ARTIKEL I
De Regeling MLA’s wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 komt onderdeel a te luiden:
- a. minister:
-
Minister van Infrastructuur en Milieu;
B
Artikel 1a komt te luiden:
Artikel 1a
Deze regeling berust op de artikelen 2, vierde lid, 9, en 13, aanhef en onderdelen
a,b en c, van het Besluit luchtvaartuigen 2008, artikel 7 van het Besluit vluchtuitvoering
en artikel 56 van het Luchtverkeersreglement.
C
Artikel 2 komt te luiden:
Artikel 2
-
1. Een speciaal-BvL wordt aangevraagd door indiening bij de minister van een volledig
ingevuld en ondertekend formulier waarvan exemplaren kosteloos bij de minister zijn
te verkrijgen.
-
2. Aan de houder van een MLA, MLH of gemotoriseerd schermvliegtuig wordt een speciaal-BvL
afgegeven indien de volgende bescheiden worden overgelegd:
-
a. een document, afgegeven door de luchtvaartautoriteiten van Duitsland, Groot-Brittannië
of Tsjechië waaruit blijkt dat het desbetreffende type en configuratie MLA, MLH of
gemotoriseerd schermvliegtuig voldoet aan de desbetreffende luchtwaardigheideisen
zoals die zijn vastgesteld in één van de genoemde landen;
-
b. een verklaring van de houder waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de aanwijzingen,
afgegeven door de luchtvaartautoriteit van het in onderdeel a genoemde land aan wiens
luchtwaardigheidseisen het desbetreffende MLA, MLH of gemotoriseerd schermvliegtuig
voldoet en aan de door de minister afgegeven aanwijzingen;
-
c. een verklaring van de houder, waarin deze verklaart dat de configuratie MLA, MLH of
gemotoriseerd schermvliegtuig identiek is aan de goedgekeurde configuratie;
-
d. een uittreksel van het geluidmeetrapport, opgesteld door of namens één van de in onderdeel
a bedoelde autoriteiten dan wel door een door de minister erkende of geaccepteerde
organisatie, waaruit blijkt dat de geluidsproductie gemeten volgens de in de bij deze
regeling behorende bijlage 1 beschreven procedure:
-
i. voor het desbetreffende type en configuratie MLA of gemotoriseerd schermvliegtuig
niet meer dan 60 dB(A) bedraagt;
-
ii. voor de desbetreffende type en configuratie MLH niet meer dan 68 dB(A) bedraagt; en
-
e. een verklaring, in tweevoud, overeenkomstig de bij deze regeling behorende bijlage
2 van een door de minister erkende of geaccepteerde organisatie of persoon, dat het
desbetreffende MLA, MLH of gemotoriseerd schermvliegtuig voor wat betreft de voor
de geluidsproductie van belang zijnde aspecten overeenstemt met het MLA, de MLH of
het gemotoriseerd schermvliegtuig waaraan de geluidsmetingen zijn uitgevoerd.
-
3. Indien een MLA of gemotoriseerd schermvliegtuig is voorzien van in Duitsland voorgeschreven
reddingsapparatuur, voldoet deze apparatuur aan de in Duitsland daarvoor geldende
luchtwaardigheidseisen.
-
4. Het model van het speciaal-BvL is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage
3.
E
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. ‘het MLA’ wordt telkens vervangen door: het MLA, de MLH of het gemotoriseerd schermvliegtuig.
b. In onderdeel b wordt ‘artikel 2, tweede lid’ vervangen door: artikel 2, tweede lid,
onderdeel b.
2. In het derde lid, onderdeel b, wordt na ‘Deutsche Aero Club e.V.’ ingevoegd: of de
Deutsche Ultraleichtflugverbandes e.V..
F
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en tweede lid wordt ‘het MLA’ vervangen door: het MLA, de MLH of het
gemotoriseerd schermvliegtuig.
2. Het vijfde lid komt te luiden:
-
5. Indien naar het oordeel van de minister door de wijziging van het MLA, de MLH of
het gemotoriseerd schermvliegtuig niet meer met het ten aanzien van dat MLA, die MLH
of dat gemotoriseerd schermvliegtuig afgegeven uittreksel van het geluidmeetrapport
volstaan kan worden, dient door of namens één van de in artikel 2, tweede lid, onder
a, genoemde autoriteiten dan wel een door de minister erkende of geaccepteerde organisatie
een nieuw uittreksel op basis van een nieuw geluidmeetrapport opgesteld te worden
en aan de minister gezonden te worden tezamen met een verklaring als bedoeld in artikel
2, tweede lid, onder e.
3. In het zesde lid wordt ‘artikel 3, tweede lid, onderdeel g’ vervangen door: artikel
2, tweede lid, onderdeel e.
G
Het opschrift van Hoofdstuk III komt te luiden:
HOOFDSTUK III. GEBRUIK VAN HET MLA, DE MLH, OF HET SCHERMVLIEGTUIG.
H
Artikel 7 komt te luiden:
Artikel 7
-
1. Het is verboden:
-
a. met een MLA luchtwerk te verrichten, met uitzondering van het slepen van een zeilvliegtuig,
als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor
de luchtvaart, met een MLA, dat is voorzien van een sleepinrichting, die is geaccepteerd
door een luchtvaartautoriteit van één van de in artikel 2, tweede lid, onderdeel a,
genoemde landen;
-
b. een MLA te gebruiken tegen vergoeding, met baat of voor commerciële doeleinden.
-
2. Het is verboden met een MLH luchtwerk te verrichten of te gebruiken tegen vergoeding,
met baat of voor commerciële doeleinden.
-
3. Het is verboden met een schermvliegtuig luchtwerk te verrichten of te gebruiken tegen
vergoeding, met baat of voor commerciële doeleinden.
I
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanhef komt te luiden:
Onverminderd artikel 7 mogen met MLA’s, MLH’s en schermvliegtuigen slechts vluchten
worden uitgevoerd:
2. Onderdeel c komt te luiden:
J
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. het eerste lid komt te luiden:
-
1. De gezagvoerder van een MLA, en voor zover van toepassing een MLH of een gemotoriseerd
schermvliegtuig is verplicht om tijdens de vlucht naast de in artikel 5, onderdelen
a tot en met g van de Regeling vluchtuitvoering genoemde documenten het bewijs, dat
een verzekering bedoeld in artikel 8, onderdeel c, is gesloten, een afschrift van
deze regeling met uitzondering van de bijlagen en de verklaring als bedoeld in artikel
2, tweede lid, onderdeel e, die door de minister is geaccepteerd, aan boord te hebben.
2. In het tweede lid wordt na ‘het MLA’ ingevoegd: , de MLH of het schermvliegtuig.
3. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:
-
4. De houder van een MLH is verplicht om in het luchtvaartuig op een voor elke inzittende
zichtbare plaats duidelijk leesbaar de volgende waarschuwing aan te brengen:
Waarschuwing voor inzittenden
Deze MLH is niet gecertificeerd volgens internationale luchtwaardigheidsvoorschriften.
Het veiligheidsniveau is niet vastgesteld.
Occupant Warning
This aircraft has not been certificated to international standards. The safety level
has not been determinated.
-
5. De houder van een gemotoriseerd schermvliegtuig is verplicht om in het luchtvaartuig
op een voor elke inzittende zichtbare plaats duidelijk leesbaar de volgende waarschuwing
aan te brengen:
Waarschuwing voor inzittenden
Dit schermvliegtuig is niet gecertificeerd volgens internationale luchtwaardigheidsvoorschriften.
Het veiligheidsniveau is niet vastgesteld.
Occupant Warning
This aircraft has not been certificated to international standards. The safety level
has not been determinated.
K
In artikel 9a wordt na ‘MLA’s,’ ingevoegd: MLH’s of schermvliegtuigen,.
L
Artikel 14 komt te luiden:
Artikel 14
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling MLA’s, MLH’s en schermvliegtuigen.
M
Bijlagen A, B en C vervallen.
N
Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. het opschrift komt te luiden:
BIJLAGE 1. BEDOELD IN ARTIKEL 2, TWEEDE LID, ONDER D
2. De eerste volzin komt te luiden:
De geluidmeetprocedure vindt plaats conform de volgende procedure:
3. De tweede volzin komt te luiden:
De geluidmeting vindt plaats tijdens de start van een MLA, een MLH of een gemotoriseerd
schermvliegtuig. Het MLA, de MLH of het gemotoriseerd schermvliegtuig is tijdens de
meetvlucht beladen tot aan de maximale startmassa.
4. ‘het MLA’ wordt telkens vervangen door: het MLA, de MLH of het gemotoriseerd schermvliegtuig.
O
Bijlage 2, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder e, wordt vervangen door de in bijlage
I bij deze regeling opgenomen bijlage 2.
P
Bijlage 3, bedoeld in artikel 2, vierde lid, wordt vervangen door de in bijlage II
bij deze regeling opgenomen bijlage 3.
ARTIKEL II
De Regeling bijzondere bevoegdverklaringen AML en Part-66 AML wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4, zevende lid, wordt de zinsnede ‘te verrichten aan een MLA of een amateurbouwluchtvaartuig.’,
vervangen door: te verrichten aan een MLA, een MLH of een amateurbouwluchtvaartuig.
B
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na ‘B1.2‘ ingevoegd: of B3.
2. Het tweede lid komt te luiden:
-
2. De houder van een Part-66 AML met de bijzondere bevoegdverklaring in een categorie
of subcategorie voor werkzaamheden aan luchtvaartuigen met een maximum startmassa
van 5.700 kg of minder, is bevoegd dezelfde werkzaamheden, als waartoe de desbetreffende
Part-66 AML strekt, te verrichten en vrij te geven aan:
-
a. luchtvaartuigen van dezelfde categorie of subcategorie met een maximum startmassa
van 5.700 kg of minder als genoemd in onderdeel a van Bijlage II bij verordening (EG)
nr. 216/2008 (PbEU L 79);
-
b. amateurbouwluchtvaartuigen;
-
c. MLA’s; en
-
d. MLH’s.
ARTIKEL III
De Regeling onderhoud luchtvaartuigen wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 7, tweede lid, komt te luiden:
-
2. Het onderhoud van een amateurbouwluchtvaartuig, een MLA, een MLH of een gemotoriseerd
schermvliegtuig mag worden uitgevoerd door of onder toezicht van de houder van het
luchtvaartuig, met uitzondering van het onderhoud aan de verplichte instrumenten,
radio's, ELT’s en transponders.
ARTIKEL IV
De Regeling inschrijving Nederlandse burgerluchtvaartuigen wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 14, tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:
ARTIKEL V
De Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden wordt als volgt gewijzigd:
Bijlage 2, bedoeld in de artikelen 10, onderdeel b, onder 3, en 11, onderdeel b, onder
2, van de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001, wordt vervangen
door de in bijlage III bij deze regeling opgenomen bijlage 2.
ARTIKEL VI
De Regeling bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen voor luchtvarenden 2001
wordt als volgt gewijzigd:
Bijlage 5 behorende bij de Regeling bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen
voor luchtvarenden 2001, wordt vervangen door de in bijlage IV bij deze regeling opgenomen
bijlage 5.
ARTIKEL VII
De Regeling tarieven luchtvaart 2008 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 13, vijfde lid, wordt de zinsnede ‘MLA’s alsmede amateurbouwluchtvaartuigen’
vervangen door: MLA’s, MLH’s, gemotoriseerde schermvliegtuigen alsmede amateurbouwluchtvaartuigen.
B
In artikel 17, eerste lid, tabel 1, wordt bij het onderdeel Other self-supporting
operational control than home base ‘€ 1.307’, vervangen door: € 1.030.
ARTIKEL IX
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de uitgifte van de Staatscourant
waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
Algemeen
De onderhavige regeling wijzigt allereerst een aantal regelingen in verband met de
introductie in diverse algemene maatregelen van bestuur van de zogenaamde microlichte
helikopter (Microlight Helicopter, verder: MLH). Het betreft wijziging van de Regeling
MLA’s, de Regeling bijzondere bevoegdverklaringen AML en Part-66 AML, de Regeling
inschrijving Nederlandse burgerluchtvaartuigen, de Regeling onderhoud luchtvaartuigen,
de Regeling bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen voor luchtvarenden 2001,
de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden, en de Regeling tarieven luchtvaart
2008.
In Bijlage II (Annex II) van verordening (EG) nr. 216/2008 (verordening van het Europees
Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke
regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap
voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG,
Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG (PbEU L 79)), staan de categorieën
luchtvaartuigen opgenomen die niet vallen onder de werking van die verordening en
waar in nationale regelgeving dient te worden voorzien. Voor een aantal van deze zogenaamde
Annex II-luchtvaartuigen bestaat al nationale regelgeving. Voor een klein aantal is
in verband met ontwikkelingen in de luchtvaart nog verduidelijking en nadere regelgeving
nodig. Bij besluit van 1 september 2011 tot wijziging van het Besluit bewijzen van
bevoegdheid voor de luchtvaart, het Besluit luchtvaartuigen 2008 en het Luchtverkeersreglement
(Stb. 2011, 430), is voor deze luchtvaartuigen een mogelijkheid gecreëerd om nadere regels op lager
regelgevingsniveau vast te stellen. Het betreft hier luchtvaartuigen die vallen onder
de categorie MLH. De lichte gyroplane, de gyroplane tot en met 560 kg, is een type
lichte helikopter dat valt onder de categorie MLH. Deze gyroplane speelt een belangrijke
rol in de (aandacht voor de) ontwikkeling in Nederland van de vliegende auto oftewel
de PAL-V (Personal Land en Air Vehicle, een voertuig dat zowel kan rijden als vliegen).
De PAL-V zal overigens zelf niet onder de categorie MLH vallen omdat de maximum startmassa
hoger zal zijn dan 560 kg.
Met deze regeling wordt nader uitwerking gegeven aan het eerdergenoemd besluit van
1 september 2011 voor zover het betreft de MLH. Daarnaast wordt met deze regeling
voor schermvliegtuigen en waar nodig meer specifiek voor gemotoriseerde schermvliegtuigen,
verduidelijking geboden middels wijziging van enkele onderdelen van de Regeling MLA’s.
Verder wordt ten gevolge van een aantal aanpassingen in deze regeling ook in de Regeling
tarieven luchtvaart 2008 een enkele wijziging doorgevoerd. Voor de hoogte van de betreffende
tarieven heeft deze wijziging geen gevolgen.
Ten slotte is van de gelegenheid gebruik gemaakt een enkele omissie te herstellen
en waar nodig juridisch-technische en redactionele wijzigingen in de regelingen aan
te brengen.
In de artikelgewijze toelichting zal op de wijzigingen nader worden ingegaan.
Administratieve lasten
De administratieve lasten zijn bij het eerdergenoemde besluit van 1 september 2011
berekend. Voor de bedrijfseffecten is berekend dat het effect nihil is. De wijzigingen
van de regelingen vloeien grotendeels voort uit dat wijzigingsbesluit. Het Adviescollege
toetsing administratieve lasten heeft het wijzigingsbesluit niet voor een toets geselecteerd.
De overige wijzigingen hebben geen gevolgen voor de administratieve lasten en evenmin
bedrijfseffecten.
Inwerkingtreding
Op grond van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten (verder: VVM-systeem)
treden ministeriële regelingen in werking met ingang van 1 januari, 1 april, 1 juli
of 1 oktober. Bekendmaking geschiedt uiterlijk 2 maanden voor inwerkingtreding. In
dit geval wordt niet aangesloten bij het VVM-systeem.
Gelet op de inmiddels getroffen voorbereidingen en (financiële) investeringen bestaat
vanuit de sector een zeer sterke wens tot inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling
op zo kort mogelijke termijn. Uitstel van deze regeling zou tot grote (financiële)
nadelen voor de betrokken sector leiden. Er wordt in dit geval derhalve niet uitgegaan
van het eerstvolgende vaste verandermoment, maar vindt inwerkingtreding plaats op
de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Artikelgewijs
Artikel I (wijziging Regeling MLA’s)
De Regeling MLA’s wordt ten aanzien van MLH’s (inclusief lichte gyroplanes) en schermvliegtuigen
(inclusief schermzweeftoestellen) op een belangrijk aantal punten aangepast. In de
regeling worden voor deze luchtvaartuigen regels opgenomen met betrekking tot de luchtwaardigheid
en de daaruit voortkomende gebruiksbeperkingen.
Onderdeel A
In artikel 1 is de juiste aanduiding van de minister opgenomen.
Onderdeel B
In de Regeling MLA’s wordt aan de reeds genoemde grondslagen artikel 7 van het Besluit
vluchtuitvoering toegevoegd. Deze grondslag ziet toe op een aantal vluchtuitvoeringsbepalingen
in de regeling, met name ten aanzien van het schermvliegtuig.
Onderdelen C en D
Zoals reeds voor MLA’s geldt is het voor het verkrijgen van een speciaal-bewijs van
luchtwaardigheid (verder: speciaal-BvL) voor een MLH of een gemotoriseerd schermvliegtuig
mogelijk om gebruik te maken van de technische toetsing in Duitsland, Groot-Brittannië
of Tsjechië. Dit is destijds ingegeven door het feit dat het gebruik van MLA’s in
die landen beduidend groter was (en nog steeds is) dan in Nederland, reeds omdat in
genoemde landen diverse producenten van dit soort toestellen zijn gevestigd. De nationale
autoriteiten van die landen hebben daarom normen en een toetsingssysteem ontwikkeld.
Die Duitse, Britse en Tsjechische normen zijn niet alleen speciaal ontwikkeld voor
MLA’s, maar ook voor andere luchtvaartuigen zoals luchtvaartuigen die vallen onder
de categorie MLH en voor gemotoriseerde schermvliegtuigen. Acceptatie in Nederland
van die normen en toetsing is de meest efficiënte manier om deze luchtvaartuigen hier
te lande toe te laten.
In de praktijk worden gemotoriseerde schermvliegtuigen waarvan wordt aangetoond dat
ze voldoen aan de relevante (Duitse, Britse of Tsjechische) eisen voor techniek en
geluid al geaccepteerd. De bestendige praktijk wordt thans vastgelegd.
Voor het verkrijgen van een speciaal-BvL dient de houder van het desbetreffende luchtvaartuig
een aanvraag in te dienen voorzien van een aantal bescheiden. Een van deze bescheiden
betreft een document waaruit blijkt dat het desbetreffende type MLH of gemotoriseerd
schermvliegtuig voldoet aan de van toepassing zijnde luchtwaardigheidseisen zoals
die zijn vastgesteld door één van de eerder genoemde landen. Het document moet zijn
afgegeven door de luchtvaartautoriteit van het land aan wiens luchtwaardigheidseisen
het desbetreffende luchtvaartuig voldoet en waaruit blijkt dat het luchtvaartuig is
goedgekeurd door of namens de betreffende luchtvaartautoriteit. Indien geen door de
betreffende luchtvaartautoriteit afgegeven document wordt overgelegd, wordt geen speciaal-BvL
afgegeven.
Omdat de minister niet toetst aan de eerder genoemde luchtwaardigheidsnormen, het
betreft geen algemeen verbindende voorschriften, en daar ook niet op handhaaft maken
de eerder genoemde Duitse, Britse en Tsjechische normen niet langer deel uit van de
Regeling MLA’s. Wel zullen deze normen ter informatie ter inzage liggen bij de Inspectie
Leefomgeving en Transport (verder: ILT), Saturnusstraat 50 te Hoofddorp en worden
geplaatst op de website van de ILT, www.ilent.nl. Dit heeft een wijziging in de structuur van de (oude) artikelen 2 en 3 van de Regeling
MLA’s tot gevolg. Deze twee artikelen worden samengevoegd, met dien verstande dat
de opsomming van de genoemde luchtwaardigheidsvoorschriften niet langer wordt opgenomen
in het nieuwe artikel 2.
Bij de aanvraag van een speciaal-BvL hoeft niet langer het vlieghandboek of gebruiksaanwijzing
van de fabrikant te worden overgelegd aangezien dit document niet maatgevend is voor
de luchtwaardige staat van het luchtvaartuig. De houder moet dit document wel in bezit
hebben en gebruiken bij de operatie van het luchtvaartuig.
Voor wat betreft de geluidsnormering geldt het volgende. De geluidsnormering voor
gemotoriseerde schermvliegtuigen is gelijk aan die voor MLA’s, te weten 60dB (A).
Voor de geluidsnormering voor MLH’s (zowel voor helikopters als voor gyroplanes) wordt
aangesloten bij de Duitse normering te weten 68 dB(A). In de praktijk zijn er al gyroplanes
die ruim aan die eisen voldoen. De verwachting is daarom dat de norm over enkele jaren
verlaagd kan worden. Dit zal worden meegenomen in de evaluatie van het gebruik van
MLH’s dat over 4 jaren zal plaatsvinden. In eerdergenoemd besluit van 1 september
2011 is hiertoe besloten.
In bijlage I bij onderhavige wijzigingsregeling is in bijlage 3 het geactualiseerde
model speciaal-BvL opgenomen in de regeling MLA’s. In lijn met het standaard-BvL is
dit document in de Engelse taal opgesteld.
Onderdelen E en F
De in de artikelen 4 en 5 vastgelegde procedures voor de (eerste) aanvraag en het
verlengen van het speciaal-BvL alsmede voor de aanvraag voor een instemming met een
wijziging zijn ook van toepassing op MLH’s en gemotoriseerde schermvliegtuigen. Deze
artikelen hebben in verband hiermee enkele wijzigingen ondergaan. In Duitsland houden
2 instanties zich met MLA’s bezig, te weten de Deutsche Aero Club e.V. (DAeC) en de
Deutsche Ultraleichtflugverbandes e.V. (DULV). Beide instanties hanteren inhoudelijk
dezelfde regels. Abusievelijk is de DULV niet opgenomen in het derde lid van artikel
4. De DULV wordt ingevoegd in onderdeel b, waarmee deze omissie wordt hersteld.
Onderdelen G en H
Hoewel uit zowel de technische toelating (speciaal-BvL) als brevettering reeds kon
worden afgeleid dat MLA’s en gemotoriseerde schermvliegtuigen uitsluitend recreatief
mogen worden gebruikt, is duidelijkheid richting de (potentiële) gebruiker gewenst.
Zowel MLA’s, MLH’s, als schermvliegtuigen (gemotoriseerde en ongemotoriseerde schermvliegtuigen;
ongemotoriseerde schermvliegtuigen zijn schermzweeftoestellen) mogen niet beroepsmatig
worden gebruikt. Dit omdat het ontwerp niet is gecertificeerd. Daarnaast liggen de
eisen die aan de bestuurder worden gesteld op recreatief niveau (MLA, MLH). Bestuurders
van deze luchtvaartuigen krijgen een zogenaamde RPL (Recreational Pilot Licence).
Voor het besturen van een schermvliegtuig is er geen apart brevet maar gelden enkel
een aantal basiseisen waaraan de bestuurder moet voldoen. Deze eisen zijn opgenomen
in het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart. De Regeling MLA’s bevat
overigens geen regels omtrent brevetverlening. Daarvoor zijn de reguliere brevetregels
van toepassing. Voor MLA’s was de hierboven genoemde gebruiksbeperking (het niet-beroepsmatig
gebruik) nog niet opgenomen in de Regeling MLA’s. Ter verduidelijking is dit nu voor
alle genoemde typen luchtvaartuigen vastgelegd. Het gebruik voor commerciële doeleinden
betreft bijvoorbeeld het (commercieel) vervoeren van passagiers of lading.
Onderdeel I
De in artikel 8 genoemde voorwaarden waaronder vluchten mogen worden uitgevoerd geldt
ook voor MLH’s en schermvliegtuigen.
Onderdeel c is qua formulering in lijn gebracht met de formulering zoals gebruikt
voor de verzekeringsplicht voor bestuurders ten aanzien van schermvliegtuigen in artikel
11, tweede lid, van het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart.
Onderdeel J
Evenals MLA’s, zijn MLH’s en gemotoriseerde schermvliegtuigen niet gecertificeerd
volgens internationale standaards; er heeft geen toetsing plaatsgevonden van het ontwerp
van een gekwalificeerde ontwerper aan internationaal overeengekomen eisen, gebaseerd
op Annex 8 bij het Verdrag van Chicago (ICAO-Verdrag). Er is ook geen sprake van de
bouw door een gekwalificeerde bouwer (gekwalificeerd produktiebedrijf) en ook geen
gekwalificeerd onderhoud (onderhoud door een gekwalificeerd onderhoudsbedrijf) voorgeschreven.
Dat betekent dat deze luchtvaartuigen een minder hoog luchtwaardigheidsniveau hebben
dan luchtvaartuigen die wel gecertificeerd zijn op basis van internationaal overeengekomen
normen. Zoals reeds bij MLA’s het geval is wordt ook voor MLH’s en gemotoriseerde
schermvliegtuigen evenwel dit minder hoge luchtwaardigheidsniveau geaccepteerd. Dit
luchtwaardigheidsniveau ligt niet op internationaal niveau, maar is bepaald op nationaal
of lager niveau. Er is sprake van een eenvoudige toetsing van het ontwerp (aan de
betreffende in onderdeel B genoemde normen) door een organisatie die daarvoor is erkend
door de Duitse, Britse of Tsjechische overheid. Het onderhoud van het toestel en de
instrumenten is aan de houder van het luchtvaartuig overgelaten. Er vindt hierop geen
controle plaats door een erkend onderhoudsbedrijf. Ook wijzigingen aan het toestel
kunnen door de houder zelf worden uitgevoerd. Er bestaat evenmin een verplichting
tot het gebruik van volgens internationale normen gecertificeerde onderdelen. Het
veiligheidsniveau van deze toestellen is daardoor niet vastgesteld. Evenals MLA’s
maakt dat MLH’s en schermvliegtuigen niet geschikt voor beroepsmatige activiteiten
(luchtwerk) en vervoer (transport). Wel worden MLH’s en schermvliegtuigen, zoals nu
al het geval is met MLA’s, toegelaten voor recreatief gebruik. Ook voor potentiële
gebruikers van deze luchtvaartuigen geldt dat ze zich er van bewust moeten zijn dat
het hier een luchtvaartuig betreft met een minder hoog luchtwaardigheidsniveau dan
een luchtvaartuig dat is gecertificeerd op basis van internationale normen. Vandaar
nu ook voor MLH’s en schermvliegtuigen de disclaimer in de vorm van het verplichte
opschrift. Met de aanpassing van deze bepaling is tevens de foutieve verwijzing naar
het niet bestaande artikel 8, onderdeel f, herstelt met verwijzing naar het juiste
artikelonderdeel te weten artikel 8, onderdeel c.
Onderdeel K
Omdat nu ook MLH’s en gemotoriseerde schermvliegtuigen in Nederland gereguleerd toegelaten
worden, is besloten, net zoals reeds voor MLA’s geldt, ook voor dit type luchtvaartuigen
het Nederlandse luchtruim voor de in de lidstaten van de European Civil Aviation Conference
ingeschreven MLH’s en gemotoriseerde schermvliegtuigen onder enkele voorwaarden, open
te stellen. Deze openstelling geldt niet voor vliegbewijzen (brevetten). Met een brevet
afgegeven door de luchtvaartautoriteit van één van de andere lidstaten van de European
Civil Aviation Conference mag men niet vliegen in het Nederlands luchtruim op een
Nederlands geregistreerd toestel.
Onderdeel M
De bijlagen A, B en C, waarin de in onderdelen B en C genoemde Duitse, Britse en Tsjechische
luchtwaardigheidsnormen waren opgenomen, vormen geen onderdeel meer van de Regeling
MLA’s en komen dan ook te vervallen.
Onderdeel N
De geluidmeting moet ook voor wat betreft MLH’s en gemotoriseerde schermvliegtuigen
zijn uitgevoerd volgens de in bijlage 1 beschreven procedure. Deze procedure komt
overeen met de in Duitsland toegepaste methode. In Nederland is destijds voor wat
betreft MLA’s gekozen voor de Duitse meetprocedure omdat deze goed aansloot bij de
ICAO-meetprocedure voor de kleine luchtvaart. Dat is nog immer het geval. Ook voor
MLH’s en gemotoriseerde schermvliegtuigen dient in Nederland overeenkomstig deze procedure
de geluidmeting te worden uitgevoerd. De procedure staat beschreven in bijlage 1 bij
de regeling. De bijlage is waar nodig aangevuld met de vermelding van MLH’s en gemotoriseerde
schermvliegtuigen. Daarnaast is de vermelding van de Duitse Lärmschutzforderungen
für Ultraleichtflugzeuge achterwege gelaten, aangezien de op basis van die procedure
in Nederland gehanteerde procedure in de bijlage wordt uitgeschreven.
Onderdeel O
Het in bijlage 2 bij de Regeling MLA’s opgenomen document is niet langer alleen van
toepassing voor MLA’s maar ook voor MLH’s en gemotoriseerde schermvliegtuigen. De
Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart (KNVvL) is vooralsnog de enige
door de minister erkende organisatie die dit document afgeeft. Het is niet de verwachting
dat daar binnen afzienbare termijn andere organisaties of personen bij zullen komen.
Het document is opnieuw vastgesteld.
Onderdeel P
Het S-BvL wordt in lijn met het EASA-standaard BvL en het ICAO-standaard BvL uitgegeven
in de Engelse taal.
Artikel II (Wijziging Regeling bijzondere bevoegdverklaringen AML en Part-66 AML)
Onderdelen A en B
De Europese wetgever heeft een nieuwe (onderhoud)bevoegdheid B3 in Part 66 (Bijlage
III bij verordening (EG) nr. 2042/2003) geïntroduceerd voor onderhoud aan vleugelvliegtuigen
met een zuigermotor, zonder drukcabine, en een maximum startmassa (MTOM) van 2.000
kg of minder. Ook voor de houder van deze bevoegdheid zijn enkele aanvullende nationale
bevoegdheden voor werkzaamheden aan motoren van zweefvliegtuigen en Annex II-luchtvaartuigen
toegekend. Met onderhavige regeling wordt hierin voorzien.
Daarnaast zijn wijzigingen aangebracht in verband met gelijktijdige wijziging van
de Regeling MLA’s en met het toelaten van MLH’s op het Nederlandse burgerluchtvaartuigenregister.
De aanvullende nationale bevoegdheden van houders van een Part-66 AML zijn daarop
aangepast.
Artikel III (Wijziging Regeling onderhoud luchtvaartuigen)
Voor het uitvoeren van onderhoud worden de MLH en het gemotoriseerde schermvliegtuig
gelijk behandeld als het MLA.
Artikel IV (Wijziging Regeling inschrijving Nederlandse burgerluchtvaartuigen)
Het inschrijvingskenmerk voor MLH’s en gemotoriseerde schermvliegtuigen bestaat evenals
voor MLA’s uit een cijfer-letter-cijfer combinatie.
Artikel V (Wijziging Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden)
In verband met de introductie van de klasse-bevoegdverklaringen MLH-helikopters en
MLH-gyroplanes wordt Bijlage 2 bij de regeling aangepast. Gelet op de aard van de
wijzigingen is besloten de bijlage in z’n geheel te vervangen. De aanpassingen in
de bijlage maken duidelijk wat de eisen zijn voor het behalen van deze klasse ten
opzichte van de eisen voor een type-bevoegdverklaring. Daarnaast zijn in het praktijkopleidingsprogramma
voor gyroplanes enkele praktische verduidelijkingen aangebracht.
Artikel VI (Wijziging Regeling bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen voor
luchtvarenden 2001)
Bijlage 5 wordt opnieuw vastgesteld omdat de klasse bevoegdverklaringen MLH-helikopters
en MLH-gyroplanes worden en de bijlage daarmee wijzigingen ondergaat. Gelet op de
aard van de aanpassingen is gekozen voor het in z’n geheel vervangen van de bijlage.
De bevoegdverklaring MLH-helikopters geldt voor het recreatief vliegen op alle microlichte
helikopters. De bevoegdverklaring MLH-gyroplanes geldt voor alle gyroplanes met een
maximum startmassa (MTOM) tot en met 560 kg. De lijst van type-bevoegdverklaringen
is daarom ook aangepast. De Ken Brock/Benson gyrocopter 2KB valt voortaan onder de
klasse- bevoegdverklaring MLH. De RAF gyroplane 2000 GTX SE blijft staan bij de type-
bevoegdverklaringen omdat dit toestel een maximum startmassa heeft dat hoger is dan
560 kg.
Omdat MLA’s en MLH’s niet worden ‘gecertificeerd’ maar worden ‘toegelaten’ is de terminologie
in 1c en 2a hiermee in overeenstemming gebracht.
Artikel VII (Wijziging Regeling tarieven luchtvaart 2008)
Onderdeel A
Voor de te betalen tarieven voor overheidshandelingen worden de MLH en het gemotoriseerde
schermvliegtuig gelijk behandeld als het MLA.
Onderdeel B
In artikel 17 wordt een foutief bedrag gecorrigeerd. Het juiste tarief is lager.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
J.J. Atsma.