liter Formaline oplossen in 100 liter water) in overige hyacintenbollen

  • Toepassing in iris en overige in het najaar geplante bijgoed van bloembolgewassen ter bestrijding van bacterieziekten:

    Maximale dosering: 0,5% (0,5 liter Formaline oplossen in 100 liter water)

  • Raadpleeg voor de duur van dompelen en voorweken de toepassingsrichtlijnen van de voorlichting.

  • Het dompelbad dient voorzien te zijn van een adequate afzuiging naar buiten.

  • De ruimte waarin het dompelbad staat dient ruim geventileerd te worden tijdens het gebruik van formaline.

  • Toepassing van Formaline is uitsluitend toegestaan indien: Werknemers zonder adequate ademhalingsbescherming niet worden blootgesteld aan een overschrijding van de wettelijke grenswaarde van Formaldehyde (15 min TGG van 0,5 mg/m3 en 8 uur TGG van 0,15 mg/m3) of die van Methanol (8 uur TGG van 133 mg/m3) tijdens het aanmaken van de dompelvloeistof, het vullen van het dompelbad, het laden van de bollen in het dompelbad, het dompelen, het lossen van de bollen uit het dompelbad en het drogen.

  • Uitsluitend toepassen in dompelbad indien:

    • de behandelruimte bij gebruik van het dompelbad door compartimentering volledig gescheiden is van andere ruimten waar tijdens het dompelen andere werkzaamheden plaatsvinden (zoals sorteren), of

    • andere werkzaamheden (zoals sorteren) in hetzelfde gebouw waar de dompelinstallatie staat opgesteld niet plaats vinden op een tijdstip waarop de dompelinstallatie in gebruik is; en

    • de te behandelen partij niet meer gesorteerd behoeft te worden.

  • Een formaline bevattend dompelbad dient buiten de gebruiksperiode luchtdicht afgedekt te worden om verdamping van formaline te voorkomen.

  • Bij bewaring van behandelde bollen: de bewaarruimte ventileren om eventuele formaline uit nadampende bollen te verwijderen.

  • Bij het drogen van de behandelde bollen mag:

    • De ruimte niet betreden worden zonder adequate ademhalingsbescherming

    • Moet de ruimte voldoende geventileerd worden en moet de drooglucht naar buiten worden afgevoerd

    • Mag in de aanpalende ruimten alleen gewerkt worden indien de concentratie aan Formaldehyde en Methanol onder de wettelijke grenswaarden blijven.

  • De toepasser wordt voorafgaand aan het gebruik van het middel in kennis gesteld van onderstaande gevaren en veiligheidswaarschuwingen:

    • Veroorzaakt brandwonden.

    • Giftig bij inademing, opname door de mond en aanraking met de huid.

    • Schadelijk: bij inademing, opname door de mond en opname door de mond zijn onherstelbare effecten niet uitgesloten.

    • Carcinogene effecten zijn niet uitgesloten.

    • Kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.

    • Bij aanraking met de ogen of de huid onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen van nitryl of butylrubber.

  • Draag geschikte handschoenen indien men werkt met behandelde bollen.

  • Indien huidreacties optreden ten gevolge van overgevoeligheid voor Formaline, niet meer werken met dit product of met dit product behandelde planten of bollen.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk dit etiket tonen).

  • In de ruimte bij het dompelbad dienen bij de toepassing (laden/lossen bollen dompelbad, toedienen formaline) van dit middel alle medewerkers een halfgelaatsmasker of volgelaatsmasker te dragen voorzien van een grijze filterbus met codeletter B of onafhankelijke ademhalingsbescherming.

  • Volg de gebruiksvoorschriften om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

  • Het middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik.

TOELICHTING

Algemeen

Artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (hierna: de wet) en artikel 53 van Verordening (EG) 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) (hierna: de verordening) maken het mogelijk in bijzondere omstandigheden vrijstelling te verlenen van het verbod een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel te gebruiken. Vrijstelling kan worden verleend als een maatregel nodig blijkt voor een gecontroleerd en beperkt gebruik ter beheersing van een gevaar dat op geen enkele andere redelijke manier te beheersen is.

Bijzondere omstandigheid

Formaline (37% formaldehyde) was als gewasbeschermingsmiddel toegelaten op grond van artikel 9 van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962, een zogenaamde ambtshalve toelating. Doordat in de nieuwe Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, die op 17 oktober 2007 in werking is getreden, geen ruimte meer is voor ambtshalve toelatingen, is de toelating van Formaline als gewasbeschermingsmiddel op dezelfde datum komen te vervallen. In november 2006 werd een essential use aanvraag afgewezen in het EU Standing Committee. Bij beschikking van de Europese Commissie van 21 juni 2007 (2007/442/EEG) werd bekendgemaakt dat de werkzame stof formaldehyde niet opgenomen zou worden in Bijlage I van richtlijn 91/414/EEG. Alle toelatingen van gewasbeschermingsmiddelen op basis van formaldehyde zijn per 22 december 2007 ingetrokken. In het najaar van 2006 was algemeen bekend dat de toelating van Formaline als gewasbeschermingsmiddel zou komen te vervallen op grond van humane toxiciteit.

Het niet meer mogen toepassen van formaldehyde in dompelbaden zal leiden tot een toename van de verspreiding van bacteriën, aaltjes en schimmelsporen van zieke bollen naar gezonde bloembollen. Er zijn momenteel geen alternatieve middelen toegelaten ter bestrijding van bacteriën in dompelbaden.

In 2009 werden de toepassingen van Formaline in de bloembollensector aangemeld voor het gedifferentieerde handhavingsbeleid voor biociden van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Echter deze aanvraag werd teruggetrokken omdat de toepassing van Formaline in dompelbaden van bloembollen door het College voor de toelating van gewasbeschermings-middelen en biociden (hierna: Ctgb) niet als een biocide werd gezien, maar als gewasbeschermingstoepassing. Niettemin heeft een toelatingshouder in mei 2012 een toelatingsaanvraag bij het Ctgb ingediend om formaldehyde toch als biocide te mogen toepassen in het dompelbad (tegen Legionella).

Alternatieven

Bestrijding schimmelziekten

Ter bestrijding van diverse schimmels zijn verschillende chemische alternatieven voor bolontsmetting toegelaten, het gaat dan om middelen op basis van thiofanaat-methyl, pyraclostrobine en folpet, prochloraz (al dan niet in combinatie met chloorthalonil), fluazinam, prothioconazool en captan, voor het dompelen van diverse bloembollen (veelal voor het planten) tegen diverse schimmels. Deze middelen worden veelal toegepast om de bloembollen te beschermen tegen schimmels tijdens de teelt. De fungiciden zijn minder effectief dan Formaline in het tegengaan van de verspreiding van de schimmels in het dompelwater, maar de alternatieven zijn wél inpasbaar in de gemiddelde bedrijfsstructuur en derhalve redelijk te noemen. Voor de preventie tegen schimmelaantasting in onder andere narcis en iris is hierdoor een alternatief beschikbaar.

Bestrijding aaltjes

Om schoon uitgangsmateriaal te verkrijgen, krijgen vrijwel alle bollen jaarlijks een warmwaterbehandeling. Hiermee wordt een groot deel van de aanwezige aaltjes gedood. Bacteriën en schimmels kunnen zich juist verspreiden bij een warmwaterbehandeling, één aangetaste bol kan een hele partij besmetten. Warmwaterbehandeling is niet effectief tegen bacteriën en schimmels. Voor de bestrijding van aaltjes in in het najaar geplante bloembollen is een alternatief beschikbaar dat inpasbaar is in de gemiddelde bedrijfsstructuur en derhalve redelijk te noemen.

Bestrijding bacteriën

Warmwaterbehandeling en bolontsmetting zonder formaline hebben geen bestrijdend effect op bacterieziekten. Voor de bestrijding van bacterieziekten als geelziek (Xanthomonas campestris pv hyacinthi), woekerziek (Rhodococcus fascians) en Erwinia chrysanthemi die voorkomen in de teelt van hyacint, iris en diverse bijzondere bloembolgewassen is geen alternatief beschikbaar.

Inspanningen sector:

Vanaf 2001 tot 2006 zijn door de sector verschillende onderzoeken gefinancierd naar alternatieven voor formaldehyde bij warmwaterbehandelingen. Het onderzoek is vooral uitgevoerd in lelie en hyacint en niet op andere in het najaar geplante bollen. In hyacint zijn geen alternatieven gevonden die een vergelijkbaar effect hadden als formaldehyde in dompelbaden.

Vanaf 2007 zijn de inspanningen van de sector gericht op het behoud van Formaline.

In 2011 is een projectplan opgesteld voor onderzoek in lelie, narcis en hyacint naar alternatieve technieken en toepassingen van middelen. Dit onderzoek wordt inmiddels uitgevoerd en de onderzoeksresultaten worden in 2013 verwacht. Bij positieve resultaten zal nog minimaal 2–3 jaar nodig zijn voor de technieken in de praktijk kunnen worden toegepast of voor de (wijziging van de) toelating van middelen. Een periode ter overbrugging van deze tijd is noodzakelijk om schade door bacteriën die zich verspreiden in het dompelbad tegen te kunnen gaan.

Gevaar voor de teelt

Indien geen Formaline kan worden toegevoegd aan het dompelbad, kan verspreiding van met name bacteriën en aaltjes vanuit geïnfecteerde bloembollen tot een grote toename van besmette bollen in de gedompelde partijen bollen leiden. De infecties die hierdoor ontstaan zullen er toe leiden dat planten in het veld niet opkomen of uitvallen. Verwacht wordt dat de schade die ontstaat wanneer middelen op basis van formaldehyde niet meer worden toegepast, ieder jaar zal toenemen. De verwachte schade zal variëren tussen de 30 en 100 procent, wat neerkomt op een financiële schade voor de sector van twee- tot driehonderd miljoen euro per jaar. Voor de bestrijding van bacterieziekten zijn geen alternatieven beschikbaar voor het gebruik van formaline, daarom vormen deze een bedreiging voor de teelt van hyacint, iris en een aantal bijzondere bolgewassen (bijgoed).

Conclusie

De verspreiding van bacterieziekten in de warmwaterbaden of koude dompelbaden van hyacint, iris en andere najaarsgeplante bijzonder bolgewassen (bijgoed) is een teeltbedreigend probleem waarvoor momenteel onvoldoende effectieve bestrijdingsmaatregelen en -middelen beschikbaar zijn. Hierdoor is sprake van een noodsituatie in de teelt van hyacint, iris en een aantal bijzondere bolgewassen (bijgoed). In de teelt van narcis zijn met name schimmels en aaltjes een probleem, waarvoor alternatieven beschikbaar zijn. Voor het gebruik van Formaline in narcis wordt dan ook geen vrijstelling verleend.

Door de sector worden inspanningen geleverd om alternatieven voor het gebruik van formaline te ontwikkelen door middel van onderzoek.

In zijn advies van 20 juli 2012 geeft het Ctgb aan geen onoverkomelijke bezwaren te zien om de vrijstelling te verlenen indien de voorschriften in de bijlage worden nageleefd. Het Ctgb wijst wel op de eerdere toezegging van de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur om:

  • een meetprogramma uit te voeren dat meer duidelijkheid moet bieden over blootstelling in verwerkingsruimten; en

  • een voorlichtingsinspanning te doen om alle bloembollenondernemers te informeren over en overtuigen van de noodzaak volgens de gebruiksvoorschriften te handelen en aldus blootstelling tot het minimum te beperken.

Getoetst aan de criteria van artikel 38 van de wet en artikel 53 van de verordening heb ik tezamen met mijn ambtgenoot van Infrastructuur en Milieu besloten tot vrijstelling van het gewasbeschermingsmiddel Formaline (37% Formaldehyde) over te gaan ter bestrijding van bacteriën in warme en koude dompelbaden van hyacint, iris en andere najaarsgeplante bolgewassen (bijgoed).

Dit besluit treedt in werking met ingang van 20 augustus en vervalt met ingang van 18 december 2012

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, namens deze: J.P. Hoogeveen MPA, De Directeur-Generaal Agro.

Naar boven