Bekendmaking implementatie richtlijn nr. 2011/96/EU van de Raad van 30 november 2011 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten (herschikking) (PB L 345/8)

De Staatssecretaris van Financiën deelt overeenkomstig aanwijzing 339 van de Aanwijzingen voor de regelgeving mee dat richtlijn nr. 2011/96/EU van de Raad van 30 november 2011 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten (herschikking) (PB L 345/8) (hierna:de nieuwe moeder-dochterrichtlijn) is geïmplementeerd door middel van bestaande wetgeving.

De nieuwe moeder-dochterrichtlijn is een herschikking van richtlijn 90/435/EEG van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten (hierna: oorspronkelijke moeder-dochterrichtlijn). Herschikking heeft plaatsgevonden ter wille van de duidelijkheid, aangezien nieuwe wijzigingen nodig zijn en de oorspronkelijke moeder-dochterrichtlijn herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd is.

De oorspronkelijke moeder-dochterrichtlijn is thans in Nederland geïmplementeerd via de deelnemingsvrijstelling van artikel 13 van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969, de inhoudingsvrijstellling van artikel 4 van de Wet op de dividendbelasting 1965 en de in artikel 4, derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen opgenomen vestigingsplaatsbepaling.

De nieuwe moeder-dochterrichtlijn stemt materieel overeen met de oorspronkelijke moeder-dochterrichtlijn. De bestaande nationale wetgeving is daardoor, via de hiervoor genoemde wettelijke bepalingen, reeds in overeenstemming met de nieuwe moeder-dochterrichtlijn.

Wel bevat de nationale wetgeving nog verwijzingen naar de oorspronkelijke moeder-dochterrichtlijn. Aanpassing hiervan is niet strikt noodzakelijk, aangezien artikel 9 van de nieuwe moeder-dochterrichtlijn bepaalt dat verwijzingen naar de oorspronkelijke moeder-dochterrichtlijn gelden als verwijzingen naar de nieuwe moeder-dochterrichtlijn. Desondanks zal de nationale wetgeving bij de eerstkomende gelegenheid op dit punt worden aangepast, zodat in de nationale wetgeving verwezen wordt naar de geldende nieuwe moeder-dochterrichtlijn.

Met ingang van 18 januari 2012, de dag waarop aan richtlijn nr. 2011/96/EU uitvoering moet zijn gegeven, werkt de richtlijn door in de Nederlandse rechtsorde door middel van de hiervoor genoemde bestaande regelgeving.

De Staatssecretaris van Financiën, F.H.H. Weekers.

Naar boven