Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 13-07-2012, nr. 2012-0000377129 tot verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de inspecteur-generaal van de Inspectie Leefomgeving en Transport inzake de bevoegdheid tot handhaving van de Woningwet

Gelet op afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2, vierde lid, van het Instellingsbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport;

Gezien de schriftelijke instemming van de inspecteur-generaal van de Inspectie Leefomgeving en Transport;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. minister:

Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

b. inspecteur-generaal:

inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport, bedoeld in artikel 1, tweede lid, van het Instellingsbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport.

Artikel 2

  • 1. Aan de inspecteur-generaal wordt mandaat en machtiging verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen die verband houden met de bevoegdheid, bedoeld in artikel 120b van de Woningwet tot handhaving van het verbod, bedoeld in artikel 120, tweede lid, van die wet.

  • 2. Aan de inspecteur-generaal wordt volmacht verleend voor het verrichten van handelingen die verband houden met de invordering van verbeurde dwangsommen en van gemaakte kosten voor bestuursdwang als bedoeld in artikel 5:25 van de Algemene wet bestuursrecht, voorzover deze verband houden met de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Het op grond van dit besluit verleende mandaat omvat mede de bevoegdheid tot het vaststellen, wijzigen of intrekken van beleidsregels met betrekking tot de toepassing van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 3

  • 1. Aan de inspecteur-generaal wordt mandaat en machtiging verleend voor het behandelen van bezwaarschriften tegen besluiten als bedoeld in artikel 2, waaronder begrepen het nemen van beslissingen op bezwaarschriften, voor zover het besluit waartegen het bezwaar zich richt, niet door hem krachtens mandaat is genomen.

  • 2. Aan de inspecteur-generaal wordt tevens machtiging verleend voor het behandelen van beroepschriften en voor het voeren van verweer in de gevallen waarin (hoger) beroep is ingesteld tegen een beslissing op bezwaarschrift als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 4

  • 1. De inspecteur-generaal kan voor de in de artikelen 2 en 3 bedoelde aangelegenheden ondermandaat en machtiging verlenen aan onder hem ressorterende functionarissen.

  • 2. Het verlenen van ondermandaat of machtiging alsmede wijziging daarvan, geschiedt schriftelijk.

  • 3. Een afschrift van een besluit inzake ondermandaat en machtiging als bedoeld in het eerste en tweede lid wordt gezonden aan de secretaris-generaal van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en aan degenen aan wie krachtens het besluit ondermandaat is verleend.

Artikel 5

Het krachtens dit mandaat, volmacht en machtiging ondertekenen van stukken geschiedt als volgt:

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

namens deze:

(handtekening)

(naam functionaris)

(functie)

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking de eerste dag na uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2012.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat, volmacht en machtiging inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport inzake handhaving Woningwet.

Den Haag, 13 juli 2012

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.W.E. Spies.

TOELICHTING

Dit besluit voorziet in de mandatering en het verlenen van volmacht en machtiging aan de inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport van de bevoegdheid tot handhaving van het verbod als bedoeld in artikel 120, tweede lid van de Woningwet en de daarmee verband houdende handelingen. Dit betreft het verbod op gedragingen in strijd met de voorschriften, bedoeld in artikel 120, eerste lid. Dat zijn voorschriften die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gegeven met het oog op de nakoming van voor Nederland verbindende internationale verplichtingen die betrekking hebben of samenhangen met onderwerpen waarin bij of krachtens de Woningwet is voorzien. Artikel 120b van de Woningwet voorziet in de bevoegdheid tot handhaving van dit verbod door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.W.E. Spies

Naar boven