Green Deal Samen ondernemen in landbouw en natuur van Het Groene Woud en Kempen-Meierij

tussen Staatsbosbeheer, Vereniging Natuurmonumenten, Stichting Het Noordbrabants Landschap, Biologische Producentencoöperatie Kempen Meierij, Agrarische Natuurvereniging Het Groene Woud, Stichting Brabantse Milieufederatie, Rijksoverheid, Provincie Noord-Brabant:

Ondergetekenden:

  • 1. De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, ieder handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, tezamen hierna te noemen: Rijksoverheid;

  • 2. Het college van Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Brabant, handelend in haar hoedanigheid van bestuursorgaan, te dezen vertegenwoordigd door een lid van de directie Ecologie, hierna te noemen: Provincie;

  • 3. Staatsbosbeheer te dezen vertegenwoordigd door de directeur Regio Zuid;

  • 4. Vereniging Natuurmonumenten, te dezen vertegenwoordigd door de directeur Regio Noord-Brabant en Limburg, hierna te noemen: Natuurmonumenten;

  • 5. Stichting Het Noordbrabants Landschap, te dezen vertegenwoordigd door de directeur, hierna te noemen: Brabants Landschap;

  • 6. Stichting Brabantse Milieufederatie, te dezen vertegenwoordigd door de directeur, hierna te noemen: Brabantse Milieufederatie;

  • 7. Biologische Producentencoöperatie Kempen-Meierij te dezen vertegenwoordigd door de Voorzitter;

  • 8. Agrarische Natuur Vereniging Het Groene Woud, te dezen vertegenwoordigd door de Voorzitter, hierna te noemen: ANV Het Groene Woud;

Hierna tezamen te noemen: Partijen;

Algemene overwegingen:

  • 1. Het kabinet beoogt een Green Deal met de samenleving, die bijdraagt aan verduurzaming van de maatschappij op korte en langere termijn en die lonend is voor overheid en maatschappij. Doel van de Green Deal is laten zien dat groen en groei hand in hand gaan.

  • 2. Partijen zien publiekprivate samenwerking als de beste manier om verduurzaming van onze economie te versnellen en hier ook economisch van te profiteren. Deze unieke gezamenlijke aanpak is in Nederland op andere terreinen zeer succesvol en de Green Deal zal hierop voortbouwen. Creativiteit, ondernemerschap en innovatie zijn onmisbaar om deze verduurzaming mogelijk te maken.

  • 3. Bij de Green Deal gaat het om concrete duurzame initiatieven, waarbij barrières verdwijnen, innovaties ontwikkeld, gefinancierd en toegepast worden en duurzame kansen worden benut. In de praktijk loopt de maatschappij tegen belemmeringen aan die in de weg staan aan initiatieven die leiden tot een verdere verduurzaming.

  • 4. In de Green Deal willen partijen concrete afspraken maken die deze belemmeringen wegnemen, zodat de initiatieven die anders moeilijk van de grond komen ruim baan krijgen. Deze initiatieven kunnen vervolgens ook als voorbeeldfunctie dienen voor andere partijen en daarmee de totale markt in beweging zetten.

  • 5. De voor de Green Deal geïnventariseerde projecten van initiatiefnemers zijn door het wegnemen van de beschreven belemmeringen potentieel succesvol, kunnen op korte termijn resultaten opleveren en kunnen uitmonden in nieuwe economische activiteiten of kostenbesparingen op korte of langere termijn voor het bedrijfsleven. De resultaten van een Green Deal kunnen daarna toepasselijk zijn op andere, vergelijkbare projecten, waardoor de reikwijdte van de Green Deal kan worden vergroot zonder dat daar specifieke ondersteuning vanuit de Rijksoverheid tegenover staat.

  • 6. Het advies van de Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijk Hulpbronnen vraagt specifiek aandacht voor groene groei in relatie tot behoud en duurzaam gebruik van biodiversiteit.

  • 7. De Green Deals Biodiversiteit zijn concrete initiatieven die zowel een sterke relatie hebben met biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen als betrekking hebben op één van de thema’s uit de duurzaamheidsagenda, te weten: grondstof-en productketens, water- en landgebruik, voedsel, mobiliteit, klimaat en energie.

  • 8. Deze Green Deal geeft invulling aan het advies van de Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijke Hulpstoffen, met name door het behoud van biodiversiteit en het gebruik van duurzaam gewonnen natuurlijke grondstoffen te integreren in de agrarische bedrijfsvoering en de prijs- en inkomensvorming.

De Green Deal tussen Partijen bestaat uit de volgende afspraken:

Inleiding

Green Deal Samen ondernemen in landbouw en natuur van Het Groene Woud en Kempen-Meierij

Betrokken partijen – Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Brabants Landschap, Biologische Producentencoöperatie Kempen-Meierij, ANV Het Groene Woud en Brabantse Milieufederatie willen verdergaande en nieuwe vormen van samenwerking tussen boeren en terreinbeherende organisaties (TBO’s) in de regio verkennen en realiseren. Zij verwachten dat dit bedrijfsmatige voordelen heeft voor terreinbeheerders en voor boeren en dat het leidt tot beter beheer, meer biodiversiteit, bedrijfsverbreding voor boeren en meer maatschappelijk draagvlak voor natuur. Op basis van enkele veelbelovende eerste ervaringen denken zij dat meer synergie te bereiken is, met meerwaarde voor beide kanten.

Het streven is om nieuwe vormen en concepten van samenwerking uit te testen en te bevorderen a) op perceels-/bedrijfsniveau, b) in een samenwerkingsverband van TBO met een groep boeren op gebiedsniveau en c) op organisatie/managementniveau. Dit klinkt gemakkelijk, maar in de praktijk spreken boeren en terreinbeheerders in onvoldoende mate elkaars taal. Er is een flinke tijdsinvestering nodig om beide partijen nader tot elkaar te brengen. In een eerder kleinschalig experiment zijn hiermee goede ervaringen opgedaan en bemoedigende resultaten geboekt via een begeleid proces van veldexperimenten, maatwerkafspraken op bedrijfs- en perceelsniveau en kennisdelen tussen boeren en terreinbeheerders via veldbijeenkomsten, thema- en open dagen. Daarmee is een zodanig vertrouwen opgebouwd dat genoemde partijen de samenwerking op grotere schaal willen uitbouwen. Een knelpunt voor beide partijen vormt echter de tijdsinvestering die de organisatie en uitvoering van dit proces kost. Hiervoor is een steun in de rug nodig.

Boeren komen te weinig toe aan groene en blauwe diensten omdat ze het niet in hun bedrijfsvoering rondgezet kunnen krijgen. Implementatie van maatschappelijke diensten vraagt een structurele omzetting in het bedrijf en een nieuwe benaderingswijze door de agrariër die rekening houdt met veranderingen op het maatschappelijk vlak, de directe leef- en woonomgeving en het aantrekkelijk houden van het landschap. Dit samenwerkingsproject helpt daarbij.

Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Brabants Landschap, Biologische Producentencoöperatie Kempen-Meierij, ANV Het Groene Woud en Brabantse Milieufederatie willen twee concrete doelen bereiken.

  • 1. Het opzetten van twee gezamenlijke beheersarrangementen die TBO’s en (groepen) boeren wederzijds meerwaarde opleveren in termen van natuur en biodiversiteit, van agrarische productie, financieel rendement en maatschappelijk draagvlak.

  • 2. Het gezamenlijk realiseren van natuur op eigen bedrijf bij boeren en dit breed communiceren.

TBO’s zijn gewend aan het uitgeven van het beheer van natuurgronden aan individuele boeren. Ieder jaar worden nieuwe afspraken gemaakt. Dit kost veel tijd, is omslachtig en vergt veel capaciteit en levert niet altijd de beoogde biodiversiteit. De juiste voorwaarden (zoals organisatorisch, kennis, expertise, wederzijds vertrouwen, maar in een aantal gevallen ook het nog niet ingericht zijn van het gebied, of de onzekerheden over doelen c.q. het afregelen van het beheer in de periode aansluitend op de inrichting) zijn hiervoor vaak nog niet gerealiseerd. Het is noodzakelijk om eerst boeren en TBO’s optimaler te laten samenwerken zodat het beheer door boeren van natuurgrasland en natuurakkers van TBO’s vaker, goedkoper en beter in de agrarische bedrijfsvoering inpasbaar plaats kan vinden. Collectief beheer door groepen boeren (zoals ANV, coöperatie ) is een middel om natuurdoelen te realiseren. Daarnaast is het in voorkomende gevallen gewenst bestaande een-op-een samenwerkingsrelaties te optimaliseren. Dit betekent collectieve en maatwerkafspraken, cultuur van vertrouwen en wederzijdse communicatie.

Het maken van afspraken met georganiseerde groepen boeren komt vergaand tegemoet aan een effectievere werkwijze omdat zij in onderlinge afstemming werkzaamheden kunnen plannen en uitvoeren, verbeteren van biodiversiteit en het realiseren van een natuurverdienmodel.

In twee gebieden zullen concrete nieuwe vormen van samenwerking opgepakt worden.

Pilot De Hilver

Beschikbare nieuwe natuurgronden in het landinrichtingsgebied De Hilver zullen begin 2012 in gebruik worden genomen door TBO’s. Het betreffen voornamelijk graslanden en oorspronkelijke akkerreservaten. De TBO’s met name Staatsbosbeheer hebben behoefte aan het maken van duurzame beheerafspraken met een collectief van boeren. De Biologische Producentencoöperatie Kempen-Meierij werkt hiertoe met een groep van 10 boeren aan een gezamenlijk natuurbeheerplan waarin duurzaam beheer, meerjarige afspraken en een biologische productiewijze voorop staan. Bijzonder is hoe open de partijen dit proces willen ingaan. Men is overeengekomen te werken op basis van werkelijk gemaakte beheerkosten, met een open boekhouding zodat voor boeren en TBO’s kosten en opbrengsten transparant zijn. Deze open opstelling naar elkaar toe is het resultaat van de investering die de afgelopen jaren op lokaal niveau is gedaan en heeft geresulteerd in vertrouwen over en weer.

Het streven van de Biologische Producentencoöperatie Kempen-Meierij en Staatsbosbeheer is te komen tot een meerjarige samenwerkingsovereenkomst.

Pilot Het Groene Woud

ANV Het Groene Woud streeft ernaar dat haar leden 5% van het bedrijfsareaal bestemmen voor natuur- en landschapelementen. Daarmee neemt de biodiversiteit op de bedrijven flink toe. Tegelijkertijd zoeken deze boeren naar mogelijkheden om het ontstane productieverlies (5% van het bedrijfsareaal is uit productie genomen) te compenseren. Daarbij zou men bij voorkeur in aanmerking willen komen voor beschikbare natuurgronden van Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Het Brabants Landschap, Waterschap De Dommel en de gemeenten uit de streek. De inzet van deze boeren is enerzijds gericht op het mogelijk maken van een duurzaam en langjarig beheer van natuurgronden en anderzijds op het behalen van voor de boer interessante voederproductie. Voor de TBO’s is het interessant omdat een collectief van boeren continuïteit biedt over het beheer van natuurgronden, en deelnemende bedrijven op het eigen bedrijf 5% natuur realiseren.

ANV Het Groene Woud streeft ernaar met de TBO’s een meerjarige overeenkomst te sluiten die het mogelijk maakt om natuurgronden te benutten voor haar leden. Voorwaarde voor deze overeenkomst is dat de betrokken boeren en beheerders van TBO’s eerst nader tot elkaar worden gebracht (zoals eerder is gedaan in De Hilver), een organisatorische samenwerkingsvorm wordt opgezet die past bij de ANV en de TBO’s en maatwerkoplossingen tussen boer en terreinbeheerder worden gevonden. Hiervoor is procesbegeleiding nodig.

Indien voldoende middelen ter beschikking staan en de juiste condities zijn geschapen, staat deze Green Deal open voor uitbreiding met gelijkwaardige initiatieven binnen de in deze Green Deal geschetste voorwaarden. Concreet wordt daartoe de inbreng van de samenwerking tussen Natuurmonumenten en Stichting Overlegplatform Duinboeren onderzocht.

Belemmeringen

Bij het zoeken naar nieuwe en optimaliseren van bestaande samenwerkingsvormen lopen boeren en TBO’s tegen een aantal belemmeringen aan:

1. Nieuwe samenwerkingsvormen

  • Boeren en TBO’s kunnen de extra tijdsinspanning die nodig is om nieuwe vormen van samenwerking te verkennen, te testen en te realiseren niet in hun reguliere bedrijfsvoering inpassen. Hiervoor is tijd, procesbegeleiding en expertise nodig.

  • Het is voorafgaande aan het afsluiten van de samenwerkingsovereenkomst en het bijbehorende beheer door het collectief van boeren onduidelijk of deze voor boer en terreinbeheerder financieel aantrekkelijk en/of rendabel is. Wat kost het beheer en wat levert het op? Wat is het verdienmodel voor ieder van de beide partijen? Vandaar dat men nu in de Hilver gedurende een drietal jaren wil werken met een open boekhouding.

    Om beter lering te kunnen trekken uit deze gezamenlijke financiële exercitie is specifieke expertise nodig over de te hanteren financiële berekeningssystematiek, het analyseren van de financiële uitkomsten van een ‘open begroting’ en het doen van aanbevelingen voor een verbeterde werkwijze. Deze expertise is beschikbaar bij het Louis Bolk Instituut en BION Food & Agriculture.

2. Wet- en regelgeving.

  • Onbekendheid met het SNL (Subsidiestelsel Natuur- en landschapbeheer) en de milieuregelgeving en onduidelijkheid in hoeverre de mogelijkheden voor pachters van natuurterreinen al dan niet in strijd zijn met voorwaarden en wetten. Vrees voor fouten of overtredingen van wetgeving of het voldoen aan verplichtingen voortvloeiend uit een subsidieregeling staan samenwerking soms in de weg.

  • Boeren zijn samen met TBO’s in staat om reststromen binnen het gebied te houden door ze te verwerken in het veld (veldcompostering) of binnen het bedrijfssysteem (stalstrooisel, compostering), tegen lagere kosten dan regulier beheer van groenafval. De regelgeving gaat waarschijnlijk meer mogelijk maken (gelet op de Europese Kaderrichtlijn Afval), maar boeren en TBO’s hebben behoefte aan helderdere formuleringen van wat er mag. Ze bepleiten de formulering van een handreiking voor agrarische toepassingen van reststromen uit natuurgebieden, vergelijkbaar met de ‘Handreiking composteringsplaats voor bedrijven met bloembollenteelt’, gebaseerd de gegevens verzameld in het kader van verschillende praktijkproeven (Louis Bolk Instituut, versch. publicaties).

  • Huidige administratieve systemen zijn gekoppeld aan individuele agrarische ondernemers (bijv. voor Europese subsidies, toeslagen of uitvoering van wetgeving. Dit maakt het onmogelijk of moeilijk om gronden aan een collectief van boeren te verpachten.

3. Kennis en kennisontwikkeling over beheer natuurgronden en reststromen

Bij gebruikers/pachters van gronden van TBO’s is onvoldoende kennis aanwezig over natuurbeheer en gebruik van restmaterialen.

Kennis uitwisselen en delen tussen boeren en terreinbeheerders tijdens veld-, netwerk- en studiebijeenkomsten en themadagen is een beproefde aanpak om dit hiaat op te lossen.

Onderzoek op praktijkniveau over ondermeer de mogelijkheden van veldcompostering en het sluiten van kringlopen is goed mogelijk op representatieve boerenbedrijven mits middelen en expertise beschikbaar worden gesteld.

TBO’s en boeren bepleiten het mogelijk maken van kennisuitwisseling en praktijkonderzoek door beschikbaar stellen van kennisbegeleiding en advies en onderzoekscapaciteit.

Lopende het project zullen hoogstwaarschijnlijk meer concrete knelpunten in beeld komen; het is gewenst dat er een vaste contactpersoon is bij de Rijksoverheid waarbij dit kan worden aangekaart.

Resultaten

  • Meer zichtbare biodiversiteit en natuur op de agrarische bedrijven.

  • Betere operationele samenwerking tussen (groepen) boeren en terreinbeheerders die elkaars taal weer spreken en een duurzame werkrelatie hebben gecreëerd.

  • Twee samenwerkingsovereenkomsten tussen groepen boeren en terreinbeheerders in minimaal twee gebieden. De samenwerking heeft betrekking op 300 tot 500 ha waarbij tussen 30 tot 50 boeren betrokken zijn.

  • Mogelijkheden voor bedrijfsverbreding door boeren om natuurwerkzaamheden voor TBO’s goed in te passen in hun bedrijfsvoering.

  • Mogelijkheden om meer meerwaarde te creëren op producten uit natuurterreinen met voordeel voor boer en TBO (denk aan bijv. pitrus als strooisel in de potstal; of labelling/certificering voor voedselproducten uit natuurterreinen).

  • Mogelijkheden voor kostenbesparing voor TBO’s (door mogelijkheden voor boeren om te optimaliseren en/of biomassa te verwaarden in hun bedrijfsvoering i.p.v. daar stortkosten voor te moeten betalen).

  • Meer mogelijkheden voor ondernemen met natuur door agrarische ondernemers.

  • Kruisbestuiving van kennis tussen boeren (o.m. met kennis van natuur en natuurbeheer van TBO’s) en TBO’s (o.m. met ondernemerszin en bedrijfsmatige optimalisatie van boeren).

  • Mogelijke innovatieve samenwerkingsvormen en producten.

  • Innovaties kunnen als voorbeeld dienen voor boeren en TBO’s elders in het land.

Als de samenwerking tussen ANV het Groene Woud en de TBO’s succesvol vorm krijgt, wil ANV Het Groene Woud ook proberen samenwerkingsovereenkomsten af te sluiten met Waterschap de Dommel, regionale gemeenten en wellicht ook Provincie Noord-Brabant en andere partijen die grond bezitten die interessant is voor gebruik/beheer door agrariërs.

Partijen spreken het volgende met elkaar af:

Prestatie Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Brabants Landschap, Biologische Producentencoöperatie Kempen-Meierij, ANV Het Groene Woud, Brabantse Milieufederatie

  • Verdergaande en nieuwe vormen van samenwerking tussen boeren en TBO’s in Het Groene Woud en De Hilver verkennen en realiseren. In de verwachting dat dit bedrijfsmatige voordelen heeft voor terreinbeheerders èn voor boeren en dat het leidt tot beter beheer, meer biodiversiteit, bedrijfsverbreding voor boeren en meer maatschappelijk draagvlak voor natuur. Dit wordt uitgewerkt in twee pilots.

  • Het inbrengen van kennis over (agrarisch) natuurbeheer, betrokkenheid in het samenwerkingsproces, kennisontwikkeling en uitvoeringscapaciteit door alle betrokken partijen. Partijen zijn bereid hiervoor personele capaciteit en tijd te leveren.

  • Langjarige afspraken 2012–2015 met groepen boeren over duurzaam gebruik en beheer van natuurgronden in de twee pilotgebieden volgens gezamenlijk opgestelde beheerplannen.

  • Het winnen van vertrouwen op operationeel niveau van terreinbeheerders en boeren en vertrouwen geven waardoor een duurzame werkrelatie tot stand komt.

  • Het intern uitdragen van opgedane en kennis en ervaring bij directie en management van TBO’s over doelen en manier van samenwerken en operationele uitvoering.

  • Grensverleggend bezig zijn, wellicht ook risico’s nemen.

  • Staatsbosbeheer is tevens betrokken bij de Green Deal Producerend Landschap. Kennis en ervaring uit deze landelijk Green Deal wordt ingebracht in onderhavige Green Deal en omgekeerd.

Tegenprestatie Rijksoverheid

  • De Rijksoverheid stelt binnen de relevante wettelijke kaders en ter ondersteuning van procesbegeleiding en praktische kennisontwikkeling en -verspreiding in de Green Deal ‘Samen ondernemen in landbouw en natuur van Het Groene Woud en Kempen-Meierij’ een financiële bijdrage van maximaal €300.000,– (incl. eventuele BTW) beschikbaar voor zover dit strookt met de toepasselijke staatssteunregels. Daartoe zal een aanvraag moeten worden ingediend, vergezeld van een projectplan inclusief begroting.

  • De Rijksoverheid zal onderzoeken en bezien of de milieuregelgeving aangepast kan worden waardoor het mogelijk wordt om schone en onverdachte reststromen uit natuurgebieden onder veldomstandigheden of binnen het agrarische bedrijf nuttig toe te passen.

  • De Rijksoverheid zorgt voor een contactpersoon bij de Rijksoverheid waarbij belemmeringen in wet- en regelgeving kunnen worden aangekaart

Tegenprestatie Provinciale overheid

  • De Provincie draagt bij aan het verduidelijken van de interpretatie en uitleg van het Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer voor zover deze voortvloeien uit de onbekendheid hiermee in de uitvoeringsfase en zorgt voor de communicatie naar TBO’s en boeren, bijv. in expertbijeenkomsten 2 keer per jaar.

  • De Provincie stimuleert als regelingseigenaar STIKA (provinciaal stimuleringskader groen-blauwe diensten) in samenwerking met gemeenten daar waar mogelijk en nodig de ruimere inzetmogelijkheden van groen-blauwe diensten t.b.v. van deze Green Deal.

  • De Provincie zorgt voor een vaste contactpersoon waarbij belemmeringen in provinciale regelgeving kunnen worden aangekaart.

Slotbepalingen.

Deze Green Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening en geldt voor de periode december 2011 tot 2015. Alle in deze Green Deal genoemde afspraken worden zo snel mogelijk ter hand genomen.

Partijen komen overeen dat de Green Deal afspraken niet in rechte afdwingbaar zijn.

Deze Green Deal zal samen met andere afgesloten Green Deals openbaar worden gemaakt, waardoor andere partijen kennis kunnen nemen van de gesloten Green Deals, zodat navolging van deze Deals kan worden bevorderd.

Getekend te ’s-Gravenhage, 6 april 2012

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, M.J.M. Verhagen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J.J. Atsma.

Provincie Noord-Brabant, vertegenwoordigd door S. Middelkamp, lid directie Ecologie

Staatsbosbeheer, vertegenwoordigd door H.A. Boeschoten, directeur Staatsbosbeheer Regio Zuid

Natuurmonumenten, vertegenwoordigd door C. Rijnen, Directeur Natuurmonumenten Regio Noord-Brabant en Limburg

Stichting Het Noordbrabants Landschap, vertegenwoordigd door J. Baan, Directeur

Stichting Brabantse Milieufederatie, vertegenwoordigd door N. Verdaasdonk, Directeur

Biologische Producentencoöperatie Kempen-Meierij, vertegenwoordigd door J. van den Broek, Voorzitter

Agrarische Natuur Vereniging Het Groene Woud, vertegenwoordigd door T. van den Oord,Voorzitter

Naar boven